DIENSTBODE. f g Hj qy U/ R] VITRAGES aan't stuk. Bultenlandsch Overzicht. PETR0LEUM-N0TEERINGEN BEURSBEUICHT. ADVERTENTlEN. "W I E is toch de Vader van dat prachtige papieren Kind? een HERBERG met Vergunning, Glasversekering-Maatschappij ILTOIE^TIEIES, SCHEMS Zn. Bergplanten - O.'ie. Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam. Burgerlijke Stplnd. Zevenbuizen Mevrouw SPRUIJTBüchneb, TURFMARKT, verlangt tegen MEI eene PRUDENTIA te Amsterdam, De OUD-CARTHAGENA's is niet billy fc tegenover onzen Nederland soh en j geleerde, en ik neem daarom de vrijheid, het feit hier in te vlochten, zooal&ik het uit den mond van een deskundige vernam. 4» In het weekblad De Fiskus, orgaan vbór de amb tenaren der directe belastingen enz., vindt mèn de volgende opmerkingen: „De opbrengst van den gedistilleerdaccijns, zoo leest men o.a., beliep het eerbiedwaardig cijfer van 23,762,588, waarvoor veraccijnsd werden 396,043 hectolitors gedistillleerd ad 50 pCt., dat is per hoofd der bevolking 9 liter en 2 centiliter. Geloofde men de bekende statistiek van het plaatselijk verbruik van gedistilleerd zonder verder nadenken, men zou dan meenen, dat de smaak voor alcoholhoudende of liever gedistilleerde dranken in de onderscheidene gemeenten, zelfs in die welke aan elkander grenzen, al zeer verschillend is. Zoo vindt men bijv. dat te Breda per hoofd der bevolking geconsumeerd wordt 14j®8 liters en in het naburige Ginneken slechts 6.05 liter, te Helmond 12.148 en in het na- 'I burige Aarle-Rikstel 6.27, te Heusden 18.64 en in het naburige Herpt 4.87 liter. Die voorbeelden 1 zou men zeer veelvuldig kunnen herhalen. Wat heeft men dan aan die statistiek om het gebruik of het misbruik van sterken drank in eenige ge meente te beoordeelen? o. i. al heel weinig, maar we weten dat deze statistiek ook niet daarvoor in 't leven is geroepen, maar dat ze dienen moet om na te gaan of in de een of andere streek ook fraude in 't groot plaats heeft, en daartoe kan een vergelijking met cijfers van vorige jaren nuttig zijn. Waaraan deze groote versohillen in verbruik per hoofd der bevolking zijn toe te schrijven weet ieder die aan de samenstelling van deze statistiek heeft meegewerkt. Op plaatsen, waar drukke markten zijn of alwaar om andere redenen veel menschen samenkomen, wordt veel sterke drank door niet-ingezetenen ge bruikt niet alleen, maar Van daar wordt door die vreemdelingen ook veel gedistilleerd mee naar huis genomen in een hoeveelheid, waarvoor geen docu ment tot dekking op het vervoer voreischt wordt. Zoo drinkt te Breda de inwoner van Ginneken en andere naburige plaatsen en neemt ook nog drank mede naar huis; te Helmond doet alzoode ingezetene van Aarlc-Rikstel, te Heusden de ingezetene van Herpt, en ton onrechte wordt nu bet door Ginne ken, Aarle-Rikstel en Herpt geconsumeerde óp de statistiek gesteld als door Breda, Helmond en Heus den verbruikt. Als we nog mededeelen, dat de cijfers van het plaatselijk verbruik afwisselen van 5 centi liter voor de gemeente Hemmen, tot 2042 centiliter voor de gemeente Zalt-Bommel (het laagste en het hoogste plaatselijk verbruik alzoo in dezelfde provin cie), dan begrijpt men licht, dat de Volksbond tot wering van drankmisbruik deze cijfers Biet behoeft te raadplegen* om eenoordeel te vellen over het meerdere of minder misbruik dat in eenige gemeente van sterken drank gemaakt wordt. Eenig meer licht, zoo leest men, vinden we in dit opzicht wanneer het verbruik per provincie onderling vergeleken wordt. Vooropstellend, dat het gebruik per hoofd der be volking over*geheel Nederland in het jaar 1886 be liep 8.99 