sweg
veel.
ZA-
baar I
AG,
luur
DEB
ring.
ÏKF,
inde en ge
in denHoo-
er Sectie E.
ichte
BINNENLAND.
Vrijdag 29 April.
N” 3540.
1887.
f 300.
10.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
I 1887,
louda in het
1887,
iping
rankeerd,
i bij een
gomman
.LEN',
eht, te zatnen
it perceelen.
Dq inzQudiag van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave
i
11
van
tot den dag
kantore van
IERS en een
i. 1487, aan
te Gouda.
Uit een
nen ten kan-
moemd.
De uitgave dezer Courant geschiedt ZONDAG,
WOENSDAG en VRIJDAG. In ae Stad
geschiedt de uitgave in den avond van
DINSDAG, DONDERDAG en ZATER
DAG. De prys per drie maanden is 1.25
franco per post 1.50.
GOUDSCHE COURANT.
Dordrecht, in
iet openbaar
wrdrecht, ia
boord van de Amalia
aan boord ter be-
wij het vol-
A. KLUIT
AD VERTENTIÊN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in bet ADVERTENTIEBLAD,
’t welk des Maandags verschijnt.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Staten-GeneraaL Tweede Kamer. Zittingen van provinciale besluiten, die met de wet of het
van 26 en 27 April. algemeen belang strijden, is aangenomen een amen-
De discussie is heden aangevangen over het dement, waarbij die regeling aan den wetgever
amendement-Godin de Beaufort om de Additioneele wordt overgelaten. De heer Van Kerkwijk heeft
artikelen betreffende het Kiesrecht op te nemen in voorgesteld bij de wet te regelen de wijze der
het ontwerp tot wijziging van Hoofdstuk III. benoeming tot burgemeester, teneinde daarbij meer
De heer Godin de Beaufort betoogde uitvoerig, j invloed aan den raad toe te kennen.
Verscheidene jagers in de provincie Utrecht heb
ben het voornemen opgevat, zich per request te
wenden tot gedeputeerde Staten dier provincie, met
verzoek voortaan bij het sluiten van de jacht op een-
den gelijktijdig die op ander waterwild te sluiten.
Dit verzoek vindt zijn grond in de omstandigheid,
dat de eenden in die provincie vroeger in veel grooter
getale voorkwamen dan tegenwoordig, een gevolg
hiervan, dat thans, nu in den regel de jacht op
ander waterwild circa eene maand later gesloten
wordt dan die op eenden, tal van stroopers, onder
voorgeven van op waterwild te jagen, alle eenden
die onder hun bereik komen, schieten, zonder er
rekening mede te houden, a. dat dit verboden is, en
l. Jat juist in dezen tijd de dieren eieren leggen en
broeden.
Het valt den jachtopzieners zeer raoeielijk de
overtreders te snappen, daar de jagers gerechtigd
zijn, met geladen geweer in het veld te verschijnen,
en zij gewoonlijk de bemachtigde eenden op plaatsen
bergen, waar byna niemand ze vinden kan.
GOUDA, 28 April 1887.
VERGADERING van den GEMEENTERAAD.
Vrijdag den 29 April 1887, des namiddags ten
1 ure.
Aan de orde
Het voorstel tot wijziging der begrooting
het Burgerlijk Armbestuur, dienst 1886.
Het Kohier der plaatselijke directe belasting op
de inkomsten, dienst 1887.
De rekening en verantwoording der Executeuren
in den boedel van wijlen Mej. H. H. Hoffman.
Het voorstel betreffende de belegging der gelden
afkomstig uit den boedel van wijletf Mej. H. H.
Hoffman.
Het voorstel tot het beschikbaar stellen van
terrein aan de Goudsche Machinefabriek voor de
oprichting van een vijzeldok.
Voor bet examen lager onderwijs werden geëxa
mineerd voor de acte als onderwijzeres 19 candida-
ten. Toegelaten werd o. a. J. G. Haverkamp uit
Gouda.
