otida, ra, 'NEN bij een treurig geval. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1878. J [OMG en vtrrichten kan. LEUN. ACT,* BUITENLAND- Np 2218. Woensdag 13 Novetzter. ld. lerens. 194. Antl- Vatten er onmisbaarheid alle Rbumatiwhe te koade door de Ituitenlaiidsch Overzicht. u 'f7 ^ERF. aat 194. rs worden MERVERWIS- af HEDEN aal TN van f 26 oefflessohen, verzonden. „ADRES- verzocht, sints, vóór Gr« B. VAN geschikte wijs ft ios vele middelen t en verkrijgbaar ft ten te hoeden, elke flesch van capsule om de LT As, Delft. JinriMAH. ent, Oudewater. rfcel. p, Zoetermssr. Alphen. ;blattm«n,Bodefr»r. ng, Huil recht. tlkelinn», WoeriO»* verlegen behoeven te staan als het oogenblik van van dan Hartog. Idenburg. zich voldaan achten met eene rectificatie van de grenzen in Indië en Rusland zou verklaard hebben volstrekt geen slechte voornemens tegen het Eng. Indisch rijk te koesteren. Afghanistan zou dan natuurlijk het kind van de rekening zijn. ^Sommi gen zoeken eene bevestiging daarvan in de laatste rede van deu Eugelscheu minister-president. Aan den maaltijd van den Lord-mayor in den Guildhall zeide lord Beaconsfield o. a.: Een inval in Indië is feitelijk onuitvoerbaar, maar de vijand zon er niet te min groote moeielykheden kunnen berokkenen en daarom besloten wij, zoo mogelijk, daaraan eén einde te maken. Wij namen daartoe maatregelen en, zoodka die volkomen zullen uitge voerd zijir, zal onze Indische grens ophouden een bron van voortdurende onrust te zyn. Dan hopen wij in goede verstandhouding te leven met onze naaste naburen en misschien ook met onze meer verwijderde. Lord Beaconsfield verdedigde vervolgens de con ventie omtrent Cypfus en het verbond met Turkije. De pblitiek, zeide hij, welke wij volgen, zal bet noodlottige overwicht van één enkelen staat' in ’t Oosten beletten. De premier weerlegde de bewe ringen, dat het tractaat van Berlijn niet ten uitvoer gelegd werd} aan alle belangrijke bepalingen van dit tractaat was een begin van uitvoering gegeven. Hij verwierp de beschuldiging, dat eenige Mogend heid /trachtte zielf aan de volledige tenuitvoerlegging van het tractaat te onttrekken. Doch hoe ’t zij, de Eugelsche Regeering was v^at besloten de uitvoering van het tractaat volgens de letter te eischen en, iudien ’t noodig mocht wezen, zou zij een beroep doen op het Èngelsche volk, om het tractaat met al zijne kracht en met al zijne hulpmiddelen te helpen handhaven. Graaf Schonwaloff, diepte Livadia geweest is om den0Russtschen keizer te spreken is op zyn terug reis naar Londen./ Allerlei geruchten zijn in omloop omtrent het doel dezer reis, doch met zekerheid is niets bekend. Waarschijnlijk heeft de graaf zyn meester ingélicht omtrent de stemmin^iu Engeland en zal hij de Èngelsche regeering moeten mede* deelen welke bedoelingen de Russen hebben. Men voegt er bij, dat hij teruggeroepen zal worden Om Gortschakoff ais kanselier op te volgen; doch dit spreken anderen tegen. De Fransche regeering zou aangaande den staat van zaken in Griekenland eene circulaire tot de mogendheden hebben gericht, houdende dat het tijd was, om door gemeenschappelijke vertoogen Turkije te bewegen tot naleving zijner belofte, aangaande verbetering der grenzen. Italië, Oostenrijk, Duitsch- land en Rusland zouden reeds hunne medewerking hebben beloofd. 