rarer.
SRAAD.
II
1I
II
j 1
II
IBS.
T
SI
I
opingen
I
ismd,
l.
a
Zondag 5 Juni.
1887.
N° 3556.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
ngfabriek
rLEEVER,
DEL.
•Il
jAK,
I
I
BINNENLAND.
f
I
M
11
J 1
e
ft
8*
I
i gebruik
Iwater
;enheid toot
DEL
60.
ortst
ideljjk
is san de aanhoudende zorg der
RtSDKN.
Bacon te
UK.
Bureau dezer
en ran 2 tot
fotarie
es morgens te
in de Korte
des morgens
n wjjlen den
I in de Klei-
187, des mor-
ykKNo. 255
uren tezien.
emde Notaris
Gouda.
GOUDSCHE CODRANT.
Groenen daal.
I
z/ Bij de teleurstelling, die’s heeren Du Toit’s beheer
reeds vrij algemeen heeft opgewekt, komt nn nog
het feit, dat genoemde heer eene benoeming heeft
aangenomen als directeur eener goudexploitatie-
maatschappij, en dus weinig tijd meer kan wijden
aan de opvoedingsbelangen van het jongere geslacht.
z/De practische Boeren wenschen echter waar voor
hun geld (ƒ10800 per jaar is het salaris van den
Minister van Onderwijs) en zien nu naar een in
hunne oogen geschikter persoon voor dien post uit.
«Veel kans op de benoeming heeft naar wij uit
particuliere bron$*^emen, de heer Louis, een Neder
lander van géboorte, die voor eenige jaren als ge
woon onderwijzer naar de Transvaal vertrok en
sedert opgeklommen is tot den rang van directeur
van de opleidingsschool te Pretoria.
,/De heer Louis zal naar veler meening en wij
hopen het van ganscher harte voor dien voor
de Transvaal zoo gewichtigen post the right man on
the right place blijken te zijn.*
De heer Du Toit is een welsprekend oud-predi-
kant, die vooral zich zelven zoekt. Hij zal dan ook
veel beter op zijne plaats zijn aan het hoofd van
gouddelvers dan aan het hoofd van het onderwijs.
We hopen dus om meer dan een reden dat het
bericht bevestigd worde.
Een telegram uit Budapest van Woensdag meldt,
dat de rivier de Theiss buiten hare oevers is ge
treden, waardoor dijkbreuk werd veroorzaakt, ten
gevolge waarvan vijftienduizend acres land over
stroomd zijn. Ook het water van de Ternes en de
Bega is opnieuw gewassen en over een uitgestrekt
heid van honderd vierkante mijlen staat alles
blank. Twaalf dorpen zijn ovenfroomd. Vele huizen
zijn weggespoeld en de oogst heeft zwaar geleden.
De voorsteden van Temesvar wtwden bedreigd.
Ook in Duitschland heeft de regen, die een week
aanhield, de Elbe, de Weichsel en andere rivieren
doen wassen, waar de laag liggende oorden met een
overstrooming bedreigd worden. Vrijdagnacht werd
de spoorwegbrug bij Schönlanken in Posen, zoo be
schadigd, dat het verkeer er over moest gestaakt
worden.
En wat bewijzen nu de over Tjiomas overgelegde
stukken? vraagt De Anuterd. aan het slot van eenige
beschouwingen te dier zake.
Dat juist op de grenzen van Soekaboemi, door den
Java-Bode als broeinest van dweepzucht aangewezen,
geheime godsdienstige complotten zijn gehouden, en
dat daar op 20 Mei 1886 een oproer is geweest,
dat al het karakter eener fanatieke uitbarsting droeg.
Dat blijkt niet alleen uit de verhooren van den heer
Sol en de heeren De Starlet, vader en zoon, maar
zelfs uit de totaal onverdachte getuigenis van een
voudige inlanders, wagrvan het verhoor door den
adsistent-resident Von Czernicki is afgenomen. (Zie
no. 81 der officieele stukken, pag. 157 en vv.) En
wat nog sterker is, het wordt volmondig erkend
door den resident van Batavia, De Munuick, in eone
missive dato 22 Mei ’86 aan den Gouv. Generaal.
(Zie no. 118, gag. 131,132 van den bundel.) Maar,
zegt de resident, dat fanatisme was geen w oorzaak",
maar nu als altijd een middel om ’t verzet aan te
wakkeren. e
Maar, oorzaak of middel, het bestond dan toch, en
het uitte zich op bloedige wijs. Dat staat vast. Daar
is geen ontkomen aan. En als menschen gelijk de
resident De Munnick en de adsistent-resident Van
Czernicki beide zeer regeeringslievende ambtena
ren in hun missives en rapporten er niet van
tusschen kunnen, het fanatisme te erkennen, dan
moet het wel zeer duidelijk en onloochenbaar zyn
geweest. Onbevangen particuliere getuigen, wier
mond en pen niet door ambtelijke Rücknchten ge
snoerd is, zouden nog heel wat meer weten te ver
tellen.
