BINNENLAND. Bultenlandsch Overzicht. PETROLEUM-NOTEERIlMCiEN KEMMSGEEIWG. Gebruik van Hondenkarren. BEURSBERICHT. ADVERTENTIE». Caotzlssr Schalkwijk, te Rotterdam. maken all met de eiachen Tan goed onder» wya eu de voorwaarden der hooge Regeering bestaanbaar ia. Of het gebouw op de voorgestelde wjjae aan het doel zal beantwoorden, kunnen wjj natunr- ljjk niet beooTdeelen, dit ia trouwens de aan gewezen taak van het schooltoezicht. Maar indien dit met het voorstel genoegen neemt ea wij vermoeden dat het gemeentebestuur in dezen wel zal te rade gegaan zjjn met den inspecteur dan gelooven wjj, dat hetdage- 1 ijksch bestuur het vraagstuk op alleszins be vredigende wijze heeft opgelost, althans wat de financiën betreft. Uit een ander oogpunt hebben wjj echter één bezwaar. Het betreft de plaats van het gebouw. Volgens het voor eenige maanden door B. en W. overgelegde voorloopige plan bestaat het voornemen zooveel mogetijk ge bruik te maken van het leeraarspersoneel der rijks hoogere burgerschool zooals dit tot nu toe geschied is. In verband daarmede komt ons de afstand der beide gebouwen wel watgroot voor. Wp vreezen dat heel wat tijd zal verloren gaan met het heen en weer loopen, terwijl het zeker niet voor de orde bevorderlijk kan zjjn, als eert klasse moet wachten op een leeraar, die na het eindigen van een lesuur eerst moet komen van een op betrekkelijk grooten afstand gelegen lokaal. Intnsscben is dit bezwaar niet onoverkomelijk. Er kan op worden ge rekend bp het opmaken der roosters van les uren, huishoudelpke bepalingen aan beide in richtingen kunnen er wellicht voor een groot deel in voorzien, doch het geheel weg te nemen, zal moeilijk gaan. Wij kunnen niet onderstellen, dat zulks bij het ontwerpen van het voorstel ontgaan is aan B. en W. en vermoeden das, dat aan de keuze van een andere plaats nog grooter bezwaren zijn ver bonden. Het kan echter zijn nut hebben op deze schaduwzijde van het voorstel de aandacht te vestigen wellicht dat in den raad nog een middel wordt gevonden om in dit opzicht in beter doen te komen. Wel begrijpen wjj, dat ander terrein, meer in de nabijheid en even eens ter beschikking van de stad, niet voor het grijpen is. Aankoop van bouwgrond zou de kosten aanmerkelijk doen stpgen, doch tegenover deze bezwaren mag dan in rekening worden gebracht, dat de gemeente het terrein van de Gasthuiskerk, dat om de ligging zjjne waarde heeft, voor andere doeleinden of ver koop disponibel houdt. GOUDA, 6 Februari 1889. Sedert den ln dezer heeft de heer I. C. Iden- burg zich te Haastrecht als arts gevestigd. Vele bewoners dezer streek zien met genoegen, dat weder maar de WelEerw. Croton Ellsworth gevoelde slechts eene strenge, grimmige blijdschap. De volgende week boorde de arme mevrouw Holt er van spreken. Ik weet niet hoe. Het kwam, even als alle slechte tijding, op do wieken van den wind. Zij was zoo bedroefd en getroffen, dat zij er over dacht om'dadelijk bij den predikant te gaan onder zoeken of het verhaal waarheid kon behelzen. Hier van werd zij echter teruggebracht door juffrouw Pettengill, die haar kwam bezoeken, en er op aan drong de geheele zaak uit zulk een liefderijk oog punt te beschouwen, zelfs al was er iets waars in, dat de weduwe zich weêr gerustgesteld gevoelde. Mehitabel Pettengill bleek werkelijk, bij deze gele genheid, een weldoende engel te zijn. Mevrouw Holt was ziekelijk gevoelig op dit punt geworden, en het, heldere, juiste gezichtspunt, waaruit de school meesteres een „jongenskuur» beschouwde, was zeer vertroostend veor haar. 