N.
\II.
pots
i
xs,
I
i
ping.
-J.
BINNENLAND
I
N° 3688.
I
Zondag 20 November. I
1887.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
ting.
II
1 I
!N.
Ol
caati
dp h
arroi
igen.”
Ill
«der
Elt,
»ii
bovw-
liaren,
'D, in den
inxveen.
tmis 1890
i 1891.
JK,
do zijde, in
ten hoogste
bij de be-
I
te Gouda.
-
■WMi'
en 3 na
orde» ge-
Snead reur.
voorbeel-
Een recks
van voor-
te Gouda,
igt.
-
jdeaux ah
tret, het-
ne Photo-
jd geënca-
e Collectie
PLATEN,
ler tot het
it
igen naast
i,( 9 Ar$n,
te Gouda,
DECEM-
ir, in het
Gouda in
1$87.
n
LS.
BOHNET.
uur-
■ten.
Nouveautés,
de fijnste
Het Centraal-bestuur van het Alg. Ned. Werk
liedenverbond heeft eon manifest openbaar gemaakt,
waarin het wijst op de kwaal der werkeloosheid en
aanspoort, daaraan de aandacht te wijden, en tevens
GOUDSCHE COURANT.
tevens werkzaam
van justitie bij: de
i
N’
genaamd
ambtenaar. van hot openbaar ministerie ‘bijde kan-
1 tonafeechtcn in het arrondissement Rotterdam, voor
/le kantons Rotterdam No. 2 en Gouda, tor stand-
Rotterdam, mr. A. W. O. Wentholt, aflvo-
m procureur te Arnhem,
parket van den officier i
ssements-rochtbanK aldanr.
daar, zeer
g groot 2
y GOUDA, 19 November 1897.
Bij'Zr. Ms. besluit van 16 Nov. is benoemd tot
Te Amsterdam zal eene nieuwe kies vereen iging wor
den opgericht, die er inzonderheid naar zal streven,
bij de verkiezingen de belangen van den winkelstand
te bevorderen. Daar het plan van acht der voornaam
ste winkeliers uitgaat, die door een rechtsgeleerde
worden bijgestaan, mag men verwachten, dat de al-
gemeene belangen, die do rertogcuwoordigei.de licha
men hebben te behartigen, in de statuten niet op den
achtergrond zullen treden.
De Rechtbank te ’s Hage uitspraak doende in
zake de strafzaak tegen den te ’s Hage wonenden
drukker C., ter zake van beleediging van Z.M. /en
Koning, nam op grond van de door de getuigen af
gelegde verklaringen als vo]ledig bewezen aan, dat
bekl. op 16 September jl. op den Stationsweg te ’sHage
met opgeheven arm luide de woorden: «Weg mot
Gorilla!* heeft geroepen en beslist dat uit het feit,
dat juist op dat oogenblik Z. M. daar ter plaatste
werd verwacht en passeerde, moest worden opge
maakt dat bekl. daarby op Z. M. den Koning doelde
en deze woorden als een beleediging voor diens per
soon moesten worden beschouwd. De vraag of bekl.
bij genoemde woorden ook nog het woord wge
kroond* of «Koning* heeft gevoegd, liet de Recht
bank, als zonder invloed op die beslissing, terzijde.
Op grond van een en ander werd C., tot 6 maan
den gevangenisstraf veroordeeld.
Gelukkig er over dat de Grondwetsherziening
van de baan en weder voor de bespreking van prac-
Uiendeweg.
1. 1
met eene
maatregel aan 'den Gouv.-generaal bleef overgelaten.
De heer Van der Feltz wilde zelfs eene motie voor
stellen luidende «de Kamer van oordeel dat het vo
tum van 24 Juni, omtrent de uitzetting van de heeren
Sol en De Sturler door den Minister van Koloniën
niet geheel onbewust wordt misduid, gaat over tot de
orde van den dag.” Met het oog op de omstandighe
den, waarin de Kamer verkeert, stelde hij evenwel
die motie niet voor.
Ook door den heer W. K. v. Dedem werd aange
drongen op tegemoetkoming in den nood van de
inlandsche bevolking, en verhooging van het plant
loon.!
De'vheer Goeïhan Borgosius bleef zijne bewering
verdedigen, dat het plantloon voor de inlandsche
bevolking te laag was, on kondigde een voorstel
aan, om daaraan te gomoet te komen.
De Minister van Koloniën wees er nogmaals op
dat rekening moest gehouden worden met jle plaat
selijke omstandigheden en zette voor- en nadoelen
van de verschillende cultuurstelsels uiteen. De opvat
ting der Regeering van de conclusie omtrent bet
uitzettingsbesluit verdedigde hij, onder opmerking
dat de Minister zich zelf het best rekenschap kon
geven van zijn eigen opvatting.
Hot algeineone dobat is, nog niet afgeloopen. Maan
dag l,z8 uur voortzetting.
Zoo nu en dan wordt bij gelegenheid van de zit
tingen der rechtbank te ’s-Hage een tipje opgelicht
van den sluier, die over toestanden in sommige
kleine gemeenten ligt uitgespreid.