Natuurlijk zit de Regeering van Nederl. Indië
zeer verlegen met de uitingen van godsdienstige
dweepzucht. Zij moeten zooveel doenlijk worden ge
negeerd, geëscamoteerd en geïgnoreerd. Zij bestaan
wel, maar zij moeten geacht worden niet te bestaan,
want zij zijn lastig. Eerstens strijden zij met de
//rustige rust*, en dan zijn ze nog in ’t bijzonder
lastig voor Z. Exc. den Gouv.-Generaal Van Hees.
Deze hield nl., toen hij de landvoogdij ging aan
vaarden, in ’t begin 1885 Atjeh aandoende een zeer
onhandige speech tegen de inlandsche hoofden över
de plichten van goede Allah-dienaars, enz. Toen
heeft men in Den Haag gezegd, dat, als de moham
medanen nu dweepziek werden, de Landvoogd zelf
schuld zou zijn.
Nu was er fanatisme en dat werd lastig.
Staten-Generaal. Tweede K^meb. Zittingen
van Donderdag 2 en Vrijdag 3 Juni.
Zitting van Donderdag.
Het debat werd voortgezet over het voorstel-
Schaepman. Door de heeren Borgesius en De Meij-
ier werden de heeren Hartogh, Sanders en Van
Houten, die alles het onderwijs betreffende aan
den gewonen wetgever willen overlaten, ernstig be
streden.
Zij wilden de hoofdgedachte in de Grondwet be
houden, omdat anders een der gewichtigste punten
van volksbelang aan ingrijpende veranderingen werd
blootgesteld.
Ook de heer Van Baar verklaarde zich er tegen,
in dezen alles aan den gewonen wetgever over te
laten.
De heer Gleichman, ofschoon krachtig voorstander
van de neutrale school, was vóór het laten van vrij
heid aan den gewonen wetgever in zake het onder
wijs. Hij geloofde niet dat de Volksschool daardoor
zou vernietigd worden.
De heeren Lieftinck en Sanders verdedigden nader
hun tegenstrijdig standpunt.
De heer Mackay meende, dat de schoolstrijd
door de vrijheid in zake het onderwijs aan den
gewonen wetgever over te laten zou beëindigd
worden.
De Minister van Binnenl. Zaken opperde een twee
tal bezwaren tegen het voorstel-Schafcpman en ver
klaarde dat de Regeering zich alle mogelijke vrij
heid voorbehield wanneer een der voorgestelde amen
dementen mocht worden aangenomen.
Nadat de heer Schaepman nog nader zijn voorstel
had verdedigd, werd het algemeen debat gesloten.
Het debat over 2, wijziging art. 194, is aange
vangen. - 4
Daarop zijn drie amendementen voorgesteld:
lo. van den heer Vos de Wael, om de 3e en 4e
alinea te schrappen.
2o. van den heer De Beaufort c. s. om de 4eAli-
nea te schrappen.
3o. van den heer Bahlman om de 2e, 3e en 4e alinea
te doen vervallen en daarvoor te lezen:
wVoor zoover in het Rijk door anderen geen vol
doend hooger, middelbaar of lager onderwijs gegeven
wordt, geschiedt zulks van overheidswege.
z/Het openbaar onderwijs wordt gegeven met eer
biediging van de godsdienstige begrippen der leer
lingen, die het bijwonen.
Zitting van Vrijdag.
De discussie werd voortgezet over het voorstel
Schaepman en drie amendementen der heeren Vos
de Wael, De Beaufort en Bahlmann.
Laatstgenoemde meende te moeten vasthouden aan
dè Katholieke nota van verleden jaar.
De heer Schaepman bestreed het amendement-
Beaufort als beteekenisloos, en het amendement-
Bahlmann als geen genoegzame zekerheid aanbiedende.
Daarentegen berustte hij in het amendement-Vos
de Wael, waardoor voor beide partijen het stelsel
van vrijheid in de Grond weG gold.
De heeren Heldt en De Beaufort bestreden die
vrijheid en eischten waarborgen dat het lager onder
wijs overal voldoende zal zijn. Vooral de heer De
Beaufort betoogde, dat prijsgeving van dien waar
borg en van de neutraliteit der openbare school
verzaking was der liberale beginselen.
