[EDE •rf, le waseb N? 3851. DE BOTEBWEJ, 1889. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. K, ert. jen.” 'ling. WEN. FEUILLETON. UIT VERRE GEWESTEN. N, ’aard art 1889, UDA, l Cent, bg AN, >uda. De imending van advertentiön kan geschieden tot Ata uur des namiddags van den dag der uitgave. I 4 trokken IN. te Wad~ i maohti- stmie en len Heer i. ekhande- e Gouda. Bovendien worden alle Ad vertentien gratie opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verachjjnt. otarissen iENAAR billetten USSEN. uur. sen. lKBOBD (Naar het Ent/elech.) IXIV. leeren J. 'AM DHR IERGEN Dooi. IK en, best ngelegen t Noord- i I ADVERTENTIEN worden geplaatst ran 1—5 regels h 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOT® LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. RT of 1’ 36) Wat is zijn werk? Wat doet hij? Die dorre oude man is een eopiïst. Sedert meer dan dertig jaar is hij niet anders geweest dan een eopiïst. Als men hem daar zoo ziet zitten, zou men hem niet gaarne iets te oopieeren geven, dat netheid en spoed vereischt. Maar bezie oens eeno dier blad zijden. Hoe duidelijk,' hoe regelmatig, hoe sierlijk zijn de letters I Men kan nauwljjks gelooven dat zij niet zijn gegraveerd. Hoe kan die bevende hand zoo nauwkeurig en 'gelijkmatig die op- en neerhalen maken! Gij vraagt wat hij doetj1 Hij begint een Uiterste Wil of Testament te oopieeren. Het stuk is juist voor hem gelegd. Van wien is dat testament? Van een millionair. Overtuigd dat hij niets van zijne bezittingen kan medenemen, wenscht hij zooveel mogelijk van de voorschriften der wet gebruik te maken om er nog het bestier over te voeren nadat hij gestorven is. Hij heeft daarvoor menig langdurig onderhoud met den heer Pulsifer gehad, waarin den rijken man werd gezegd wat hij doen mocht en wat de wet rer- De wet, die bjj de Tweede Kamer-is ingediend met het doel aan de bedrieger .jen in den boterhan- del een einde te maken, trekt natuurlijk in ons landbouwend en handeldrijvend Nederland zeer de aandacht. Schoon in het algemeen voorstanders van eeilijkheid en goede trouw in handelsza- ken, zijn wg toch slechts zeer matig ingeno men met dit product van wetgevenden arbeid. Er is voor ons een protectionistisch bjjsmaakje aan, dat Ons niet bevalt De aanleiding tot dit voorstel was een advies van de landbouw- commissie, dat de regeering overgenomen heeft. <De boterhandel zoo lezen wjj in het rap port is een van de gewichtigste takken van bedrjjf en een van de voornaamste bronnen van nationale welvaart. De boterhandel toch betreft een product van eigen bodem, waarvan de baten ten volle komen aan het eigen volk. In dit opzicht moet de margarine-prodnctie, welke hooge vlucht deze in betrekkeljjk wei nige jaten moge genomen hebben, te eenen male achterstaan bjj de productie van natuur boter. De margarine-fabrikanten moeten hun grondstof in den vreemde opdoen, en hoe be- langrjjk hun bedrjjf ook op zichzelf moge zjjn, het is voor de welvaart ;ran bet volk van minder beteekenis, en het ton dit ook dan zjjn, indien de productie van margarine even groot ware als de productie van echte boter, wat toch inderdaad het geval nog niet is.» Deze aanhaling staaft voldoendeonze opvatting, dat het doel dezer wet minder is bescherming van het onwetend publiek tegen gewetenlooze be den natuurleken ontwikkelingsgang daarvan achten wjj bedenkelgk en in strijd met oioe tot dusver geldende handelsbeginselen. Waarom dan geen sigaren van Amersfoortsche of Su- matra-tabak begunstigd boven de Havanna? Moet de fabricatie van stearine-kaarsen belem merd worden, omdat men liever zien zou, dat meu vetkaarsen uit inlandsch smeer brandde? Maar, zegt wellicht onze lezer, dat is vol strekt de bedoeling niet der wet. Deze wil alleen een einde maken aan bedrog en oneer- lijke concurrentie, door te verbieden dat het eene product onder den naam van het andere in den handel gebracht wordt. Met nw wel nemen de Regeering zegt dit wel, zjj ver zekert dat zjj de concurrentie wil vrjjlaten, maar de bepalingen der wet zjjn niet in over eenstemming met haar woorden. De voorge stelde wet erkent geene andere boter dan het van ouds als zoodanig bekend, uit room ver vaardigd product; de nieuwe soorten moeten voortaan margarine heeten. Geen roomboter en margarine-boter, zooals zou overeenkomen met de werkelijkheid, want beide zijn gelijk soortige kunstproducten, op algemeen bekende wjjze uit room en margarine verkregen. Neen, ter wille van den vaderlandscben landbouw, die onmachtig schjjnt om door het leveren van een voortreffelijke waar aan de concurren tie van de voortbrengselen der nieuwere chemie het hoofd te bieden, moet aan deze laatste de naam van boter worden onthouden. Van regee- ringswege