SS
N? 3881.
1889.
IHS
.voor.
5,
JEN.
Woensdag 3 April.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
BINNENLAND.
f
FEUILLETON
.brisk.
UIT VERRE GEWESTEN.
oo p:
ure TDIN
staande en
n, 61 Cen-
2022, in
den Heere
r gewoond
■M
>n.
STGr
DA.
8, Gas-
nz.
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
w»Jfri
V'-
p maat
CRAMER
1—
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelyks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke Nomine» VIJF CENTEN.
itopsaihank werden aan het poat-
de daaronder reesorteerende hulp-
-„l
2611.57 en terugbetaald 1961.31.
E POTJES
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD,
’t welk des Maandags verschijnt.
1-
- /i-
0.70
I-
IIT.
(Naar het Bngelech.)
XLIII.
itaalhoudunde
U!U l.iwlf
tV’ijn Atn-
EOfiberrm.
ei era. >it.j
T A. Ha
THIM.
[AN Zoon.
Bij het aftleelings-onderzoek in de 2e Kamer van
het wetsontwerp tot nadere regeling van den dienst
en het gebruik van spoorwegen, waarop met beperkte
snelheid wordt vervoerd, gaven veel leden als hun
gevoelen te kennen, dat de wet van 9 Augustus 1878
aan haar doel heeft beantwoord en op krachtige wijze
heeft medegewerkt tot vergemakkelijking en verleven
diging van het verkeer tusschen de verschillende
gedeelten van ons Land. Bevestiging der in die wet
nedergelegde beginselen scheen hen dan ook alleszins
gewettigd toe.
GOUDSCHE COURANT
AD VERTENTIEN worde* creplseiat
van 15 regels h 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GR00TE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
kantoor Gouda en de daaronder ressorteerende hulp
kantoren gedurende de maand Maart 1889 ingelegd
2611.57 en terugbetaald 1961.31.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje
draagt het nummer 1766.
Het Bestuur van de Afdeeling Zevenhuizen, Wad-
dinxveen en omstreken der Hollandsche Maatschappij
van Landbouw heeft aan den heer Commissaris des
Konings in deze Provincie verlenging verzocht Van
de opheffing der beschermende bepalingen van de
Wet van 25 Mei 1880 (Staatsblad No. 89) voor
enkele vogelsoorten, voor zooveel betreft de gemeen
ten Waddinxveen, Zevenhuizen, Bleiswijk en Moer-
capelle.
Te beginnen met den eersten dezer zijn op de
De heer Willink Ketjen schrijft in de faarSie-
lode o. a.:
«Donderdag heb ik eon verboor ondergaan
bij den rechter-commissaris; ik was namelijk,
zooals bekend is, beschuldigd in den loop der maand
Januari aan den Minister van Koloniën de bedreiging
te hebben toegevoegd, het Prinsesje te zullen
dooden.
Van al mjjne, hierboven (in vroegere nrs. van de
Namüiebodè) genoemde beschuldigingen, die open,
ridderljjk, tartend werden uitgesproken, heeft men
geen notitie genomen en stelt nu in plaats daarvan
een beschuldiging, zoo geheel in strijd met mijn
sinds jaren aangenomen houding tegenover de macht
hebbers, dat zij reeds daardoor alleen wederlegd
moest zyn in hot oog van allen, die mijn zaak
gevolgd hebben.
Bij bovengemeld verhoor was een schrijven van
De zinken kaasraten, welke sinds enkele jaren
door den heer Aseton, Lood- on Zinkwerkor te
Berg-Ambacht vervaardigd worden, zijn zelfs in het
buitenland bekend. Onder anderen worden zij op
eene groot» kaas- en boterfabriek in Denemarken
gebruikt.
De Passage-Maatschappij |e Rotterdam heeft een
netto-winst behaald van 18 656. Het dividend is
op f 30 per aandoel vastgestold en tot directeur is
herkozen de hoer J. C. v. Wijk.
GOÜDA, 2 April 1889.