't Was echter geen jongenskuur. Evenmin was het zooals de WelEerw. Croton het had voorgesteld. Bill Holt kwam vroeg in den namiddag te New- York aan, opgeruimd en vol lust en moed. Hij liep voort tot aan strhat Drie en Twintig, die hij insloeg en, waar de schoonheid der stad hem eensklaps bij het nadere^ van Madison Square in 'toog viel. Hij gevoelde zich niet eenzaam of verlegen. Noch de pracht van alles wat hij om zich heen aanschouwde, als vroeger in deze gemoente twee geneéskundigen zijn gevestigd, daar de bnitenpmctqk zioh over ver scheiden verspreide buurten uitstrekt. Decor dagen verscheen ter Landsdrukkerij het verslag over de verrichtingen van het irmbestutir in 1886. Uit het stuk blijkt, dat men ter Algemeene Lands drukkerij drie maanden en een week is bezig geweest met het zetten en drukken van dit jaarrapport, dat den 29n October de Tweede Kamer passeerde. Niet ten onrechte merkt het „Hbl.», dit relevee- rende, daarbij op, dat het waarlijk is of de Regeering den spot wil dryven met het voorschrift der Grond wet: dat jaarlijks een uitvoerig verslag over de verrichtingen van het armbestuur aan de Staten- Generaal moet worden uitgebracht. De bedoeling van dat voorschrift zal wel wezen, de noodige ge gevens te verschaffen voor de kennis van don toestand der onvermogenden, opdat men bijtijds de vereisohte maatregelen kunne nemen. Maar wat beeft men aan mededeelingen en cjjfera omtrent den toestand van drie jaren geleden? Naar de Wereldburger verneemt, kan nu binnen kort definitief het offioieelo bericht tegemoet worden gezien van de benoeming van onzen vroegeren land genoot Lord Reay (baron Maokay) tot gouverneur der Kaapkolonie en Engelands boogen commissaris voor Zuid-Afrika, in de plaats van den aftredende, den heer Hercules Robinson. Daar aan Lord Reay's tegenwoordige betrekking gouverneur van Bombay ruim het dubbele salaris verbonden is van dat als hooge oommiasaris, heeft het bij Lord Reay een punt van ernstige over weging uitgemaakt, of hij de nieuwe betrekking, hoe gewichtig en vereerend ook, en daarbij voor hem zoo eigenaardig passend, wel zou aannemen. De Engelsche regeering schijnt echter op de eene of andere wijze dat bezwaar wel uit den weg te zullon ruimen, althans Lord Reay's benoeming mag men binnenkort tegemoet zien. De heer Lucien Baujade heeft te Parijs den voormalken draagbaren schouwburg in eere hersteld. Een uitgelezen gezelschap kunstenaars en kunstena ressen, een uitstekend orkest en goed bezotte koren kunnen in elke salon worden ontboden om de ko mische operette „Le Roitelet" uit te voeren. Ben fraai tooneel, „Le Chariot de Thespis" betiteld, wordt in twee uur tijds door drie man in elkander .gezet en bediend. Altdere stukken zollen volgen. Zaterdag hebben te Arnhem drie knapen van 8 en 9 jaar zifeh toegang weten te verschaffen tot den kelder van een topper in de Beekstraat, en zioh aan jenever uit een vat zoodanig tegoed gedaan, dat zij ais levenloos liggende in den kelder werden gevonden. Eon hunner was waarschijnlijk in zijne dronkenschap gevallen, waardoor hy eene ernstige wond aan het hoofd bekomen had. De nadere bijzonderheden, welke omtrent de vreeso- lijke spoorwegramp bij Groenendael gemeld worden, bevestigen ten volle den omvang van dit onheil. Het is natuurlijk onmogelyk, met nauwkeurigheid op te geven het aantal personen, die bij deze ramp lichamelijk letsel hebben bekomen, omdat er daar onder zyn die er met een schram of buil zijn afge komen, maar in verband met het aantal biljetten. noch het gewemel van mensehen en rijtuigen bracht hem van zijn stuk. Hy richtte zich op, en zag vol vertrouwen rond, luide uitroepende: „Daar behoor ik ook tofe!" X. De hoofdstad verslindt alles in hare onverzadelijke kaken. Altyd roept zij om meer. Zij put de markt