BINNENLAND. Muzikale Kroniek.Q BuHenlandscb Overzicht. rn 'S-r I INGEZONDEN. tóf" I hun biljet, voorts de meileeigenanrs van onroe rende goederen met het gemeenschappelijk biljet en eindelijk alle kamerbewoners, die op 15 Februari langer dan. 9 maanden op dezelfde kamers gewoond hebben, zich ten stadhuize aanmelden. Wie dit niet doet, verliest voor een geheel mar zijn kiesrecht. GOUDA, 25 Januari 188». Het Officieel bulletin omtrent den toestand van Z. M. den Koning luidt aldus: Do Kouing bracht den dag en liet grootatejgedeelte van den afgeloopen nacht kalm door. Zijne krachten blij*eb op de zelfde hoogte. De kapitein der genie van het O. I. leger G. Hoogeuboom, met vertof hier te lande, zal den 16don Maart per stoomschip Soenda naar Indië terugkeeren. Het gorechtshof te 's Gravenhage, gisteren uit spraak doende in de zaak van den heer C. Syfchoff, uitgever van het Rotterdamsck Nieuwsblad, heeft over genomen de grondon waarop de rechtbank te Rot terdam het feit (beleediging) wettig en overtuigend bewezen heeft verklaard en verbeterende, op juri- dischen grond, de overwegingen die tot het ontslag van rechtsvervolging hebbeu geleid, het vonnis be vestigd, on bepaald dat de kosten in hooger beroep zullen worden gedragen door den Staat. Voor de arrondissements-rechtbank te Amsterdam (4e kamer) verscheen gisteren Jacob van Ameijde, oud 40 jaren, vroeger weesvader in het weeshuis van de christelijk gereformeerde gemeente aan de Bloemgracht te Amsterdam. Bekl. ha l zich te ver antwoorden ter zake: dat hij op 31 Juli 1888 met een aan zijne zorgen toevertrouwd 19-jarig weesmeisje, na vooraf met haar gemaakte afspraak, de reis naar België zouden hebben aanvaard, en in Antwerpen in een hotel met haar op dezelfde kamer zou hebben overnacht. Bekl. is gehuwd. Alvorens de hoofdzaak we*i behandeld, verzocht de toegevoegde verdediger mr. W. F. van Leeuwen het woord. Spr. gebruik makende van de bevoegdheid, hem bij art. 153 wetboek van strafrecht verleend, wenscht dat de rechtbank den officier van justitie niet ontvankelijk in zijne aanklacht zou verklaren. Immers, de bekl. is Nederlander, en heeft het misdrijf stel het ware bewezen in een vreemd land begaan. Dat misdrijf is dus hier te lande alleen dan strafbaar, wanneer het ook in België strafbaar is (art. 5 no. 2 wetboek van strafrecht.) Maar in België, duè be toogde pl., is het gepleegde feit niet strafbaar; art. 181 van den Code PénaL Beige omvat het feit niet. Ergo was de aanklacht niet ontvankelijk. De rechtbank ging daarna in raadkamer. Na geruimen tijd keerde zij terug, verklaarde den officier van justitie niet ontvankelijk, en gelastte dat de wees- vader terstond op vrije voeten zou gesteld worden. Uit Katwijk-aan-Zee meldt men: De maatregelen, genomen om de visschers, die zich verontrusten over het nog te ontvangen loon der firma Snackenbroek, te Brussel, tot kalmte te brengen, zijn tot nog toe gebleken voldoende te zyn. Zij begrijpen dat voor hunne belangen wordt gezoTgd, en wij hopen, dat het overige van hun loon zoo spoedig mogelijk zal worden uitgekeerd. Van een oproerigen geest hoort men niets meer. Staten-Oeneraal. Eeestb 'Kambr. Zitting van Vrijdag 25 Januari 1889. In deze zittting was aan de orde de Staatsbe- grooting. Bij' hot algemeen, debat kritiseerde de heer Fransse van de Putte de Ministers van Buitenl. Zaken, Financiën en Koloniën. De heer Van Lier drong aan op belasting op het roerend vermogen. De heer van Royen zou tegen oorlog, marine en koloniën stommen, omdat ,de defensie ouvoldoende en het beleid van den Minister Keuchenius gevaarlijk is. Ook de heor Alberda van Ekenstein bestreed Koloniën en was voor handhaving van neutraal onderwijs en leerplicht. Dd hoer De Bruijn bestreed den heer Alberda en wachtte schoolwotwijziging en herziening der personeele belasting af. De