iG
ren.
(WE WATEBWEG.
N° 3057.
tTEH,
ING
BINNENLAND.
Woensdag 26 Maart.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
2
Garden.
IM.
terialen
week.
;ezet-
ER,
^kundige.
M.
I.
-
I. 266.
pen.
2.
gestichten.
’anden.
nde zonder
irfl. ƒ0,75,
,25,/1,75.
,10.
MPAGNE
goudsche courant.
ian tot het
werken be
en Tram-
'ater-bouw-
de uitvoe-
geven van
erstraat K
wijze, aan
gezuiverd,
j hem ten
ion en wij
mge Jacht,
HOND.
H bjj den
URG, Rot-
Het oolwerp-kobier
de inkomsten.
Eene missive
aanmerkingen
waterwegen, sedert hun door de
en de volksvertegenwoordiging een
waarvan zij niet
l eene andere richting,
naar hunne meening, in het belang der hoofd
stad de voorkeur verdiende. De afgevaardigden
van Amsterdam hadden nn met hun Noord-
hollandsche collega’s de hoofden bjj elkander
gestoken om gezamenlijk de Regeering te
interpelleeren omtrent hare plannen met dezen
waterweg, die al zoo lang hangende zijn. Zij
wilden bij eene motie een zachten drang op
de Regeering uitoefenen, door de Kamer te
doen verklaren dat de verbetering niet langer
mag worden uitgesteld. Het door hen beoogde
doel is niet bereikt; de motie werd verwor
pen. Toch beeft de discussie haar nut ge
had, daar de Regeering gelegenheid heeft ge
vonden haar standpunt uiteen te zetten. Zjj
deed dit op eene wjjze, die billjjke reden gaf
tot bevreemding. De Minister wist bljjkbaar
zelf niet recht of dit werk gold een zuiver
provinciaal, dan wel een rjjksbelaag, althans
op dit punt hulde hij zich in nevelen, maar
de slotsom was volkomen duideljjk de Regee
ring is niet voornemens tusschenbeide te ko
men ih het verschil van gevoelen, dat er bij
de Provinciale Staten van de beide gewesten,
die bjj dit werk betrokken zjjn, over de rich
ting bestaat. Zij zal eene afwachtende hou
ding aannemen, tot tijd en wjjle debetrokken
besturen tot overeenstemming gekomen zijn.
Zooals onze lezers weten, is de richting langs
onze gemeente een der hoofdpunten van ver
schil tusschen de beide Hollandsche provin
ciën. Zuid-Holland heeft, onzes inziens vol
komen terecht, aan haar subsidie de voor
waarde verbonden, dat de locale belangen van
de aan den tegenwoordigen waterweg gelegen
streek njet mochten worden uit het oog ver
loren. De motie van de Noordhollanders
had voornamelijk ten doel de Regeering te
nopen over deze bezwaren heen te stappen
volgens hen moesten ter wille van het alge
meen belang de locale wijken. Deze ziens
wijze nu is, vooral ten gevolge van de hou
ding der Regeering, niet door de Kamer gedeeld.
