I I ERIJ. I LEN. !g E. 73a. ïënI LLEN imlampen, 8 de nieuwste t Magazpn van RKEL, [WEG. rerd. ntalons, reraar ,AK, Sroenendaal. IÏMEÏÏ DE, Iff J', :ersen. ënF^ BAS. BINNENLAND. i "il ii 3571. Zondag to Jull. 1887. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, RNES, SER, Tailleur. f 11 FAM, I Fo. 86. 1 GOUDSCHE COURANT van fijne zwarte n u J. Steeds Zijnen. H V n te Gouda. Dr. A. Rötneijn. if H besluit dan v n G. 7.1, week versch egen concur- k. OPENING ÏÏRIJ van oor delevering concureerende r een prompte 1.1 4 n. boekdrukkerij zich aan een r. DDA. it leveren van vuper», erdere benoo- t het Koksvak J. A. P. Montijn, door den heer Dr. A. Romeijn. H. Enno van Gelder, door den heer Dr. L. A. Kespen veling en bespreking der verschillende heeren, nadat De Heer C. C. Knaap, door,den heer A. L. van Uven. De heer H. W. G. Koning vraagt daarop het woord en zegt nu twintig jaar lang in Gouda gewoond te hebben en gedurende dien tijd veel belangstelling te hebben opgevat voor veie zaken, de gemeente betreffende. Meende spr. bij vorige gelegenheden voor eene candidatunr te moeten be danken, het was dus nooit uit gebrek aan belang stelling in de belangen der gemeente, maar veeleer uit vrees om deze kiesvereeniging een échec te doen lijden. Waar men er echter thans op aandringt dat hij eene candidatuur zal aanvaarden onder ver zekering dat hij de vereeniging daarmeê genoegen zal doen, wil hij ditmaal zich bereid verklaren tot de aanvaarding eener candidatuur. De heer A. Kok beveelt daarop den heer W. Lotsy aan, die als burgemeester van Bodegraven volkomen op de hoogte is van gemeente-zaken en overigens lang genoog in Gouda heeft gewoond en met vol doende belangstelling alles heeft gevolgd om een plaats in den raad waardig te bezetten. De heer H. W. F. Bonte beveelt daarop den heer C. Messemaker als candidaat aan. Spr. acht het van groot belang dat de nijvere burgerstand, de neringdoende, in den raad goed vertegenwoordigd is en spr. deed verscheidene pogingen om daaruit geschikte personen te bewegen eene candidatunr te aanvaarden, maar te vergeefs I Hij polste o. a. do heeren D. G. van Vreumingen, A. van Veen en L. P. Hoogendijk, doch geen hunner verklaarde zich bereid. Spr. kreeg den indruk, dat zij uit vrees voor hun eigen zaak er tegen opzagen. Spr. noemt nu den heer Messemaker, die reeds vroeger getoond heeft die vrees niet te deelen en blijken heeft ge geven onafhankelijk genoeg te wezen om een goed raadslid te zijn. Wat jaren geleden gebeurd is, toen de heer Messemaker uit den raad werd ge worpen, is nu lang genoeg geleden om te doen hopen dat de oppositie van toenmaals zal zijn .uitgesleten* en in aanmerking nemende dat het wenschelijk is ook personen uit den neringdoende stond in den raad te hebben acht spr. zijn verkiezing zeer wen schelijk. De heer Messemaker zou een bepaalde aanwinst voor den raad zijn, meent spr. De heer Steens Zijnen zou den heer Messemaker eveneens gaarne in den raad zien, maar toch bestaan er z. i. tegen zijne candidatuur bezwaren. Spr. heett met andere personen ook reeds over die candidatuur gesproken en hem was toen van meer dan ééne zijde gezegd«Waarom, oude twisten opnieuw wakker te roepen Het leed geen twijfel of opnieuw zou de oppositie van vroeger weer het hoofd omhoog steken en wederom zou er een strijd ontstaan, die van beide kanten mei hevigheid gevoerd werd. Dat moest voorkomen worden, meent spr. en hoeveel sympathie spr. ook heeft voor den heer Messemaker1 het was de meest sympathieke persoon, die spr. uit dien stond kende en hoe gaarne hij hem ook in den raad zou zien, zou zijne candidatuur thans z. i. niet wenschelijk zijn. De heer Bonte zegt dat een en ander ook door hem wel overwogen is, maar aangezien zich niemand anders beschikbaar stelde uit dien kring, waaruit naar spr.'s meening thans een raadslid moet geko zen worden, meende spr. hem candidaat te mogen stellen. Spr. heeft den heer Messemaker niet ge polst omtrent de aanvaarding eener eventuoele can didatuur, hij weet dus niet of hij die zal aannemen, maar spr. vertrouwt