liter, (zooals hierboven reeds werd mee gedeeld, was het in 1887 9.02 liter ad 50 pet.) zien Jee uit het volgende overzicht gemakkelijk in welke provincie het verbruik meer of minder dan het ge middelde is. Per hoofd der bevolking werd gebruikt in: Noord-Brabant 6.61, Gelderland 8.52, Zuid- Holland 10.48, Noord-Holland 11.71, Zeeland 5.59, Utrecht 10.,88, Friesland 7.50, Overijsol 9.11, Gro ningen 10.44, Drente 7.12 en Limburg 3.14 liter ad 50 pCt. Bovenaan staat dus Noord-Holland met 11.71, onderaan Limburg met 8.14, of slechts ruim Vs het gemiddelde van het verbruik over het geheele rijk. Men merke hierbij echter wel op dat de provin ciën Noord- en Zuid-Holland en Utrecht veel meer door vreemdelingen (buitenlanders en bewoners van andere provinciën) bezocht worden, dan de provinciën Limburg en Zeeland. Ook Groningen is niet een provincie waar druk vreemdelingenverkeer plaats heeft, en daarom gelooven we veilig te mogen aan nemen, dat in dat gewest, met een verbruik van 10.44 liter per hoofd, door de bevolking de meeste sterke drank geconsumeerd wordt. De firma Nolting Co/te Londen heeft eene vernuftige petroleumlamp uitgevonden voor straatverlichting in den gewone gaslantaarn, met dien verstande, dat zij van binnen van een schoorsteen is voorzien. Wordt de lamp aangestoken, dan verwekt zij terstond een war men luchtstroom, die door den schoorsteen opstijgt in een reservoir, dat zich boven op de lantaarn be vindt. Yan dd&r wordt de verwarmde lucht in de kokers, welke in de hoeken der lantaarn zijn aange bracht, naar beneden geleid in een kleiner reservoir, dat het voetstuk van de lamp vormt. Dq. oliehouder heeft een dubbelen mantel en de warme lucht, die tusschen de wanden circuleert, vindt haren uitweg door de opening van den bran der en komt dns met de vlam in aanraking, zoodat eene meer volledige verbranding plaats heeft dan bij toevoer van koude lucht, en men geen hinder heeft van walm, olielucht of condensatie van vocht. Een belangrijke eigenschap van deze lamp is, dat zij geen glazen cylinder vordert gelijk de gewone petroleumlamp. Uit nauwkeurige proefnemingen is gebleken, dat deze lamp uitstekend voldoet, zelfs onder de meest ongunstige omstandigheden. Stoompost Ten einde aan het Nederl. leger de medewerking te verzekeren van vrijwillige wielrijders, is door 4en minister van oorlog de bemiddeling van het bestuur vaq den Alg. Ned. Wielrijdersbond ingeroepen, dat met algeroeene stpfpmen heeft besloten aan dat ver zoek te voldoen, terwijl het met den chef van den generalen staf in overleg is getreden omtrent de voorwaarden, die aan eene aanstelling als militair wielrijder verbonden zouden moeten worden. Als gevolg van dat overleg is een ontwerp opgemaakt, dat verschillende conceptvoorwaarden bevat; het ontwerp is den minister van oorlog aangeboden, en het zal later, wanneer het door den Minister is bekrachtigd, worden openbaar gemaakt. Als 'militair wielrijder zullen alleen worden toe gelaten lecjen van den Alg. Ned. Wielrijdersbonddie 6en zekeren graad van geoefendheid zullen hebben verkregen, den ouderdom van 19 jaren hebben be reikt en in het bezit zijn van een door het bonds- bestuifi*' goedgekeurd rywiel. Om tot militair wiel- ryrjer benoemd te kunnen worden, moeten do leden zich eenige militaire kennis eigen maken, die voor den van hetr te vorderen dienst noodig wordt geacht. Daartoe zal men gratis kunnen deelnemen aan een I cursus, te geven door officieren van het leger in verschillende garnizoensplaatsen, welke cursus onge veer een maand zal duren. Bepalingen betreffende de verpleging, de inkwartiering en