Meiiws ^ii Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. iEID. r, [REU. 1877. Zondag 15 April. BINNENLAND. Flinke Stemmen. N? 1971. llage, st EENE IB, ten. Mi-n IG, Wacl- 9 alhier 7 vacantef 1t op de ?nte, de mmissie ezicht. Jvoeg-de GOUDSCHE COURANT md, orzitter. b Fatsoen- W0EN8- zirmiddags bewoond kant Geld bouwd ai, 1 en, Raam, Spiering- I komende, selingmet r Courant kkerjj van 'KSTIER, 1DEN, 2 HAGENS, a MELK- K en i bjj den n. gevraagd (traan. 'ortujjn. ta, k, meestal ad. Liefst idenmaker GOUDA, 14 April 1877. Aanstaanden Maandag wordt voor een deel oneer ingezetenen, de rei der verkiezingen geopend. De stem bevoegde leden der Ned. Hervormde Gemeente, zijn tegen dien dag tusschen 10 en 4 uren opgeroepen, om te voorzien in de op 1 Juli openvallende en de sedert de vorige verkiezing in 187 6 opengevallen plaatsen in de Collegiën van Beheer over en Toezicht op de Goederen en Fondsen dier gemeente. Deze Collegiën hebben hoegenaamd geen kerkelijk, louter een administratief karakter. Toch is hunne samenstelling van zeer veel gewicht; zij tooh, en vooral het College van Kerkvoogden, staan in nauw verband met de uitoefening van den eeredienst, met de be schikking over de gebouwen en andere hulpmiddelen. Het is dan ook te wenseben, dat de candidates der Kiesvereenigiug „Kerkelijk Bekeer* (zie de advertentie in dit nominer) worden gekozen, evenals tot nu toe deze vereeuigiug hare Candidaten steeds gekozen zag. Zal dit weder gebeuren, dan is het noodig, dat ieder bevoegde zjjne stem uitbreng*, want ook dc tegenpartij rust niet, al hoort men van bare Candi daten weinig of nieta. De tot nu toe behaalde overwinning moge niet tok verslapping leiden, want onze tegenstanders zullen voorzeker de uiterste krachten inspannen om meer veld të winnen en juist om het Collegie van Kerk voogden, zal ditmaal het felst worden gestreden, daar door het vertrek van den Heer Roijaards eetie vacature bestaat. Werd de (trouwens nog onbekende) oahdldaat der orthodoxen gekozen, dan zou de liberale meerder heid van dit College ernstig worden bedreigd; Als voor twee jaren zij nu ieder op zijn post, en gelijk toen de Heer Oudijk de meerderheid verwierf, ïogé thans aan den Heer Straver die meerderheid in de eerste plaats verzekerd zijn. Met hem de overige capdidifWn der genoemde vereeniging fe kiezen, zal, voóreetef in Vet belang van een goed tobeer, dezer gewékte tg*. Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. L/ Stemmen over «taalkundige en maatachap- peiijke vraagitnkkenonder leiding ran D. C. Nijkoff. 12 nr«. afzonder! nr« 75, Culemborg, blom en OlivierM. Met groote ingenomenheid hebben wjj ken nis gemaakt met het drietal afleveringen, dat reeds van deze „stemmen” verschenen is. Met groote ingenomenheid, dikwijls ook met instem ming. Daar waait nit deze brochurereen frissche geest ons te gemoet; het is alsof we ons aan het strand of op den bergtop bevinden en we gevoelen ons verruimd, onze blik is minder be neveld, we zjjn aan het stof onttogen. Straks komen we van ons uitstapje terug en vroeger handelen weer allen” tenzjj we niet alleen lezen, maar ook verstaan, niet alleen instemmen met het woord, maar het ook leven geven door daden. Wanneer wjj de aandacht op deze „stemmen” vestigen, dan hope» wjj dat menigeen daarin aanleiding moge vinden tot een nadere kennis making. Ook de volgende afleveringen beloven veel, daar'de uitgevers berichten, dat Nr. 4 be vatten zal Zondagsviering door Aart Admiraal en Nr. 5 Armverzorging door 3. H. C. Hsusz. Doch keeren we tot het verschenen drietal terug. Nr. 1 is van den heer Nunowen behandelt: Art redelijk ideaal en het politieke leven in Ne derland. Bedriegen we ons of trekt deze titel reeds aan? Men gevoelt als ’tware terstond de