Dit is de uitkomst geweest van het tweedaagsch
debat, een resultaat, waarover wjj ons in het
belang onzer gemeente verheugen. Het gevaar
bestond, dat de Regeering en de Kamer partij
koos en het werk doorzette tegen den wensch
en zonder de medewerking der Staten onzer
provincie. Dit zal niet geschieden en wjj
vertrouwen, dat aan dit werk niet de* hand
geslagen zal worden, tenzij (’e locale belangen
der gemeente Gouda en der Gouwestreek vol
doende verzekerd zjjn. De billijkheid brengt
dan ook mede, dat bij verbetering van het
vaarwater niet alleen gelet worde op de be
langen der groote koopsteden, die aan de eind
punten gelegen zjjn, maar ook van de kleinere
plaatsen, die van oudsher daarvan gebruik
gemaakt hebben en er
opofferingen voor
In de vorige week is een debat gehouden
in de Tweede Kamer over een onderwerp,
waarbjj de welvaart van onze gemeente ten
zeerste betrokken is. Het betrof den water
weg tusschen Amsterdam en Rotterdam langs
Gouda. Zooals bekend is, zjjn de Amster
dammers tegenwoordig zeer prikkelbaar op het
punt van
Regeering
Rjjnkanaal is opgedrongen,
gediend zjjn, omdat
beginsel is ook gehuldigd bij het ontworpen
Rijnkanaalin het belang van Utrecht en de
Vechtstreek is de tegenwoordige richting vast
gesteld, waarbjj dus niet alleen gelet is op de
eischen van den Amsterdamschen handel, maar
ook op de bijzondere belangen en historische
rechten der streken langs de oude Keulsche
vaart. Van eene onpartijdige landsregeering
kan dan ook niet anden worden verwacht
dan dat zij bjj de bevordering van de publieke
zaak zoo min mogelijk bjjzondere belangen
schaadt. In het geval van onzen waterweg
klemt dit te meer, daar in den laatsten tijd
van verschillende zijden de gegrondheid en
rechtmatigheid der Zuidhollandsche eischen zijn
erkend, ook door bevoegde beoordeelaars, die
zich op het standpunt stelden van Noord-
Holiand.
Verheugen wjj er ons dus over, dat de hooge
regeering de bezwaren van Zuid-Holland eer
biedigt, met leedwezen 'moeten wjj erkennen,
dat haar houding niet bevorderljjk zal zjjn aan
het spoedig tot stand kómen der vaartverbe
tering. Ontegenzeglijk toch is het rijksbelang
zeer bij deze zaak betrokken dit is van ver
schillende zjjden in het debat voldoende aan
getoond. Het komt ons dus voor, dat de
regeering beter had gedaan met de rol van
bemiddelaar te aanvaarde^haar invloed had
dan misschien Amsterdam overtuigd van de
rechtmatigheid der voorwaarden, die onzerzijds
gesteld zjjn. Intusschen de quaestie is voor
de regeering moailjjk, dltbnoetën wjj erkennen,
hoewel volkomen overtuigd dat het recht aan
onze zjjde is. Het gevolg zal nu zijn, dat er
vooreerst niets van de vaartverbetering komt
en volkomen verklaarbaar is het nu, waarom
de regeering overgaat tot eene geheele repara
tie der Mallegatsluis. Deze sluis kan wel
versleten zjjn, eer
Indertjjd werd ons verhaald, dat een bejaard
lid van de prov. staten tot een jong collega
zei«Ik ben oud en zal de vaartverbetering
stellig niet beleven, maar wees overtuigd, dat
ook gjj, als gjj mjjn leeftjjd hebt, de schepen
nog door de Gouwe zult zien varen precies als
tegenwoordig.» Het heeft er veel van, dat
deze profetie werkelijkheid worden zal. Nu,
ptriculum in mora is er niet. De vaart kan
ook in haar tegenwoordigen toestand nog veel
diensten bewjjzen. In hoofdzaak dient zij voor
de kleine schipperij en de noodzakelijkheid om
grooter schepen tusschen Amsterdam en Rot
terdam te kunnen bevrachten is niet zoo groot,
dat daarvoor de belangen onzer gemeente en
der polders langs de Gouwe behoeven te worden
opgeofferd. Hoe grooter die noodzakelijkheid
wordt, hoe meer aandrang er van de zjjde der
schipperjj en van den hundel komt, des te eer,
dunkt ons, zal Amsterdam geneigd bevonden
worden om in eene schikking te komen, die
aller belangen bevredigt. Indien werkeljjk de
Amsterdamsche handel thans behoefte had aan
een kanaal van grooter afmeting, dan zou het
niet zoo hardnekkig ijveren voor een paar
kilometer minder lengte. Wij verwachten, dat het
allengs een wedstrijd worden zal, wie het langst
op zjjn stuk kan bljjven staan en dan geinoven
wjj dat de meeste kansen aan onze zjjde zijn.
