ON, ro, ZT] 1 i Vrijdag 22 Maart. N? 3871- 1889. BINNENLAND. SONS 1 TIE. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. UIT VERRE GEWESTEN. N. lering I iten. FEVILLETON. '.- enz. <7 KUL- KSEN, I MB 1 "i 4 OOVDA. rgfonds isterdam. ERKEN, A. H. THIM. I De inzending van advertentièn kan geschieden tot één uur des namiddags vancaep dag der uitgave. - Kantore maat in den "l I s De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en F^stdagen. De prjjs per drie maanden is f 1.25, franco per post f 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Bovendien worden alle Ad vertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD, 't welk des Maandags verschijnt. 1 i i {Naar het EngeUch.')' XXXV. was niet toen hij staalhoudende I u6ui Larorhe I .Wijn. Aan- ieneeibeeron. ;hekara, Zeist. i GOUDA, 21 Maart 1889. De Provinciale Staten van Noord-Holland namen gisteren met algemeene stemmen de voor het ontwerp ongunstige conclusie der commissie in zake de provin ciale kiestabel aan. lames HOR- iouden RIN- i. tegen veel AD VERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. To Appelscha is, naar gemeld wordt, door een veenboer reeds een begin met ’t graven' van turf ge maakt. Diens arbeiders schjjnen dus niet te willen werkstaken. Een twintigtal arbeiders ia naar Pruisen getogen om werk te zoeken. Een detachement van 25 infanteristen is gisteren van Grave naar Mogen vertrokken om te zorgen, dat de zoogenaamde Groenendijk, die de polder van Megen aan do bovenzijde beschermt tegen het over tollige water uit de omstreken van Grave en Raven- stein, niet doorgestoken wordt. Te Amsterdam is overleden de heer mr. J. R. Corver Hooft, oud lid der Tweede Kamer. Hij was een aanhanger der conservatieve partij die met zijn dood een harer trouwste veteranen ziet heengaan. 8. zegt van hem in het Centrum: Conservatief was hij ran top tot, teen, door ge boorte of door aanleg. De oude Amsterdamsche bur gemeesters herleefden in hem. Uit zijn meeningen ju beginselen had men hen, bij het ontbreken van alle geschiedboeken, kunnen kennen. Hij was een van de mannen onder «wier heusche en boleefde regeering» een gemeenebest «gerustmoedig» kon schuilen, en Vondel, die den ouden burgemeester Hooft aldus aansprak, had ook in dezen Hooft een der door hem geroemde .mildaerdige en bescheiden góden" herkend. Evenmin als die oude góden kon Correr Hooft vergeten wie hij was. Zonder dat bewustzijn zou hij niet zichzelf zijn geweest. Zijn patricisch conserva tisme was hem als een kleedingstuk aan het lijf ge goten, wat hem verder ook ontsloeg van de zorg voor sierlijke kleedij. Een zeer zeldzame rechtzaak zal weldra voor de rechtbank te Amsterdam worden behandeld. Volgens hét hbld is, naar aanleiding van het prospectus, waarop inschrijvers hebben deelgenomen in hetaan- Als zeker kan de schrijver mededeelen, dat de regee ring reeds haar voorbereidende maatregelen genomen heeft om, zoodra de adviezen der Staten zullen zijn ingekomen, het ontwerp met de nieuwe tabel in den kortst mogelijkeu tjjd bij de Tweede Kamer aan hangig te kunnen maken. Da groote vraag is alleen of er zelfs in de Tweede Kamer eene meerderheid Voor te vinden zal zyn. Willens en wetens heeft de regeering zichzelf in een lastig parket gebracht, want zonder eenig redelijk motief beeft zij aan de Eerste Kamer, die haar met welwillendheid ontvangen heeft, den oorlog verklaard, en door het geheele land heeft zij haar tegenstanden wakker gemaakt en tot verzet geprikkeld. Wat haar bedoeling kan geweest zijn, is een raadsel. Indien het de bedoeling was geweest een botsing ml te Mlte», had piëta anders geageerd kunnen worden. hart. Hij had even weinig medegevoel met armen als met rijken. Hij beschouwde de bewegingen der wereld als die van een groote machine, in werking gebracht door eene kracht, waarvan hij zich geene uitlegging wist te geven en die hem ook onverschillig was. „Geef mij een paar centen, baas, as-je-blieft." „Uit den weg, kleine duivel," riep Holt hem toor nig toe. De jongen hij zal omstreeks tien jaar geweest zijn gaf een gil alsof hij een slag had ge kregen, en liep zoo hard als hij kon weg, op een eerbiedigen afstand. Toen stond hij stil, wees op Holt en schreeuwde: „Scheeloog leelijke scheeloog!" „Kom hier," zeide Holt op vriendeljjken toon, terwijl hij in zijn za,k tastte. goddsche courant. In de correspondentie uit Den Hang aan Zutf. Ct. wordt de aandacht meer bijzonder gevestigd op de slechte uitkomsten voor de regeering van het onderzoek der tabellen van de Prov. Staten. Alleen Utrecht, Noord-Braband en Lftnburg ad- viseeren gunstig, terwijl zelfs in laatstgenoemd college de opmerking wordt gemaakt dat het provinciaal belang er nu juist niet bijzonder door gebaat zal worden. De regeering kan zich dus niet troosten met het denkbeeld, dat alleen de liberale Statenleden haar plan veroordeelen. Opmerkelijk is vooral