I Hls S of ten, n maag- e kwalen en door lakje met el.” 1884. Zondag 28 September. N° 3137. Cadera, SZ Ls m 4N. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. BINNENLAND. o CTIE. JS. i Tssel 11 ELT Az. ludewater. 3/ zooveel 'tomen. ten over ris, resi- )A: voorm. wonder maar is te )ERDAG Idags ten >or J. C. is in de ■te veilen re. AM: GOUDSCHE COURANT. termeer. en. tman, xlegraven. laatrecht. 1, Woerden 1. i. 52. ■Gouda, selmonde, d IJsel, •alt den een eisch des tjjds. Vroeger voldoende van komst te zijn C* invloed st annexe icht tot ooi, alles de Groote gemeente □de onder 2020, ter aren 87 GOUDA, 27 September 1884. Donderdag middag omstreeks 6 uur viel het 5-jarig zoontje van de wed. K. in hel water bij de Molenwerf en zoude zeker verdronken zijn, indien de vrouw van W. niet de moed had gehad in het water te springen en het kind van den dood te redden. Woensdag werd de gemeente Oudewaler bezocht door den heer Commissaris des Koniugs in deze provincie. Om half twee uren uit de gemeente Papekop derwaarts gekomen, werd hij op het Raad huis opgewacht door bh. Burgemeester en Wethouders. Na vervolgens inzage te hebben genomen van de door den Gemeente-Ontvanger en eenige op de ge meen te-Secretarie gehouden wordende registers, en een bezoek te hebben gebracht aan de nieuwe open- bare school en K. Cath. Kerk, vertrok Z.E. tegen drie uren, hoogst voldaan, via Gouda, weder huis- waarts. Door de algemeene Brandwaarborg - maatschappij te Rotterdam is een premie van 40 uitgereikt aan de spuitgasten, die den te Zevenhuizen onlangs plaats gehad hebbende brand, zoo spoedig hebben bedwon gen. Sedert eenigen tijd werden er uit den tuin van den heer J. v. H., steenfabrikant Ie Krimpen a/d IJsel, boomvruchten vermist. Nadat de gemeente veldwachter te Kappel Ie a/d IJsel, C. J. Laman, en de Rijksveldwachter C. Heijberg drie nachten op het erf van genoemden heer hadden gewaakt, gelukte het hun een der daders, zekere P. v. d. I)., scheep maker aldaar, op heeterdaad te betrappen en in hech tenis te nemen. Hel tweespan paarden, dat door de Commissie voor de loterij der landbouwtentoonstelling te Am sterdam voor 1900 was aangekocht, is voor re kening van den winner van dien prijs verkocht voor 1500. Op de Beek (onder Prinsenhage) had Dinsdag het meisje V. W. wat te veel kermis gehouden, waar door ze in een toestand verkeerde, dat de landbou wer bij wien ze dienstbaar was, haar niet in huis wilde nemen. Dit schijnt haar er toegebracht te hebben, dat ze zich tegen den avond tusschen de spoorwegrails te slapen heeft gelegd. De trein is toen over haar heengegaan, doch als door een heeft ze daarbij niet het leven verloren, maar i5 ic alleen aan het hoofd gekwetst geraakt. Door spoedig ingeroepen geneeskundige hulp mag men hopen, dat dit voor haar geen schadelijke gevolgen zal hebben. Dat men in geruimen tijd verder niets nopens de Siberische pest in Rusland hoorde, blijkt eme zeer voldoende en afdoende reden te hebben gehad het was aan de dagbladen verboden er over te spre ken. Thans begint echter, onder o. a. in den om'.rek van Odessa, de sterfte onder de menschen wat beden kelijk te worden en heeft de censuur toegestaan, dat er over geschreven wordt. Uit de Weitnik van Odessa blijkt, dat er menschen sterven, dat de ziekte van de een op den ander wordt overgebrncht en dat zij kwaadaardig is. De geneeskundige inspecteur drong dan ook bij het provinciaal gouvernement aan op het nemen van krachtige maatregelen ter beteuge ling van de epidemie Voor eenigen lyd ontleenden wij aan de St. Cl. eenige opgaveu uit bet jaarverslag over de werking der Rijkspostspaarbank. Van dat verslag is thans een afzonderlijke uitgave verschenen, die verrijkt is met graphische voorstellingen, die een beeld geven van het bedrag der inlagen, der terugbetalingen, van het saldo tegoed, van het aantal iulagen, terugbeta lingen en uitgegeven boekjes, het getal geheel afbe taalde en het getal boekjes in omloop van de ver houding