ER.» 389. BINNENLAND. nt de )men FEUILLETON. )ON. 'rijs- port tem- OTT VERRE GEWESTEN. 1889. Zaterdag 13 April. N° 3890. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Gzn., 10 hit toezicht' De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. J3 Zoon, 1 leweg. [ANN. Gemeente. id, Voorzitter. ir. IT op post stond, heeft het gebeurde MAN Zoon. v De uitgave dezer Courant geschiedt dagelgks met uitzondering van Zon-' en Feestdagen. De prys per drie maanden is J..25, franco per post f 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. o Benoemd tot Rijksontvanger te Gouda, (buitenge meenten) de heer F. H. Thorbecke, thans te Oud- Beijerland. Bovendien worden alle Advertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD, 't welk des Maandags verschijnt. (Naar het Enrjehch.) L. I «Hoe eenzaam gevoelt zich mijn hart I Ik kan mij niet tevreden stellen. Waar is mijn geliefde, die aan ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. lering van i Toezicht kandidaten Alfred! ik moet bij V zijn, bij U alleen. Ik spreek vrij uit, zonder schroom. Want als ik U vreesde, zou ik U niet liefhebben. Wij vreezen alleen de slechten, en gij srijt zoo goed! GOUDSCHECOURANT „Gelukkig zij, die nooit bemind hebben! Maar als ik bedenk dat God of het noodlot iets met dit alles beoogde, als ik in aanmerking neem dat ik aan U al mijne vriendschap geschonken heb, dat ik aan U liefkozing voor liefkozing, kus voor kus geef, o, dan ben ik gelukkig! Nabij Belfort in Ierland verhieven zich de over blijfselen van een zeer oud kasteel. Om deze te bewaren voor den sloopenden tand des tijds en voor wandelende vandalen, besloot een oudheidkundige er een muur om te zetten. Hij ging te dien einde met een metselaar een overeenkomst aan voor een zeker bedrag. De muur was in korten tijd vol tooid, maar toen de archaeloog kwam om het werk in oogenschouw te nemen, was de bouwval verdwe nen. De metselaar had. de steenen gebruikt voor den muur. GOUDA, 12 April 188». In de zitting der Tweede Kamer van heden werd aangenomen de overeenkomst met ’s Bosch, en de heffing in Zeeland en met 62 tegen 8 stemmen de onteigeningswet van den weg naar het Drutensche pontveer. De arbeidswet werd aangenomen met 84 tegen 1 stem, die van den heer Domola Nieuwenhuis. De Kamer is op recès gescheiden. De te Bloemfontein (Oranje-Vrijst.) verschijnende Friend deelt het volgende verhaal mede uit Fau- resmith: De dood van mejuffrouw M. de Vries Robbé onder buitengewone droevige omstandigheden, heeft onze kleine stad geheel en al in rouw ge dompeld. Genoemde jonge dame, eene Hollandsche, die gedurende de laatste drie jaren als gast van dr. en mevrouw Van Dam in ons midden was, bracht een bezoek aan eenige kennissen te Roukville en keerde jongstleden Zaterdag terug in het uitsluitend gezelschap van een kaffer, die de kar dreef. Toen zij dicht bij de boerderij waren omstreeks halfweg Fauresmith en Smithfield stond mejuffrouw Robbé met een meisje te praten, terwijl vuur gemaakt werd om koffie te drinken. Plotseling stond mejuffrouw Robbé in brand en ofschoon zij haar kleederun van het lijf scheurde en een kaffer bij een dam, een honderd yards verder, de vlammen bluschte, had zij zulke zware brandwonden ontvangen, dat geneeskun- weder t’huis terug, waar ik ongehinderd aan Ukón denken. Ik doe niets anders, niets, volstrekt niets; en op die wijze zijn drie dagen verloopen, dagen, die mij jaren toeschenen. Als drie dagen zoo lang schenen, hoe zal het dan met drie maanden zijn? Q, Alfred, ik heb den moed niet om te wachten. Als gij wist hoe mijn arm hart lijdt! Waarom hebt gij Uwe Charlotte verlaten? Door de justitie is reeds een onderzoek ingesteld, hetgeen waarschijnlijk zal leiden tot eene vervolging van den bewaarder, met het sluiten der deuren belast. Omtrent J. W. wordt nog het volgende bericht. Hij is 29 jaar oud, van beroep polderwerker, maar nu en dan dit beroop verwisselende met dat van bedelaar. Hij werd onlangs in de uitoefening van dit handwerk verhinderd door de politie en tot opzen ding naar eene bedelaarskolonie voor een jaar veroor deeld. Dit vooruitzicht streelde hem niet; hij ont snapte uit het huis van bewaring te Utrecht en begaf zich naar Duitschland. Of de trek naar het vaderland hem te machtig werd, wat niet waarschijn lijk is, daar hij eerst den 4dcn April buitenslands ging, dan of andere motieven hem dreven, is niet bekend, maar hij kwam terug. Dat echter de Neder- landsche politie waakzaam is, bleek hem al te ras. Nog geen half uur binnen onze grenzen, nog niet eens in het Politieblad gesignaleerd, werd hij door den yverigen gemeente-veldvHchter van de gemeente Beek gearresteerd on naar gebracht Het signalement van den anderen ontvluchte, M. v. d. Linden, laidt; lengte 