Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Np 2161.
1878.
Woensdag 3 Juli.
Parlementaire Werkzaamheden.
I
GOUDSCHE COURANT.
ten werden verwoi
vreemde talen en wiskunde wordt gegeven sub-
sidiën te verleenen.
Voor het sub-amendement van den heer
Bergmann verklaarden zich 25 leden, voqr dat
van den heer van der Kaaj 32, beide v»erJ~
verworpen, de andere waren ingetrokken
die beslissing
of subsidie zal gehoord worden. I
ders is nu overtuigend gebleken
de kamer geen steun te wachten hebben, mogen
t
Art. 4 bood weder de gelegenheid om twee
beginselen uit te maken.
De replieken in de zitting van Woensdag
waren niet zuö om het noodzakelijk te maken
daarop nog terug te komen. Wat reeds meer
dan eenmaal gezegd was. werd nog eens her
haald, en voor alien was het zeker verblijdend
te vernemen dat de algemeene beraadslagingen
waren afgeloopen en men met de behandeling
der artikelen zou beginnen.
In de zitting van Donderdag werden de twee
eerste artikelen onveranderd goedgekeurd, nadat
vooraf een nieuw artikel 1 van den Heer Van
Wassenaer van Catwjjck, dat eenigszius een
opgave bevatte van wat hij in een wet tot regeling
van het lager onderwijs verlangde, met 56
tegen 13 stemmen verworpen was. Punt 4 was
het voornaamste, het luiddeDe wettelijke re
geling strekt zich uit tot de uitbetaling van
een vaste jaarwedde van rijkswege aan eiken
ouderwijzer, die gedurende eeu jaar minstens
30 leerlingen op een gevestigde openbare of
bijzondere school onderwijs heelt gegeven.Het kundigen
het hoofd mirifter kan zich met geen der amendementen
vereenigen en werd door de meerderheid in het
Bij de verdediging wns de voorsteller minder gelijk gesteld. Met 50 tegen 24 stemmen
1 - 1 J -> j handhaafde men de nuttige handwerken en
De
van het handteekeneu onder de ver
en van
de zoogenaamde altera tanta in Friesland, in
louden, op dezelfde voorwaarden als
den heer van der Kaay 32, beide werden
de andere waren ingetrokken en
het regeeringsartik.l werd aangenomen. Moge
J ten gevolge hebben dat gedu
rende deze discussie niets meer van restitutie
i—!j-_ _.i _.i j - Den voorstan
ders is nu overtuigend gebleken dat zij van
zij dus in het vonnis berusten!
gelegenheid om twee
i. Het eene is ten
voordee’e van den minister beslist, omtrent het
andere hebben de stemmen gestaakt. Dit artikel
luidt: Art. 5 der wet van 1 Juni 1865 is
toepasselijk op alle lokalen waarin lager onderwijs
gegeven wordt. Bij algemeenen maatiegel van
inwendig bestuur worden door ons, zoowel in
het belang van de gezondheid, als van het
onderwijs, algemeene regelen vastgesteld omtrent
den bouw en de inrichting der lokalen waarin
openbaar lager schoolonderwijs gegeven wordt
alsmede omtrent het aantal kinderen, dat daarin
mag worden toegelaten, met bepaling in hoever
deze regelen verbindend zijn voor de lokalen,*
waarin bijzonder lager schoolonderwijs gegeven
wordt.
De heer van den Berch van Heemstede heeft
voorgesteld de bepaling omtrent de bijzondere
scholen te doen vervallen; de heer van Houten
acht, overeenkomstig het door hem gesprokene
bij de algemaene beraadslagingen, de macht
der regeeridlg te groot en wilde meer aan de
i gemeentebesturen overlaten.
Die den toestand kennen, zullen zeker hooger
toezicht dringend noodig oordeelen. Reeds te
lang is de gezondheid der leerlingen en der
ouderwjjzers in vele gemeenten opgeofferd aan
de belangen der gemeentefinanciën, reeds telaug/
heeft het schooltoezicht onmachtig gestaan
tegen,den onwil van vele gemeentebesturen om
goede schoollokalen te stichten, waarmede vol
strekt niet wordt bedoeld wielding ingerichte.