tusschen bet aantal inleggers en de bevol king, van de toeneming van het bedrag der inla gen van iederen inlegger van de toeneming van het gemiddeld aantal inlageu per inlegger en van de vermeerdering van hel gemiddeld saldo te goed. Deze staten, die niet in St. Ct. konden worden op genomen, verhoogen het belang van dat werk zeer, en zijn een nieuw bewijs van den ijver, waarmede de directie er naar streeft de zegenrijke instelling bekend te maken en daardoor haar nuttige werking uit te breiden. Het is in deu tegenwoordigen tjjd mode geworden nit te varen tegen examens. Schimp ea spot op onze examenlievende eeuw is aan de orde van den dag. Groote woorden worden niet gespaard: >de examens zjjn de vloek der eeuw» is er bjjv. gezegd, terwjjl met zekere voorliefde telkens de hyperbolische uitdrukking wordt gehoord<de eene helft van Nederland is steeds bezig de andere helft te examineeren.» Dergeljjke uitingen, met toejuiching ontvangen en met ingenomenheid herhaald, wjjzen op eene vjjandige stemming van zeker deel van het publiek ten opzichte van examens in het algemeen, die hare gevaarlijke zjjde heeft. Van daar dat wjj zullen trachten deze instelling eenigszins in de oogen onzer lezers in haar eer te herstellen of althans de quaestie der examens onpartijdig te bezien. De heerschende stemming laat zich vooreen deel verklaren nit de verbolgenheid van hen, die of zelf de vuurproef van een examen niet hebben kunnen doorstaan óf verwanten en vrienden in den strjjd hebben zien vallen. Voor een ander deel echter is zjj het gevolg van de noodkreten, door ernstige en degelijke manuen geslaakt, wanneer zij meenden dat in de eischen voor sommige examens of in de wjjze van examineeren gebreken te bespeu ren waren. Deze laatste bezwaren verdienen alleen overweging en geen verstandig mun zal er tegen hebben, dat er steeds voor ver keerdheden en misstappen gewaakt wordt. Wie daarop wjjst, doet zeker een verdienstelijk werk. Maar al kan ook worden aaugetoond. dat hier en daar overdreven eischen gesteld worden of dat ook in het onderzoek naar iemands bekwaamheid de volmaaktheid nog niet is bereikt, dan beeft men nog niet het recht den staf te breken over de examens in het algemeen of daarin te zien eene der vele kwalen des tjjds. Velen beschouwen examens als een nood- zakelyk kwaad. Doch ook tegen deze stelling hebben wü bedenking. Noodzakelijk zijn ze, maar een kwaad zien wjj er niet in. Voor ons is over het algemeen de toepassing van het examenstelsel een bewjjs van vooruitgang. Hoe meer de geljjkheid der burgers voor de wet, die een vrucht is van den nieuweren tijd doordringt in ons maatschappelijk leven, boe- meer onderzoek naar de geschiktheid dergenen, die naar eenzelfde betrekking dingen, zal wor- jwas het zoogenaamd fatsoenlijke af- om te eeniger tjjd in de een of andere positie geplaatst te worden. De invloed van vermogende verwanten of vrienden, voorspraak bjj gezaghebbende of met het be geven van posten belaste personen was alleen in staat een jongmensch aan de gewenschte betrekking te helpen, in één woord men werd met een post begunstigd. Het was niet de vraag of men de noodige geschiktheid bezat, maar of men goede kruiwagens in ’t werk kon stellen. Elke werkkring vormde een soort van coterie of cameraderie, die zjjn bijzondere eischen had; het leger moest bjj voorkeur adelljjke officieren hebben, magistraatsposten waren weggelegd voor meer of minder patri cische familiënvele waren de velschillende preteusiëu der onderscheiden waardigheidsbe- kleeders, maar bjj alle was het regel, dat gunst en voorspraak van hooggeplaatsten noodig waren om in den kring der uitverkorenen te worden opgenomen. Men let er zoo niet meer op in onze eeuw, maar nu en dan komen de ergerljjkste staaltjes ons de toestanden van den goeden, ouden tijd weder herinneren. Het eenige middel nu om dergeljjke dingen te voorkomen is het stellen van bepaalde eischen voor elke betiekking en het instellen van een