heer van Gennep zou nu nog ^et tegen Koloniën stemmen. Gisterenmiddag is in het Ziekenhuis aan den Cool- singel te Rotterdam een patiënt uit een raam der derde verdieping gesprongen, hetgeen waarschijnlijk den dood tengevolge zal hebben. De patient werd sinds 21 Januari aldaar verpleegd, en het was den directeur gebleken dat de man krank zinnig was. Gisteren was dan ook de rechterlijke mach tiging ontvangen om hem naar het gesticht voor krankzinnige lijders te laten overbrengen. Daartoe bevond hij zich gekleed op de zaal buiten bed. Hem zeiven was van dit voornemen niets medegedeeld, maar hij was zeer onrustig, en van een oogenblik dat de oppasser bezig was het licht aan te steken, maakte hij gebruik om door de ruiten te vliegen met zulk een vaart, dat een stevige militair, die zich naast hem bevond, hem nog wel trachtte tegen te houden, maar daartoe niet in staat was. De commissaris van politie te Amersfoort vestigt de aandacht op en verzoekt te worden bekend ge maakt met de verblijfplaats vaq een Duitscher, zich uitgevend^ voor bierbrouwer, ongeveer 21 jaren oud. Hij is onlangs uit Duitschland gekomen, alwaar zijn vader werkman in eene bierbrouwerij is, geeft voor een welgesteld bierbrouwerszoon te zijn en maakt er zijn werk van om met de Duitsche werklieden op de bierbrouwerijen in kennis te komen en geld van hen te leenen, om, wanneer hij eeiie vrij groote som heeft opgenomen, spoorloos te verdwijnen. Te TeXds hebben onlangs twee medeminnaars een tweegevecht gehouden te paard, met repeteer- karabijnen. De een werd door een schot onmid dellijk gedood, er. de overwinnaar, wien eerst een vinger afgeschoten en de (lybeenen verbrijzeld werden, kreeg een kogel in het lichaam dicht by het hart en overleed na verloop van eon uur. H- De tous les artistes producteurs, le compositeur Het oodefitaande artikel over bet concert van gisterenavond is niet «au onzen gewonen verslaggever. Redactie. est a peu prés le seul, en effet, qui dépende d'une foule d'intormédiaires, places entre le public et lui; intermédiaires intelligents oh stupides, dévoués ou hostiles, actifs ou inertes, pouvant depuis le premier jusqu'au dernier, contribuer au rayounement de son oeuvre ou la défigurer, la calomnier, la détruire même complètement. Le plus redoutable a mon sens c'est le chef d'or- chestre. Un mauvais chanteur ne peut gdter que son propre role, le chef Incapable ou malveillaut mine tout. Wij halen hier deze woorden van Hector Berlioz aan om het groote publiek wel te doen opmerken, van hoeveel omstandigheden eene muziek-uitvoering afhankelijk is om die eenigszins vlekkeloos voor den dag te doen komen. Doch hoeveel te meer is dit waar, wanneer deze intermédiaires: liefhebbers zijn, waarvan men zooals de geijkte term luidt niet alles verlangen kan. Voortdurende oefening, getrouw bezoek der repeti ties, zijn zeker de eenige wegen die open staan, om de feilen tot den kleinst mogelijken omvang te be perken, doch hoe het daarmede gesteld is, kan ieder beseffen, die wel eens gehoord heeft, hetzij van een dirigent, hetzij van een oprecht medewerker, hoe dikwijls de woorden //getrouwe opkomst zeer ge- wenscht" die van een roepende in de Woestijn zijn. En dat deze kwaal een welig tierende plant is, bewijst ons de in Juni '88 gehouden Algemeene Vergadering van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst, alwaar ter sprake kwam de steeds grootere moeilijkheid om voldoende medewerking vau de zijde van heeren zangera te erlangen, en de. vraag gesteld werd of het overweging zou ver dienen voor elke oefeningazitting presentie-gelden uit te reiken. Het hoofdbestuur stelde dit vraagpunt aan de orde niet om eene beslissing uit te lokken, maar er over van gedachte te wisselen en het denkbeeld in over woging te nemen. Hoewel het nu weinig instemming ontmoette, tee