den dienst der wielrijders, by de manoeuvres dienst doende, zullen worden vastgesteld. Eene openhartige advertentie. In een der laatste nummers van den Transvaal Mining Argus vinden, wy de volgende openhartige advertentie: Gevraagd, eene betrekking, door een slim persoon, die ten zeerste begeert snel rijk te worden, eene plaatsing als directeur aan de eene of andere maat schappij hij is volkomen op de hoogte van het op werken, (knows a thing or two about promotion) terwijl de belangen der ^indeelhouders hem onver schillig zijn. Reflecteerenden adresseeren brieVen aan Fradulent Trustee, postkantoor Johannesburg. Als de adverteerder kans zag om in Londen te komen, zou hij misschien eene voordeelige beirek king kunnen krijgen bij de eene of andere Zuid- Afrikaansche landmaatschappij. {Financial News.) Een bediende der bankiersfirma P. J. L. te 's Gra- venhage, kreeg lust om te speculeeren en kocht Amerikaansche Spoorwegaandeelen. Hij was echter niet gelukkig in zyn onderneming en geraakte in schulden. Intu&schen werd hij door een der firman ten bij herhaling aan geld geholpen an werd dien tengevolge debiteur der firma voor ruiw 13,000. Na verloop van eenigen tijd, in 't begin van De cember 1886, trad bedoelde firmant uit de ven nootschap en bleven nog twee firmanten over. De bediende trad kort daarna ook uit zijn betrekking, verkocht zijn eigendommen en vestigde zich te Goes. Bij; het uittreden vAn meerbedoelden firmant zond de firma aan hare debiteuren, en dus ook aan hun ge wezen bediende, rekening-courant. Deze gaf daarop te kennen, dat de firma nooit eischende tegen hem kon optreden, omdat er tusschen hen contract be stond en zij wachten moest op de voldoening. Nu werd beslag gelegd op de kooppenningen van des bedienden eigendommen, welke na aftrek der hypo theek nog/400 bedroegen. De firma stelde een vordering in van ruim f 12,000, die, na aftrek der posten niet gedokt door schuldbewijzen, nog overbleef van des bedienden schuld. De Rechtbank en het Hof wezen de vordering toe. In cassatie werd de zaak Vrydag bepleit. Mr. Thor- becke, die voor den bediende optrad, stelde als cassatiemiddel schending van de artt. 15,16, 17, 18, 31 en 32 Wetb, v. Kooph., 1675, 1676, 1683,1686, 1688,4 1904, 1911—1914 Burg. Wetb., 176 W. v. B. R., omdat, waar een lid uit de vennootschap treedt en de liquidatie der loopende zaken aan de beide andere vennóoten opgedragen wordt, die tevens de vennootschap voortzetten, het uitgetreden lid niet wordt aangemerkt als partij in een geding, ter zake van een voor de uittreding aangegaan contract aan gevangen, hoewel, waar ter zake van een der geli quideerd wordende, mede aan het uitgetreden lid toebehoorende, vorderingen geactionneerd wordt de vennootschap als liquideerende optreedt en dus alle vennooten, die op naam der firma gecontracteerd hebben, geacht moeten worden in lite te zijn, kun nende de rechtstoestand en het verhaal van derden, die met de vennootschap wettiglijk gehandeld heb ben, door de uittreding niet gedeerd worden. Voor de verwerende firma trad op Mr. A. M. v. Stipriaan Luïscius. „En gij zult my niet verraden kon hy niet nalaten met levendigheid te vragen. „U verradenzeide zij, voor 't eerst met bitter heid in haar toon. //Is dat een woord om jegens mij te bezigen? Verraden „Vergeef mij, Charlotte. Ik wist niet wat ik zeide. Ik zou u van veel uitlegging kunnen geven als ik er de gelegenheid toe had. Hoe lang zijt gij hier?