nit, zoowel wat levensmiddelen en fabrikaten ala mcnschelyke wezena betreft. Zij gebruikt, zij ver teert. Zij jakkert evenzeer menschen af als omnibus- paarden. DeRykdom vordert er eerst wat moeilijk te verkrijgen is, daarna wat buitengewoon, fabelach tig en onmogelijk is. De Armoede moet met in spanning van alle krachten, daarin voorzien, door dag en nacht te arbeiden. Nu en dan struikelt de Armoede en valt. Zy kan zich niet langer staande houden; zij bedelt. Wellicht steelt, rooft of moordt zij, of begaat zelf moord. De Rijkdom fronst het voorhoofd, „Wat zijn de menschen slecht 1 Wat neemt de misdaad toe! De politie is al zeer zwak!» De Armoede gebruikt echter niet altijd geweld, ook kan zij niet altijd bedelen. Zy sukkelt voort en berust om maar stil gebrek te lijden. Do Rijkdom boort er over spreken en zegt: „Zijn er dan niet genoeg armengestichten, hospitalen en weldadigheidsinstellingen waartoe ik bet mijne heb bijgedragen? die aan den gare du Luxembourg is'èfgegeven: 180 biljetten; de raming van het aantal passagiers, het welk de trein van de stations van Schaarbeek en du Pari had medegebracht, en eindelijk de samen stelling van den trein, is men tot dl stotsom geko men dat er omstreeks 810 passagiers den trein waren, en dat er van dezen omstreeks 260 geheel ongedeerd gebleven zyn, terwyl eergisteren namiddag het aantal dooden 16 bedroeg, en er zioh in de verschillende openbare hospitalen nog 27 gekwetsten bevonden, van welke de meesten san de beenen ge wond zijn en velen één of beide beenen hebben verloren. De trein wss als volgt samengesteld: Na de locomotief en tender volgde een bagagewagen, waarin de hoofdconducteur en een tweede conducteur zich bevonden, die wonderbaarlykerwijze beiden ongedeerd gebleven zyn, niettegenstaande de goederenwagen geheel is vernield; waarschijnlijk zyn zy door den schok uit den wagen geslingerd. Achter den baga gewagen volgden vier rijtuigen 8e klasse, dan twee rytuigen le klasse, twee rijtuigen 2e klasse, en ein delijk X rytuig 3e klasse, waaraan de rem was, welke door den derden conducteur werd bediend. De vier wagens 3e klasse, die vooraan waren, heb ben bet meeste geleden, en onder de daarin gezeten passagiers waren de meeste slachtoffers. Toch is het aantal nog betrekkelijk niet groot, als men bedenkt dat deze vier rijtuigen nagenoeg vol waren; elk der rijtuigen bestaat uit 6 compartimenten voor 10 per sonen, zoodat zij eamen plaata bevatten voor 200 personen, terwyl er onge'veer 180 in gezeten waren. Ook het voorste gedeelte van het rytuig der le klasse is verbrijzeld, en daarin was zekere mevrouw Pasture gezeten, die aan hare vreeseljjke kwetsuren overleden is. In het tweede rytuig le klasse was onder anderen dok gezeten de zangeres mej. Dy na Beumer, die met den heer Bouwens en een paar andere artisten zich naar Namen begaf, waar zij 'e avonds op een liefdadigheidaeoncert moest zingen, en ook werkelijk gezongen heeft, onder de onbeschrij felijke geestdrift der toehoorders over hare gelukkige redding. Ter aanvulling of verbetering van hetgeen in een vorig nr. aan de dagbladen ontleend werd, dient nog het volgende te worden medegedeeld: In de eerste plaats dat de vernielde brug niet op één, maar op twee bogen rustte, welke beide inge stort zyn. Verder dat bet bericht, ook per telegraaf gemeld, dat omstreeks middernacht het werk aan de plaata des onheils gestaakt zou zyn, geheel onjuist is; integendeel eène afdeeling genie-troepen en bur ger-aard werkers hebben onvermoeid den gansehen nacht doorgewerkt, terwyl eerst tegen den ochtend een ander detachement troepen de eerste is komen aflossen. Dientengevolge was men er in geslsagd