de stemming in de Staten van Gelderland. De mannen als Van Wassenaer, Kolff, Van Voorst tot Voorst, Vonk'de Both, ja zelfs het kamerlid Engelberts het openlijk uitspreken, dat de nieuwe indeeling in strijd is met het provinciaal belang, is voor de regeering een zeer ongunstig teeken. En nu komt bovendien de heer Huber als enfant terrible in de Friesche Staten verklaren, dat er naar zijn overtuiging van een ontbinding der Staten geen sprake kan zijn! Alsof door de ontbinding uit het plan weg te laten niet het geheele plan in duigen zou vallen! Heeft dan daarom de Standaard zoo behendig betoogd dat ontbinding volkomen rationeel en grondwettig zal zijn? Ondertusschen wordt het nu bij den dag moei- lijker de zaak door te zetten. Door vrienden van de regeering wordt dan nu ook reeds beweerd, dat het eigenlijk nooit in het plan heeft gelegen de nieuwe indeeling reeds voor de aanstaande Statenverkiezingen in werking te brengen, maar dit is stellig onjuist. i. In het Panopticum te Amsterdam is thans weder eene nieuwe groep voor het publiek tentoongesteld. Het ia de yooretoUiMewser- sehipbreuk, en zij be hoort tot het beste, wat het Panopticum ons te tien heeft gegeven. Er zijn ongeveer 20 personen, die deels bij een vuurtoren staan en een drenkeling opvisschon, die in do golven dreigt te verdwijnen. Aan bet strand wordt een andere drenkeling opge- vischt, die reeds het bewustzijn heeft verloren. Dat alles is zeer levendig en natuurgetrouw voorgesteld, doch het haalt niet bij de juistheid, waarmede een klein bootje is weergegeven, waarin zich een half dozijn mannen bevindt, dat geslingerd door eene groote golf, als een speelbal is voor de woedende elementen. Deze groep is inderdaad zeer schoon en tintelt van leren. Op den achtergrond is het ontredderd vaartuig, dat schipbreuk lijdt, voorgesteld. De beer Grootveld schilderde het decoratief. De zee is zeer fraai en hoogst natuurlijk. hier," zeide Holt op vriendeljjken toon, De jongen naderde voorzichtig; hij was zoo ge makkelijk niet te vangen. //Neem aan," sprak Holt en stak hem een dollar toe. De jongen kwam sluipend nader. «Waar ben jij bang voor, malle jongen? Ik geef je dit omdat je zoo’n kleine duivel ben en iemand bij zijn rechten naam weet te noemen." De ’knaap nam het geld aan zonder een woord te spreken en liep weg. Hij trad den eersten winkel, den besten in en wisselde zijn geldstuk; toen was hij gerust. Op dit oogenblik kwam Graves uit een der voornaamste koffiehuizen, waar hij eene verver- sching gebruikt had. 56) Het was vol op straat. De lucht was juist op wekkend genoeg om iedereen tot vroolijkheid te stemmen. Zelfs de bedelaars vergaten hun gewoon gejank, en vroegen aalmoezen op opgeruimden toon. Het gevolg hiervan was dat zij veel meer opdeden dan gewoonlijk - jammer dat zij het niet onthielden De starren glinsterden prachtig aan het uitspan sel. Weinigen in de groote stad zagen er naar; Holt ten minste niet. Hij gaf niets om de starren, ja, om niets van de dingen hierboven, beneden of aan gene zijde. Hij dacht slechts aan den grond waarop hij stond; hij koesterde heftige, wraakzuch tige gedachten. Zijne laatste toevallige ontmoeting met Virginia Randall had hem van dien kant wanhopig ge maakt. Buiten zijn huis gaf hij om niemand, met uitzon dering van Castleton die had hem aan zijne be trekking geholpen en de weduwe Frost en hare familie die hadden hem gevoed en gehuisvest. Jegens ieder ander koesterde Holt bitterheid in zijn z/Hoe gaat het, Holt?" vroeg hij. Het was nu niet z/Bill" evenmin als//dwarskijker". z/Hoor eens Graves," zeide Holt, «ik was slecht geluimd, toen wij elkander een poos geleden, ont moetten. Ik zeide u toen dat gij mij geen //dwars kijker" mocht noemen. Dat was maar gekheid, ’tls mij onverschillig of gij mij zoo noemt of niet. Ei genlijk heb ik het liever. Het gelijkt meer op den ouden tijd." «Ik moet bekennen dat gij wel wat bat waart, antwoordde Graves; «maar ik heb er later over gedacht, en ben tot het besluit gekomen dat wij toch eigenlijk te oud zijn om elkaar bijnamen te geven, dus blijft het nu: Holt.", voegde hij er achteloos bij. //Dwarskijker" waarlijk, ik heb nu liever dat gij mij //Dwarskijker noemt," hernam Holt, overredend. Er lag iets in zijn toon waardoor Graves zich niet op zijn gemak gevoelde, maar hij antwoordde: z/Best." Toen zeide hij, als om een praatje te maken: //Mevrouw Enos Foote houdt van avond receptie. Ik moet er heen. Goeden avond.” z/En op zoo’n aap is Virginia verliefd'!” mom pelde Holt. Hij liep de vijfde Avenue door het de weg, dien hij gewoonlyk nam, en eenige huizen verder was, kwam hij aan de woning van Enos Foote en zag de gebruikelijke voorberei dingen van oen looper op de stoep en» een tijdelijk afdak. Zijne eerste opwelling was de straat over te steken; zijne tweede; zijn weg te vervolgen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 1