Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Mr.
FI8,
'IS mét ver-
r beste stau-
ieven onder
irant.
Np 2236.
1878.
sje.
EID
AGD
aan te mel-
Woensdag 25 December.
KOLEV,
BID,
stryken en
Begrootlngsdiscussiên.
Nationale Militie.
il
oegen,’’
ade.
SUING
miging
fCuNST,''
.bei-1878,
ure.
,rs,
}rhanden:
Coakes
>UA.
Besmeitelijke Ziekten.
ge
ilaaude TE
GOUDSCHE COURANT.
rden op den
9. a 10 cent
Q Eop den
en bjj Gouda
AGT EEN
tuigschriften
EN,
MES.
Wij beva-
ivenstaande.
282, Gouda.
n der Socie-
rsoon. Niet-
ng 50 cent.
A AGO eene
der No. 187
Uit hoofde van het Kerstfeest wordt
de Courant van Vrijdag 37 December
NIET uitgegeven.
door Victor
9OOBOL.
sr Dvbivov,
tuwburg.
void worden
ANTen met
Larondelle—
het vorenstaande in dete Gemeente tot aangifte ver
pligt zijn, op, om zich op de volgende dagen ter Secre
tarie aan te melden van des voormiddags 10 tot des
namiddags 1 ure en zich in de daarbij vermelde
orde te doen inschrijven, te weten
die hun geslachtsnaam begint met de- Letter A, B, C,
D, E, F, G, H, I, J, K, L en M tusschen den 2 eu 15
Januarij 1879 en
die hun geslachtsnaam begint met de Letter N, O, P,
Q, R, S, T, U, V, W, X, Y eu Z tusschen den 15 en
81 Januarij 1879.
Voorts strekt tot informatie van de
Belanghebbenden
dat het register vjui inschrijving op den 31stefi
Januarij, des namiddags ten 4 ure voorloopig wordt
gesloten en zij, die alsdan verzuimd hebben de voor
schreven aangifte te doen, ingevolge art. 183 der Wet
vervallen in eene boete van 25.tot 100.
dat iednr, die voor de Militie moet worden ingeschre»
ven, zich behoort te voorzien van een extract uit het
gcbooru -register, hetwelk bij de aangifte moet wor
den medegebragt
dat dit extract aan hen, die binnen deze Gemeente zijn
geboren, op hunne aanvrage, op het Bureau van dèn
Burgerlijken Stand gratis zal worden uitgereikt, terwijl
zij, die elders geboren zijn, zich ter Gemvente-Secretarie
kunnen aanmelden, ten einde genoemd extract van het
Gemeentebestuur hunner geboorteplaats te doen aan
vragen, en
dat een ieder gehouden is te zorgen dat hij bij de
inschrijving Wijk en Nommer zijner woning juist
kan opgeven.
Gouda, den 24 n December 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGÉN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
De BURGEMEESTER vau Gouda,
Gezien Art. 21 der Wet van 4 December 1872,
tot voorziening tegen besmettelijko ziekten (Staats-
blad No. 134)
Maakt bekend, dat gedurende de week van 15
December tot 22 December 1878 in deze gemeente
2 lijders aan MAZELEN zijn overleden.
Gouda, deu 24u December 1878.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
In de zitting van Donderdag was het eerst
aan de orde het wetsontwerp tot goedkeuring
der provinciale belastingen in Limburg, over
welk ontwerp een ongunstig verslag was uit
gebracht, omdat onder de uitgaven posten voor
kwamen, die men oordeelde niet van zuiver pro
vinciaal belang te zijn, o. a. subsidiën tot her
stel van kerken en pastoriën en 350 voor het
bisschoppelijk paleis te Roermond. Bad de mi
nister in het vorige jaar bij de behandeling van
een dergelijk ontwerp verklaard, dat het dl
laatste maal zou zijn dat zoo iets door hem ter
goedkeuring aan de vertegenwoordiging zou
worden aangeboden, en had men het daarop
schoorvoetend goedgekeurd, thans was de mi
nister geheel van gedachte veranderd, en de
kamer hechtte met 50 tegen 21 stemmen haar
goedkeuring aan die verandering van gevoelen,
zonder dat afdoende redenen werden aangevoerd.
