il
SML
a afloop van
len op 9—13
'—42 en des
h den lOden
b GYMNAS-
plaats heeft,
Locaal. Alle
rerdere Stad-
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
'4
II
1878. vrwiag ia jini. jjp gigs
’ALIOH
p
BUITENLAND.
Vrijdag 12 Juli.
y
110CI1E
•Imppll
IVERBEfB.
GEN ENZ.
ÏSTG-,
Bullenlandsch Overzicht.
Parlementaire Werkzaamheden.
l
l'l
I
welke door
aan HH. Ge-
gen algemeene
spijsvertering,
herstelling un
hare gevolgen.
Laroche
DA.
-d
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
1
e»
la.
MNKMAN.
der schooltijden
opdragen,
van P
baar zeer eenvoudig, lokte dit voorstel erenwel
een lai1
de recht
I
l
Secretaris
NING.
V en HOLM,
ZtM.
groote zwakte,
leer Apotheker
ouda.
GOUDSCHE COURANT.
10ÜDER8 van
:ennis, dat ge-
ddags ten 81/,
id zal bestaan
i en herinenten.
rooruoemd,
ZENDOORN.
OUWEB.
>p W0EN8-
ir met hunne
pen van dé
ÏRHEID te
van
i weder vast,
e haren krach-
re haren ont-
kort gebruik
verheugen,
aanwijzing 40
exanders treat
NHAGE,
tot 12 uur
trant, te con-
n zyn.
verworj
nomen, en c
het dagelijks bestuur en, de minister stelt voor of,
den schoolopziener, werd met 54 tegen 15 steni-
men verworpen. De artikelen werden aange-
de discussie verdaagd tot Maandag
met recht het beruchte artik«
genoemd, aan de orde is. L.
daarvoor bepaald gereserveerd, beschikbaar zul- door den minister gesteld om dat artikel uit I
len zyn voorde godsdïoiiötleera»vii ooi den leer- te voeren, volstrekt met voldoende zoü blykeü. j uy liet opuiaaeu uci uumuiaue, maarue i\<
lingen godsdienstonderwijs te geven, lokte vrij De minister deelde dien twijfel niet; op de klacht verwierp een amendement in dien geest
1-J-j,-i._ J:_-1-.1—1. van f_ i:j j_, j ij -t-i— J- i i <r._i_.ii—
die bepaling van alle personeel zouden ontbloot en vereenigde zich met het gevoelen van den
worden, had de minister ook een geruststellend minister, dat de voordracht moet geschieden
antwoord, de bijzondere onderwijzers zullen dobr den district-schoolopziener, die het examen
toch op de openbare school niet werkzaam
willen zijn, dat strydt immers tegen hun over
tuiging Had de minister voorgesteld om het per-
soneel te regelen naar het aantal leerlingen op I
15 Januari, de heer Schimmelpenninck wilde I der school geplaatst is, te doen uitgaan van
dit op 15 April doen, wanneer de scholen door -*
den veldarbeid, die niet bestaat volgens de heer
Vader, reeds ontvolkt zjjn. Omtrent het overladen
der onderwijzers met statistieke werkzaamheden
gaf de minister een geruststellende verklaring. Het wanneer art. 33,
voorstel om den gemeenteraad de bepaling van
het getal onderwijzers op te dragen werd met
51 tegen 20 stemmen gewezen van de hand,
zelfs de heer van Houten achtte dat lichaam
niet geschikt om in deze te beslissen. De an
dere amendementen werden verworpen met 44
tegen 33 stemmen en het artikel, dat een der
noodzakelijkste verbeteringen in ons school
wezen ten doel heeft, aangenomen.
Ook vereenigde de Kamer zich met het voor
stel van den minister om in de laagste klasse
bij voorkeur onderwijzeressen aan te stellen.
Art. 26 bepaalt de minimumcjjfers der on-
derwjjzerstractementen. \Vil men 3700 onder
wijzers meer aam tellen dan tegenwoordig, dan
dienen de traktementen aanmerkelijk verhoogd
te worden om den lust op te wekken om zich
aan het onderwijs te wjjden. De minister heeft
als minimum voor hoofdonderwjjzers 700,
voor de hulponderwijzers met verplichte acte
van hoofdonderwjjzer 600 en voor de andere
hulponderwijzers400 voorgesteld. Voorscholen
van minder dan 30 leerlingen werd een trac-
tement ”^ün 600 voldoende geacht. Verder
icteur,
LIUS.