En wat nu het amendement van anti-revo-
lutionaire zijde betreft, begreep deze partij het
belang van goed onderwijs ut gezonde, goed
ingerichte lokalen, dan zou zij der regeering
dankbaar hebben moeten zijn dat deze geheel
kosteloos toezicht wilde uitoefenen op de in
richting der lokalen; in plaats van het veelge
stelde amendement had men een voorstel mogen
verwachten om het woord openbare uit het
artikel te doen wegvallen, om zeker te zijn dat
alle lokalen aan de behoeften ook van de positief
christelijke kinderen zouden vojdoen. Men heeft
toch reeds genoeg van de regeering op onderwijs
kundig gebied gezien, dat men geen ónmogelijke
.eischen behoeft te verwachten, de geldmiddelen
verzetten zich daartegen. Wil die partij echter
de gezondheid dei kinderen in gevaar bréngen
om eenige meerdere uitgaven te' besparen
zij moge toezien, haar verantwoording; wordt
daardoor des te'grooter. Hebben nn de stemmen
over het amendement gestaakt, in het belang
der bijzondere scholen ik hét, dat het in‘ oer
zifting van Maandag zal verworpen wprden,
■de gezondheid vnu vele kinderfen wórdt door
de aanneming in gevaar gebracht, en de ge
zondheid dier kinderen is ook van groot belang
I voer den Staat; zooalsdeheerldsarda canvoerdb-
Mot 83 tegen 29 stemmen besliste de kamer
I voor, den minister tegen den heer van Houten,
I en werd het staatstoezicht gesanctioneerd,, zekftr
ook ten gevolge der krachtige bestrijding van
het gevoelen van den heer van Houten doüt
zijn rrivnd Borgesius.
der kamer hoofdzakelijk bezig in de zitting van
Vrijdag. Op art. 3 waren drie amendementen
ingediend.
De heer Van Naamen achtte het wenschelijk
dat de tegenwoordige zoogenaamde gesubsidi
eerde scholen, hoofdzakeljjk meisjesscholen,
konden in stand gehouden worden.
De heer Van der Kaajj Wilde de provinciale
subsidiën, die door het ontwerp vervallen,o. a.
og«
stand hi
tegenwoordig dat het onderwjjs op die gesub
sidieerde scholen volkomen neutraal zal zijn.
De Heer Lenting wilde gemeente-subsidien
toestaan aan neutrale bijzondere scholen, waar
onverplichte vakken, hoofdzakelijk de’vreemde
talen, onderwezen worden.
Eindeljjk kwam de heer v. Zinnicq Bergmann
met een sub-amendement op de vorige om de
beperkende bepaling te dien vervallen, en uen
gemeentebesturen ook het-recht te geven ker-
keljjke scholen te subsidieeren, het subsidie
stelsel dus in optima forma. Was het te vers
wonderen dat de indiening de vroolijkheid der
kamer opwekte, nadat bij monde van den heer
van Nispen door dit deel der kamer verklaard
was, die bet niet van plan was amendementen
in te dienen.
De heer Bastert verdedigde het recht der
provinciën en waterschappen om te subsidieeren,
ook de heer Heidenrjjck gaf zjjn voornemen te
kennen de amendementen, te steunen, omdat
daaraan decentralisatie ten grondslag lag,
De heer Moens achtte bet noodig dat het
schooltoezicht stem hebbe in dé quaestie van
het subsidieeren.
De minister kon zich met .geen der amende
menten vereenigen, hjj verdedigde het vervallen
der provinciale-véh-waterschapssubsidiën, ver-
klaarde dat hetrjjk nooit een gedeelte van die 1
subsidiën op zSch zou kunnen nemen, mi/ar I
kwam toch as a de bezwaren tegemoet door het
voorstellen eener bepaling, waarbij-gemeente
besturen het recht wordt verleend om aan
neutrale blondere scholen, waar ondériwjjs in
sche en floogduitsche taal, die der algemeene
geschiedenis, die der wiskunde, het handteeke-
nen, de beginselen der landbouwkunde, de gym
nastiek en de fraaie handwerken voor meisjes.
