1ENTS.
4 8
BINNENLAND.
I 1889
root
Concert,
ide
r Orchest,
de kleeding,
'gezang.
DANSEN
Gezelschap,
mes 50 Cent.
tellen
Donderdag 2 Mei.
ÏUÜR
om
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
IEGEN.»
W? 3905.
FEVILLETOX.
m I!
ickten
8.
‘T
De iniending van advertentlön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
het beste
weid.
Drogist.
T
1889.
LAND
aanvaarden.
OLD, aldaar.
IËN.
t'.
lijk overschot
te Haastrecht zijn herbenoemd de heeren Th. Hooft
«n (1. Réfavap ts»
van drie Leden voor de Provin-
De belangstelling in de begrafenis van het stoffe-
Tot tegenschattere voor de Personeele belasting
4)
a8 echte Pre-
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD,
't welk des Maandags verschjjnt.
Naar men ons mededeelt zal het Weihmich ts-ora-
tortum, hetwelk verleden jaar met veel succes werd
opgevoerd, in het najaar wederom worden uitgevoerd.
andpyn, ont-
onaangename
worden zeker
Ijjks gebruik
meriewinkels
icrin
mdwater,
ichen,
f L75,
»r. POPP's
9 tanden ge-
's Tandplom-
tegen eiken
i.
»emen-zeep.
rauparant
sn,
seepen, welke
veeg brengen.
-Mondwater
i tijd.
!n«n.
goudschecourant
Naar het DuiUch.
ng 8 uur.
g van Parije.
Kookstellen,
Gouda.
Ische Cou-
den door hei
IKMAN en
n brand ge-
i 5 minuten
n omstreken
De Botterdamsche rechtbank veroordeelde gisteren
B. 3. L., O. 3. K. en A. B., fabriekswerken,
wonende te Gouda, wegens mishandeling van den
-fchifchobef der garenvpimierij te Gouda,
tot gevangenisstraf: no. 1 van drie maanden, de
beide anderen ieder van twee maanden.
Tot tegenschattere voor de Personeele belasting
te Vliet zijn herbenoemd de heeren W. Zuidbroek
en W. Boere te Vlist.
Tot schatter voor de Vergunningen in de ge
meenten Haastrecht en Vlist is benoemd de heer
W. G. van Geelen te Gouda.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTS LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
By de Bykspostspaarbank werd aan het post
kantoor Gouda en de daaronder ressortoerende hulp
kantoren gedurende de maand April 1889 ingelegd
ƒ3844,62; terugbetaald 2652,31.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje
draagt bet nummer 1830.
Voor de polders Bozendaal, Beneden Haastrecht
en Hoog en Laagbilwijk te Haastrecht is herbe
noemd tot Polderschout de heer T. J. den Hartog.
TWEEDE [HOOFDSTUK.
Alice was zoer bleek geworden bij het hooren van
de toornige woorden der oude dame. Zonder zich
te bedenken, zonder een woord van smeeking stond
zij snel op.
«Geeft u mij kleedoren terug, mejuffrouw Lund,
ik wil vertrekken,” zeide zij. „Uw broeder sprak
mij tegen, toen ik zeide, dat mijn naam ongeluk
aanbrengt. Nu hoort u uit den mond van uw mama
de bevestiging van mijne woorden.”
„Blijf gerust hier, mejuffrouw Norman", bracht
Walther in het midden. „Nimmer zal ik dulden, dat
u midden in den nacht alleen en hulpeloos het huis
verlaat, dat ik voor u opende als een vriéndelijk
toevluchtsoord. Het doet mij leed, mama, op zulk
een rechtstreeksche wijze met u in tegenspraak te
komen, doch zoodra u tot kalmte zult gekomen zijn
en de zaken bedaard hebt overwogen, zult u inzien,
dat dit harde besluit in strijd is met uw natuurlijk
gevoel."
«Als de zaken zoo staan, heb ik hier niets meer
te zeggen,” voerde mevrouw Lund hem te gemoet;
Uit particuliere bron verneemt het Nieum het
volgende omtrent *s Koning» toestand:
De ongunstige verschijnselen der ziekte, waaraan
Z. M. sedert weken leed, zijn plotseling geweken,
niet slechts gedeeltelijk maar geheel. De genees-
beeren des Konings verklaren eenparig, dat deze
plotselinge genezing schier eenig in hare soort is.
Natuurlijk is, door de overmanning der laatste weken,
dos Konings liebnm nog Wt swofcy maar de geest
is integendeel zeer helder. Voortdurend onderhoudt
de Koning zich met de Koningin over allerlei onder
werp n en vermaakt zich met de levenslustige Prinses.
Met het regentschap is Z. M. hoogelijk ingenomen,
en hij heeft verzekerd, dat bij met het oog op zijne
zwakheid en leeftijd dezen maatregel zeer passend
vindt, te meer nu hij de Koningin ter zijde kan
staan in de gewichtige taak, die zij eerlang zal
aanvaarden.