het rechter spoor tegen 9 uur geheel vrij temaken, zoodat ongeveer een half uur later de trein naar Ottigniet weder vrij passeeren kon. Intusachen lagen de locomotief en het linker spoor nog onder puin en steenen bedolven, en omstreeks 10 uur zou de eerste dynamietpatroon worden gebezigd, om de groote gemetselde steengevaarten te vernielen, ton einde die te kunnen opruimen. Het deskundig onderzoek schijnt geen twijfel te laten, dat de ontsporing van den trein een 20 30 tal meter vóór de botsing tegen de brug beeft plaat» gehad, zoodat niet, zooals er geruchten liepen, de brug, die bouwvallig en oud waa, door de laatste Waarom gaat de Armoede daar niet heen?» Dan gaat de Rijkdom ter kerk, knielt op een zacht kussen neCr en bidt voor de Armoede, met aan dacht en ernst, bidt dat God, de Alwijze, de Barm hartige de armen en bedroefden gedenken en het in hun nood vertroosten, moge. Na dezen „plicht» volbracht te hebben, stapt de Rijkdom zijn rijtuig in, en laat zioh naar huis rijden om te dineeren. Soms is er in den tekst van de preek iets versohrikkends, niettegenstaande den zoetvleienden toon, waarmede de predikant de woor den tracht te verzachten. „jSlet ie lichter dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koningrijk Oode." De Rijkdom luistert en is niet op zijn gemak. „Waarde hoorders, wij verstaan hierdoor niet letter lijk een rijk man, maar een man, die zijn hart op rijkdommen stelt.» „Ha, ba!» zegt de Rijkdom, „ik althans stel mijn hart niet op Rijkdom.» „Ga en verkoopt allee mat gij hebt en deel het onder de armen.» De Rijkdom verbleekt. De predikant stelt hem gerust: „Dit werd eenvoudig gezegd om do op rechtheid van den jongeling op de proef te stellen, 't Is volstrekt niet toepasselijk op den hedendaag- scben maatschappelijken toestand.» „Juist" zegt de Rijkdom en knikt goedkeurend. (Wordt vervolgd regens doorweekt nu zijn, en nu tengevolge van het dreunen, op dén (rein zon zijn neergestort. Eene, afschuwelijke bijzonderheid vermeldt de Indé- pendance: Terwijl op eiken trein van den Belgischen en den Franschen Nord, zegt zy, een verbandkistje aanwezig is met de allernoodzakelijkste eerste hulp middelen by een spoorwegongevalschijnt de admi nistratie van de Belgische staatsspoorwegen dit onnoodig te achten, zoodat dan ook Zondag in de eerste oogenblikken, ten einde by de ernstige ver wondingen het bloed te stelpen, bjj gebrek aan pluk sel het paardenhaar uit de kussens gebezigd is moeten worden. Dat een verband met zulke hulpmiddelen de vreeselijkste gevolgen kan hebben, behoeft wel niet te worden gezegd. Men schryft Bittard aan de N. R. Ct. In de naburige gemeente B. zal aanstaande week eene verkiezing voor den gemeenteraad plaata heb ben. Twee candidaten streven reeds eenigen tijd naar de eer om in de dorpsraadzsal een plaatsje te bekomen. Dinsdag jl. kwam echter geheel on verwachts een derde eandidaat opdagen, en wel een zekere Z., klompenmaker van beroep, die, aange moedigd door vele vrienden, „ouch ambieaje hauw gekrege om ins in den road te komme zitte.» Woensdag vervoegde hy zich bij den burgemees ter met de woorden: „Heer burgemeister, ich kom uuch verzeuke veur de pampiere.' „Wat voor papieren, vriend?» vraagde do burge meester. „Ija, heer burgemeister, dat zal ick uuch ins krek zegge," was het antwoord; „ich hnb ooeh ambiesje gekrege om in den raod te komme zitte, en noe wol ich unch vrujndlik verzeuke mich de pampiere in orde te laote maoke.» „Ge verlangt waarschijnlijk de kiezerslijst," her nam de burgemeester lachend; „weina, goede vriend, gel maar naar den secretaris, die zal u wel|he!pen.» Deftig stapt onze klompenmaker naar den secre- taris, die