zal derhalve op het publiek pressie worden uitgeoefendde eenvoudige burger moet worden afgeschrikt iets te koopen, dat Ds uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per di&hnaanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderljjke No turners VIJF CENTEN. Waarom in den naam van God, terwijl er zooveel van het vermogen, dat weldra verbrokkeld zal wor den, bjjeen is gegaard in den naam des duivels of met zijne hulp? Ashley hield op. Ik geloof dat het verledene voor hem openlag en hij er een blik in kon slaan. Zou hij gaan sterren? zeide hij bij zichzelf. Plotseling kwam er eene gedachte bij hem op. Misschien had Gaskell hem een legaat gemaakt! Zoo iets was wel meer gebeurd. Het was echter eene dwaze gedachte, in aanmerking genomen wie Gaskell was. De eopiïst maakte eene beweging alsof hij het testament wilde doorlezen. Maar de tucht, waaraan hij dertig jaar gewoon was, weêrhield hem. Wat ging hem de inhoud van zulk een papier aan? Niet anders dan dat hjj dien moest oopieeren. Dus hervatte hij zijn werk. „In den naam van God, Amen. Ik, Morris Gas kell Weer had de eopiïst een dwazen inval, en wéér hield hij op. Gesteld eens dat Gaskell en hij op hetzelfde tijdstip stierven, en te zanten de reis naar gene zijde des graft deden, zou Gaskell dan eenig voordeel op hem deden? Iets, dat naar een glimlach geleek, vertoonde zich op zijn perkamenten gelaat, bij de gedachte dat Gas kell geen voordeel op hem hebben zou. Op dit oogenblik zag de eopiïst den heer Pulsifer de kamer doorloopen. Dit riep hem tot zijn plicht terug. Voorzichtig haalde hij een zilveren horloge uit zijn zak, hij zag er op en bespeurde dat hij vijf GOUDSCHE COURANT. driegen dan wel het te hulp komen van een belangrijken tak van onsen handel, die door een nleuwerwetsch product der njjverheid dreigt te worden geschaad. Het komt ons voor, dat men een gevaarlijken weg opgaat, indien men de eene industrie boven de'andere bevoorrecht, omdat de grondstof van de eerste in het land zelf en die van de tweede pit het buitenland afkomstig is. Wg laten in het midden de waarheid van het beweren der landbouwcom- miseie. Ontegenzeggelgk wordt er hier te lande nog altijd meer roomboter dan margarinebotar vervaardigd, schoon de laatstgenoemde reeds een belangrijk handelsartikel is geworden, dat niet verdient met minachting te worden be jegend en in zjjn ontwikkeling te worden be lemmerd. De uitvoer naar Engeland b. v. be droeg in 1887 een waard, van 42 millioen guldens, en als man bedankt dat bjj de fabri catie daarvan groote hoeveelheden inlandsche melk worden gebruikt, dan kan men niet zeg gen, dat dit bedrjjf geene vruchten afwerpt voor het land in het algemeen. Doch ona be zwaar ligt in het bljjkbaar streven om den vaderlandscben landbouw te steunen in den strjjd, dien hij tegen de knnstboter te voeren heeft. Waar is de grens van dergelijke be scherming? Moet de Regeering optreden als keurmeester van de verschillende bedrjjven en belemmeringen in den weg leggen aan alle indnstriëelen die in haar oog minder nationale grondstoffen gebruiken. Het is moeiljjk uit te maken in hoever het algemeene landsbelang bjj dezen of genen tak vsn njjverheid is be trokken en alle maatregelen, die ingrjjpen in aan het bood; waarin hij zijne lievelingsberekeningen tot in het bezit van het derde geslacht volgen, of tegen wil en dank geene bepalingen maken kon! Maar uit de voorwaardelijke bezittingen, „bijaldien dit", en „in geval dat* enz. enz; die in het stuk voor komen, blijkt genoegzaam hoezeer zijn geest vervuld was van datgene wat hem weldra niet meer zou toebehooren. Ashley, dat is de naam van den ouden eopiïst, zit aan zijn dagelijksch werk. Hg zoekt een geschikt vel papier uit en begint: „In den naam van God, Amen. Ik, Morris Gaskell De oude man hield op. Morris Gaskell en hij waren schoolmakkers geweest en later bediende in hetzelfde magazijn, waar Ashley tot boekhouder op klom. Asley huwde met een arm meisje, dat hij beminde; Gaskell met een rijk meisje, wier geld hij liefhad. De vrouw van Asley stierf binnen een jaar, en van dien tijd af verloor hij de weinige eerzucht, die hij ooit bezeten had. Puïsey, destijds een jong ‘rechtsgeleerde, ontmoette hem, en liet hem van tijd tot tijd wat werk doen. Later werd het eene vaste betrekking. Gaskell ging het zeer voorspoedig. Zijne vrouw stierf ook, maar toen de rouwtijd om was, huwde hij met hare zuster en kreeg aldus twee ge deelten van een aanzienlijk vermogen in plaats van één. Ik geloof wel dat hij bereid zou zijn geweest ook nog een derde gedeelte op te slokken als de Voorzienigheid het zoo gewild had. „In den naam van God, Amen!" II 1889. elisten.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 1