kent het toch vrij eigenaardig de groote moeilijkheid, daar men wel in het oog moet houden, dat het hier geldt groote steden, en nog geen eens kleine. Wanneer wy dit schrijven, is het ons te doen om wel aan te toonen hoe gemakkelijk het is bij de be oordeeling eener uitvoering een maatstaf aan te leggen, waarvan men bijna vooraf weet dat niet beantwoord kan wordon; doet zij dit echter wel, by matiger eischen, dan is er reeds veel stof tot waardeering voorhanden. Dit was zeker gisteren-avond het geval. De koren waren naar het sckynt goed beoefend en hoewel nog bij het inzetten van enkele partijen eenige onzekerheid viel op te merken, was het geluid zeer krachtig doch ook weer niet ruw, zooals dan veelal de fout is wanneer het all together het wachtwoord is. Ook desolisten komt lof toe voor de wijze waarop zij hunne taak hebben ten uitvoer gebracht, vooral mejuffrouw Heijer, die de lang niet gemakkelijke partij van Psyche op zich had genomen, waarvoor een stem met zeer hoog register een eerste vereischte is_ Want dit mag gezegd worden, Gade schijnt ken nelijk hier gezocht te hebben door hooge noten (adres aan het slot boven het koor uit) het publiek op zijn hand te krygen. Van het Aetherisch karakter van Psyche vindt men in de muziek weinig of niets terug, veeleer doet de geheele behandeling denken aan een werk donkere, grijze oogen en zwarte wimpers, bij een blanke gelaatskleur en blond haar. Wat is zij vroo- lijk! Iedereen schijnt veel van haar te houden, de jongens inzonderheid. Wat is zij vriendelijk ook! Van alle kanten wordt zij uitgenoodigd. //Rijd eens in mijn slede,'' roept er een; //probeer de mijne eens," zegt de ander, 't Is niet altijd gemakkelijk te weigeren; maar zij beleedigt niemand en beiaagt allen. i Zij schijnt hare gungten te verdeelen tusschen rwee van de knapste jongens Charley en Harry. Deze zyn dagscholieren; zij is eene kostleerling. Zij zijn gedurig bij elkander. Ik bespeur eene kleine moei lijkheid. 't Is er over, wiens beurt het is. Harry beweert dat hij het kleine meisje tweemaal in zijne slede moet rijden, en geeft er zijne reden voor op. Charley protesteert. Het wordt een levendig tooneel; weldra wil het om deze kleine //Helena" tot eene kloppartij tusschen de beide knapen komen, 't Is een critiek geval: zij wil ongaarne een van beiden ver driet doen, maar zij moet beslissen. »'t Is Charley's beurt," verklaart zy met nadruk. //Ik wil geen dub bele beurt hebben." Zij neemt de slede van Charley, en glipt onder zijn besturing de helling af. Weder op den top van den heuvel gekomen, werpt onze //Helena" een ver zoenenden blik op den teleurgestelden mededinger. Men zou "meenen dat het voor een knaap, die eenig gevoel bezat, onmogelijk was die oogen en dien schalkschen glimlach, die kuiltjes in beide hare wangen brengt, te weerstaan, maar Harry is blijk baar hardvochtiger dan andere knapen. Hij wendt zich gemelijk van haar af. //Het kan mij niet sche len" zegt het kleine meisje, plotseling een anderen toon aannemsnde. //Kom Charley." Gedurende de volgende tien minuten is Charley de gunsteling. Zij rijdt met geen ander dan met hera, en neemt geen notitie van Harry. Eindelyk is het tijd om stil te houden. Zij zijn aan den voet van den heuvel. z/Nu ga ik naar huis," zegt Charley. De kost school ligt aan de andere zijde van den heuvel. //O Charley, je zult ipij hier toch niet laten? Wil je mij niet naar boven trekken?" verzoekt zij. «Ik moet eten" is het onverschillig antwoord. //Ik heb geen tijd meer," en weg loopt Charley. Harry staat er bij: „Zou je denken dat ik het doen zou?" vraagt hij plagend en loopt met de grootste bedaardheid heen. De „jonge Helena" begint te schreien van teleurstelling en verdriet.' Misschien hebben wij nog een knaap niet opge merkt, die met de andere meêdoet zonder dat hij tot een bepaald