* //Verscheidene maanden." „En waarom zijt gij gekomen?" „Ik had in geen jaar van u gehoord." Zy sprak bedaard, zonder eenige ontroering. Weder volgde er een oogenblik van pijnlyk stil zwijgen, pijnlijk voor du Barry, want Charlotte was zich zelve volkomen meester, terwijl zij hem treurig aanzag, alsof zij hem beklaagde. ,,'t Is zonderling," zeide hij eindelijk. //Waarom hebt gij mij er niet van verwittigd? dat gij hier waart?" „Ik wilde slechts het ergste te weten komen. Ik had geene begeerte om u,te zien." „Geen begeerte van mij te zien!" riep du Barry uit, op dramatisch teederen en verwijtenden toon. „Volstrekt niet," hernam zij koel. //Toen ik ont dekt had hoe de zaken stonden, was ik niet aan droefheid ten prooi. Ik ben nu kalm." Haar gelaat weersprak deze verzekering, maar zij hield zich goed. „Waar woont gij?" vroeg hij. „Wy moeten een ongestoord onderhoud tezamen hebben. Kan ik niet bij u komen?" Wordt vervolgd.) de proef te corrigeeren vond. De Duitsche woor den waarvan 'er een aantal in voorkwamen, was zouden een enkele fout gezet. Hij was nog meer verwonderd, toen hy den naam van eene der plaatsen weggelaten en door eene andere vervangen zag. De eerste was verdicht, de andere de ware na^m. Zeer verontwaardigd dat iemand zich eene derge lijke vrijheid met zijn manuscript veroorloofd had, riep hij den meesterknecht, en vroeg: „Wie heeft dat blad gezet? Is het een Amerikaan?" „Neon't is een Duitsch meisje, dat wij nog maar weinige dagen in het werk hebben. Zij is zeer wel opgevoed en zeer vlug, en kan zetten zoo goed als de beste." v. „Zeer .zonderling," zeide dü Barry. „W-is-gëéne enkele drukfout in mijn proef. Maar zij is wat al te ver gogaan, want zij heeft een woord veranderd. Kan ik haar spreken?" „Wel zeker, als gij dezen kant wilt opgaan." By een der letterkasten stond een meisje van geen gewoon voorkomen. Zij droeg eene nauwsluitende kleeding van donkere slof en hare kleine tengere vingers waren met drukinkt bemorst. Haar weel derig blond haar was langs de slapen glad gestre ken en in eene' dikke vlecht achter op het hoofd gelegd. Haar gelaat was zeer schoon, iets smaller dan natuurlijk scheen, terwyl hare groote, sprekende, blauwe oogen eene uitdrukking van droevige be rusting teekenden. Zy sloeg geen acht op de twee personen, die haar naderden, totdat de meesterknecht stilstond. „Hier hebt gij" sprak hij, „den schrijver van het artikel, waarmee gij bezig waart; hij wilde u over de proef spreken." Kon du Barry zijne oogen gelooven? Het was Charlotte Meijer, die voor hem stond! De meesterknecht was dadelijk teruggegaan. De letterkast stond in den hoek der kamer. lede? om hen heen was bezig. Niemand had op du Barry's komst gelet. „Charlotte! Goede hemel! Hoe zijt gij hier ge komen?" Geen antwoord. Zij zag hem strak aan, maar sprak niet. „Waarom hebt gij Neurenburg verlaten?" vroeg du Barry, na een pijnlyk stilzwijgen. „Waarom zou ik in Neurenburg blijven?" was hare wedervraag, op een toon zoo ernstig en droevig, dat hij aarzelde, voordat hij beproefde haar te ant woorden. „Maar waarom zijt gij zoo ver van huis gegaan? Waarom zijt gij in Amerika gekomen?" „Van huis!" herhaalde het meisje, „van huis! Kunt gij mij zeggen waar ik een tehuis heb? Ik ben in dit land gekomen om tooneelen en herinneringen te ontvluchten, die mij daar kwelden; niet, zooals gij misschien vreest, om u overlast aan te doen." Het was op du Barry's gelaat te lezen dat deze laatste uitdrukking hem een gevoel van verlichting gaf, maar hij wist niet wat er op te zeggen. „ïk weet alles, Alfred," hernam zij kalm. Het Openbaar Ministerie zal nader conclusie nemen. Door het hoofdbestuur der Vereeniging tot be vordering van Fabrieks- en Handwerksny verheid, is aan den Minister van Financiën een adres