Nieuws- en Advertentieblad veor Gowda en Omstreken.
IS}
2083.
BUITENLAND.
187 8.
BuKeglanM Overzicht
Woensdag 2 Januari.
I
4'
ij O
it
I
I
NT
Arme-
ie reeds
5F8 van
ileiman-
ff
f"'
V r-.-l. i
.1 i-f'r
'de
irden
maar vooral door dadenDe heilrijke gevolgen
van dat streven zullen niet uitbljjven, maar zeer
zeker het jaar 1878 tot een goed jaar voor de
geheele men ach heid maken! i L.
De minister Dufaure heeft een begin gemaakt met
de wijzigingen in het personeel der vrederechters.
Een groot aantal hunner, die na den 16de» Mei
waren afgezet, zijn thans weder aangesteld.
Door denzelfden minister is een comité benoemd,
dat de rechten der parlementaire commissie van en--
quête zal onderzoeken. De commissie voor enquête
voor de verkiezingen heeft hierop aaugedrongen. De
zaak ia te noodiger daar misdrijven bij de verkiezin
gen met drie maanden verjaren, en thans zulke
misdreven meest van 23 September tot 14 October
gepleegd zijn. De eene of andere ambtenaar behoeft
dus maar bet onderzoek eenigszius te bemoeilijken
of te vertragen en de schuldigen zyn buiten het
bereik der wet.
Omtrent de zaken van den oorlog bestaat al zeer
weinig zekerheid. Een bericht van een correspon
dent der Fouitclu Zmlunf bevestigt de meening, dat
het oogenblik voor onderhandelingen nog niet is ge
komen. Benige dagen voor den val van Plevna,
hadeze correspondent een onderhoud met generaal
Totleben. Naar aanleiding eener opmerking van den
correspondent, zei generaal Todlebeu „Geloof niet,
dat de oorlog met den val van Plevna aan een
eind wezen zal. Men moet de kracht der lurken
niet te gering schatten en zij kunnen ons nog lang
genoeg weerstand bieden. Onze vredesvoorwaarden!
Autonomie voor Bulgarije, een gedeelte van
nië, enz., zjjn te hard, dau dat de Portel <Ke
nu zou kunnen aannemen. Trekken de^ïjfei
Mshemed-Ali (thans Nedschip-paeha) en Sole
pacha zioh terug, dan zou eerst een slag bij Adri-
i ,n0Pe^ beslissen. Adrianopel echter is sterk beves-
Stellen ti^gd en de winter ingevallen. Beide partijen ver-
langen vrede, maar de voorwaarden, waaronder «y
die verlangen liggen te ver uit elkander. Eene belegering
GOUDSCHEcou:
om de waarheid geweld ann te doen en leugen 1 Tan de «stingen aan den Donau kost ons nog min-
en huichelarij te bevorderen? i sten* twee maanden. En eerst daarna kunnen wij
Moge dit meer en njfer erkend worden, moge niet goed g< volg den marteb op Konataniinopel
bet getal vrienden derfwaatheid bij voortduring ondernemen.”
grooter worden, moge de macht steeds sterker Wat dit laatste betreft merkt men op, dac de Bussen
worden waardoor de leugengeest bestreden wordt, niet op den val der Donau-vestingen behoeven te wach»
Veel, zeer veel zon dan spoedig anders moeten i ten» om naar Adrianopel te rukken. De vraag is maar,
worden. Men <zou keren erkennen dat alle of Z,J manschappen genoeg hebben, om die vestingen
menschen, kinderen van denzelfden vader, de- I 1,1 te ,luiteo eu tCTeu» eeB 160-0M
zelfde rechten maar ook dezelfde plichten hebben.
Vele sociale quaestiën zonden op vreedzame
wjjze opgelost kannen worden. Er zoa geen
spruke meer kunnen zijn van verdrukking van
de vrouw door den man, de emancipatie der
vrouw zou een feit worden, omdat de tegenwoor
dige verhouding, door de traditie geykt, en op
ons burgerlijk wetboek gegrond in strijd met de
eischen der waarheid is; de arbeiders-quaestie
die steeds meer zorg baart, al zijn de gevaren
voor ons alsnog minder dreigend, zon op vreed
zame wijze opgelost kunnen worden, als men
elkander slechts wilde verstaan en zich en zyn
eischen door de beginselen van billijkheid en
waarheid liet besturen.
