Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. ft 1878. N? 2233. Woensdag 18 December. Besmettelijke Ziekten. Nationale Militie. BegrootiDgsdisciissiën. r I -tr de J-» Voor ingezeten wordt gebonden: Art, 16. De inschrijving geschiedt: Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven: Voorts strekt tot informatie vap Belanghebbenden: 4* GOUDSCHE COURANT. Jiurgmeeeter en Wetko* tengevolge de ingezetenei hebben bereikt, da jaar 1860 zijn geb L B, C, 2 en 15 die hun geslachtsnaam begint met de' Letter N, O, P, 15 en De BURGEMEESTER der gemeente Gonda; Gezien de unitaire van den Heer Inspecteur voor bet Geneeskundig Staatstoezicht voor Zuid-Holland, ran 13 Decembeit*Ï878, No. 855 Gelet op art. 21 der wet van den 4n December 1872 (StaatMad No. 134) tot voorziening tegen Besmettelijke Ziekten Brengt ter algemeene kennis, dat MAZELEN in deze gemeente epidemisch voorkomt. Gouda, den 16n December 1878. De Burgemeester voornoemd, VAN BERGEN IJZEN DOORN. INSCHRIJVING VOOR DE EERSTE KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge- meente Gouda. Gezien de Wet van den 19den Augustus 1861 (Staateblad no. 72,) betrekkelijk de Nationale Militie. Herinneren bij deze alle belanghebbenden aan hunne verpligting, tot het doen van aangifte ter inschrijving voor de Nationale Militie, inde maand January 1879 en brengen ter hunner kennis de volgen bepalingen de) genoemde Wet: Art. 15. Jaarlijks worden voor de Militie ingeschre^ ven alle mannelijke ingezetenen, die op den Isten Janu ary van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. lo. Hy, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de Wet van den 28sten July 18bÓ(8laaMlad no. 44); ïo. Hij, die geen ouders voogd hebbende, ge durende de laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maan den in Nederland verblijf hield; 3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende inge zeten was, al is zyu voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling behoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstpligtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen. lo. Van een ongehuwde in de Gemeente, waar de vader, of, ie deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2o. Van een gehuwde en van een weduwenaar in de Gemeente waar hij woont; So. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door deze is achtergelaten, of wiens voogd buiten ’slandsjjsvesiigd is, in de Gemeente waar hij woont; 4o. Van den buiten ’slands wonenden zoon van een Nederlander die ter zake van ’elands dienst in een vreemd land woont, in de Gemeente waar zyn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. lo. De in eén vreemd Ruk achtergebleven zoon van een ingezeten die geen Nederlander is: 2o. De in een vreemd Rijk verblqfhoudende ouder- looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten 3o. De zoon van den Nederlander, die ter zake van *s lands dienst in 's Rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont. Art. 18. Elk die volgens art. 15 behoort te worden ingeschreven, is verpligt zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geren tussohen den laten en Sisten Jannarij. By ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, is zyn vader,of, is deze overleden, zijne moeder, of, zyn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verpligt. De wyze, waarop van het doen ran die aangifte blijken moet, wordt door Ons bepaald. Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zyn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zyn 20ste, ingezeten wordt, is verpligt zich, zoodra dit plaats heeft, ter in schrijving aan te geren bij Burgemeester en Wethouders subsidie van f 6000.voor het gymnasium te Doetinchem toegestaan, in weerwil van de be zwaren, door den minister daartegen ingebracht, die nu weder een menigte nistjsre aanvragen om subsidie kan tegemoet zien. Door den heer Bergsma werd nog gewezen op de bijzondere positie van dat gymnasium als opleidingsplaats van een zeker soort predikanten, doch de heer Siekesz verklaarde dat het een zuiver gemeente lijke instelling is, niet staande onder eenigen kerkdijken invloed. Bij de beraadslagingen over het middelbaar onderwijs drong de heer Bredius aan op de inrich ting van meerdere hoogere burgerscholen, vooral in Noord Brabant en speciaal te Bergen op Zoom; de heer Saaymans Vader bereed zijn stokpaardje weder: godsdienstonderwijs onder toezicht van den staat, en hield een philippica tegen den directeur der boogere burgerschool te Winterswijk, die een werkje over het Dar winisme had durven vertalen. Den heer Patijn kon de minister geen hoop geven, dat de mid delbare school met driejarigen cursus alhier in een i veranderd worden, uitzetting der laartegen een overwegend bezwaar. heer van Asch van Wijck werd voor gesteld het bedrag der jaarwedden met 113525 te verminderen, dat echter met 56 tegen 13 stemmen verworpen werd. De verhooging aangevraagd voor de rijks- landbouwschool te Wageningen, werd uitvoerig besproken. De heer de Jong wilde geen uit breiding, tenzij eerst nauwkeurig was aangewezen wat men wilde. Wil men onderwjjs in zuivel bereiding, dan moet dit aan een speciale inrich ting in Noord of Zuid-Holland gegeven worden, bovendien