In de hedenmiddag gehouden vereenigde zitting
der Staten-Generaal waren alle Ministers tegenwoor
dig. De Minister Mackay deelde mede dat verschil
lende adviezen betrekkelijk den toestand des Konings,
zoowel van de geneesheeren als van Professor Rosen-
stein, verklaarden dat bet chronisch lijden op den
Koning (suikerziekte en uierontsteking) zoodanigen
invloed geoefend heeft dat Z. M. op het oogenblik niet
bij machte is zich met Staatszaken bezig te houden en in
de naaste toekomst zeker geen verandering te wachten
is. Of de toestand ooit weder zoodanig zal verbeteren
dat de Koning de regeering zal kunnen waarnemen,
kan niet met volle zekerheid worden gezegd. De Minis
ter Mackay heeft persoonlijk aan den Raad van State
nadero inlichtingen gegeven, die bijeenroeping der
Staten-Generaal loader uitstal noodig achtte.
den heer Keuchenius aai den Minister van Justitie,
gedateerd 6 Maart j.l. en hetgeen de aanklacht be
vatte, welke tegen mij is ingebrach t. Van dit stuk
heb ik geen inzage bekomen, doch las mij de rech-
ter-commissaris enkel het slot dier missive voor,
waarin o. m. voorkomt, dat ik «op de bewuste da
gen in Januari bij mijn gesprok met den Minister,
zóó ziedend was van toorn, dat hij, (Minister) zich
de woorden, die ik had uitgesproken, niet juist
meer herinnerde.»
De lezers van mijn Open Brief zullen opgemerkt
hebben, dat do minister hier, om mijn gemoedstoe
stand de karaktoriseeren, hetzelfde woord «zie
dend van toorn* gebruikte, als ik, alleen met dit
onderscheid, dat hij verklaarde niet juist te weten
wat ik gezegd heb, terwijl ik ons gesprek in hoofd
zaak in meergeuoemden Open Brief heb weergegeven.
Het klinkt haast ongelooflijk, dat een Minister,
een dergelyke zware en onware beschuldiging durft
inbrengen, twee maanden nadat dat* feit zou plaats
gehad hebben, onder toevoeging eener verklaring,
dia de gehario beschuldiging te niet doet
Nog eons dus beroep ik mij op het zoo dikwijls
geprezen gezond verstand der Nederlanders en vraag
hen niets meur dan hun oordeel te schorsen, tot
de rechter in deze zaak zijn uitspraak zal hebben
gedaan.»
ING van
ipen en
66)
Op zekeren dag, vroeg in den ochtend, ging hy
zijn ouden schoolmakker opzoeken. Deze was te
spreken. Hij wist zeer goed wat Graves kwam doen.
Hij ontving hem vriendelijk en hoorde geduldig
zijne geschiedenis aan, als ook zijn verzoek om hem
ongeveer duizend dollars te leenen, ten einde hem
in staat te stellen op kleine schaal iets te beginnen.
Het speet Ellsworth zeer, ja, hij mocht wel zeggen
dat het hem bedroefde, ongelukkigerwijze niet iu
staat te zijn hem te helpen, maar het contract zijner
compagnieschap verbood hem afzonderlijke leeningen
aan te gaan, en dus was het hem onmogelijk aan
het verlangen van zijn vriend te voldoen.
Graves begreep hem maar al te wel. Hij voelde
den grond onder zijne voeten wegzinken. Hij trachtte
zich aan iets vast te grijpen. Hy besloot New-York
te verlaten, zooals zijne vrouw wenschte. Hij riep
al zijn moed bijeen, en stelde zijn toestand Ellsworth
juist voor oogen, die ïnet alle aandacht, schijnbaar
met oprecht medegevoel, luisterde. //Leen mij twee
honderd vijftig dollars," zeide hij, „om hier van
grenzen der gemeente Zevenhuizen personen geplaatst,
belast met de wering van rreemde bedelaars.
De kiezerslijsten voor de 2* Kamer dor Staten-
Generaal, voor de Provinciale Staten en voor don
Gemeenteraad, zyn voor de gemeente Berg-Ambacht
elk vastgesteld met 230 nimen. Gen enkel lodger
komt onder de kiezers voor.
achteloos met uw g
gezegd verkwistend, maar ik wil
kwetsen, nu althans niet; doch om u
te zeggen, als gij
te verlaten en mijne hulp noodig hebt, zou IK liever ny opnu
willen dat uwe rrouw bij mij kwam, en ik de zaak gestormd
i i i. a l ii i f,1
bedaard totdat zijne tegenpartij had uitgeraasd. Ein
delijk hield Graves op, om adem te scheppen.