I. 14.
raits-Albums,
neuts et de
Is dus de welwillendheid der regeering met
gewaardeerd, de vrees door eenige leden gekoes
terd, dat dit artikel by de uitvoering tot tal
van bezwaren aanleiding zal geven, is volstrekt
niet ongegrond, hoe Echt dat door de minister
ook mocht geteld worden. Met onwillige hon
den is het slecht hazen vangen, zegt een oud
spreekwoord, en dat apreekwoord kan wel eens
blijken bjj de uitvoering van dit artikel een
waar woord te zjjn.
IntUsschen is bij de discussie en de stemming
over dit artikel gebleken, dat en de regeering
en de meerderheid prjjs stellen op het onderwijs
in den godsdienst, en dat teleurstelling bjj de
uitvoering niet van de zijde van den siaat maar
van de zijde van den kerkeraad moet verwacht
worden. Slechts 16 leden verklaarde zich er tegen.
Nadat art. 23, waarin bepaald wordt dat het
hoofd der school den leeftijd van 23 j aren moet
bereikt hebben en in hét bezit moet zjjn van
de acte van hoofdonderwjjzer, zonder discussie
was goedgekeurd, kwam nog het volgende ar
tikel in discussie. Dit schrijft een aanzienlijke
vermeerdering van bet onderwijzend perso
neel vooreen onderwijzer op iedere 40 leer
lingen twee amendementen waren voorge
steld, door de heeren van den Berch en van
Naamen. Eerstgenoemde wilde eenvoudig de
bepaling van het getal hulponderwijzers aan
het gemeehtebestuur overiaten, de tweede stelde
een vermindering voor van het getal in het te adressen tegen de vergelijkende examens heb-
i geheel met den minister, de gevonden. Wel achtté de heer Moens het wensche-
verwervon. Ook het amendement van den heer inspecteurs en vele deskundigen instemde, dat
van Houten werd met 53 tegen 26 stemmeu één onderwijzer voor 40 leerlingen geen weelde
verworpen, en het artikel met 52. tegen 26 was, zooals door een der sprekers beweerd werd, l
stemmen onveranderd aangenomen. Ook art. alleen meende men dat die bepaling niet uit-
22, bepalende dat de schoollokalen op uren, voerbaar zou zjjn en dat de tijd van acht jaren
daarvoor bepaald gereserveerd, beschikbaar zul- door den minister gesteld om dat artikel uit
len zijn voorde godsdienstleeraren om den leer- te voeren, volstrekt niet voldoende zou blijken.
langdurige discussiën uit,” die geen hoog denk-
beeld geven van de verzoeningsgezindheid der
clericalen.
Bood de minister dus localiteit en tijd aan,
verklaarde de vertegenwoordiging op voorstel
van de hh. Boellen jodefroi, dat die lokalen ook,
zoo noodig, verlicht en verwarmd zouden wor
den, men bleef ontevreden. De heer Haffmans
zeide, dat hjj en zjjn vrienden niet op al die
veriichting en verwarming gesteld zijn en
daarmede niet gepaaid willen worden. De heer
van Wassenaer van Catwjjck ziet in dat artikel
wel eenige welwillendheid van de regeering,
maar toch bestaat er bjj hem en zjjn geestver
wanten bezwaar tegen dit godsdienstonderwijs
in verband met art. 33 en wel omdat dit zjjn
twee vjjandige machten die onverzoenljjk zjjn.
Art. 33 is een onuitvoerbaar artikel. De heer
van Nispeu kan verklaren, dat zjjn kerkgenoot
schap behoorlyk voor godsdienstonderwijs zorgt.
(De neer Vader heeft in de Kamei eens staande
gehouden dat hier te lande geen veldarbeid
door kinderen bestond 1) Maar kan men dat
vorderen op een openbare school die niet op
een godsdienstig begrip berust, of kan men
vergen dat wjj onze vlag op een schip zullen
plaatsen, waarin contrabande geborgen is Door
eenige uren godsdienstonderwijs per week wordt
de school niet godsdienstig.
Het is dus duideljjk, men is tot geen verzoe
ning geneigd, het is niet meer te doen om een
goede regeling van het onderwjjs en den gods
dienst, men wil iets anders, men wil meer.
Men wil niet eenige uren, men wil de geheels
week alleen wanneer de kerk het bestuur
over de school in handen kreeg, zou men mis
schien zoolang tevreden zjjn, tot zich weer
andere eischen deden hooren.
