Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. DIEREN-MISHANDELING. 1878. N? 2132. ;ht BUITENLAND. Vrijdag 2(i April. dek T ibrtft). Kennisgeving. Buitenlaiidsch Overzicht. I Wolfe 8m. ing witte, isulen, Jhilvers, n in de ■dworm, i onaange- de AME- l verkrjjgt ;ht weder, makshalve alsook op idige, Fre- »n. te IMAN. siau Zn. [anzeulever, om het Nederlandsclie woord :mi.oot. KADE. Kürvbm. jachthond aarkeuken. Jacobi. JJNÏNBBRG. ELAND. lOBN. Pfenning. Ouden. GOUDSCHE COURANT. udheden, long- en an UEd. heeft uit- >te, verlof n Elf ure, van ENHOU- BLEEK- te Gouda. irg. IZEN en 5—85c te 40. sarachter, x>r 11.50. laris Me. megaande en flacon allen van IHOFF, bode. sesmiddel ren, nit- s die aan e danken j Geeft de regeering, geven de meer ontwik kelden een goed voorbeeld, dan zal zelfs zonder strafbepalingen het kwaad veel minder worden, en eindelijk geheel ophoudenkrachtiger dan alle strafbepalingen zal het eigenbelang daartoe medewerken. Allen die ijveren voor strenge wetten tegen dieren-mishandeling mogen tot zich zelf inkeeren, en zeer zeker zullen zjj te dikwjjls ondervinden dat handgrootste genoegens, hun liefste uitspanningen gekocht worden door de mishandeling van dieren, waartegen zij zoo krachtig ijveren, wanneer dit door anderen, minder ontwikkeld en minder onderwezen dan zij, geschiedt. Het spreekwoord van splinteren balk is, helaasin deze zaak nog te dikwjjls van toepassing. L. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, brengen ter kennis vau de ingezetenen, dat het Kohier der plaatselijke directe belading in deze Gemeente voor het dienstjaar 1878, door Heeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollaud goedgekeurd, ter invordering aan den Heer Ontvanger dezer Ge meente is toegezondeu. Gouda, den 25n April ^878. De Burgemeester voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. woede ontbrandt, wanneer hij een trekhond ziet slaan, die door zjjn trekkracht bijdraagt tot onderhoud van het gezin eener weduwe, terwjjl hij zelf eenige oogenblikken daarna op de sociëteit een uitvoerige 'oeschrjjving geeft van een prachtige jacht, door hem bijgewoond waarbij vier flinke paarden en drie honden zijn doodgejaagd! Zou de sleeper zijn paard meer martelen dan het lid der jockey-club, die voor een gouden beker of een andere beuzeling zjjn beste paard laat doodrijden, terwijl daarbij zelfs het leven van den beryder in gevaar wordt gebracht Maar waartoe meer voorbeelden Kan men van den wetgever vergen, dat hij een wet maakt, waarbij hetzelfde feit al of niet straf baar is? Waarlijk wjj hebben in dit opzicht reeds meer dan genoeg aan de wet op den kinder arbeid, die ten strengste verbiedt om het kind in fabrieken productief te maken, maar de vrij heid geeft om hetzelfde kind bjj veldarbeid te ge bruiken die straf bepaalt als een enkel kind eenige minuten des avonds op het tooneel ver schijnt, maar zich niet bekommert om de vele kinderen, die dag aan dag, en week aan week de meest ziellooze werkzaamheden op het veld moeten verrichten, blootgesteld aan de onguur heid van het weder. Kan de wetgever niet alles regelen, hij zou misschien de meest ergerlyke dieren-mishande ling door straf bepalingen kunnen tegengaan, op gevaar af dat de beschuldigde den rechter vroeg, wie zorgt voor mjj wanneer ik niet meer in mijn behoefte kan voorzien, of wanneer ik mishandeld word, zooals onlangs aan een rech ter te Parijs gevraagd is door een vrouw die voor het mishandelen van haar "ezel terecht stond, en tehuis zich niet over de overgroote toegevendheid van haar liefhebbenden echtge noot te verheugen had. Het zou bij zulk een halfslachtige regeling altijd de vraag