troepje schijnt te behooren. Hij heeft eene slede, maar niemand rijdt met hem. Hij is een bleek, mager kipd, van een zwak voorkomen, zoo schraal dat hij slechts een streep gelijkt als wij hem in de verte zien. Niemand bemoeit zich met hem, dan alleen om hem tegen het lijf te loopen of zijn slede omver te gooièn als die in den weg is. Hij neemt alles zoo bedaard op, zóó onschuldig alsof elke behandeling, die hij ondervindt, zoo is als 't behoort, dat wij medelijden met hem hebben. Onze kleine lieveling schreit nog altijd. De knaap met zijn ziekelijk voorkómen komt aanloopen. Er is niemand anders by. //Wat scheelt er aan?" vraagt hij op een zachten toon. „Mijne vingers zyn zoo koud," antwoordt zij. Dat is niet geheel en al de waarheid, maar hoe kunnen wij ook verwachten, dat zij de eigenlijke reden zal „Kom, huil niet; ga op mijne slede zitten, ik zal u naar boven trekken; steek allebei uwe handjes in mijne wanten." De snikken verminderen. Voor zijne slede ge spannen, trekt de bleeke knaap die uit al zijn macht den heuvel op. 't Is een zwaar werk, maar hy doet het gaarne. Wat het meisje betreft, zij herstelt zich spoedig, en drijft lichtzinnig haar paard tot meer snelheid aan, zoodat hy eindelijk genoodzaakt is op een drafje te loopen. Wat geeft zij er om of hij zich overwerkt en ziek wordt? Misschien zou zij er wel om geven, als zy er over dacht; maar zij denkt er niet bij. Verhit en hijgend van inspanning, brengt hij de kleine veilig thuis. Daarna heeft hy een ver eiüd, eer hij zelf thuis is. Het middagmaal wacht hem, want er is niemand, die het gebruikt, dan de bleeke, magere knaap en zijne moeder, eene jonge weduwe. Ongerust trekt zij hem bij het haardvuur. Wordt vervolgd). ten dienste eener ster geschreven, met dit verschil nog dat enkele momenten de bewerking niet goed volgehouden, afkoeling daarvan het gevolg is. Het duidelijkst ia dit merkbaar in de Iïïe afdeeling waar Proserpina nog bijtreed zonder eenè gewenschte verhooging van geestdrift te kunnen bewerken. In de IVe afdeeling aanvangende met het schoone „noch rubet Morgendamm'rung auf der Flur" van Eros, komt echter het theatrale karakter weer goed boven. Hinauf, hinauf, klinkt het Ihr Götter, DankPreis dir, o Zeus, steeds hooger stygende, om in, Heil Eros dir! zijn toppunt te bereiken. En daar hooge noten veelal by het publiek ingang vinden, gaat dit dan ook grootendeels onder dien indruk voldaan naar huis. Dat Gade tot zulk een oudbakken huismiddel zyn toevlucht moest nemen had men uit zyne vroegere werken niet kunnen verwachten. Vóór de pauze maakte men kennis met eenige solisten, waaronder mej. de Graaff, sedert kort onze stadgenoote, die met een krachtig en schoon geluid eene scène uit „Odysseus" van Bruch en de heer Schjneink uit Amsterdam, die zeer geacheveerd een drietal liederen waaronder 12 van Kes ten beste gaven. Volledigheidshalve vermelden wy nog dat de eerste afdeeling aanving met „Hoffnung" van F. Bouraan, een nummer niet erg geschikt om het publiek in een gewenschte stemming te brengen, (im Grabe, am Grabe, begraben;) echter door het koor (blijkbaar aan ai dat graven reeds gewoon) met gelukkigen uitslag gezongen. Het laatste nummer, van den Berlijnachen professor Hofmann, „Sinnen und Minnen" getiteld, eene com positie op eene Rhapsodie van woorden, gaf aan koor en solisten in menig gedeelte eene schoone gelegenheid, hunne talenten te d<%n uitkomen. Zoo noemen wij o. a. No. 4 voor Alt met veel warmte, No. 6 voor Sopraan allerliefst en schalksch gezon gen; No. 5 voor koor niet te vergeten evenmin als het slot. Het accompagnement in handen van den heer S. v. d. C. was als altijd daaraan Am beste toever trouwd; hem onzen dank, evenals den directeur, die aan den goeden afloop zeker veel zorg en talent heeft moeten besteden. Wanneer wij hier van het muzikale