Als een nieuwe bijdrage tot de geschiedenis van
een oud misbruik, wordt door een inzender aan
het //Dagbl. v. Ned." geschreven, wat hem weder
voer in het Koninklijk Paleis te Amsterdam.
iiVergun mij een woordje over de onhebbelijke
behandeling, die mij gisteren in het Kon. Paleis ten
deel viel van een geleider-portier.
Daar het mij niet bekend was, dat er entree
geld werd geheven, gaf ik bij het heengaan een
dubbeltje. Dit kreeg ik terug, met de toevoeging
dat het den bezoeker wel is waar vrij stond te geven
naar verkiezing, maar dat hij (de geleider) niet
minder aannam dan een kwartje.
Toen ik nu met mijne medebezoekers mij wilde
verwijderen en de beoogde fooi met mij dreigde
te ontsnappen, barstte de geleider in woede uit en
greep mij heel onzacht bij den arm, schreeuwende;
z/Dit gaat zoo niet, ik vertegenwoordig hier de
politie, en gij heb mij beleedigd voor het publiek
gij moet moe naar den inspecteur." Ik antwoordde
bereid te zijn mede te gaan, doch zeide, dat hij mij
allereerst los moest laten, daar ik geen misdadiger
was, en het dea geleiders bevolen was, volgens do
in de vestibule aangeplakte affiche, beleefd en voor
komend te zijn jegens de bezoekers, en niet grof
en ruw; dat er bovendien op genoemd affiche geen
sprake was van fooien.
Nu kwamen wij voor den inspecteur. Deze heer
moest- eenvoudig bekennen, dat er geen tarief be
stond; maar zeide dat //die ontvangen kwartjes die
nen tot onderhoud een er weduwe met kinderen"
(sic) ik behoefde ‘echter niets te geven. En daar
mede kon ik heengaan.’
Nu vraag ik, of het oindelyk niet hoogtijd wordt
dit verouderd gebruik of misbruik der heffing van
entrée-geld fcm een nationaal gebouw te bezichtigen,
voor goed af te schaffen. Dit moest kosteloos wezen,
evenals het Museum, of minstens moests de bezoe
ker volkomen vrij worden gelaten om te geven of
niet, ton einde te voorkomen, dat hij door een lom
pen knecht behandeld wordt als een boosdoener, en
om iedereen, zoowel werkman als burger, in de
legenheid te stellen dit schoone gebouw te bezich
tigen."
Een der passagiers aan
stelde een brief over den brand
schikking van de Arnh. Cl., waaraan
nende ontleenen:
z/Wij schreven den lOn April.
z/Een etmaal was verloopen sedert wij, passagiers
van het stoomschip Prinses Amalia, met een zucht
van verlichting Port-Said in het verre verschiet
hadden zien verdwijnen en allerwegen zag men aan
stalten maken om de groote hitte, die de Roode
Zee tot een der minst aantrekkelijke gedeelten van
den wereldbol maakt, manmoedig onder de oogen
te zien.
//Plotseling ontstond beneden ons, het was onge
veer 12 uur, een bijzondere drukte. Een deel der
bemanning kwam met de brandspuitslangen aan
dragen. terwijl een ander gedeelte zich onledig hield
met het luik, dat zich aan *t dek bevindt en waar
door de pakken en kisten in het ruim neergelaten
worden, te openen. Ik haastte mij naar beneden
en in de nabijheid van het luik gekomen zijnde, werd
mijn aandacht getrokken door een kleine rookkolom,
die langzaam uit het ruim zich opwaarts kron
kelde. Gelukkig bevonden wij ons, toen de brand
het eerst ontdekt werd, in het kanaal van Suez, op
de hoogte van het Grootbitter-moer. Had hetzelfde
ongeluk in volle zee plaats gevonden, dan waren
de gevolgen niet te overzien geweest en van het
schoone schip was, zonder eenigen twijfel, niets
overgebleven."