blijven wat al of niet ergerljjk is, en niemand zal wel daarop een antwoord kunnen geven, dat de goedkeuring van allen of zelfs van de meerder heid wegdraagt. Is bovendien een wet omtrent deze zaak noodig, iudien de meerderheid een einde aan de schandalen wil maken Wjj gelooven het niet. Alle geboomte is privaat eigendom, waarom dan het rooven van vogelnestjes niet met dief stal gelijk gesteld, en streng gestraft? Wordt dit ten platten lande toegepast, het uithalen der nesten van de zoo nuttige vogels zal spoe dig tot het verledene behooren. En dat men het misdrijf niet verzwijgen zal, daarvoor is het eigenbelang der landbouwers ons borg, wan neer zij slechts overtuigd worden hoe hoogst nuttig de meeste vogels voor den landbouw zjjn. Onderwijs dus. Heeft een vrachtrijder de gewoonte zjjn paard te mishandelen, men onthoude hem de vrachten, en uit eigenbelang zal hjj gedrongen worden zijn beesten menscheljjk te behandelen. Wil men het mishandelen der honden tegen gaan, de regeering geve een goed voorbeeld door een wjjziging te brengen in de bepalin gen om de gevaren, die uit hondsdolheid kun nen ontstaan, tegen te gaan de muilkorf toch is een voortdurende marteling. Is het hoogst moeiljjk straffen te bepalen, wanneer iemand zjjn eigendom verkeerd behan delt, het zal gemakkelijk zjjn de mishandeling van dieren door anderen dan de eigenaars door strafbepalingen te voorkomen, indien men slechts wil verkrijgen wat bereikbaar is, en niet te veel toegeeft aan de eischen eener ziekelijke philan- tropie, die meer belang schijnt te stellen in het dier dan in den mensch. De onderhandelingen over het terugtrekken der beide mededingers in het Oosten duren voort. De toestand blijft dus onzeker, maar de moge lijkheid van eene vreedzame oplossing door een congres blijft bestaan en in zoo ver is de stand van zaken niet onbevredigend. De Jgence Rune bevestigt thans, dat op voorstel van Duitschland, in beginsel de gelijktijdige ont ruiming van de buurt van Konstantinopel is aan genomen en ook de noodzakelijkheid is erkend, dat dan het Russische leger en de Engelsche vlooi 7. c even ver van de hoofdstad zouden hebben te .ri ver wijd eren. Daarover wordt th «ns n.jg ondvrhan- 1 deld dan zou op eene voorloopige conferentie het programma van het Congres kunnen w irden vast gesteld en vervolgens het Congres kunnen worden gehouden. De meeste Engelsche dagbladen twijfelen hard, of er iets terechtkomen zal van het voorstel tot gelijktijdige ontruiming van de nabijheid van Kon- stantinopd. Moei lijker vraagstuk is dan ook wel nooit te berde gebracht. Had men met twee legers te doen, dan zou er misschien n ig wat op zijn te vinden- Maar nu heeft men aan de eene zijde een leger, aan de andere eene vloot en* tusschen beiden in eene derde macht, die door geen van b; ide par tijen recht wordt vertrouwden wier handelingen-ook nagenoeg onberekenbaar zijn. Gesteld, dat men er in slaagt uit te rekenen, hoe ver de Russen achter waarts moeten gaan, om volkomen dezelfde kans'-n te hebben, als de Engelschen, indien de vloot zich naar Besika-baai begeeft, wie staat er dan voor in, dat de Turken de omstandigheden geheel onver anderd zullen laten, terwijl toch zij het in hunne hand hebben, de kansen geheel te doen veranderen Zoodra de Russen zijn vertrokken, kunnen zij den spoorweg opbreken en geduchte versterkingen maken. Met of zonder den bijstand der Engelsche vloot zouden ze dan Konstantinopel best van de landzijde kunnen verdedigen en de kansen zouden geheel in het nadeel van de Russen zijn verkeerd. Evengoed kunnen ze aan de landzijde alles onveranderd laten, maar aan de Dardanellen maatregelen nemen, die