Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1878. N? 2212. x DE NIEUWE SCHOOL (Ingezonden). m Woensdag 30 Moker. El Kennisgeving. u. I t lijk I 11 /c7 t U 1 X' W iv> GOUDSCHE COURANT. geheel en al geljjk zjjn, ;ft, aan de bestaande, rigting wjj door heeren Ged. Staten iraen, en waartegen de Hooge Re- ngtingen spri voor eene H. dwingen daarheen te tot het gymnasium i voorstel besloten dat op de nieuwe school het- keerd zelfde, met andere woorden, niet» meer, en ook niets minder dan in de bestaande zal worden onderwezen. Het Besluit bevat in werkelijk- zal trekken, heid niets anders dan dit, dat de bestaande school zal worden gesplitst in twee deelen, ge- plaatst in twee lokalen, ieder onder een afzon- derljjken Hoofdonderwijzer. Dl- L-l verklaren, praten slechts na wat iemand gezegd diging van zijn voorstel en tot bestrijding van de voorstellen van anderen, gebruikt Gij ze hoofd- zakeljjk uit zucht om anderen de les te lezen en tot wering van denkbeeldige gevaren in de toekomst. Toegevende dat die andere bedoeling niet is uitgedrukt in bet Besluit; dat die be doeling alzoo toch niet in werking zou kunnen treden grijpt Gij toch de gelegenheid aan Om steenen te goojjen naar het hoofd van hen, die er zelfs niet aan dachten U eenig kwaad te doen. Gij doet eene insinuatie, die U moeije- lijk vergeven zou kunnen worden, wanneer men niet bedacht dat Gij met denkbeeldige gevaren voor oogen in heiligen strijd waart voor eigen huis en haard, en in een toestand waarin de vrees U schjjnt overmand te hebben. Gjj zegt dat onze Burgemeester die andere bedoeling on- omMotelijk aangetoond heeft, en Gij acht het toch nog noodig zelf het bewijs te leveren. Liever had ik gezien dat Gjj eens had opgegeven, waarom ik, gesteld ik had een andere bedoeling gehad, die bedoeling niet zou hebben uitge drukt in mijn voorstel, waarom ik die bedoeling zon hebben verborgen of zou hebben willen verbergen. Het is toch niet te verwachten dat iemand, die zoo veel jaren reeds getoond heeft onafhankelijk te zijn, steeds voor zijn gevoelen uit te komen, te durven zeggen wat hij bedoelt en daarnaar te bandelen, niet zou durven zeg- Ijjk bevestigend zijn, omdat hij die tegenwoordig wijs, waarmede hij voor zich niets te maken heeft, waarvan hjj voor zich niets verlangt. I Gjj weet zeer goed, wanneer Gij spreekt van Lerljjk de moderne talen op het onomstootelyk bewjjjs door den Burg, ge- _i1.-1j-u j-i v-i Iwrerd, Jie gpreber niet anders- geput heeft t de stukken van de PI. Schoolcommissie, en dat er tusschen die commissie en mjj, tus- schen haar voorstel en het mjjne, geen ander verband bestaat dan dit, dat er eene tweede school zal worden opgerigt. Uw eigen zoogenaamde bewijzen beteekenen i y ver- irgestelde feiten gebouwd, of valsche loyaal karakter te verwachten is dat hjj, wat mijn voorstel betreft, op zjjne woorden terug komen zal. Die de zaak verkeerd voorstellen, geven op onverantwoordeljjke wjjze wapenen in de hand van hen, die niet verlangen de bestaande drie jarige H. B. school in eene vjjf-jarige veran derd te zien. De nieuwe school zal wat het onderwijs betrel tot welker inril gedrongen werden, en waartegen de Hoogi geering zelve toen geen bezwaar bad. Was dt staande school met gevaarljjk voor de H. B. school, en de ondervinding heeft geleerd dat zjj volstrekt geen afbreuk aan de H. B. school heeft gedaan, daar het aantal leerlingen op de laatste voortdurend grooter is dan vroeger, waar om zou dan de nieuwe gevaarljjk zjjn, of waar door zou zjj zelfs gevaarlijk kunnen