Twee vragen traden op den voorgrond: Mag
de vertegenwoordiging de vastgestelde provin
ciale uitgaven beoordeelen Mogen de provin
ciale fondsen voorkerkelyke doeleinden gebruikt
worden
De heeren van Eek, van Gennep, Godeftoi
en van der Linden bestreden het ontwerp op
dezelfde gronden, als sedert jaren door de liberale
partij tegen dergelijke uitgaven zijn aangevoerd.
Alleen de heer van Tienhoven steunde den
Minister, op grond dat sedert jaren die subsi-
INSCHRIJVING VOOR DE
TWEEDE KENNISGEVING.
BURGEMEESTER eu WETHOUDERS der
meente Gouda.
Gezien de Wet van den 19den Augustus 1861
(Staatsblad uo, 72,) betrekkelijk de Nationale Militie.
Herinneren bij deze alle belanghebbenden aan hunne
verpligting, tot het doen vau aangifte ter inschrijving
voor de Nationale Militie, inde maand Januarij 1879
en brengen ter hunner kennis de volgende bepalingen
der genoemde Wet:
Art. 15. Jaarlijks worden voorde Militie ingeschre
ven alle mannelijke ingezetenen, die op den laten Janu
arij van het jaar hun 19de jaar waren ingetredeu.
Voor ingezeten wordt gehouden:
lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens
moeder,’-of, zij» beiden overleden, wiens voogd ingezeten
is volgens de Wet van deu 28sten July 1850(Stoa Is blad
no. 44);
2o. Hij, die geen ouders of voogd hebbende, ge
durende dc laatste, aan het in de eerste zinsnede van dit
artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maan
den in Nederland verblijf hield;
3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende inge
zeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij
binnen het rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling
behooreude lot eenen slaat, waar de Nederlander met
aan de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of waar
ten aanzieu der dienstpligtigheid het beginsel ran
wederkeerigheid is aangenomen.
An. 16. De inschrijving geschiedt:
lo. Van een ongehuwde in de Gemeente, waar de
vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zyu beiden
overleden, de voogd woont;
2o. Vau een gehuwde eu vau eeu weduwenaar in
de Gemeente, waar hij woont;
3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft
of door deze ia achtergelaten, of wiens voogd buiten
*a lauds gevestigd is, in de Gemeente waar hij woont
4q. Van den buiten ’slaiuls wonenden zoon van eeu
Nederlander die ter zake van ’s lands dienst in een
vreemd laud woont, in de Gemeente waar zijn vader of
voogd het laatst in Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de Militie wordt niet
ingeschreven:
lo. De in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van
een ingezeten die geen Nederlander is:
2o. De in een vreemd Rijk verblijf houdende ouder-
looze zoon, van eeu vreemdeling, al is zijn voogd
ingezeten
3o. De zoon van den Nederlander, die ter zake van
’s lande dienst in ’s Rijks overzeesche bezitliugetf of
koloniën woont.
Art. 18. Elk die volgens art. 15 behoort te worden
ingeschreven, is verpligt zich daartoe bij Burgemeester
en Wethouders aan te geven tusscheu den leten en
Sisten Januarij.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, is zijn
vader,of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden
overleden, zyn voogd tot het doen van die aangifte
verpligt.
De wijze, waarop van h«t doen van die aangifte
blijken moet, wordt door Ons bepaald.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19de
jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste, ingezeten
wordt, is verpligt zich, zoodra dit plaats heeft, ter «in
schrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders
der Gemeente, waar 4e inschrijving, volgens art. 16
moet geschieden.