gedeelte af stappen, wenschen wij echter nog op een zaak te wijzen, waarin wij hopen dat weldra verbetering mag worden gebracht. Het is de verlichting der zaal, eu vooral dat ge deelte waar het orchest is geplaatst. Van het andere gedeelte uit gezien, zit het koor half in 't duister, zoo ongeveer als Nederland er uitziet by een, vol gens den almanak, bij ons gedeeltelijk zichtbare zons verduistering. Hoewel er nu in Psyche een paar „Unsichtbare* koren voorkomen, is dit geen reden om het koorden ganschen avond bijna onzichtbaar te maken. Het is hier ook al mede, zooals de heer O. laatst in den raad zei: alle verandering is geen verbetering! Volgens de Independence heeft Engeland besloten zich san te sluiten nan het terzet der Voreon. Staten tegen de annexatie ran den Samoa-archipel door Duitschland en in rerband daarmede het oskader in den Stillen Oceaan te rorsterkon, ten einde aan de vertoogen der diplomatie meer kracht hij te zetten. Het hoofd ran het Britache Kabinet moet zijn voor- nemen reeds aan Duitschland medegedeeld hebben. Indien dit zoo is, zou Duitsohland genoodzaakt zijn of zijne aanspraken op Samoa te laten varen en de onafhankelijkheid der inboorlingen te eerbiedigen, of een conflict in het leven te roepen met twee bevriende mogendheden. Daartegen zal het wel opzien, vooral daar Dnitsohland zich indertijd bij tractaat verbonden heeft de Samoa-eilanden niet in bezit te nemen. De Norddeutsche Aügemeine Zcitung heeft reeds iets over Dnitschlands houding medegedeeld. Prins Bismarck ontkent, dat de Duitsche regeering zich jegens Amerika bij tractaat tot handhaving van Samoa's onzijdigheid heeft verbonden, doch verklaart zich bereid niettemin alle, langs anderen weg ver kregen aanspraken der overige mogendheden te eer biedigen. De minister van buitenlandsche zaken te Was- hington bevestigt dit. De heer Bayard verklaart, dat de Vereenigde Staten geen afzonderlijk trac taat hebben gesloten, noch mot Engeland, noch met Duitschland, maar dit is wel het geval tusschen Duitschland en Engeland. Volgens den Amerikaan- sohen minister heeft Duitschland zich in April 1886 jegens Engeland verbonden de onzijdigheid der Samoa-eilanden te 'erkennen, zoodat de Duitsehere, indien zij de onafhankelijkheid dezer eilanden aan tasten, zich aan overtreding van dit tractaat schuldig maken. Ofschoon de Vereenigde Staten zich de schending vsn dit tractaat niet behoeven aan te trekken, verklaarde de heer Bayard, dat de Amerikaansche regeering toch geen Duitseh beschermheerschap in in den Samoa-archipel kan dulden. Wat de bon ding der regeering in dit opzicht betreft, verwees de minister naar de boodschap van president Cleve land', welke, gelijk men weet. do openbare meening var. Duitschland zeer heeft ontstemd. Dit U op het oogenblik de stand der quaestie, welke wel is waar den vrede niet in gevaar zal bren gen, maar die bij het tegenwoordig gehaspel over Dnitschlands koloniale staatkunde zeker van niet minder gewicht is dan de nog niet geronden oplos sing dor moeielijkheden op Afrika's Oostkust. De Hongaarsche Kamer ia nog al niet gereed met de beraadslagingen bver de legerwet, doch de heer Tiszarekentzeker op een meerderheid vanflOstemmen. Een krachtigen verdediger vond het ontwerp in den bakenden romanschrijver Maurus Jokaï, die ook lid der Kamer is De heer Jokai hield een warm pleidooi voor de nieuwe regeling, vooral wat de Duitsche taal betreft, en betoogde, dat de kennis hunner moedertaal alleen voor de Hangaren niet voldoende is. Grondige kennis van een der andere Europecsche talen beschouwde Jokaï als een dringend vereischte, en als zoodanig kwam natuurlijk het Duitseh voor de Hongaren het eerst in aanmerking. In Boemenië laat de harmonie tusschen de junimisten en conservatieven, de beide partijen uit wier alliantie het tegenwoordig ministerie