«Hebt gij gedaan?" vroeg Ellsworth, op een toon,
zoo kalm, dat die alleen genoeg was om Graves
maar ook om uwe vrouw, want wij zijn samen op- weer in vuur en vlam te zetten.
Z/Neen, ik begin pas. Ik wil U zeggen, dat
geld zijt geweest; ik had bijna 'gij ’t Is onnoodig de scheldnamen, waar-
maar ik wil uw gevoel niet mede bij hem overlaadde, te herhalen. Zij waren
althans niet; doch om u de waarheid van de ergste soort. Ik geloof niet dat Ellsworth
j er ernstig aan denkt New-York dit alles verdragen zou hebben, als Graves niet, toen
mijne hulp noodig hebt, zou ik liever hij ophield, zich had omgekeerd en de kamer uit-
-u:: i-;v -««v I was, met een0 woede dat hij «het
met haar zelve besprakgij moet het mij niet kwalijk hoofd
nemen; gij weet hoe gij altijd met geld hebt om-
gesprongen." I Terwijl hij het
Het bloed steeg Graves naar het gelaat. Hij van d:
sprong op, balde zijn vuist en hief de handen drei- Graves, met gezwollen slapen,
--- 1 -x— I en kloppende polsen, op het trottoir en stond een
oogenblik besluiteloos.
Het gezicht van de wemelende menigte riep hem
tot zijn ongelukkigen toestand terug. Hij deed eene
1L ’o i Toen
vatte hij de taak, die hij zich had voorgenomen,
j eene som
geld te leen kon krygen.
Te vergeefs. Iedereen scheen van Randall’s dood
te weten, en den toestand te begrijpen waarin Graves
f aan de hulp
van zyn vader in te roepen, maar deze was een man
iprakgij moet het mij niet kwalijk
hoe gij altijd met geld hebt om
steeg Graves naar het gelaat. Hij
gend omhoog. //Harry Ellsworth, ik heb grooten 1
lust om u een slag in het gezicht te geven voor
hetgeen gij daar gezegd hebt. Laat die schel los
of gij krijgt er een. Geef mij nog eens de minste
aanleiding, als gij durft."
Ellsworth was geen lafaard, maar binnen de ge
wijde wanden van het kantoor mocht de jongste
compagnon geen vechtpartij houden. Graves bloed
was aan het gisten. Blijkbi
staat. Hy was niet opvliegend van aard, maar als
eenmaal zijn drift gaande was gemaakt, was 1
zelf geen meester meer. Ellsworth begreep dit, en
daan te kunnen gaan naar de moeder van mijne wachtte, na de eerste opwelling bedwongen te hebben,
vrouw*-*•’-* -ii"A j i?:-
z/’tls een zeer hard geval, dat moetik bekennen,"
antwoordde Ellsworth, met een diepen zucht. «Ik
zou u gaarne willen voorthelpen, niet alleen om u,
gegroeid. Gij weet ook wel, Charley, dat gij altijd
gevoel niet mede bij hem overlaadde, te herbalen. Zij
van de ergste soort.
ernstig aan denkt New-York dit alles verdragen s
was, i
1 van de firma," den bedaarden en deftigen
Illingsworth, die binnen kwam, bijna omverliep.
aan KHsworth overliet, om uitleg
de zaak te geven zooals hij het verkoos, kwam
een vuurrood gezicht
en kloppende polsen, op het trottoir en stond een
Het gezicht
I krachtige poging om tot bedaren te komen.
I vatte hij de taak, die hij zich had voorga
i weder op, namelyk. ie beproeven of hij
1 rrnlrl t.o loon knn kriiffen.
Hijkbaar was hij tot alles rA i
1 ?,13 v» -- - -o-nr
hij zich. 1 daardoor gebracht werd. Hij dacht er
dit. en van zijn vader in te roepen, maar deze
l’