Daarbij geldeu de bepalingen der 2e en 8e zinsnede
van art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register vau het
jaar, waartoe hij volgens zijnen leeftijd behoort.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, roepen dien
tengevolge de ingezetenen, die hun 18dO jaar
hebben bereikt, dat zijn zij die in bet
jaar 1860 zijn geboren, eu overceukviuslig
dien op de begroeting van Limburg voorkomen,
en de afstemming van dit ontwerp niet zou baten,
omdat dan de staten eenvoudig door het sluiten
eener leening in de behoefte zouden voorzien.
,Of de lof door den heer Haffinans den mi
nister toegezwaaid, dezen aangenaam zal ge
weest zijn, valt te betwijfelen.
Moge de herziening der provinciale wet, die
volgens de belofte van den minister aanstaande
is, voor goed eeu einde maken aan dergelijke
ontwerpen, nog beter ware het indien het middel
kon gevonden worden om de scheiding van
kérk en staat te verwezenlijken, het blijkt toch
voortdurend dat die scheiding meer schijn dan
waarheid is
Bij de hervatting der discussiën voor de be
groeting van waterstaat, stelde de heer van der
Werk voor om de post tot onderhoud der
landsgebouwen met ruim 100.000 te vermin
deren met het doel om de restauratie van het
Binnenhof uit te stellen tot een volledig plan
daaromtrent was opgemaakt. Na de verklaring
evenwel van den minister, dat van hem voor
eerst geen algemeen plan tot herbouwing te
wachten is, en dat de herstellingen noodig zijn,
werd het amendement met 59 tegen 8 stemmen
verworpen.
Bij het artikel: kosten van toezicht op de
spoorwegdiensten, geeft de minister eenige in
lichtingen, waaruit blijkt dat de minister niet
verantwoordelijk kan gesteld worden voor de
tarievenin de quaestie tusschen de exploitatie-
maatschappij en de directie der Boxtel-Wezel-
maatschappy kan de minister niet tusschen
beide komen, de houding der eerste maatschappij
kan hij evénwel niet goedkeureneen verhooging
der traktementen der spoorwegopzi€fiters hoopt
hij een volgend jaar te kunnen voordragen.
Alsnn kwam weder een oude quaestie aan de
orde, de richting van den spoorweg, die het
Noorden door Nooid-Holland met Amsterdam
moet verbinden.
Het onteigeuings-ontwerp was in het voor
jaar afgestemd omdat Bolsward niet was opge
nomen. Na met 56 tegen 7 stemmen den
voorzitter tegen den heer Wintgens in het
gelijk gesteld ie hebben, welke afgevaardigde
een geheel nieuw ontwerp als amendement
wilde doen voorkomen, werd de kamer in de
gelegenheid gesteld door den heer Bergsmaom
op haar gevoelen terug te komen, Bolsward te
doen vervallen en IJlst weder op te nemen als
de kortste weg van Stavoren naar Leeuwarden.
Het debat werd hoofdzakelijk gevoerd door de
Friesche afgevaardigden, het waren dan ook
hoofdzakelijk lokale belangen die ter sprake
kwamen. De voorstanders van Bolsward be
riepen zich op het advies van Gedep. Staten,
geheel in stryd met hei vroegere; de vooxatan-
ders van Ijlst beriepen zich op de meerdere
kosten, die do richting Bolsward zal vorderen
en op de vroegere bepalingen. Na een uit
voerig debat werd het voorstel-Bergsma met
37 tegen 30 stemmen verworpen en het pleit
ton voordeele van Bolsward met 51 tegen 16
stemmen beslist.
Na afdoening dezer quaestie, werd door den
heer van Kerkwyk een motie gedaan, om den
minister te verzoeken het waarborg-kapitaal
vau 400 000 door de RotterdamMunstersche
spoorweg-maatschappy gestort, welke maat
schappij failliet is, niet terug te geven zonder
beslissing door de Wetgevende macht. Na de
uitvoerige toelichting door den voorsteller, stelde
de voorzitter voor, wegens den weinigen tjjd
die nog beschikbaar was, de discussiën tot na
het reces uit te stellen, welk voorstel, na de
verklaring van den minister dat door hem op
de te nemen beslissing niet zal worden vooruit-