Hebben wij dus een wensch bij het begin van
dit jaar, dan is het deze: dat het gevoel voor
waarheid meer en meer moge ontwaken, zoowel
op staatsrechterlijk als op kerkelijk gebied.
Kon deze wensch slechts voor een klein gedeelte
vervuld worden, dan zouden wy zeer zeker op
het èinde van dit jaar op verblijdende teekenen
kannen wjjzen en ons slotwoord zou meer l>i*m
digend kunnen zjjn dan dat, waarmede Wifó
afgeloopen jaar hebben moeten besluiten Ï'J
Ieder in zyn kring werke dan mede
waarheid te huldigen niet slechts door w<
in te sluiten en tevens een legt r van minstens 160,000
man en nog een (onder Gourko) van nagenoeg de helft
i over den Balkan te zenden.
De Köln. Zciluny wd weten, dat de Engelsche
I regeering in Frankrijk een gróótte voorraad levens
middelen, vooral verduurzaamde levensmiddelen laat
inkoopen, niet voor de vloot, maar voor landings
troepen bestemd.
Vorst Karei van Kumeuië heeft in de Kamer der
Afgevaardigden eene rede gehouden, waarin hij her-
intierde du hij, bij zijne komst in Rumenië, beloofd
had in den voor- en tegenspoed van het land te
zullen deekn. Hij heeft zijn woord gehouden, door
zich aan het hoofd te stellen van zijn leger, dat
zich nieuwen roem heeft verworven door zijn deel
aan de overwinning van Plevna. Hg acht zich
gelukkig, dat hij zich te midden van de volksvertegen
woordiging bevindt, welke steeds de blijken gaf, met
hem eensgezind te zijn. De Vorst eindigde met van
den Hetuei de onafhankelijkheid van Rumenië af te
smeeken. De h™ r Rosetti, president der Kamer, heette in
zijn antwoord den constitutioneden vorst, die zich als
dapper veldheer gedroeg, welkom. «De tegenwoordige
oorlog, zeide hij, strekt ten bewijze dat het Rumeensche
volk onwrikbaar en aan zijne oude deugden getrouw
is. Gy behoort tot hen, die met waardigheid het lot
eener natie besturen; g:j hebt de onafhankelijkheid
van Rumenië tb or uw Tfraatrt gegrondvest. De ge
schiedenis zal geween van het grootste feit, dat
Rumenië de moeilijke dagen van een grooten oorlog
is doorgeworsteld, eu dat een groot leger over zijn
grondgebied is getrokken, zonder dat zijue burgerlijke
en constituüonede vrijheden in eenig opzicht hebben
geleden.”
In de Hannover»che Courier, een dagblad hetwelk
van sommige leiders der nationaal-liberale partij
hcrhaaldelijk belangryke mededeelingen ontvangt, leest
men het volgende, in verband met het bezoek door den
heer von Benuingsen dezer dagen te Varzin bij den
heer vonBismarck afgelegd. Dat dit bezoek een zeer
opmerkelijk feit mag worden genoemd,,behoeft niet
nader te werden aangetoond, zegt het blad. Kort
vóór het vertrek des heeren von Benningsen naar
Vanin werd van den kant der nationaal liberalen in
hun orgaan, ée JVof Lik. Oorreip., de verklaring
openbaar gemaakt, dat in den jongstverloopen tyd
geen onderhandelingen hebben plaats gehad over
bet opnemen van een of meer leiders der partij in
het rijks- of in het Pruisische ministerie. Indien er
echter onderhandelingen over deze quaestie in de
tegenwoordige dagen hebben plaats gehad, dau mag
men aannemen, dat de hinderpalen, welke indertijd
waren gerezen, thans wellicht uit den weg zijn ge
ruimd wij herhalen dat zij wellicht, dat zy waar
schijnlijk uit den weg zijn geruimd, verder zouden
wij niet willen gaan.
«Zoowel thans als vroeger moeten twee voorwaardeu
worden vervuld, om de regeering, het kabinet, te ver
sterken en de zekerheid te erlangen, dat een parlemen
taire meerderheid het kabinet gedurende langen tyd
zal ondersteunen; de eerste voorwaarde is, dat sen
regeeringsprogramma worde vastgesteld, waarin een
groot aantal punten is opgenomen, aangaande welke
volkomen eenstemmigheid heerscht tusschen den heer
von Bismarck eu de staatslieden, die door hem in
de regeering zullen worden geroepen, zoodat een een
drachtige en tevens zelfstandige medewerking tusschen
hen en den rijkskanselier boven allen twijfel wordt
I gesteld; de andere voorwaarden is, dat de goedkeuring
van dit programma van den keizer worde verkregen.
i Of de gewensohte overeenstemming tusschen deu
rykskanselier en de bedoelde personen is tot stand
gekomen of tot stand zal gebracht worden, weten wij
I tot heden niet en evenmin kan de vraag met zekerheid
I worden beantwoord of de keizer zijn goedkeuring zal
schenken aan het vermelde regeeringsprogramma.