den terugkeer der Engelsche vloot on mogelijk maken. Geen wonder dus, dat men het zoo spoedig niet over deze dingen eens worden kan en allicht zou men op de gedachte komen, dat het gehecle voorstel niet ernstig is gemeend en alleen gedaan werd om tyd te winnen, wanneer deze onderstelling niet werd uitgesloten door de omstandigheid, dat dit slechts Engeland ten goede komen zou en dan niet Duitsch land het voorstel zou hebben gedaan. Bovendien kan Duitschland geen pogingen doen tot bemiddeling met het stellige vooruitzicht, dat die tot niets zullen leiden, of ook geheel in het nadeel wezen zouden van een der betrokkenen en men moet dus aannemen, dat de diplomatie kans ziet, de bezwaren, boven aangeduid, geheel te overwinnen. Intusschen worden de wapeningen met kracht voortgezet. Engeland organiseert vooral «iju Indisch leger, Rusland voert steeds nieuwe troepen «inarBan Stefano aan, terwijl de* Turken de vestingwerken Van tjjd tel tijd leest men in de bladen be richten van mishandelingen, dieren aangedaan, die de algemeene verontwaardiging opwekken. Nu eens leest men van rundvee, dat schan delik is verminkt, dan weder van bonden, die van hun staart beroofd zjjn, alleen om aan onmenschelijken moedwil te voldoenhet ver voer van kalveren wekt niet zelden de veront- Wanrdigin» op, en een sleeperspaard, dat met geweld tegen een hoogte wordt opgedreven, doet den omstanders niet zejden wenschen dat strenge straffen tegen zulke handelingen mochten vast gesteld worden. In alle landen, die op beschaving aanspraak maken, heeft de wetgeving tegen dierenmishan deling straf bepaald, alleen in Nederland staat het den eigenaar vrij met zijn gedierte naar willekeur te handelen; alleen daar kunnen too- neelen, die getuigen tegen de beschaving, on gestraft plaats hebben, en het gevolg dier mis handelingen is niet zelden een dringend verzoek aan de regeering om door strenge straf bepalingen aan dien moedwil en die bande loosheid een einde te maken. Tot nu toe heeft geen onzer ministers aan die wenschen voldaan; slechts hier en daar he ft men getracht door plaatseljjke verordeningen en strafbepalingen het kwaad te bestrijden. Is men daarin geslaagd, heeft men iets tot stand gebracht wat eenigszins aan de eischen der dieren-vrienden kan voldoen Wjj betwjjfelen het, omdat vooralsnog dit onder- weij) voor geen regeling vatbaar is. Het meest stuitende kan men beletten, maar om afdoende maatregelen te kunnen nemen, moet men kunnen rekenen op dc medewerking der geheele natie, en deze laat bjj alle standen veel, zeer veel te wenschen over. In verschil lende opzichten toch, Wordt zelfs door de grootste philantropen op dat gebied gezondigd. Hoe weinigen herinneren zich bjj het gebruik van ganzenlever, om het Nederlandsche woord te gebruiken, de martelingen, waaraan het dier is blootgesteld geweest, om die delicatesse te verkrijgen Koevele mishandelingen heeft een jachthond niet ondervonden, voor hjj volkomen in staat is zjjn meester in het edele jachtbedrijf de noodige hnlp te verleenen Doet men het paard zijn staart ontnemen om aan de heerschende mode te voldoen, of ontneemt men het 't gebruik van dit lichaamsdeel, dan stelt men het aan velerlei kwellingen bloot, en zou het toch zeer kwaljjk nemen, indien men in zulk een geval van dieren-mishandeling sprak. Wat te denlten van een zeer fijn gevoelig da metje, dat een azyl helpt stichten om verwaar loosde honden op te nemen, maar tegen haar even gevoelige vrienden haar zangvogeltje pr jjst, dat zpo heeijjjk zingt ten koste van net gezicht? Wat te denken van den edelen heer, die in

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1878 | | pagina 1