wond, waarop de schr. den vinger legt. Men begrjjpt dat hg te velde trekt tegen die conven tioneels, die gangbare moraal in het maatschap pelijk en politiek leven, die haar ontstaan dankt aan traditie en usance, en die bijna altjjd in de plaats wordt gesteld van datgene wat inderdaad zedeljjk is. Men spreekt b. v. van politieke immoraliteit, alsof iets immoreel kan zgn op o dit en geoorloofd op eenig ander gebied. Daar moeten mededeelen,ten einde den geest des schrjj- is slechts één zedeljjk ideaal, dat overal en altjjd vers te leeren kennen. Zullen wjj nu gaanopsom- moetinhet oog worden gehouden, door voorna- men en geringen, door staats-en ambachtslieden, door ministers én volksvertegenwoordigers, door kooplieden en fabrikanten, door diplomaten en ad- vokaten, door een ieder. Dat zedeljjk ideaal, de schr. omschrjjft het als hetgeen elk recht geaard mensch in het diepst van zjjn hart als zedeljjk erkennen mpet, behoort ook de toetssteen te zgn, waarop ons politiek leven wordt beproefd, jaar aangenomen en de w Een eerste gevolg van deze toetsing is een derwjjs, thans aanhangig, krachtig getuigenis tegen het ministerie-Heems- zfldcn besproken. Indien kerk; nauwkeuriger zou het zjjn, indien hier brochure begint met eene geschreven ware tegen den minister Heemskerk, der comedies van Scribe: De overige ministers toch wOrdèn, ja aansprakeljjk et verité, dan is men bekei gesteld als homogene leden van het kabinet voor J v al de rampen, die het breken met het zedeljjk ideaal vroeger of later na zich sleept, maar het is de minister Heemskerk, die 'tin deze bladzijden vooral moei, misgelden: »de minister H. moet niet beoordeeld worden naar een partjj, welker bestaan, ten allen tjjde heeft in de lucht gehan gen en nu meer dan ooit hare vernietiging nabjj is. Maar hjj moet beoordeeld worden naar.den zedeljjken standaard, dien men recht heeft aan eene regeenng te stéllen. En daarnaar beoor deeld, ken ik in onze hedendaagsche Nederland- sche maatschappij geen jammerlgker verschijnsel. Dat gruwzame spelen met beginselen, dat op namen in zjjn kabinet van de tegenstrjjdigste elementen, 'die zucht die in alles doorstraalt om voöt zich zélf te bljjven voordeel trekken van de yerdeejdheid der liberale pattji, ik ken geene namen zwart genoeg, om zulke daden tebtand- overeenkomst mét Scribe’s komedie, later W merken.’’ ook aan den Tartgffe jherinnértj te stateh. men,waarmede wjj ons wel,waarmede nietkunnen vereenigen Het komt ons onuoodig voor, waar de indruk van het geheel eene zoo gunstige is. De tweede brochure: de minister Heemskerk en het onderwijs door Dr. W. II. doet voor de eerste niet onder in onbeperkte en scherpe af keuring der regeeringsdaden van dezen minister. De wet op 't Hooger onderwjjs in het vorig jaar aangenomen en de wet op het Lager on- worden in deze blad- ien we zeggen dat deze a it met eene herinnering aan een der comedies van ScribeLe Puff, ou mensonge et vïrité, dan is men bekend met net standpunt, waarop de schr. zich plaatst. Ook hier wordt vooral op de wonden, op de gebreken het oog geslagen en niet dan ter loops wordt b. v. het streven van het kamerlid Moens geprezen. Het afkeurend votum over de wet op ’t H. O. be rust voornamelijk op de bezwaren door den hoogleeraar Mulder tegen hetontwerp in’t midden gebracht het wegnemen van de propaedeusis van de Hoogeschool en daardoór het verlagen van het Akademisch onderwjjs tot vak-onderwgs. Tegenover den hoogleeraar Mulder citeert de schr. den hoogleeraar Vissering. Ons dunkt, dat waar een man als deze laatste, bekend om zgn helder hoofd en zgn edel hart, op de hand van dezen minister in deze quaestie is, dat daar wel wat onbilljjk de fiolen van Pr. W. M.’s toorn over den minister worden uitgestort. Er