gericht, waarin wordt aangedrongen op afschaffing van den accyns op suiker. Over den accijns als belasting wil adr. niet spreken, den Min. het oordeel overlatende, of deze belasting do eene industrie, die der bieten, ten nadeele van don consument beschermt, en de andere, de raffi- neerderij, drukt. Maar voor het belang van den consument wordt deze afschaffing gerechtvaardigd, want al moge, wat adressant betwist, de belasting niet worden gerekend te behooren tot die op een eerste levensbehoefte, de voedingswaarde in aanmerking genomen moet suiker toch als een levensbehoefte worden beschouwd vooral voor de lagere volksklasse. Waar de suiker goedkoop is wordt zij rijkelijk gebruikt. Met een beroep op de geschiedenis in Engeland, spreekt adr. de meening uit, dat men door traps gewijze vermindering (wanneer afschaffing ongeraden wordt geacht,) tot op de helft van den accijns kan komen, zonder bezwaar van Js Rijks inkomsten, zoodat hij verwacht dat de Minister spoedig het initiatief zal nemen, zo<^ niet tot afschaffing, dan toch tot vermindering. De residentie-briefschryver van Z. D. bericht dat de indiening van de Onderwijswet nog in dit zit tingjaar stellig kan worden verwacht. Naar aan leiding van het rapport van den Raad van State zullen nog eenige gegevens worden verzameld. Omtrent den indruk dien het wetsvoorstel van den heer 8eyffardt betrekkelijk de verlenging van den diensttijd heeft gomaakt in de parlementaire kringen, vernam de schryver dat niet weinigen vol strekt niet af keerig waren, in het denkbeeld van den heer Seyffardt te treden, met het doel om te ver krijgen, dat na aanneming der wet de indienin^an de Legerwet zou worden uitgesteld totdat dlHie speciale Kazernewet voor de huisvesting van den soldaat beter zou zijn gezorgd. De Legerwet zou dan te bekwamer tyd onder gunstiger omstandigheden kunnen worden bohaudeld. Anderen gaan uit van het denkbeeld, dat de wet Seyffardt in verband te bren gen zou zyn meteen overgangsbepaling in de nieuwe Legerwet, volgens welke haar invoering eerst zou plaats hebben nadat in de inrichting der kazernes allerwegen bevredigende hervormingen zouden zyn tot stand gebracht. In afwachting daarvan zou de noodwet-Seyffardt voor een voldoende verdediging des Vaderlands kunnen zorgen. Het verschil tus schen de beide standpunten valt in 't oog. De een wil door de aanneming der wet Seyffardt de indie ning der Legerwet voorkomen, de ander haar invoe ring. Misschien stuit op de afwijzende houdingMvan den minister Bergansius alles af. De minister van Financiën houdt zich onledig met het overwegen der vermindering van een paar accynzen. Een daartoe strekkend voorstel zou, in verband met andere belasting-ontwerpen, tegelijk met de Begróoting van 1890 aanhangig gemaakt worden. Het ia voor de Fransche Regeering te faopon, dat het proces tegen generaal Bonlanger beter' af loopt dan dat tegen de Ligue patriotique, waarvan wjj den uitslag gisteren mededeelden. De algemeene indrulc te Parijs is, dat dit vonnis vrij wel op eene vrijspraak gelijkt. Do Boulangisten hebben dan ook naar aanleiding daarvan feest gevierd. De RépMujue Fratufaue verwacht, dat de Senaat, zoodra' deze als hoogste gereo'htshof optreedt, eren- eenj zijn plicht zal doen als de rechters, die in het gegeven geval geen ander vonnis konden uitspreken. Dit Zitl nu spoedig blijken, want reeds heden of morgen zal het proces tegen generaal Boulanger beginnen. Op last van president Carnot zal de pro cureur-generaal Quesnai de Beaurepaire dan als ver tegenwoordiger van het openbaar ministerie optreden en.de aanklacht staven. Vermoedelijk