onderzoek naar de bekwaamheid van de can didate^ die er zich voor aanmelden. Hoe meer dit stelsel wordt toegepast, hoe zekerder men kan ‘zjjn, dat de waardigsten worden ge kozen, zoodat elk denkbeeld van begunstiging van den een boven den ander vervalt, terwjjl tevens meer waarborg verkregen wordt, dat het te verrichten werk naar behooren geschiedt Beide partijen varen er dus wel bij, zoodat wij niet te veel zeggen, als wjj de examens een zegen noemen voor de maatschappij. Er is geen ander middel om rechtvaardig te zjjn tegenover de sollicitanten en- te geljjk de be langen van den dienst te behartigen. Gaat het dan aan, de examens te noemen een vloek of in arren moede met een pennestreek een afkeurend oordeel te vellen over een der meest verblijdende verschijnselen van onzen tijd. Wil men dan de jeugd toevertrouwen aan onder wijzers, die niet voor hun taak berekend zjjn, wil men officieren of artsen die hun vak niet verstaan Niemand zal dit verlangen, maar dan moet men ook vrede hebben met examens. Het is niet te ontkennen, dat wij nog te veel doortrokken zjjn van den ouden zuurdeesem en dat gunst steeds bjj het begeven van ambten een groote rol speelt. Maar eene aanmerkelijke verbetering is in dit opzicht niet te miskennen en die danken wij in de eerste plaats aan het stelsel van examina. De kruiwagens doen nog hun dienst, maar in de meeste gevallen kan men eerst gekrooien worden, als het examen achter den rug is, zoodat de onbillijkheid zoo groot niet meer is als vroeger, toen onbevoeg den eu onwaardigen dikwijls de beste kansen hadden. In den regel is thans door examens aan onbekwame sollicitanten de pas geheel afgesnedeu. Ia de oude kwaal dus niet geheel genezen, zjj werkt op v«M kleiner schaal en minder verderfljjk voor ware verdienste. Na dit voorop gesteld te hebben, een enkel woord over de schaduwzijden van het stelsel Er kan te veel geëischt worden en er kan ver keerd worden geëxamineerd. Maar dit doet niets af tot het beginsel. Geen menscheljjk werk is volmaakt. Laat ieder de gebreken, die bjj waarneemt, in het licht stellen, dat is de beste weg om in (KTl dpzicht vooruit te gaan. Na eenig tasten en na vele proefnemin gen zal men langzamerhand tot het juiste inzicht komen. De openbaarheid, welke in al deze zaken tegenwoordig gehuldigd wordt, zal lang zamerhand wel de beste geneesmeesteres zjjn. En de africhting dan, de dressuur, de examenstudie. Och, laat ons toch vooral niet vergeten, dat examenstudie in alle gevallen beter is dan in het geheel geen studie en dat du prikkel van de vuurproef, die hem wacht, menigeen dry ft tot eene inspanning van kracht, waartoe hij zonder dien niet gekomen zou zjjn. Ook hier speelt men veelal met groote woorden. Niemand toch zal beweren, dat al wat men voor een examen geleerd heeft, na het bereiken van het doel verstuift als kaf voor den wind of wel dat alle stellers van examenprogramma's botteriken zjjn, die een mensch dingen laten leeren, waaraan niemand iets heeft en die, men verstandig doet zoo spoedig mogeljjk te vergeten. Examens zjjn voor degeljjke menschen nooit een beletsel ge weest om hun doel te bereiken en nuttige leden der maatschappij te worden, terwjjl zjj velen met recht hebben belet zich te wjjdeu aan eene taak, waarvoor zjj niet berekend waren. Voor deze laatsten wel eene bittere pil en niet strookende met bun persoonlijk be lang, maar de maatschappij werd er door gebaat. Wie de ondervinding raadpleegt, zal spoedig inzien dat'geheele vryheid niet past voor jonge menschen, ook niet bij de beoefening der we tenschappen men moet er langzamerhand aan wennen en er rjjp voor worden. In de jeugd voorgeschreven studie als voorbereiding voor het examenals men man geworden is, de practjjk, het leven, de vrjje studie als men verkiest, dat Ijjkt ons zoo kwaad nog niet. De ervaring heeft althans tot dusver niet tegen dien ontwikkelingsgang getuigd. 1 ki I

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1884 | | pagina 1