I Worden deze beide voorwaarden echter niet ver-
Namen wjj in het vorig noinmer afscheid van
het jaar, dat voorbijgegaan is, het nieuw inge
treden breng.n wjj onzen welkomstgroet. Moge
het ons gelegenheid geven, hoevete donkere
stippen zich ook aan den staatkundigen hemel ver-
toopen, om bjj h t einde met meerdere ingeno
menheid op den afgeloopen jaarkring terug
te zien.
Tal van wenschen zjjn dezer dagen geuit,
wel overdachte en onbezonnens, welgemeende
envalsche, wenschen, voortvloeiende uit de maat
schappelijke vormen en wenschen, die uit het
hart kwamen.
Hebben wjj een wensch, dan is het deze: dat
waarheid en menscheljjkheid steeds toenemen
op aarde, dat steeds meer, niet het woord maar
de daad getuigenis moge geven van den zin voor
waarheid en recht, dat de gewone onverschillig
heid plaats make voor oprechte belangstelling
in alles wat waar, schoon en goed is, dan zal
het steeds beter worden op aarde, en al moge
daardoor het doizend-jurig rjjk, het rijk van
vrede en algemeen geluk, niet eensklaps ontstaan,
toch zal daardoor veel leed verzacht, menige ramp
geheeld worden.
Moge de waarheid meer op politiek gebied
gehuldigd worden
Dan toch zal het niet meer mogeljjk zjjn, dat
de groote mogendheden de kleinere uit naam
van meuscheliAheid en andere even schoon
klinkende woorden, van hun wrijheid beroeren,
dan zal de annexatie tot het verledene behooren
en men zal over het rnw geweld der zoogenaamd
verlichte negentiende eeuw als over de barbaar-
sebe middeleeuwen spreken, toen het recht van
den sterksten voor hoogste wet gold; dan zullen
de kinderen niet langer den vader, de vrouw
niet langer den echtgenoot beweenen, geval
len als slachtoffers van de heerschzucht vau
een klein getal hoofden, die de geheele mensch-
heid beschouwen om óf als kanonspijs te
dienen óf ons zooveel mogeljjk in de behoefte
daaraan te voorzien.
Heerschte de ‘waarheid, dan zou het niet
langer mogeljjk zjjn dat een klein getal onzin-
nigen het schoonste land van Europa maanden
achtereen in spanning hield, omdat zjj de be
langen van enkelen hooger stelden dan het
algemeen belang.
Heerschte de waarheid dan zoude het een
onmogelijkheid zjjn om een vermolmde en ver
oordeelde heerschappij in het moderne Europa
te vestigen, dan zou men afzien van alle pogingen
om het verloren gezag der kerk weder te her
stellen, maar de vrjje kerk in den vrjjen staat
I zou aller leuze zjjn, en tal van oorzaken van
I twist en tweedracht zouden daardoor voorgoed
verdwijnen.
Heerschte de waarheid, dan zou het voor ons,
Nederlanders, geen vraag meer zjjn, hoe ludië
door ons moest bestuurd wordendan zouden
de disoussiën omtrent het meerdere of mindere
bedrag van het batig saldo onnoodig zjjn, dan
zou er geen sprake zjjn of het billijk is om ons
land spoorwegen te geven van de Indische over
schotten, terwjjl Indië zelf behoefte heeft aan
de meest eenvoudige middelen van gemeenschap.
Heêtschte de waarheid maar waartoe meer?
i Is het noodig op te noemen wat door den leu
gengeest bedorven wordt, wanneer wjj ropdom
ons zien
Hoeveel toch is in strjjd met waarheid en
recht, hoeveel rust nog op de oude leer dat
geweld recht ie, zonder dat rekening gehouden
wordt met de eischen die de waarheid stellen
kan aan hun ibeljjdera? Zjjn niet vele maat, i
schappelpke vormen en gebruiken de middelen