Een merkwaardig kijkje kon men Donderdag
nemen in de huishouding der gemeente Voorschoten.
In dit dorpje woont oen man, die aanhoudend
aan plagerijen van de zijde van drie gebroeders
blootstaat. Na heel lang geduld te hebben geoefend,
besloot hij, na op zekeren avond in September jl.
op zijn erf eenige scheldwoorden aan zijn adres te
hebben gehoord, o. a. de uitdrukking «magere
kreng” en van die onbehoorlijke daad zijne ge
wone kwellers te hebben verdacht, de drie gebroe
ders aan te klagen bij den burgemeester.
’s Mans stap had gevolgen, en ziedaar de drie
broers ieder afzonderlijk voor den rechter.
De erg «geplaagde man* kon echter niet onder
eede verklaren dat de drie beklaagden in den be-
wusten avdhd de beleedigende woorden hadden geuit»
waartoe ook de tweede getuige d charge niet in staat
was, terwijl twee getuigen d déclarge verklaarden,
dat de drie gebroeders dien avond niet eens op het
erf waren geweest.
En wat bleek nu den aanklager te zijn wedervaren
bij zijn bezoek aan den burgemeester Dat hy laatst
genoemde niet eens gesproken had, daar deze niet
tehuis was, doch in zijne plaats eenen anderen
«meheer*, waarschijnlijk een klerk, aan wien hij
zijne zaak had blootgelegd. De gemeente-veld wachter
kwam later te zijnen huize een proces-verbaal van
zijne klacht ter onderteekening aanbieden de man
teekende zonder van den inhoud van bet pro
cesverbaal ook maar even kennis te hebben genomen.
Den subst.-offiecier van justitie, mr. Hulshoff,
bleef niets anders over, dan de vrijspraak van twee
der beklaagden te vorderen, terwyl Z.E.A. belette
dat tot de behandeling der zaak tegen den derden
beklaagde werd overgegaan, door de vervolging een
voudig in te trekken. De rechtbank zal a. 8. Donder
dag uitspraak doen.
Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zittingen
van 17 en 18 Nov.
Het algemeen debat over de Indische begrooting
werd Donderdag voortgezet. Na repliek van de heeren
Cremer en Van Baar, vroeg de hoer Heldt inlichtin
gen in zake het voorgevallene met den heer Willink
Ketjen, wees op do zonderlinge houding tegenover
dien eervol ontslagen en gepensionneerden officier
aangenomen, on gaf zyne verwondering te kennen
na de bedreiging van den heer Ketjen om den Mi
nister van Koloniën met een hondenzweep af te ran
selen, geen vervolging tegen hem was ingesteld.
De Minister van Koloniën ontkende dat eene be
dreiging met de hondenzweep was gedaan, verklaarde
dat het ontslag, zooals door beide commission van
onderzoek was erkend, (hotgeen de heer Reuther in deze
zitting nog constateerde), volkomen wettig was ge
weest en de Regeering alleon uit medelijden beloofd
had, den heer Ketjen in eene civiele betrekking te
plaatsen, doch geenszins om hem den mond te stoppen
voor een hem aangedaan onrecht.
De Minister van Binnenl. Zaken bevestigde de
verklaring van zijn ambtgenoot, dat geene bedreiging
met eene hondenzweep had plaats gehad, en de heer
Ketjen alleen op lompe manier stukken had opgo-
ëischt welke hem niet gegeven konden worden om
dat zij in Indië waren.
Do heer Kouchenius vereenigde zich met den
aandrang tot wijziging van de Comptabiliteitswet, en
wees op enkele verkeerde inrichtingen van het In
dische bestuur. Hij drong ook aan op intrekking
van het uitzettingsbesluit toegepast op de heeren
Sol en de Sturler, on verhooging van het plantloon
voor de koffieplantende bevolking, met welden aan
drang de heer Goeman Borgosius zich verenigde
en de hoop uitdrukte dat door de Regeering een I
post zou worden voorgedragen om de noodlijdende
bevolking te helpen.
Bij het gisteren voortgezet algemeen dobat over
de Indische begrooting betoogde de Minister van i
Koloniën, dat het volstrekt onbewezen is dat de i
plantloonon voor de bevolking in Indië te lahg zyn,
doch deod de toezegging, zoo noodig de noodlijdende
bevolking te helpen.
De heeren Schimmelpenninck v. d. Oye, Van der
Kaay en Van dor Feltz verzotten zich tegen de op
vatting der Regeering van de conclusie betreffende
do Tjirmaszaak, dat de opheffing van don uitzettings-
Dö Donderdagavond gehouden bijeenkomst der
Gustailf-Adolf-Vereeniging werd geopend door Ds.
B. J. Swaau, pred. by de Herv. Gemeente alhier,
die kortelijk het ontstaan der Vereeniging schetste,
waarna DT. J. Knappert, prof, te Amsterdam, het
doel daarvan nader uiteenzette en het nut, dat zij
doet, in het licht stelde, waarna hij eindigde met
een opwekking om als lid of donateur toe te treden.