is ontsproten, volgens de laatste berichten nog al te wenschen over. De tegenwoordige minister van justitie, de heer Vernosco, hoofd der conservatief-liberale groep, heeft een half dozyn magistraatspersonen ontslagen onder beschuldiging dat zij zich al te veel met politiek bemoeid hebben onder het ministerie- Bratiano. De minister van buitenlandsche zaken Carps, die zich naar het schijnt niet bekommert om de ministerieele homogeniteit, heeft zijn mis noegen over dien maatregel van zyn collega op ondubbelzinnige wijze te kennen gegeven door zijn kaart aan de woning der ontslagen rechters neer te leggen. Wal echter meer zegt de koning heeft zich gehaast deze slachtoffers van zijn minister van justitie op een bal ten hove te noodigen, waar de heeren rechters, in den zevenden hemel over zooveel eer, den heer Vernesco alles behalve vriendelijke lonkjes hebben toegeworpen. Maar dit is. niet het eenige punt, waarover de Aeeningen der conservatieven en junimiscefl en vooral van de conservatieven en den koning uiteenloopen en dreigen tot een ernstig conflict aanleiding te geven. De ondervoorzitter der kamer Blaromberg koestert het voornemen een voorstel te doen tot het in staat van beschuldiging stellen van Johan Bratiano wegons daden gedurende diens twaalfjarig minister schap misdreven. De conservatieven, die een onverzoenlgken haat tegen Bratiano koesteren en de meerderheid in de tegenwoordige kamer hebben, schijnen bereidt dit roorstel te steunen. De junimisten daarentegen, die altijd balanceeren tusschen de conservatieven en de party van Bratiano, verwerpen elk denkbeeld aan een staatsproces. En koning Karei, die alle reden heeft Bratiano persoonlijk dankbaar te zjjn voor diens langdurige verdediging van de prerogatieven der kroon, som- wijlen ten kosie van de rechten van het parlement, zal nimmer een vervolging tegen zijn oud-minister en trouwen dienaar ditlden. Summa summarum - er vertooneu zich donkere wolken aan den binnen- Iandschen politieken hemel van Boemenië, die rich wellicht in een hevig onweder zullen ontlasten. (Behalve het gisteren in onze Correspondentie vermelde drie-tul stukken over de zaak Bonman- Muziekschool ontvingen tog er heden nog ttoee. De interpellatie en daarop gevolgde discussie in den ge meenteraad schijnt veel belangstelling te teekken. Tan de ontvangen stukken plaatsen tog het volgende drietal. DE Bedactie.] Mynheer de Redacteur Un de zaak Bouman door hare behandeling in den raad eene publieke zaak is geworden; achten wij ons verplicht, met het oog op het oordeel dat er over geveld zal worden, een en ander in het midden te brengen. Wij stellen echter voorop de vraag, of een stads ambtenaar zieh al of niet heeft te gedragen naar de instrnctiën hem bij de aanvaarding zijner betrek king door den raad gegeven. Het antwoord hierop is niet twijfelachtig. Toen nu de heer de Schepper in den raad aan B. en W. meer inlichtingen ver zocht, kon hg niet vermoeden dat B. en W. nog niet geheel op de hoogte waren van wat aan de Commissi aanleiding had gegeven tot hare handel wijze in deze. Het ware wellicht, om niet een ander woord te gebruiken, voorzichtiger geweest van den heer de S. wanneer hij ook by de Commissie had aangeklopt om geheel op de hoogte te zijn. Het zou niet onmogelijk zyn geweest dat de heer de S. alsdan wat kalmer toon zou hebben aangeslagen en de woorden „zoeken" en „plagen," ja wellicht de geheele interpellatie achterwege zou hebben gelaten. Wij twijfelen of de heer de S. het recht had op deze toijze eene Commissie, die zoovele jaren steeds met zooveel zorg de aan haar toevertrouwde belangen der muziekschool behartigde, in verdenking te brengen. {Het Collegia van B. en W. is het aangewezen Col- legie, tot wien een raadslid zich te teenden heeft om inlichtingen, en dus was het zeer juist gezien van