1 Donderdag is, gelijk de telegraaf reeds meldde, het Oostenrijkscbe budget voor 1879 by de delegaties ingediend. De uitgaven zijn daarin op 109,850,297 fl. geraamd, en wel buitenlandsche zaken: 4,159,490 ft.; oorlog: 94,384,029 ft.;marine: 10,280,230 ft.; ryks- ininislerie van financiën: 1,900,821 fl. en rekenkamer 125,727 fl. De gemeenschappelijke activa zijn op 3.257,584 fl. geschat, zoodat door beide deelen der Monarchie, in verhouding hunner bijdragen tot de Komt men op onze zeedorpen, dan valt het terstond in het oog dat het rouwkleed daar dikwjjls getuigenis geeft van geleden verliezen deze vrouw beweent haar echtgenoot, geaeeen zoon of broeder, weer een andere betreurt een vaderhet trouwelooze element eischt zijne offers en wanneer de stormen woeden en de oceaan hooggericht houdt, dan verkeeren velen onzer kustbewoiiersin bange verwachting en met vreeze ziet men uit naar berichten der geliefde betrekkingen, die op zee een schraal stukje brood trachten te verdienen. Hoe dikwjjls moeten de bladen berichten mededeelen van het vergaan van een pink, van het wegblijven vaneen andere. Welk een flinke bemanning ook aan boord moge zjjn, aan welke stevige hand ook het roer toevertrouwd is één onverwachte windvlaag maakt alle zeemanschap nutteloos, één klein verzuim, één enkele vergis- sing heeft somtijds den dood eener geheele be manning ten gevolge. Is onze kust reeds gevaarlijk voor hen, die aan het strand zijn opgegroeid, die van kinds been af de zee als hun element hebben leeren beschouwen en reeds in de vroegste jeugd met vader of broeder ter vischvangst uitgingen, hoe zal het dan zjjn voor hen, die, minder bekend met de gevaarlijke kust, door stormwind daar heen zjjn geworpen of in noodweer en duister nis de dreigende gevaren moeten bekampen! Hoq dikwjjls lezen wjj niet van schipbreuken op onze kust, hoevele menschenleven*. hoevele kapitalen worden jaarljjke niet door de zee verslonden in weerwil van alle voorzorgsmaat regelen, in weerwil der verbeterde lichten, en der goede betonning en afbakening van het vaarwater. Kostbare ladingen gaan verloren, nog kost baarder menschenlevens worden door de zee verzwolgen en de wetenschap moet buigen voor - het noodlot. Het is haar niet mogeljjk die verliezen te voorkomen. Het weder’mogen zjj «enigszins kunnen voorspellen, de najaarsstor men voorkomen kan^hjj niet. Zjj kan raden, 'zjj mag waarschuwen, verder gaat haar macht niet; zjj mag de gevaren, die den zeeman be dreigen, verminderen, die geheel wegnemen kan zjj nu evenmin als vroeger. Zjjn er dus verliezen, die men betreuren moet zonder de macht te hebben om die te voorkomen, erger is het wanneer zeerampen plaats hebben, die met eenigen goeden wil had den kunnen vobrkomen worden, erger is h<jt wanneer de oorzaak van het ongeluk niet aan T de zee of aap^het weder, maar aan de menschen. moet geweten worden. Walker heeft zulk een geval in de laatste dagen' plaats gehad. Een scheepje is *in de nabjjheid onzer kust gebleven en de bemanning is in tegenwoordigheid der kustbewoners, door de zee verzwolgen in weerwil dat de redding- toestellen in goede orde aanwezig waren. Een kreet van verontwaardiging is in de pers opgegaan én de vraag is. herhaaldeljjk gedaan, aan wje de schuld van de ramp die een schande is voor ons land, wat moet de vreemdeling van een land danken, waar zulke zakpn gebeuren kunnen De reddingmaatschappj; heeft zich verant woord; wat door haar gedaan konworden, was gedaan,- de middelen tot redding waren aan wezig de chef van het station heeft zich mede tegen oVer het publiek verantwoord. Hoewel op geruimèn afstand van de plaats van het ongeluk wonende, heeft hjj zich op het 'eerste opontbdd derwaarts begeven en al gedaan wa£ door hem gedaan kon worden om de benjafi- ning te redden. En nu de bevolking, Ónze kustbewoners De directeur verklaart dat hjj met de grootste moeite de boot bemand heeft gekregen, dat één poging is aangewend, maar dat men na teruggesla- gen te zijn de poging niet herhaald heeft. Wat zullen wij vyi deze dingen zeggen? Het gaat zeker zeer gemakkel jjk, bij een warme kachel geze ten, te klagen over de onmenschelgkheid om zoo vele menschenlevens verloren te doen gaan, maar boe zouden die menschenvrienden zelven ge handeld hebben, wanneer zjj de