Uit het bovenstaande make men niet op,
dat wjj de meening zijn toegedaan, dat de
Tweede Kamer bij de verwerping der motie
I overtuigd was van de billijkheid der Zuidhol-
zich jarenlang groote landsche eischen of geleid werd door pure be-
Ijjke gevolgtrekking is niet uit de discussie te
maken. De Kamer heeft zich over de Zuid
hollandsche voorwaarden bjjna niet uitgelaten.
Allerlei overwegingen hebben tot de verwer
ping der motie geleid. Vooreerst definancieele
nood der schatkist, door de Regeering zelve
te berde gebrachtdan de mindere noodzake
lijkheid Van een nieuwen waterweg, nu de
Keulsche vaart verbeterd wordtverder de be
wering dat deze waterweg louter van provin
ciaal belang is en dergeljjke onjuiste argu
menten meer. Wij hebben alleen willen zeggen,
dat het feit zelve der verwerping en de wei
gering der Regeering om over de geopperde
bezwaren heen te stappen, gunstige teekenen
zjjn voor de toekomst. Noodig zal het steeds
bljjven, dat wjj zelven een wakend oog hou
den op onze belangen en dat die, waar het
pas geeft, worden voorgestaan en verdedigd.
In de eerste plaats hopen wjj, dat Zuid-Hol
land zal bljjven volharden in zjjn eischen en
wjj mogen verwachten dat de leden der pro
vinciale stateu, die met Gouda en omstreken
persoonljjk bekend zjjn, voort zullen gaan hun
invloed in dat college met denzelfden ijver aan
te wenden als lot dus ver. De meeste andere
leden kennen den toestand door eigen aan
schouwing en persoonlijk onderzoek, zoodat
wjj de gegronde verwachting hebben, dat de
Staten van ons gewest hunne meening niet
zullen opgeven. De zaak is in goede handen;
dit geeft moed voor de toekomst.
GOUDA, 25 Maart 1884.
In de hedenmiddag gebonden zitting van den ge
meenteraad zijn aangenomen de voorstellen:
1. tot wijziging der begrooting van het Burger
de nieuwe waterweg komt, Armbestuur, dienst 1883.
- - - 2. tot wijziging der begrooting van het Bestede-
lingenhuis dienst 1883.
3. tot wijziging der Gemeen te-begrooting, dienst
1883.
Op het adres van J. Blom en anderen houdende
verzoek om te worden vrijgesteld van de betaling
van hondenbelasting, werd op voorstel van B. en W.
afwijzend beschikt.
Onder de ingekomen stukken waren
1. Het ontwerp-kohier van de pl. dir. belasting
°P
2. Eene missive van Gedeputeerde Staten, hou
dende aanmerkingen op de voor eenigen tijd ge
maakte Verordening op de trambanen binnen deze
gemeente, benevens een rapport van de Commissie
voor de Strafverordeningen, waarin wordt voorge
steld bedoelde Verordening te wijzigen.
3« Een aanbeveling voor regentes van het Wees-
en Aelmoeseniershuis, ter vervulling der vacature,
ontstaan door het overlijden van Mevr, de wed.
Dijxhoorn, geb. van Bentum, waarop voorkomen
Mevr. A. W. de JongSchotsman en Mevr. E. van
MilligenDronckers.
4. Eene missive van den heer J. A. de Bergh,
hoofdredacteur van de Amsterdamsche Courant, ter
begeleiding van een nr. van dat blad en de aandacht
vestigende op een artikel daarin, betrekking hebbende
op ffhet behoud van bet gezicht* in het belang der leer
lingen aan de verschillende inrichtingen van onderwijs.
Deze stukken werden ter visie gelegd.
Tot Lid van de Commissie van Toezicht op het
Lager Onderwijs werd benoemd de heer Mr. J.
Fortuyn Droogleever.
Door het breken van den reep van een der Stoomhei-
machines, werkzaam aan de Stearine Kaarsenfabriek
„Gouda* heeft de persoon van J. S., van Capelle
a/d IJsel, het ongeluk gehad gisteren morgen zjjn
rechterarm te verbrijzelen, waarna hij naar het St.
Catharina Gasthuis is overgebracht.
j overtuigd
hebben getroost. Hetzelfde langstelling in de Gouwestreek. Eene derge-