zjjn? Dat antwoord zal men wel schuldig bljjveu. Nu een woord tot U, Mjjnheer J. F. D. 1°. betreffende de veronderstelde andere be doeling. Terwijl de Voorzitter van den Raad die an dere bedoeling als wapen gebruikte tot verde- INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vau Gouda; r Gelet op art. 8 der Wet van den 2u Juni 1875, (StaatMaa no. 95.) Doen te weten Dat tij vergunning hebben verleend aan den Heer A. G. Oostrum en zijne rechtverkrijgenden, tot het oprichten eener broodbakkerij het perceel gelegen aan de Turfmarkt geteekeud H uo. 116, kadaster sectie B uo. 1723. Gouda, den 22u October 1878. Burgemeester en Wethouders roornoemd, VAN BERGEN IJZEN DOORN. De Secretaris, BROUWER. Ofschoon het in den r gel minder eigenaardig is om zaken in den Raad’dbehandeld, daarna nog eens in een dagblad te bespreken, en ik mij ook niet gaarne verbinden zou om op alle aanvallen te antwoorden, zoo kan er toch wel eens aanleiding tot uitzondering bestaan, als in deze, waar in dezelfde courant die den aan val bevat («de nieuwe school» een hoofdartikel geteekeud J. F. D. in n°. 2211) tevens voorkomt net berigt, dat er een request circuleert aan den Raad, tot wjjziging van het Raadsbesluit hour dende oprigting eener nieuwe school. Dat Be sluit is van 15 Oct. 11. en bekrachtigde mjjn voorstel tot oprigting eener tweede Burgerschool voor jongens, geljjk aan de bestaande, doch tegen een schoolgeld van 50. Nu de zaak op die wjjze aan het publiek wordt voorgesteld en ter beoordeeling aangeboden, kan eene korte uiteenzetting van mjjne zjjde haar nut hebben voor hen, die gaarne eigen oordeel gebruiken en de zaak van beide zjjden bekjjken. Sedert jaren werd zeer geklaagd over het on voldoende van het lager Onderwys voor die jon gens, wier bestemming het is van de lagere school tot hocgere inrigtirgen van Onderwjjs over te gaan. De Hoogere Burgerschool alhier, waarmede het Rijk ons begiftigd heeft, droeg niet die vruchten, welke men van zoodanige voortreffelijke inrigting verwachten mogt. De leerlingen, niet voldoende voorbereid, moesten daar langer bljjven dan anders het geval zou zjjn geweest en geraakten op die wjjze met verdere plannen in de war. De PI. Schoolcommissie in deze zeker de meest bevoegde was met velen anderen van oordeel, dat het zich meer en meer openbarende onvoldoende in dat lager onderwjjs niet te wjjten was aan het onderwjjzend personeel, waarvan zij steeds met grooten lof getuigde, maar eenig en alleen toe te schrijven aan de te groote bevolking van de Burgerschool voor jongens. In dien stand van zaken stelden B. en W. voor om aan de bestaande school een lokaal aan te bouwen, zoodanig dat die school 360 leerlingen zou kunnen bevatten. Dat voorstel blijkt nu meer en meer, ook buiten den Raad, af keuring te hebben gevonden, op grond dat de kwaal daarmede niet verminderen zou, maar veeleer erger worden. Die laatste meening was ook de mjjne, en daarom stelde ik voor te besluiten tot de oprigting eener tweede Bur gerschool voor jongens tegen een schoolgeld van f 50. De bedoeling was, na hetgeen ik in den Raad vooraf liet gaan, duidelijkwaar te veel leerlingen zjjn. kan, ook met het beste onderwijzend personeel, peen voldoend onderwjjs worden gegevende. beperking kan slechts worden verkregen door hoog schoolgeldde Gemeente mag niet te zwaar worden belast, evenmin zjj die geen kinderen hebben ten behoeve van hen, die ze wel hebben en ze tot hoogere betrekkingen widen opgeleid zien; zjj die het laatste verlangen moeten er ook wat voorover