rnwe zee voor zich gehad hadden en uitgenoodigd waren in dikke duisternis een tocht te wagen? Maar het is hun beroep op zee te zwerven, zegt meo. Juist daarin ligt het groote bezwaar. Onder de bevolking daar aan het strand ver gaderd, waren geen zeelieden, de stuurman der reddingboot was een onderwjjzer, de bemanning bestond uit landlieden die hun leven waagden, waut zjj misten geheel de kennis om zulke gevaren te trotseeren. Mag men het hun dan ten kwade duiden, dat zjj na een mislukte po ping weigerden zich ten tweeden male aan zulke gevaren bloot te stellen? Ook die bevolking kan men de ramp niet wjjten. Weder is gebleken, dat het niet voldoende is voor redc'.ingbooten en verdere reddingtoe- stellen te zorgen, indien de bemanning ont breekt om die middelen op een geschikte wijs te gebrniken. Is zulk een bemanning gemakkelijk te krjjgen op stations als aan het Nieuwe Diep, te Helle- voeteluis, te Umuiden of te Vlissingen, is dat ook mogeljjk op visschersdorpen zooals te Schevemngen of Katwjjk hoogst moeiljjk is het op stations waar noch zeelieden noch vis- schers gevestigd zjjn. Daar hangt men geheel van het toeval af, en loopt gevaar de reddings middelen niet te kunnen gebruiken. Op ieder station moegt dus een geoefende bemanning zjjn, die gehouden was de bevelen van hun chef te volgen. Van tjjd tot tjjd moesten oefe ningen plaats hebben, opdat men op elkander in oogenblikken van gevaar zou leeren vertrou wen, en die bemanning moest geregeld bezol digd worden. Het moest een corps zjjn; onder flinke bevelhebbers, die met de manschappen het gevaar dulden. Dan zou men niet meer s 1 t 1 1 gevaar daar was, en men zou meer zeker de redding zjjn en minder gevaar loopen, wanneer men in zee moet met een onge oefende bemanning, die door mensebenliefde tot roekeloosheid verleid wordt. Maar de gelden? De reddingmaatechappjj doet wat zjj kan, van haar kan niet meer ge vorderd} worden, maar is het dan noodig dat het döbr particulieren geschiedt Zou het ge heele volk niet verplicht zpn te zorgen, at Mouarelne ln Ternouuing nunner otjaragen tot ue zulke rampen met meer op de kust plaats heb- uiiga,eD, eeBe ,Ora ran 106,592,718 ben? Zou het gouvernement geen gelden kun- g gedekt moet worden. Het eindcijfer der uitgaven nen beschikbaar stellen om de zaak in orde te -- brengen, of liever moest het met zorgen dat alles in orde was wat de redding betrof, ook al ■moest dit veel geld kosten Spoedig zal de begrooting behandeld worden,. Moge een der afgevaardigden het initiatief ne men om een post voor deze zoo hoogst ge wichtige zaak op de begrooting te bréngen, indien'de regeeriifgs'mocht aarzelen om de put te dempen voor nog meer rampen te betreuren »Bn-„ Er loopt eeü gerucht, dat Ru'land en Engeland iet «ne solrikkiiig zijn gekomen. Btgeland is 1,271,865 fl. lager dan dat op de begrooting van het loopende jaar, doeh voor de bezetting en het bestuur van Bosnië en' de Herzegowina is op. de begrooting niets uitgetrokken. Men meldt pit Geuère de volgende bijzonderheden, betreffende wijlen den beer James Fazy, die gedureude een zoo lange reeks van jareu een belangrijke rol op het staatkundig tooneel te Geuère beeft gespeeld. De op 6 dezer overleden bankier en revolutionaire staatsman had by zjjn overlijden den ouderdom van 84 jaren bereikt. Jit het jaar 1838 was. hü uit Frankrijk, zjjn vaderland, naar (Jenère vertrokken, alwaar hjj zich in dat jaar metterwoon had gevestigd. Hij richtte in datzelfde jaar hot Joeëwel ie Geoète op, ten gevolge waarvan hjj het hUofd, de leider dek radiatie party werd. Ten jare 1848 nam hjj een zeer werkzaam aandeel in do revolutionaire beweging. Men benoemd* hem <to4jid dor provisioneel* en later tot lid der wer- G0UDSCHE COURANT.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1878 | | pagina 1