van wel en als hij haar aanneemt, dan zou hij ongetwijfeld gekozen worden tot raadslid. De heer A. L, van Uven meent dat zij, die vroeger de bedoelde oppositie voerden tegen den heer Messemaker, thans voor een groot deel de gemeente verlieten, doch de heer Steens Zijnen doet opmerken, dat juist dezer dagen de Goitdwlt Kimer- eeniging weder een toeken van leven gaf, daar bij den heer van Gooien een lijst was gedeponeerd, waarop men zich als lid dier vereeniging kon inschrijven en naar spr.’s meening zou <toor een candidatuur-Mes- semaker de oude strijd opnieuw ontbranden. Hoe gaarne hij dus dien, heer in den raad zou zien, •meent hij hem nief caMdidaat te moeten stollen. Do heerDr.W. Juliws vraagt daarop of het nietbene- Vervolgens werd gelegenheid gegeven tot aanbe veling en bespreking der verschillende heeren, nadat eerst de Voorzitter had verklaard dat de hh. Koning, van Vreumingen, Knaap en Enno van Gelder reeds vroeger uitdrukkelijk hadden ie kennen gegeven voor eene candidatuur niet in aanmerking te willen komen. De heer G. J. Steens Zijnen beval daarop de l aftre dende heeren aan, die naar zijn inzien aan de bur ger,) alle reden van tevredenheid hadden gegeven in den raad de een had meer, de ander minder gepraesteerd, maar ieder had naar mate van zijne talenten medegewerkt aan bevordering van het ge meentebelang en men zou ondankbaar handelen met hen niet te herkiezen. De vergadering betuigde door luid applaus in stemming met deze woorden. De heer Steens Zijnen nam daarop wederom het woord tot aanbeveling van den heer P. C. van der Meulen. Persoonlijk kende spr. dien heer niet, maar hij had ean verschillende zijden vernomen, dat hij een zeer geschikt raadslid zou zijn. Hij was een bedaard, rechtschapen burger, die elders, nL in den Helder, getoond had in een gemeenteraad een goed figuur te slaan en spr. gelooft dat Gz- mzzntzbzlang een goede kens zou doen met hem candidaat te stellen. Des* candidatuur wordt daarop ten zeerste ondersteund door Dr. A. Romeyn, die dien heer deed kennen als een zeer ijverig lid van het Burgerlijk Armbestuur dezer gemeente. De heer H. W. F. Bonte zegt dat ook hem genoemde persoon als candidaat wenschelyk voorkwam, waarom hij de vrijheid nam hem te' vwgen Of hij genegen zou zijn een eventueels candidatuur te aanvaarden, welke vraag evenwel beslist mtkemend werd beantwoord. De heer v. d. M. zeide gaarne te willen medewerken tot bevordering van het algemeen belang in commis- siên, waaraan gezellige bijeenkomsten verbonden waren, maar in den raad wenschte hij geen zitting te nemen. De heer A. L. van Uven verdedigde de candida tuur van den heer H. W. G. Koning. Veel woor den waren daartoe onnoodig, meende spr., daar dé heer Koning bij allen hoog gunstig bekend staat en ook reeds vroeger door deze kiesvereeniging candi daat was gesteld. Spr. meent daarom te mogen ver wijzen naar hetgeen vroeger ten gunste van don heer Koning gezegd is en hoopt dat deze een candidatuur niet zal afwijzen. De heer H. P. Schim van der Loeff onder steunt deze candidatuur ten zeerste. Ook na de mededeeling van den Voorzitter, dat de heer Koning vroeger verklaarde een eventueels candidatuur niet te zullen aannomen, acht spr. het wenschelijk dat van do zijde dezer Kiesvereeniging een poging worde gedaan hem op dat besluit te doen terug komen. Blijkt het, dat de heer Koning ook thans bezwaren heeft tegen de aanvaarding eener candi- datnur, wij zullen die natuurlijk moeten eerbiedigen, zegt spr., maar wanneer Onzerzijds op die aanvaar ding wordt aangedrongen en hem wordt venbeht de zaak in overweging te willen nemen en zijn «neen, in geen geval 1» terng te nemen, zou hij, naar spr. hoopt, daarin misschien wel kunnen treden. Spr. acht het in het belang der gemeente dat mannen als do heer Koning in den Raad zitting nemen. De Voorzitter verklaart het met die woorden volko men eens te zijn. Ook hem zou eene candidatuur- Koning zeer aangenaam zjjn. Wij hebben behoefte aan menschon, zegt spr., die flink voor hungevoelendurven uitkomen en die aan veel zaakkennis