zioh juist in gezelschap van een der raadsleden bevond. „Heer secretaris," begint Z., „de kompelemente van den heer burgemeister, geer zoudt mich asse- bleef de pampiere veur de keezing in orde maoke; ich hub ambiesje venr in den raod te komme en schtel mich noe kandedsat." „Ge bedoelt zeker de kiezerslijst, niet waar?" vraagt de seoretaris. „Justement heer," antwoordt Z., „en oook zoo ein annunske hauw ich gèr veur in de gazet en get an- gersch nog veur op de sukkeleires te laote drukke.' „Waatf" zegt hierop het aanwezig raadslid, „biste gek jong, zooveul gejld schendig te maoke, daa te dich kandedaat sohtelst hubsie gliek, mè haut dich in Goenoam aon gein annunskes en suk keleires op. Dat kost dioh cine ganse pungel gejld en doe ksnst dat eigeste veul beterkoop hubbe. Loester. Doe geest doodeenvoudig bie Koob de Bod, en zekt hum, dat hè het dioh gans plechtig oetbelt das te dich kandedaat schtelst, dat kost dich vief grosche en damit biste van de gause krempel sf. Gleuf mich, jong, as ich iss weer ge- koze mot worde, ioh flik et em ooeh ezoo." Deze idéé beviel onzen klompenmaker uitstekend, en na zich in de gunst van den secretaris en het raadslid beleefd te hebben aanbevolen en hun ieder een paar „prachtige klompe" te hebben beloofd, „es n hem bie de keezera zone aonrekommandeire," spoedde hy zich naar Koob de Bod en beval dezen den anderen morgen zjjne candidatuur „oet te belle". Koob, die ook vleesch „oet te belle» had, was 's an deren daags morgens reeds vroeg in de weer. Op de gewone plaatsen van afkondiging begon hy eerst hevig te sohellen, en riep dan met stentorstem .- „Daar is te bekomen bjf D. versoh geslaeht rundrloesch aan 66 oents de kilo, zegt dit voort." Toen schelde Koob nog heriger en veel langer dsn de eerste maal, en begon weder: „Na luistert allen aandachtig. De heer C. J. brengt bjj deze plechtig tor kennisee van de inwoners en vooral en bijzonder aan de heeren kiezers, dat hij zioh bjj de gemeenteraadsverkiezing van aan staanden Maandag eandidaat stelt en dat hjj zioh plechtig en beleefd in de gunst der heeren kiezers aanbeveelt. Zegt dit voort.» De beide eerste oandidaten zyn sedert dion niets op hun gemak, daar de nieuwe aanbovelingsmanier van den klompenmaker-oandidaat vele kiezers te zijnen gunste heeft gestemd en er dus veel kans bestaat dat zijn „ambiesje om ouch in den road te komme» bevredigd zal worden. Onlangs werd het plan géopperd en een opwek kend woord tot de Nederlandscho jongelingschap ge richt om een bond to stichten, zich ten doel stellende om door samenwerking het persoonlijk vervullen van den dienstplicht te bevorderen en te steunon. Dank zij den bijval, dien het plan van verschil lende zjjden ondervond, is het voorloopig bestuur, bestaande uit de hh. H. K. Valmer, voorzitter, en A. F. de Savernin Lokman, lecretaris, thans in staat gesteld de eerste grondslagen te leggen voor dien bond en zyn oen belangstellenden de ontwerp-eta- tuten en een ontwerp-huizhoudelijk reglement toe gezonden, terwyl de eerste algemeene vergadering iz bepaald op Zaterdag 9 Febr. a. s., 's av. te 8 uren, in het hotel „De oude Graaf", Keizerstraat 12. In de statuten wordt o. m. het doel van den bond omschreven als: a. het houden van algemeene ver gaderingen: b. het opwekken tot deelneming can de vrijwillige oefening in Ben wapenhandel en het geven van inlichtingen omtrent de regeling van den militiedienste. het bevorderen der aansluiting tnsschen hen, die buiten hunne woonplaats hunnen militiedienst moeten volbréngen, en i. het behartigen der belangen van hen, die hun dienstplicht persoon lijk wentchen te vervullen. In elke gemeente, waar moer dan zes leden