Opgave bij een der bestuursled m» is daartoe vol
doende. Het bestuur bestaat uit de hh. B. J.Swaan,
J. M. Noothoven van Goor, Mr. J. H. van. Mierop
en 11. P. Schim van der Loeff.
w
Wij ineenen onder de algemoeno aandacht te
moeten brengen do volgende bepalingen uit de
politieverordening der gemeente Reewijk.
Art. 17. De berijder van eene velocipede is ver
plicht bij hot ontmoeten van ry- of voertuigen met
paarden bespannen of van een paard onder den man,
met zijne velocipede rechts aan den kant van den
weg te gaan en zich voor deze te plaatsen tot het
rij- of voertuig voorbij is gegaan.
Overtreding wordt gestraft met geldboete van ten
hoogste /15.
Art. 18. Wanneer de wegen met sneeuw zyn
bedekt moeten alle aangespannen paarden, ezels en
honden voorzien zijn van luidklinkende bellen.
Overtreding wordt gestraft mot eene boete van
ton hoogste 10.
Art. 19. Bij gladheid ton gevolge van sneeuw
of ijzel moeten allo aangespannen paarden voldoende
gescherpt zijn.
Overtreding enz. met eene geldboete van ten
hoogste 10.
Art. 21. Het is verboden onaangespannen rij-
of voertuigen, sleden, handwagens of karren tusschen
of ter weerszijden, binnen zestig centimeters afstand
van de rails van trambanen te plaatsen of te doen
verblijven.
Overtreding wordt gestraft met geldboete van ten
hoogste 25of hechtenis van ten hoogste 6
dagen.
Art. 22. Alle met paarden, ezels of houden be
spannen rij- of voertuigen moeten van prim» Sep
tember tot ultimo Mei tusschen'zonsonder- en opgang’
den tijd tusscheh eprste kwartier en volle maan
uitgezonderd, voorzien zijn van minstens eene balver
lichtgevende lantaarn met wit glas, aan
het midden of bij de hand geplaatst.
Overtreding enz. met eene boete van
10.—.
Tot grooten schrik van vele ingezetenen “werd
dezer dagen ten hunnen huize oen belasting-biljet
bezorgd, waarop zij niet gerekend hadden. Op ongewo-
nen tijd zoo’n papier te ontvangen is niet alles
Bij nader inzien bleek dat het een alleraardigste
reclame was van den heer M. M. Couvée, boek- en
kunsthandelaar te ’s Hage, die iu den zeer trouw
gevolgden vorm van oen belastingbiljet het publiek
uitnoodigt zijn St. Nicolaas-Etalage te komen be
zichtigen. Zijn prachtige collectie artikelen is zeker
een bezoek overwaard.
Gisteren overleed alhier de hoor W. Brand van
Stropten, oen der oudste h den van den gemeente
raad. Do gemeente verliest in hem een braaf
burger,die door zijn flink karakter on
digenjÜvenswandel aller achting genoot.
vnn jwdn was hij raadslid bij iedere aftreding werd
hij mS een groot aantal stemmen herkozen. In a|len
cenvodd wist hij, vooral in vroeger tijd, menig
practiach advies to geven in den raad. Wars van
ophef 'en zelfverheerlijking bewandelde hij zyn levens
weg kalm en bedaard, op den voorgrond plaatste hij
zich nooit, hetgeen niet verhinderde dat de gemeente
aan hom veel te danken heeft door zijn onpartijdig
oordeël in stadszaken. Ook in andere colleges
verleende hij goede diensten. Jaren lang was hy
Kerkvoogd bij de Ned. Herv. Gemeente.
In de strafzitting van het Kantongerecht te Gouda
van 1.1. Woensdag 16 November word het Openbaar
Ministerie voor de laahte maal waargenomen door (H|UO|/UV1 V, l<(MM«aaU UV W VU VUIVUB
Mr. W. G. A. Scholten, benoemd tot substituut het gemeenschapsleven te bevorderen.
Officier van Justitie bij do Arrondissements-Recht- Het bestuur hoopt, dat van oonige bekwame en
bank te Assen. invloedrijke mannen het initiatief moge uitgaan tot
De Kantonrechter Mr. van Mierop sprak den het oprichten van een Nadorlandschen Bond voor
aftredenden ambtenaar, die gedurende ruim tien Volksbelangen, gevestigd in hoofdstad of residentie
jaren het Openbaar Ministerie had waargenomen, en mot vertakkingen over het geheele land, en be-
eonige hartelijke woorden toe, terwyl Mr. Scholten staande uit loden van elke richting en partij, om
betuigde, dat het hem vooral wegens de uitstekende tot een vreedzame oplossing te komen van het maat-
verstandhouding, waarin hy steeds met den Kan- schappelijk vraagstuk.
tonrechter en den Griffier had verkeerd, veel leed
doed, dat hij ten gevolge van zijne benoeming to
Assen zijne betrekking bij het Kantongerecht te
Gouda moest veria'en.