de gave ver- eenigen om uitdrukking te geven aan hunne denkbeelden on tot dezulken behoort ongetwijfeld de heer Koning. Spr. kent hem gedurende 20 jaar en steeds van zeer gunstige zijde, zoodat hij meent dat hy in den raad een zeer s-ervolle plaats zou innemen. Spr. vraagt ten slotte den beer Koning (die aanwezig is) of hy thans de Kiesvereeniging het genoegen wil doen eene candidatuur te aan- den de waardigheid van deze kiesvereeniging is om vaarden. Hij zal er deze vereeniging ongetwijfeld een candidaat, die men gaarne raadslid zou zien, zeer mee verplichten. alleen daarom niet te proclameeren omdat men be- 1.40, ver- I een mandje IN. C RITSEN, ituwe). Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel. GOUDA, 9 Juli 1887. Se kiesvereeniging „Burgerplicht" hieldDonderdag- avond, onder presidium van don heer Mr. J. Fortuijn Droogleever, eene vergadering ter bespreking van de be kende circulaire van het Bestuur der „Liberale Unie11 in zake de wijziging van art. 194 dor Grondwet. Met algemeene stemmen vereenigde de vergadering zich met do door genoemd Bestuur ontworpen motie, luidende«De vergadering spreekt nadrukke lijk den wensch uit, dat het reeds door de Tweede Kamer in eerste lezing aangenomen voorstel tot wij ziging vjn Hoofdstuk X der Grondwet bij de verdere behandeling moge worden verworpen!* Ds. D. Beeckman te Breda heeft bedankt voor het beroep bij de Nederl. Herv. Gemeente alhier. Met ingang van 1 September a. st. is door den minister van marine benoemd tot adelborst 3* kl. by het Koninklijk Instituut voor de marine te Willems oord C. H. Julius, leerling der 3* klasse der Rijks- Hoogore Burgerschool alhier. In de gisterenavond gehouden vergadering der Weerbaarheids- Vereeniging «Burgerplicht* is in de plaats van den heer J. W. Boers, die door vertrek uit deze gemeente had bedankt, gekozen tot be stuurslid de heer C. C. J. van Mierop. Tevens werd door het Bestuur mededeeling gedaau dat ter gele genheid van het 20-jarig bestaan der vereeniging een drie-daagsch concours zou plaats hebben en wel op 24, 25 en 28 JuK a. s. ’t welk opgelnistcrd wordt door uitvoeringen der Muziekkorpsen derdd. Schut terij en van het 4'. Regiment Infanterie, daartoe welwillend aangeboden door hh. Officieren der ge noemde Korpsen. Donderdagavond vergaderde in een der lokalen boven de Sociëteit „de Réunie* de kiesvereeniging G1MMNT1-BÏLANO tot het stellen van 6 candidaten voor den Gemeenteraad, daar dit jaar aan de beurt van aftreding zijn de hh. Mr. A. A. van Bergen IJaendoorn, J. M. Noothoven van Goor, Dr. H. IJssel de Schepper, C. Hoogenboom, Mr. W. Hem sing en J. Post van der Burg. Daar beide laatst genoemde heeren door vertrek uit deze gemeente niet meer in aanmerking kunnen komen, moeten twee nieuwe raadsleden worden gekozen. Nadat de vergadering door den Voorzitter, den heer G. j. Steens Zijnen, geopend was en de notulen der vorige vergadering waren gelezen en goedge keurd, sprak genoemde heer allereerst een woord van waardeering en dank tot de hh. Hemsing en Post van der Burg voor hetgeen zy in den raad gedaan hadden in het belang der gemeente, om vervolgens mede te deelen dat het Bestuur als zoodanig het wenschelyk achtte de 4 overige af tredende leden opnieuw candidtfht te stellen, terwijl het voor de 2 andere vacatures geen candidaten meende te moeten voorstellen, maar dit aan de leden te moeten overlaten. Vervolgens stelde spr. de gelegenheid open tot het noemen van candi daten, nadat hy-zelf de aftredende heeren Van Bergen Uzendoorn, Noothoven van Goor, IJssel de Schepper en Hoogenboom opnieuw als zoodanig had voorgesteld. Daarop werden de volgende heeren als candidaten genoemd De Heer P. C. van der Meulen, door den heer G. J. Steehs Zynen. H. W. G. Koning, door den heer A. L. van Uven. W. Lotsy, door den hoer A. Kok. 0. Messemaker, door den heer H. W. F. Bonte. C. Witte van de Velde, door den heer H. W. F. Bonte. D. Hoogendijk, door den heer F. Grendel. D. G. van Vreumingen, door den heer

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1887 | | pagina 1