waren andere grbnden aan te voeren, om de lórt, te staVéh. Voorzeker niet malsch! ook niet waar? Dat zulk een rqgeeriqg zieh weet staande te houden, wjjt de schr. alnen aan het gemis van zedeljjken zin bjj het volk. Maar terwijl hjj vol vergeving is voor dat gemis heeft hg de scherpste oordeelvelling voor dc regeering die van dat gemis zoo schromeljjk misbruik maakt. Na Heemskerk Fransen v. d. Putte, na dezen Kappejjne, den „advokatissimus,” dan v. Houten, den beste, of juister den minst slechte; en dan dit resultaat: «Voor het oogenblik is int de toekomst nog zeer donker. De egoïstisch» politiek is te diep geworteld. De idealistische te weinig voorzich tig, om te kunnen regeerenji Vervolgens schetst de schr. zjjn ideaal van den staatsman. Als in het oude Athene wil hjj aan de besten, de edelsten, de wjjsten de leiding des volks toevenroUwen en het woord van de Bosch Kemper onderschrift hjj: «de vorm van het bestuur doet veel minder af, dan de bekwaamheid van hem, die het bekleedt» Meent men dat dit alles zeer schoon is, maar geen waarde heeft voor de praktjjk, omdat het niets dan een droom, een illusie is, de heer Nunorr meent daarentegen dat het „niet ontbreekt aan die edelen en dat de meest verschillende partjjen hen tellen in bare gelederen.” Samenwerking met mannen van andere ge loofsovertuiging, mits geen bekrompenheid en egoïsme te ontdekken zij verzoening van hen, die thans door bartstochteljjk drijven tegenover alksnder staan. «Gelukkig de staat, aan zulke edelen toever trouwd Gelukkig het volk, door zulke edelen bestuurd! Gelukkig het land, waar dit zedelnk ideaal in het politieke leven nog eene macht bljjkt te wezen 1» Zoo roept de schr. in vervoering uit. Ons bestek gedoogt niet, dat wjj eene uitvoe rige beschrijving geven van den inhoud dezer brochure, en daarom meenden wij een der be handelde punten eenigszins breedvoeriger te Mn«ss==s53riMssES5=a«flHMÉIaM Ook bjj de behandeling van het wetsontwerp op het Lager onderwjjs is de schr. niet gelukkig geweest. Deze tweed» brochure bevalt ons* in de uitwerking dan ook het minst. Is Dr. W. M. wat vluchtig geweest? Men zon *t haast denken. Eene bespreking toch van de wet op het L. 0. zal men vruchteloos in de laatste bladzjjden van deze brochure vinden. Omtrent een enkel punt, dat bjjna algemeen afkeuring heeft gevonden, wordt ook hier een ongunstig oordeel geveld, maar daarmee loopt het af. Ook de pogingen van -hen, die iets van dit ontwerp willen maken, die het door amendementen willen verbeteren, vinden geen genade. Daar is slechts eene oplossing die den schr. bevredigt«dat het Ministerie Heemskerk op dit ontwerp van wet valleOok dien wensch dealen wjj niet ten volle. Wordt werkeljjkdoch het schijnt bjjna ónmo gelijk dit ontwerp belangrijk gewijzigd, b. v. in den geest als door de Vereeniging Volksonderwijs wordt verlangd, dan zonden wjj er ons in verheu- gen,niet omdat daardoor dit ministerie bestendigd wordt, maar omdat de onhoudbare positie, waarin het onderwjjs en al wat daarmede in betrekking staat, verkeert, daardoor verbeterd zou worden. De tegenwoordige tjjd doet ons denken aan de jaren na, '53, toen de «tegenovergestelde party,» (men bedoelde anti-Thorbeckiaanscho partjj) de ministerieele zetels innam, maar Thor- becke en zjjne garde als kamerleden de wetten maakte. Het was een minder gewenschte ver houding en ook thans is zjj dit niet, maar is het toch niet van meer belang, dat er goede wetten tot stand'kómen, dat dat -- -ook die tjjd ia beleefd om alles werd'geroepeh, maar niets tot een goed einde kon worden gebracht? In een volgend nummer, zullen wij nog een woord zeggen over de derde brochure: Nieuw leven, door ze» im.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1877 | | pagina 1