zyn, kan eene afdeeling worden opgericht, en elk lid stort jaarljjka 0.26 of 0.50 in de bondskas. Een van de meest beroemde Faryscbe artsen, in de vorige eeuw, kreeg op zekeren dag bezoek van een man, die de hulp van zijne kunst inriep om een bijzonder hardnekkige kwaal te bestrijden. Op de vraag, wat bem dan eigenlyk scheelde, antwoordde de onbekende, dat een onoverwinnelijke zwaarmoedigheid hem bot leren ondraaglijk maakte. „Ge moet af en toe eene een glas goeden wijn drinken," zeide de arte. „Ik heb in mijn kelders de fijnste en beste wijnen", antwoordde de zieke, „maar zy nemen myne treurigheid niet weg". „Ga dan eens op reis.» „lk heb geheel Europa al doorgereisd, maar steeds werd ik door mijne zwaarmoedigheid geplaagd". «Hm! Dat is eCh bedenkelijk geval. Er is evenwel nog een middel: ga geregeld naar den Italiaanschen schouwburg, wanneer Carlin optreedt: zijn humor ia onuitputtelijk en zijn levenslust zoo aanstekelijk, dat die de nwe ongetwijfeld zal doen terugkeeren". „Ach dokter," antwoordde de zieke met een diepen zucht, „ik zie wel in, dat mijne zwaarmoedigheid niet te genezen is; ik zelf ben Carlin President Csrnot beeft bewilligd in bet verzoek om ootslag van den heer Ferrouillat ala minister van justitie en ven den heer Delaporte als secretaris bij het departement van koloniën. De heer Guyot Dessaigns is tot minister van justitie benoemd. Donderdag hield de nieuwe Londensche graaf- schapsraad zijn eerste bijeenkomst. Tot de werk zaamheden behoorde het benoemen van een voor zitter en het verkiezen der 19 aldermen. Tot voor loopig voorzitter is verkozen jir John Lubbock, doch de benoeming der aldermen is na een zeer heftige discussie tot deze week verdaagd. Deze quaestie der wethouders heeft de gemoederen zeer opgewonden; te voren had reeds een vrij heftige polemiek plaats over de vraag of zy zouden verkozen worden uit personen buiten den county council of uit leden van den graafschapsread. Onder de personen, die als toekomstige aldermen genoemd werden, behoorde ook Charles Dilke, de politieke schipbreukeling, die langs dezen weg in het staatkundig leven had kannen terugkeeren, doch, naar men verzekert ia deze candidatuur afgestooten op het moraliteitsbewustzjjn der beide vrouwelijke leden van den county council, lady Sandhurst en müe Cobden. Indien waar, zoo kan dit stof geven tot een interresssnte polemiek tusschen voor- en tegenstanders van den invloed der vrouw op het staatkundig leven Het Engelsche publiek stelt op het oogenblik meer dan in den Londenschen graafkchapsroad belang in de behandeling, waaraan de Ieraehe afgevaardigden van den kant van Balfour bloot staan. De regeoring bewijst altijd weer opnieuw, dat het volstrekt niet in haar bedoeling ligt de Ieraehe dwangwet te be schouwen als een schrikmiddel, waarmede men stoute kinderen naar bed jaagt. Wederom zyn twea Ieraehe leden van het parlement John O'Connor en Cordon tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld wegeDS ijverige deelneming aan het Plak of Campaign. Wan neer het zoo voortgaat, zal weldra geen enkel Ierecb afgevaardigde op vrye voeten rondloopen en de zitting van het parlement deze maand zonder Pamell's vol gelingen geopend worden. De Duitsche Rijksdag heeft de behandeling van het voorstel tot afschaffing der graanrechten voortgezet. Natuurlijk verzuimden de liberalen niet weer op de groote nadeelen der hooge invoerrechten op graan te wijzen. Zelfs de beer Von Benningsen, de leider der nationaal-liberalen verklaarde, dat hij persoonlijk evenals altijd een tegenstander is van invoerrechten op graan, maar toch achtte hy het niet wenschelijk deze nu geheel af te schaffen. Te vergeefs