hebben. Die bedoeling werd miskend. De voorzitter van den Raad, het voorstel van B. en W. verdedigende en zeker op dat oogenblik teveel vervuld met stukken van de PI. Schoolcommis sie afkomstig, bezigde de uitdrukking omen wil eene andere school, waar iets ander» zal worden onderwezen, dip ander» zal zjjn inge richt, namelijk eene school voor meer uitgebeeld lager onderwijl voor jongens op den voet van de tchool voor jonge jufvrouwen." Daartegen moest ik opkomen met te zeggen, dat die be wering niet op mijn voorstel van toepassing mogt worden gemaakt, omdat mijn voorstel niet anders beoogde dan het verkrjjgen van goed elementair onderwijs ah voorbereiding tot de H. B. school en het Gymnasium, en om dat laatste nóg duidelijker te maken, vulde ik mjjn voorstel aan met 'deze woorden >en in welke school hetzelfde zal onderwezen worden als nu in de school van den heer Huber.” Op de vraag van den Voorzitter of de bedoeling was dat ook op de nieuwe school eene voort gezette klasse zou zjjn wdat Engelschen Duitsch zou worden onderwezen, moest de vraag natuur- gen dat hjj niet ingenomen was met een onder- |"t_ 1. 1 llr_ J_ V" _J_l_ t op een Gymnasium wil zjjn, althans met vrucht, de beginselen dier talen dient te kennen. Men weet hoe stiefmoed» J -- die inrigtingen worden behandeld, en dat by niet weinigen de meening bestaat dat er dan dan uit ook slechts van onderhouden daarvan op die in rigtingen sprake kan zjjn. Hoeveel liefde ik heb B. school, zou ik toch niemand i gaan, door hem den weg i af te snijden. Zoo werd aldus door de aanneming van mjjn evenmin ietshet zjjn redeneeringen op l vooiv u gevolgtrekkingen uit woorden, waaruit ieder onbevooroordeelde juist het tegenovergestelde Gij veroorlooft u daarbjj tevens de kostscho len te veroordeelen en ze voor te stellen ah inrigtingen, waar het eenig en alleen te doen Die het anders is om geld te maken. Indien Gjj wisthoevelen vexuiuicu, pmveu oicvubs uo nou loiuouu onzer uitstekendste mannen op kostscholen heeft, die zich in het vuur der redenering op hunne opleiding hebben gehad, hoe ook zij dat oogenblik vergistte, en van wiens bekend weder hunne zonen daarheen zenden; hoe de- j zelfde inrigting onder den een tot diep verval, 1 onder den ander tot grooten bloei geraakt, dan zondt Gjj begrjjpen dat zjj niet verdienen zoo j uit de hoogte behandeld te worden, en dat ook bij deze, evenzeer als bjj de H. B. scholen, alles dikwjjh neerkomt op de persoonlijkheid van den Hoofdonderwjjzer of Directeur. Wanneer Gjj uwe.zaak op die wjjze denkt te bevorderen door insinuatie en afkeuring, dan zou ik meenen dat de H. B. school, kon zij spre ken, zou zeggen non tali auwilio (met zoodanige hulp ben ik niet gediend). Mijne inrigting is goed, draagt die hier of daar geen goede vruch ten, dan ligt de schuld óf aan de leerlingen, óf aan het onderwijzend personeeldari i de eerste niet genoeg voorbereid, óf dej,! hebben niet genoeg kunde en tact om tax: wijzen. Te Gonda is alles verdwenen wat aan B. school eenige afbreuk zou kunnen doende bij zondere scholen zjjn, de eene vóór, de andere na, opgeruimd het gymnasium is meer dan half afgemaakt, toch blijft Gjj nog sidderen. Maar stel u gerust, de nieuwe school met kinderen van zes tot uiterljjk dertien of Veertien jaar zal uwe H. B. schooi den doodsteek niet gevaa. dat oogei loyaal ka komen zal. afkeuring, dan i zoodanige goed, draagt die hier of daar geen goede vruch- i-_- j- v .1 aan aksté'’ ken, zou zeggen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1878 | | pagina 1