zal de Senaat later te Versailles bijeenkomen, daar de zaal in het Palais Bourbon te klein is voor de 800 senatoren en de talrijke getuigen, advocaten en ambtenaren, die de zittingen zullen moeten bijwonen. In de Duitsche hoofdstaf" liep het gerucht, dat de Minister van Spoorwegen'Maybscb zijn ontslag zou vragen, op grond dat de staatssecretaris dr. Stephan zich uihet Heerenhnis minder welwillend over zijn houding in den Landdag had uitgelaten. Ook wordt de president van de spoorwegdirectie Thielen als Maybachs opvolger genoemd. De Beriijnsche oorres pondent van de „Eölnische" houdt het bericht voor weinig waarschijnlijk. Schier zeker is echter de ver- Vanging van den Pruieisohen Minister van Oorlog Bronsart von Schellendorf door generaal Verdy du Vernois, vroeger gouverneur van Straatsburg. De Kamer van Koophandel te Hamburg heeft aan het Ministerie te Berlijn een memorie gezonden ter verdediging van den koffiehandel op termijn, waarvan de onmisbaarheid wordt aangetoond met een beroep op het voorbeeld van Amsterdam, Rotterdam, Ant werpen, Marseille en Londen. Zooals men weet, be staat het voornemen bedoelden handel of liever deze loterij bij de wet te verbieden. In de gisteren door het Engelsche Lagerhuis ge houden zitting verklaarde de heer Smith, dat de re geering volle vertrouwen stelt in de toepassing van het reglement, houdende bepalingen tot voorkoming van de verbreiding van veeziekte uit Duitschland in Nederland, en meent, dat dit reglement voldoende zekerheid biedt. Daar evenwel groote bezorgdheid onder de veehouders in Engeland schijnt te bestaan, heeft de regeering aan de Landbouwvereenigingen voorgesteld, eenige deskundigen naar Nederland te zenden, om zich van den toestand te overtuigen. Indien zij hierin toestemmen zal de regeering een verzoek in dien geest tot de Nederlandsche regeoring richten. Door den heer Picton werd Zaterdag! in het Lagerhuis weder eens het vraagstuk der koepok inenting op het tapijt gebracht; en daar dit in vijandigen zin geschiedde, moesten ook weder eens de welbekende feiten en cijfers als argumenten dienst doen ter weerlegging van de onjuiste en onware voorstellingen, welke de heer Picton en zijne geestverwanten tegen het heilmiddel der vac cinatie vooral onder de minder ontwikkelde klassen trachten ingang te doen vinden. Zoo toonde de heer Ritchie aan, dat tijdens de jongste pokken-epidemie te Sheffield de sterfte aan pokken onder ongevaccineerde kinderen 4400, onder de gevaccineerde slechts 9 per 100,000 bedragen had. Van de aangetasten waren er 869 per 1000 ongevaccineerd, en slechts 78 per duizend gevac cineerd. Uit verdere mededeelingen van den heer Playfair bleek, dat vdór het invoeren der vaccinatie in 1841 de sterfte aan pokken in Engeland 3000 per 1,000,000 bedroeg; van 1853 tot 1871, toen de gedwongen vaccinatie werd ingevoerd, bedroeg zij 223, en na 1871 slechts 156 per 1,000,000. In Duitschland, waar gedwongen Vaccinatie en revaoci- natie bestaat, bedraagt de sterfte aan pokken slechts 4, in Oostenrijk echter, waar geen dwang bestaat, 325 per 1,000,000. By monde van den heer Ritchie deed voorts de regeering weten, dat zy voornemens is eene konink lijke commissie te belasten met een nieuw onder zoek te dezer zake, daar zy zich overtuigd houdt dat hierdoor gegevens zullen worden verkregen, het best geschikt om de tegenwerking der anti-vaccina- tionisten mat te zetten. Het Luxembnrgsche Kabinet heeft gisteren in de Kamer eene boodschap voorgelezen van den hertog van Nassau, waarin hy zich bereid verklaard aan de grondwet te gehoorzamen en den eed als regent af te leggen. De