beproefden de liberalen bet ontwerp althans naar een commissie te doen verzenden. Dit voorstel werd verworpen, zoodat het voorstel der sociaal-democraten den volgenden dag ten tweeden male behandeld ea eveneens verworpen zou worden. Terwyl kapitein Wiseman zich gereed maakt om dezer dagen als Duitsche rijksrammiasaris naar Zan zibar te vertrekken en bet belmer over de Duitsche koloniale bezittingen op Afrika's oostkust over te te nemen, komen uit Zanzibar weer allerlei ongun stige berichten. De Arabieren zetten de vijandelijkheden tegen de Duitschera te Bagamoyo en Dares-Salam Voort, ter wyl hun opperhoofd Bnaheri in zijn kamp groote slavenmarkten houdt. De blokkade heeft nog niet veel gebaat, want tot dusver iz het alleen der Duiteche boot Leipzig gelukt een achip met 200 slaven te nemen, die echter, later weer in handen der Arabieren vielen. In de Italiaanscbe Kamer heeft de Minister van Financiën den toestand der geldmiddelen uiteenge zet. Het tekort voor het jaar 1888/89 wordt geraamd op 191.826.000 lire; met inbegrip van de credieten, welke ter uitbreiding van leger en vloot zyn aange vraagd. De Minister acht het niet wenschelyk een leening te sluiten, maar wil hot tekort dekken door een flnaneieele operatie. In 1881 werd een fonds gesticht tot het uitkeeren van pensioenen, hetwelk 27.153.240 lire aan rente kon uitkeeren. 1 Juli 1889 zal do rente van dit kapitaal nog 16.370.000 lire bedragen. Daarvan wil de Minister nu 3.800.000 lire besteden om het waarborgfonds voor de staats papieren te versterken, dooh het overige deel van het kapitaal wil hy in de schatkist storten. De sehatkist zou daardoor een kapitaal van 240.000.000 lire verkrygen, terwyl de uitkeering der pensioenen als geregelde uitgave op de begrooting zou worden gebracht. Door deze operatie wordt het tekort voor 1888/89 verminderd tot 86.140.000 lire, en deze som wil de Minister vinden door 31.610.000 lire te bezmningen en enkele belastingen te hervormen of te rerhoogen. De Minister stelt o. v voor, de grondbelasting met 1 pCt. te rerhoogen en den- telfden maatregel toe te passen op de sootbelasting en de belasting op roerende goederen. Aldus ver trouwt de Minister, dat het financieel evenwicht over eenige jaren zonder leening zal hersteld zyn. van de Makelaars De markt was beden onveranderd. Loco Tankfust en Loco Geïmporteerd fust 8.26, September-, October-, November en December-leve ring 8.—. BÜRGEMEE8TER en WETHOUDERS der Ge meente Gouda; Gezien de bepalingen van bet gewijzigd Regle ment op de Wegen en Voetpaden in de Provincie Zuid-Holland. Herinneren HOUDERS VAN HONDENKARREN aan hunne verplichting tot bet doen van aangifte bij Burgemeester en Wethouders hunner woonplaats, om zich in het daartoe bestemde Register te doen inschrijven. Van de inschrijving wordt aan de hou ders een bewijs afgegeven. Het gebruiken of doen gebruiken van Honden karren waarvan de aangifte niet is geschied, is op straffe eener geldboete van ten hoogste 50. verboden. Onder Hondenkarren worden niet verstaan Hand wagens waarbij een tusschen de wielen loopende hond als hulpkracht wordt gebruikt. Gouda, 6 Februari 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. AMSTERDAM, 6 Februari. (Per Telegraaf.) Binnenlandsche fondsen goed prijshoudend. Rus sen en Portugezen zeer willig. Oostenryk en Turkye vast. Zw.-Nooren en Amerikanen onveranderd. Voor de vele blijken van deelneming ondervonden bij het overljjden van onze ge liefde Zuster en Behuwdzuster Mej nffrouw ELI SABETH BüCHNER, betuigen wij onzen op rechten dank. -y J. M. SPRÜIJT—Büchnbe. M. SPRUIJT. Goudafi Februari 1889.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2