hield die spreker meer van de praktijk dan van die nieuwere theoriên, die naar zijn meening volstrekt niet proefhoudend zijn be vonden, daaronder rekent hij ook de methode van Wouter Sluis, ook in olnze omgeving niet onbekend. I In de zitting van Donderdag werd dat debat voortgezet. De heer Gratama trok partij voor het wetenschappelijk landbouwonderwijs. Hij acht het onderwijs aan de middelbare school met vijfjarigen cursus voor den toekomstigen landbouwer onvoldoende, een goed ingericht j theoretisch onderwijs op aanschouwing gegrond acht hij dringen 1 noodig om goede practici te vormen. Een bezoek der landbouwschool wordt door den spreker zijn medeleden aanbevolen. De heer van Rees wijst op de mindere quali- teit van Hollandsche kaas en boter in Indië. De heer de Vos van Steenwijk acht een curatorium over de landbouwschool noodig, hij wil de gelden voor aankoop van terreinen toestaan, en dient in dien geest een sub-amendement in, dat door den heer de Jong wordt overgenomen. Nadat de heer Borret op het hooge belang van goed landbouwonderwijs en de heer Schepel op de uitmuntende inrichting der landbouwschool, waaraan echter nog veel ontbreekt, gewezen had, toonde de minister nader aan waarvoor de aan gevraagde gelden moesten gebruikt worden. Een inrichting voor het onderwijs in zuivelbe reiding zou hij nooit te Wageningen vestigen. Nadat de heer de Jong nog gewezen had op de manie die bij de ambtenaren bestaat om zooveel mogelijk uit de schatkist te trekken, werd het amendement met 42 tegen 33 stemmen verworpen Het lager onderwijs gaf weinig aanleiding tot discussie. De heer Mackay komt weder op het petitionnement terug, in welk debat de minister hem niet volgt. N u, dat onderwerp is ook vrij wel nitgeput. De minister belooft dien spreker dat bij de benoeming van het schooltoezicht geen stelselmatige uitsluiting wegens weten schappelijke richting of godsdienstig geloof van der Gemeente, waar de inschrijving, volgens art. 16 moet geschieden. Daarby gelden de bepalingen der 2e en 3e zinsnede van art. 18. Zijne inschrijving geschiedt in het register van het jaar, waartoe hij volgens fijnen leeftijd behoort. v voornoemd, roepen dien die bun 18de jaar zijn zij die in het ren, en overeenkomstig het vorenstaande in deze Gemeente tot aangifte ver- pligt zijn, op, om zich op de volgende dagen ter Secre tarie aan te melden van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 ure en zich in de daarbij vqhnelde orde te doen inschrijven, te weten die hun geslachtsnaam begint met de Letter D, E, F, G, H, I, J, K, L en M tnsschen den January 1879 en Q, R, S, T, U, V, W, X,~Y en Z tussohen dei 31 January 1879. I dat bet register van inschrijving op den 3laten January, des namiddags ten 4 ure voorloopig Wordt gesloten en zij, die alsdan verzuimd hebben de voorinvijfjarigen zou schreven aangifte te doen, ingevolge art. 183 der Wet uitgaven was de vervallen in eene boete van 25.tot f 100.poor den heet dat ieder, die voor de Militie moet worden ingeschre- ««^13 w ven, zich behoort te voorzien van een extract uit het geboorte-register, hetwelk by de aangifte moet wor den medegebragt dat dit extract aan hen, die binnen deze Gemeente zijn geboren, op hunne aanvrage, op het Bureau van den Burgerlijken Stand gratie |al worden uitgereikt, terwijl zij, die elders geboren zijn zich ter Gemeente-Secretarie kunnen aanmelden, tswwlhde gonoatarl extract vau het Gemeentebestuur hunner geboorteplaats te doen aan vragen, en dat een ieder gehouden is te zorgen dat hij bij de inschryving Wijk en Nommer zijner woning juist kan opgeven. Gouda, den 17 n December 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. De disenssiën over de afdeeling Onderwijs werden geopend door den heer de Beaufort, met een speech over het treurige verschijnsel, dat zoovele professoren slechts voor een klein gehoor optredenterwijl collegies in sommige onverplichte vakken in het geheel niet bezocht worden. Dat men te Groningen en te Utrecht ingenomen was met de verklaring van den minister, dat door hem niet aan de hoofdbe ginselen eener wet zal geraakt worden, die eerst onlangs in werking is getreden, en dus de hooge scholen niets van de bezuinigings- koorts, die echter niet hevig blijkt, zullen te vreezen hebben, is te begrijpen. De heeren Bastert en Cremers waren de tolken dier ge- rustgestelden. Het viel den minister niet moeie- lijk de geopperde bezwaren nit den weg te mimen. Het collegiebezoek is nooit druk ge weest, 12 collegies per week voor studenten in de rechtsgeleerdheid waren vroeger reeds een maximutiï. Behartiging verdient wat de minis ter ?eide, dat het universeele van het onderwijs niet gelegen is in de menigte der professoren, noch in de menigte der eindexamens, maar meer In de algemeene kennis, die aangebracht wordt. "Collegiegelden zullen door hem na de verhooging der traktementen van de professo ren, in geen geval meer ingevoerd worden, evenmin zullen door hem nog meer leerstoelen voor speciale vakken in het leven geroepen worden. Hjj zeide de oprichting van een phar- macentisch laboratorium te Leiden toe. Op voorstel van den heer de Beaufort werd een

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1878 | | pagina 1