De heer Greeve stelde oen amendement voor om
als tweede alinea te bepalen, dat het onderwijs
een voorwerp L w
regeering.
De heeren Van Houten en Gleichman bleven het
stelsel van vrijheid verzadigen.
De heer Van der FelW bestreed hen.
Ook de Minister van Bin^nl. zaken waarschuwde
GOUDA, 4 Juni 1887.
De heer N. W. Zwaaneveld alhier deed met
gunstigen uitslag het examen roer onderwijzer.
Het zomerseizoen is eindelijk daar en daarmede is
tevens de zwemtijd aangebroken. Niet lang zal het
meer duren of „het water" zal weder groote aan
trekkingskracht uitoefenen op ieder, die geleerd
heeft zich daarin te bewegen. Het nut van „het
zwemmen» te betoogen mag tegenwoordig onnoodig
heeten, ‘t wordt algemeen erkend dat het een heil
zame lichaamsbeweging is, die ook in andere op
zichten aanbevelenswaardig is en slechts „onverstan
dige ouders" kunnen er tegen zijn, dat hunne kin
deren de zwemschool bezoeken.
Als een bewijs dat ook in Gouda de liefhebberij
in zwemmen toeneemt, mocht verleden jaar de op
richting van „de Goudsche Zwemclub" gelden, die
al dadelijk flink optrad. Men herinnert zich onge
twijfeld den zwemwedstrijd, die toen met zooveel
succes plaats had. De vereeniging heeft reeds in
den korten tijd van haar bestaan getoond sympathie
te verdienen en derhalve vestigen wij gaarne de
aandacht op hare in dit nr. voorkomende advertentie.
De contributie van werkende leden bedraagt slechts
2, terwijl zij, die als contribueerend lid de Club
willen steunen, voor 1 'sjaars van hunne sympathie
kunnen doen blijken. Telt de Club nu reeds
ruim 100 leden, wij hopen dat dit getal weldra ver
dubbeld zal zijn en wekken bij deze ieder, die iets
voelt voor de edele zwemkunst, op om zich bij haar
aan te sluiten.
In eene vergadering van stemgerechtigde ingelanden
vim den polder Papekop is met algemeone stemmen
tot schout herkozen de hr.. J. A. Montijn, am
bachtsheer van de gemeente Papekop. Tot heem
raad is herkozen de heer A Boer te. Papekop. e
Op de Staatsbegrooting van 1887 is een post van
ƒ8000 gebracht ter subsidieering van artsen en
vroedvrouwen, die zich in plattelandsgemeenten ves
tigen en van gemeentewege geen voldoend trakte
ment genieten.
In de toelichting op dien post heeft de Regeering
evenwel uitdrukkelijk verklaard, dat geen, subsidie
zal worden verleend, tenzij ook de provinciën bij
dragen verleenen.
Door het hoofdbestuur der „Nederlandsche Maat
schappij tot bevordering der geneeskunst" is thans
aan Gedep. Staten der verschillende provinciën een
adres gericht, waarin verzocht wordt op de pro
vinciale begroeting een post van dezelfde strekking
als die op de Staatsbegrooting te brengen.
Op Ijsland, waar men in de eerste weken van
April heerlijk lenteweder had genoten, is sedert
den 21en dier maand weder de volle winter inge
treden met vreeselijke sneeuwstormen. Een groote
menigte drijfijs heeft de inhammen gevuld en men
vreest dat het als in 1869 en 1881 tot ver in
den zomer zal blijven liggen als gunstige winden
het niet wegvoeren. Veel ijsbergen zijn naar den
AtUntischen Oceaan gedreven, en hebben wellicht
de kodde Meimaand van dit jaar veroorzaakt.
Men leest In de Wereldburger
„Naar wij vernemen, mag men weldra uit de
Transvaal het bericht te gemoet zien van het ont
slag van den heer Du Toit als Superintendent van
Onderwijs.
„Men was in den laatsten tijd in de .Zuidafri-
kaansche Republiek lang niet tevreden over den
vooruitgang van het onderwijs daar te lande, waar
van men zich onder ’s heeren Du Toit’s leiding zulke
gunstige resultaten had voorgesteld, doch die helaas,
verre beneden de verwachting bleven. Nog altijd
schijnt het- onderwjjs vooral het meer uitgebreid,
om nog niet eens van middelbaar te spreken, veel
te wenschen over te laten en wij vermelden het
maar even tor loops aan flinke, bekwame Hol-
landsche onderwijzers is daar, naar men ons mede
deelde, nog altijd groote behoefte.