den heer IJssel de Schepper dat hij B. en TV. en niet de Commissie daarom vroeg. Nadat de Voorzitter hem de geheele geschiedenis der zaak had medegedeeld met voorlezing der missiven gewisseld tusschen B. en TV. en de Commissie, was hij ten volle bevoegd een oordeel uit tf spreken over de houding der Commissie. Vol gens de schrijvers van bovengenoemd stuk waren zelfs B. en TV. op 22 Januari nog niet geheel op de hoogte van de zaak. Is dit zoo, dan komt dit geheel voor rekening van de Commissie, die in plaats van op de eerste missive van B. en TV. duidelyk te zeggen wat er van de zaak wae, een brief schreef, die volgens verklaring van den Voorzitter in den Baad zelfs geen behoorlijk antwoord bevatte op de door B. en TV. ge dane vragen.) De Eedactie. Mijnheer de Bedacteur! Vergun mij eenige regelen naar aanleiding van het gebeurde in de Baadsvergadering van Dinsdag. Daarin werd o. a. de afkeurenswaardige handelwijze van den heer Bouman besproken als ieeraar aan de Stads-Muziekschool. De heer van Veen stelde die in het volle licht. Doch het sterkst sprekende staaltje van de wijze hoe weinig de heer B. geeft om in struction en bevelen van zijn superieuren is wel dit, dat terwijl nu in het openbaar gebleken is dat B. en W. hem geen vergunning gaven het Directeur schap der Goudsche Zangvereenigmg te bekleeden, hij blijkens advertentie en programma van de uitvoering van heden avond tóch fungeert als Directeur dier Vereeniging. Heden avond zal hij in het openbaar een uitvoering daarvan dirigeeren, dat hg volgens zijne instructie niet mag doen zonder vergunning die hem geweigerd werd! Een Musicus. Gouda, Jan. '89. (Zij, die de houding der Commissie van de Muziek school willen verdedigen, schijnen weinig degelijke argumenten bg de hand te hebben als zij hun toevlucht moeten nemen tot stukjes als het bovenstaande. De gisterenavond ten gehoore gebrachte stukken waren in gestudeerd onder leiding van den heer Bouman en dus sprak hst van zelf dat hij ditmaal dirigeerde. Noch B. en TV. noch de Commissie zullen daartegen bezwaar gehad hebben.) de Bedactie. Geachte Bedactie I Toen bij het laatste openbaar examen aan de Stads-Muziekschool de Ieeraar Mart J. Bouman niet tegenwoordig was, maakte dit op alle aanwezigen een vreemden indruk. Er werd naar de reden ge vraagd en men hoorde toen dat er quaestiën waren ontstaan tusschen de Commissie en genoemden heer. Na dien tijd is er zeer veel over gepraat in onder onsjes en in particuliere gesprekken, er werd veel gezegd, dat misschien niet waar was, maar ook veel dat wèl den toets van een onderzoek kon doorstaan. Het is nu zeer gelukkig dat Dr. IJssel de Schepper in een openbare raadsvergadering de zaak heeft ter sprake gebracht. Nu is officieel gebleken wat er van de zaak is en nu weet men hoe de vork in den steel zit. Wat nu? De Commissie is het moet erkend in een ongunstig daglicht versohenen. Het is te hopen dat zy zich zal kunnen schoon- wasschen, anders moeten de Goudsche ingezetenen een vreemd denkbeeld krijgen van de wijze, waarop die Commissie de belangen behartigt dezer instel ling, aan hare zorgen toevertrouwd. Nu de beschuldigingen tegenover den heer Bonman zijn geformuleerd door een raadslid, dat geacht kan zgn geheel op de hoogte te zgn en de voorzitter de gesohiedenis der zaak breed vohrig heeft medegedeeld heeft het publiek recht om te oordeelen. Is het zijn schuld dat dit oordeel een veroordeeling moet zgn, een veroordeeling van de Commissie, wier houding ongetwijfeld al zeer treurig is! Toegegeven voor een oogenblik dat de heer Bouman allerlei zonden beging tegen het reglement, tegen de voor schriften, tegen de instruction, dan was het aan de Commissie geweest bij B. en W. te klagen en met onpartijdigheid zou de heer B. gedwongen zgn ge-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2