Door den Heer Van Delden was voorgesteld
-om de nuttige handwerken, naaien, breien en
stoppen, niet verplichtend te stellen om de be
zwaren daaraan verbonden; de heer Van den
Berch wilde vormleer doen vervallen, omdat
zelfs vele onderwijzers niet weten wat men
daardoor moet verstaan; de heer Moens einde
lijk wilde teekenen en de vooroefeningen der
gymnastiek onder de verplichte vakken opne
men door het onderwijs in het teekenen zou
het productief vermogen der lagere school aan
merkelijk vergroot worden, en de gymnastiek
is zeer noodig. De voorgestelde wijzigingen
lokten een korte discussie uit.
De heer Verheijen, inspecteur in Noord Bra
bant, was voor de nuttige handwerken, maar
.tegen vormleer, teekenen en gymnastiek. Om
trent de gymnastiek verschilden de twee genees-
1 - i iu de kamer; de heer Idserda was
de heer Rombach tegen de opname. De
vereenigen
vaste jaarwedde
30 leerlingen op
restitutie-stelsel dus, of ten minste een deel
daarvan als wettig voorschrift aan
der wet opgenomen.
gelukkig. Tot twee malen toe moest de voor- handhaafde men de nuttige handwerken
zitter hem herinneren, dat de algemeene beraad- I mot 40 tegen 30 stemmen de vormleer,
slagingen waren afgeloopen en bij zulk een opneming - 1 - J-
begin was het waarlijk niet te verwonderen, plichte vakken werd met 58 tegen 16
dat de voorzitter de kamer opmerkzaam maakte de gymnastiek met 51 tegen 23 stemmen afge-
dat de Wet uit 94 aftikeleu bestond, waarop wezen.
reeds een getal amendementen waren ingekomeh. I Het bijzonder'onderwijs, hield de aandacht
Beknoptheid bij de discussie is dus vooral
bij de tegenwoordige temperatuur zaak. Be
paalde de voorsteller zich tot algemeenheden,
de heer Schimmelpenninck van der Ojje wees
op het amendement als de uitdrukking van het
minimum der eischen van de auti-revolutionaire
partij, daar alleen door de aanneming de mo
gelijkheid bljjft om do concurrentie vol te hou- I
denbezoldigt de Staat de bijzondere onderwjj- I
zers niet, dan zullen de.ze tot het openbaar on-
derwjjs overgaau, en het bijzonder is vernietigd.
En dit zou volgens dien spreker geen geldquaestie
zjjn! Waar bljjven nu de geestkracht des ge-
loofs en het martelaarschap der bijzondere ou
derwijzers waarlijk de spreker heeft geen groote
gedachte van hun oveituiging! Het was dan
ook een gemakkelijke taak voor den Heer Van
der Loeff en dén minister om de onuitvoerbaar
heid van dit voorstel in het licht te stellen.
Slechts 13 leden verklaarden zich voor het in
willigen van het minimum der eischen.
Op art. 1 van het ontwerp waren door den
Heer Van der Kaajj twee amendementen voor
gesteld, om nader te bepalen wat school en
huisonderwijs is. Hek onderwjjs aan de kinde
ren van hoogstens drie gezinnen in de woning
van een der hoofden dier gezinnen gegeven, is
huisonderwijs, zegt het ontwerp. Het eerste
amendement stelde voor die beperkende bepa
ling weg te laten, zoodat dit onderwjjs ook in
de woning van Men onderwjj’er'of op een an
dere plaats kon gegeven worden. Wórdt door
den minister niet bepaald of het onderwijs in
gestichten van liefdadigheid huis- of schoolon
derwijs is, het tweede amendement had ten doel
dat nader te omschrjjven. Beide amendemen
ten werden verworpen met 42 tegen 31 stemmen.
Art. 2 bepaalt de wakken van onderwas en
welhet lezen, het schrjjven, het rékenen, de
begiaselep dér vormleer, die der Nederlandsche
taal, die der vaderland,che geschiedenis,, die
der aardrijkskunde, die van de kennis der na
tuur, het zingen, de nuttige handwerken voor
meisjes. Bovendien kan onderwjjs gegeven
worden in de beginselen der Franschs, Engel-