Kamer vereenigde zich in de afdeelingen om de daarbij gevoegde stukken te onderzoeken. Te 4 uur werd de zitting hervat. De Voorzitter las daarop de volgende resolutie voor: »De Kamer van Afgevaardigden, overwegende dat uit de haar medegedeelde stukken blykt, dat de koning-groothertog in de onmogelijkheid verkeert de regoeringszaken waar te nemen ten gevolge zijner ziektedat dienvolgens een regentschap noodig wordt en overeenkomstig de familieverdragen aan den her tog van Nassau het regentschap met volle recht toe komt, zal de eedsaflegging van den regent ontvangen, krachtens art. 6 der grondwet." De discussie over dit besluit wordt geopend ver klaard, doch daar niemand het woord vraagt wordt de resolutie met algemeene stemmen aangenomen. De voorzitter geeft daarop voorlezing van de vol gende verklaring: «De Kamer, zich vereenigende met de gevoelens door de regeering uitgedrukt, betreurt dat zy door uCne wreede noodzakelijkheid genoopt werd tot het nemen van het besluit, dat zooeven is goedgekeurd en waarby een vorst is betrokken, die gedurende veertig jaren aan het land voorspoed, geluk, en vry- heid bezorgde." De minister van staat deelde aan de Kamer mede, dat de regent aanstaanden Donderdag den eed wenscht af te leggen, en stelde der Kamer voor, hare zitting dien ilag op 3 uur vast te stellen. Dit voorst' 1 werd aangenomen. By de overlegging der stukken, die op de zaak betrekking hebben, zeide de genoemde minister: „Het leven der volken, evenals dat van ieder mensch, heeft zijne dagen van smart, en het openbaar belang eischt vaak zware offers. Zeer pijnlijk was de vervulling dor taak, welke thans aan de raadgevers der Kroon was opgelegd. Doch wy zouden gehandeld hebben in stryd met den geest, welke onzen geliefden en ongelukkigen souverein in zijne langdurie regeering bezielde, indien wij verga ten dat men in het openbaar leven slechts heeft te letten op het algemeen belang en de uitvoering der wet.» ▼an de Makelaars De markt was heden vast. Loco Tankfust 7.85, Geïmporteei fust 7.85, Mei-levering 7.80, September-, October-, Novem ber- en December-levering 8.25. AMSTERDAM, 9 April. Per Telegraaf.) Binnenlandsche fondsen zeer vast. Buitenland algemeen willig met veel vraag naar Oöstenryk en Russen. Egypte hooger. Zw.-Noorea» Vs flauwer. GEBOREN 6 April. Barbers, ouders C. Lexmond en G Rietveld. 7, Pieter, onders P. Kruyt en E. de Jong. Leouardna, ondera L. Jansen en C. E. Frie. Elizabeth, ouders P. den Hertog en E. Blek, Willemina, ouder» D. Olthuijaen en N. ran Vleuten). Cornelia Adriana, oudera C. J. Sluiter en N. Lafeber. 8. Jan, oudera A.' Groen en J. H. Karreman. 9. Maarten, oudera P. Nobel en J. ran Vliet. Antonioa, ouders C. Lapoutre en A. Meij- boora. OVERLEDEN7 April. D. ran Toyl, 76 j. P. W. van Veen, i j. 4 m M. E. Bellaart, 3 m. C. IJpelaar, 2 ra. L. Broekhuizen, 64 j. 8. J. Hogendoom, 4 j. 4 ra. - A. C. Nolte, 3 m. GEBORENAnna, ondera L. Brouwer en M. Batenburg. - Hendrik, ondera J. Stofberg en A. ran Dam. op een der beste standen van Gouda. Adres onder No. 1827, aan het Borean dezer Coqrant. AGENT voor GOUDA. Gouwe C. 34/35. Afgepaste VITRAGE GORDIJNEN ran 2.per paar en hooger. Dit nitmuntend middel gaat tijdig gebruikt, het uitvallen der haren tegen en waarborgt bovendien tegen te vroegtijdige grijsheid. Prjjs per flacon met gebruiksaanwijzing 60 ct. Hoofddepot te Delft, bij A. BREETVELT Az. en verder verkrjjgbaar bjj: Wed Bosman. Gouda. I Weil. N Sanders, Leiden. A. Prius, Ze-enhuiten. W. Ligthelm, Voorburg. Wed. G. Wilhelmus Woerd. A. Bus, Berkel.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2