1.71 meter, haar bruin, wenkbrauwen zwart, voorhoofd breed en hoog, oogen grijs, mond en neus groot, kin breed, aange zicht ovaal, bijzonder toekengespikkeld in het gelaat. (U, D.) de dingen af die komen zouden. Maar er gebeurde dien dag niets en dat was, bjj de snelheid waarmee dergelijke militaire zaken worden afgedaan, niet geruststellend. Ook den volgenden dag hoorde de officier niets van het gebeurdemaar tegen den avond ontving hij een pakje, welks afzender niet genoemd werd en dat een wekker bevatte. „Gij zijt gestadig niet alleen mij voor oogen, maar in mijn hart. U, geloof mij, want waarom zou ik het woord niet uitspreken, geloof mij, als ik zeg dat ik U bemin; ja, ik bemin U, met al de kracht mijner ziel. Naast God, heb ik niemand anders te beminnen. 75) Zijn antwoord toen hij opstond om heen te gaan, was zeer gepast. Zij begeleidde hem, als gewoonlyk, tot aan de voordeur. Zij stonden een oogenblik tezamen op de stoep om de schoonheid van den ochtend te bewonderen. Toen zij zich omkeerde om naar binnen te gaan, nadat hij haar verlaten had, en juist toen zij de deur dicht zou doen, viel haar blik op eenige papieren, die verstrooid op den grond lagen. Toen zij zich bukte om ze op te rapen, zag zij du Barry’s naam door hem zelven geschreven op den omslag waarin zij gepakt waren geweest. Haar eerste aandrift was hem terug te roepen, om hem weer in ’t bezit te stellen van hetgeen hij toevallig verloren had. Maar zij werd er van weer houden door eene gedachte, die in haar hart oprees bij het zien van eene nette, fijne vrouwenhand en een doosje met miniatuurportret, dat er naast lag. Een verschrikkelijk voorgevoel maakte zich van haar meester. Zij nam haastig de brieven en het miniatuurpor- De firma K. Jonker en Zn. alhier heeft op de tentoonstelling der Gravenhaagsche Tuinbouw- maatschappij een verg. zilv. medaille ontvangen voor eene inzending bloempotten, zaadpannen enz. Omtrent de toedracht der ontvluchting van twee gevangenen uit hethulphuis van bewaring te Utrecht, wordt nog het volgende medegedeeld. Aan den ont vluchten J. Wittebol waseenige huisdienst opgedra gen, waardoor hij gelegenheid had bij den gevangene M. van der Linden op de schoenmakers werkplaats te komen. Eerstgenoemde had ontdekt, dat een poor tje, uitkomende op het Nicolaaskerkhof, waardoor gewoonlijk de magazijnsgoederen worden binnenge bracht, en op den dag van de ontvluchting stroo was gefourageerd, ongesloten was, zoodat daardoor gelegenheid bestond om in vrijheid te komen; deze bevinding vertelde W. aan v. d. L., en beiden vat ten het plan op, om te ontvluchten, waaraan zij gevolg gaven, en dat hun dan ook gelukte. De schildwacht die slechts op zeer korten afstand op post stond, heeft van de vlucht niets gemerkt. Keizer Willem, zoo verhalen Duitsche bladen, ging onlangs ’s morgens te 6 uur naar een der Berlijnscho kazernen, om de op dit uur bepaalde theorie-les bij te wonenmaar toen hij daar kwam, was de betrokken officier nog niet aanwezig. De Keizer wachtte geduldig een half uur, totdat ein delijk do officier kwam, die niet weinig verschrikte, toen hij, zoo laat komende, dezen onverwachten toehoorder vond. Hjj gaf den kolonel kennis van w ’1 en wachtte met groote bezorgdheid boven- OA ea a rolgende 3 illeerd Markt. N GS, at er. 'oningen. tretje op, en spoedde zich naar de boekerij; zij gunde zich den tijd niet om naar hare kamer te gaan, v Zij ging zitten en zonder er aan te denken of het geen zij deed betamelijk was of niet, zag zij met genoegen de brieven in. Zij waren in het Duitsch met eene loopende hand geschreven. Zij las ze niet door, maar liet het oog van blad tot blad gaan, instinctmatig bij sommige punten verwijlende, en dan weder haastig naar andere gedeelten overspringende. Het eerste wat zij las, was als volgt, en het scheen alsof hare oogen door eene magnetische kracht tot deze bladzijde werden aangetrokken „Ik zend u mijn dagboek. Ik begin met den dag van uw vertrek. Nadat gij mij verlaten hadt, gaf ik mijne tranen den vrijen loop. Terwijl wij aan het ontbijt zaten, heb ik getracht opgeruimd te schij nen, om u niet bedroefd te maken. Het was te vergeefs dat ik afleiding zocht. Het was mij onmo gelijk iets te doen; mijn hoofd was te verward, en mijn hart te vol. Ik dacht dat het mij een weinig herstellen zou de frissche lucht in te ademen, en ik ging eene wandeling doen hot was mij onverschil lig waarheen. Ik keerde spoedig terug, en nadat ik uren lang had zitten denken, viel de avond, en ik begaf mij ter ruste. Ik laat het aan u over om te gissen of ik sliep. Den volgenden dag kwam Gertrude mij bezoeken, en later overreedde ik mij zelf om met haar uit te gaan, maar ik was spoedig i

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 1