//Gelukkig was adsistentie in aantocht: een centri-
fugaalpomp was uit Suez op weg naar het bedreigde
schip. Dit bericht bracht een straal van hoop onder
de meest beangsten. De spuit toch was in staat,
binnen óen Uur een hoeveelheid van 500000 liter
water in het vaartuig te brengen. Tegen zulk een
hoeveelheid kan het vuur niet bestand zijn.
//Zou de hulp evenwel bijtijds komen?
z/Zelfs de meest optimistischen onder ons moesten
bekennen, dat hun hoop zeer gering was. Uit een
- -T
dat de bedoeling van het amendt. slechts was, om
te voorkomen, dat, in strijd met de wenschen der
Rechterzijde, Hoofdstuk III bij tweede lezing zou
worden aangenomen en de Add. artikelen verworpen,
i Bij aanneming zou hij voorstellen afzonderlijke Add.
artikelen bij het IVe Hoofdstuk betreffende de
verkiezing voor Provinciale Staten en Gemeente
raden.
Het amendt. werd bestreden door den heer Borge-
sius en verdedigd door de heeren Schaepman, Loh
man en Van der Biesen.
De Minister van Binnenl. Zaken ontraa<flte<.o£
technische en politieke gronden de aanneming van
het amendement, dat zijn oorsprong vond in mi»-'
trouwen. 4
Het amendt.-Godin de Beaufort, in stemming ge
bracht, werd verworpen met 45 tegen 32 stemmen,
waarna Hoofdstuk III werd aangenomen met 49
tegen 28 stemmen. Vóór stemden de liberalen met
5 katholieken.
De discussie over de wijzigingen in Hoofdstuk IV
is daarna aangevangen. Do Regeering wijzigde een
artikel, zoodat de wijze van verkiezing van leden
voor de Prov. Staten nu door de wet geregeld wordt.
Een amendt. van den heer Roose boom, om mili
tairen beneden den rang van officier, gedurende den
tijd dat zij onder de wapenen zijn, voor de Pro
vinciale Staten, werd door de Regeering overgeno
men, terwijl een amendt. van den heer Goekoop,
strekkende om, in plaats van de Koninklijke goed
keuring van de Prov. verordeningen, die gelegènheid
te openen, door den wetgever andere waarborgen te
doen stellen, die evenzeer waken, dat in de Prov.
verordeningen niets worde opgenomen, wat in strijd
is met de Wet of het Prdvinciaal belang, door de
Regeering ernstig werd" bestreden. Eveneens een
amendt. van den heer Huber, om geen Koninklij
ke goedkeuring té vorderen op Provinciale verorde
ningen in strijd met de wet of het algemeen belang
te vernietigen.
In de Woensdag gehouden zitting vulde de
minister, bij de behandeling van art. 131 der grond
wet (Hoofdstuk IV), de bepaling betrekkelijk de
provinciale reglementen en verordeningen, die door
den koning moeten worden goedgekeurd zoodanig
aan dat weigering van goedkeuring, moet rusten op
een koninklijk besluit, na den raad van state ge
hoord te hebben.
De heer Goekoop trok hierop zijn amendement
in, dat tot doel had aan de toekomstige wet over
te laten de bepaling der waarborgen voor de juistheid
der provinciale verordeningen.
Over het amendement-Huber om de geheele ko
ninklijke goedkeuring van zulke verordeningen|te doen
vervallen ontstond eene vrij levendige, deels politieke
discussie, waarbij de regeering verklaarde voortaan
de kamer zolve over de mogelijke gevolgen van een
votum te zullen laten oordeelen.
Het amendement werd met 44 tegen 24 stemmen
verworpen.
Bij de behandeling van het artikel betrekkelijk
de macht des konings tot schorsing of vernietiging