Heden of Zaterdag verwacht men de teekening
van het Blot-protocgl of vredes-traotaat, hoe men
'l noemen wil, dat de resultaten zal bevatten van
de overwegingen en besluiten van het congres. Alle
partijen, behalve misschien Griekenland, zijn tevreden
gesteld ten kosten van Turkije. Bessarabië, Kars,
Ardahan en Batum voor Rusland, Bosnië en Her-
zogewina voor Oostenrijk, Serviëen Montenegro uit
breiding van grondgebied, Bumenië de Dobrudscha
en onafhankelijkheid van de Porte, Bulgarije in de
beide deelen min of meer zelfstandig en last not
least Engeland Cyprus en het protectoraat over
Aziatisch Turkije. Het kon dan ook wel niet anders
of de Porte moet de gevolgen harer nederlaag dragen,
en regeling der Qostersche quaestie beteekent eigen
lijk verdeeling on eindelijke vernietiging van het Ot»
tomaansche rijk in Europa.
De vrede blijft dus bewaard en in de voornaamste
plaats heeft men dit te danken aau het vudi.^r;ke
Volgens het eerste ontwerp van dezen
minister was de regeling der schooltijden en
vacantiën, de vaststelling van het leerplan, de
keuze der schoolboeken en de verdeeling der
school in klassen opgedragen aan Burgemeester
en Wethouders in overleg met den districts
schoolopziener in het gewijzigd ontwerp wordt
de hoofdonderwjjzer daarmede belast onder
goedkeuring der bovengenoemde autoriteiten,
terwjjl by verschil aan den minister de beslis
sing is opgedragen.
De heer van Houten, dweepende met de auto
nomie der Gemeentebesturen, wilde de regeling
en vacantiën den Gemeenteraad
'agen, en had in dien geest met den heer
Delden éen amendement voorgesteld. Schjju-
1
mgdurige discussie uit, hoofdzakeljjk over
:hten der gemeentebesturen op het gebied
van het onderwjjs. Herhaaldelyk betreurde de
minister het voorstel. Aan den gemeenteraad
alles wat in betrekking staat tot net geldelyke,
tot de gemeentebegrootingvan het collegia
van dagelijks bestuur de regeling der bijzonder
heden, zeide de minister en daarvan week hjj
niet af. Een voorstel van den heer Brouwers
om by verschil de beslissing aan den gemeenteraad
r- x. J—--- --l_XxJaix._
waardig en het kon dan ook slechts 7 stemmen dat men over het
kan door de regeering voor byzondere deelen
des lands verhooging dier mmimumcyfers voor
geschreven worden.
Op de gemaakte aanmerkingen verklaarde de
minister dat bij de regeling der traktementen
rekening zou gehouden worden met deplaatse-
Ijjke omstandigheden, de klasse' der sch den
het aantal leerlingen en den rang der onder-
wijzers, dat die regeling zal geschieden voor
de verschillende provinciën, maar niet eenslui
dend zou zjjn voor al de gemeenten in één
provincie, en dat het hem billijk toescheen dat
den onderwyzer ook vergoeding gegeven werd,
voor de hem toekomend^ woning, ook al is hij
uit andere hoofde in het genot daarvan gest id;
verder verklaarde de minister dat de verhoo
ging van de minima ook zal slaan op den in
betrekking zijnde onderwyzer.
Op voorstel van den heer Moens werd met
38 tegen 34 stemmen besloten om het miuimum
voor de hoofdonderwyzers, die minder dan 30
leerlingen ter school hebben ook op f 700 te
stellen; eveneens werd met 49 tegen 22 stem
men een amendemeut van den heer Vening
Meinesz aangenomen om den onderwyzer een
billijke vergoeding voor huishuur te geven
in geval geen vryé wouing kan verschaft worden.
In weerwil der geopperde bezwaren werd art. 28
regelende de wyze van aanstelling der hoofd-
onderwyzers onveranderd aangenomen. De menig -
op te dragen, keurde hg zelfs geen bestryding artikel voorgeschreven. Uit de discussie bleek ben dus by de veetegeuwoordiging geen open oor
gevonden. Wel achtté de heer Moens het wensche-
lyk het examen niet verplichtend te stellen als
men een gevestigd hoofdonderwyzer wenschtte
te benoemen, maar dè minister bestreed dit,
en een bepaald voorstel tot wijziging werd niet
gedaanwel achtte men het noodig om Burge
meester en Wethouders meer invloed te geven
bij het opmaken der nominatie, maar de Kamer
o 1 van
een lid, dat de byzondere scholen door den heer Verheyen met 45 tegen 27 stemmen
t en vereenigde zich met het gevoelen van den
worden, had de minister ook een geruststellend minister, dat de voordracht moet geschieden
A 1 .1 1.1! J21II .1 J _.L. 1 V 1 I
afneemt. De artikelen, het ontslag en de schorsing
regelende, lokten slechts weinig discussie uit
Een amendement om de voordracht tot ontslag
van een onderwyzer, die niet aan het hoofd