„Uit mijn laatste woorden hebt u bereids kunnen
zien, dat ik uw heengaan uit dit huis gedurende
den nacht niet zal dulden, tenzij u met alle macht
dat wilde. Hoor hoe de regen tegen de vensterrui
ten klettert en hoe de wind huilt, en bedenk dat u
moeielijk in dezen nacht nogmaals gelegenheid zult
krijgen om een onderkomen te vinden. Zonder uw
eigen wensch zult u uit dit toevluchtsoord niet ver-
wijderd worden, dat beloof ik u. Laat u door de
woorden van mijne mama niet ter neder slaan. De
oude vrouw heeft een hart vol liefde en goedheid
voor alle ongelukkigen, alleen de eigenaardige om
standigheid, waarin zij heden voor de eerste maal
gekomen is, doet haar hard en onmeedoogend schijnen.
Morgen zal dat anders zijn. Doch laat ons voor
alles er aan denken, dat u dringende behoefte hebt
aan rust. Breng mejuffrouw in de logeerkamer
Edith en deuk er aan dat mama op u wacht!”
Alice stond gehoorzaam op en toen hij haar na
derde en met een hartelijk: goeden nacht! haar de
hand toestak, sprak uit haar blik de innigste dank
baarheid.
„God zegene u,” was het eenige, wat zij vermocht
te zeggen.
De deur sloot zich achter de beide meisjes. Hij
ging aan het venster staan en keek naar buiten in
den stormachtigen nacht. Dech zijn oogen zagen niets
van den neerstrooinenden regen, van de natte straten,
van de flikkerende lantaars, die hun zwak licht op
de naburige huizen wierpen en aan deze een spook-
Van het Loo meldt men aan bet Hblad- De
kentering in den toestand van Z. M. den Koning
begon veertien dagen geleden, en sedert ging de
beterschap met reuzenschreden vooruit, zóó zelfs,
dat Z. M. in de laatste dagen te zes uur ’smorgens
reeds gekleed was. Voor- en namiddags neemt de
Koning echter wat rust, wat hem door de genees-
heeren gebodey is. Van de chronische kwaal, waaraan
Z. M. lijdende is, heeft hij thans betrekkelijk weinig
hinder, en reeds sedert een dag of tien ia Z. M. in
rijn nitcrlfjk aanmerkelijk vooruitgegaan, zoodat men
waarlyk niet kan zeggen, dat de Koning er slecht
uitziet.
Met de noodige voorbereiding is aan Z. M. mede-
deeling gedaan van de overneming zijner regeerings-
bezigheden door den Raad van State.
Het besluit, waarbij dr. Vlaanderen tot ridder
van den Nederlandschen Leeuw werd benoemd, is
door Z. M. zelf bij den Ministerraad uitgelokt, ter-
wijl Z. M. wist, dat Hij zelf het niet zou kunnen
teekenen. Zoowel deze onderscheiding als de medaille
van de Eikenkroon, geschonken aan den ziekenop
passer Hemmes, werd door den Koning zelf den
begiftigde overhandigd.
Zes dagen geleden beeft Z. M. zijn verlangen te
kennen gegeven, te beginnen 3 Mei (de datum is
door den Koning zelf bepaald) weder de regeerings-
taak te aanvaarden. De noodzakelijkheid van een
"f 1 van den heer Beuther op heden was
bijzonder groot. Tot den st4et behoorden de Minister en C. Straver te Haastrecht.
Bergansius en de hh. Van der Schrieck, Schneider 1
en Bodideloo. Op het kerkhof waren aanwezig de
Ministère van Justitie, van Marine en van Koloniën,
de voorzitters en bureaux van de beide kamers,
vele kamerleden, de Secretaria-generaal en de hoofden
van het departement van oorlog benevens vele hoofd
officieren. De heer Schaapman sprak een woord
van hulde aan de groote verdiensten ran den over
ledene als soldaat en als staatsman.
GOUDA, 1 Mei 1889.
VEBGADEBING VAN DEN GEMEENTERAAD.
Vrijdag den 3 Mei 1889, des namiddags ten
1 ure.
Aan de orde:
Het voorstel betreffende de regeling van het ge
tal en de jaarwedden der Leeraren aan het Gym
nasium te verbinden.
De benoeming van eenen Voorzitter en vier leden
en hunne plaatsvervangers in de twee stembureaux
voor de verkiezing i 1- d-
oiale Staten van Zuid-Holland.
zij stond op en maakte zich gereed om de kamer te
verlaten. „Acht ge den wil van uw mama zoo weinig,
dat ge niet terugdeinst om hem te weerstreven ter
wille1 van eene avonturierster? Het is dan boter dat
ik je in ’t geheel niet meer met mijn raad ter zijde
staKom, Edith!"
„Ik volg u onmiddelijk, mama!"
Met het hoofd trotsch opgeheven verliet de oude
dame het vertrek zonder nog een blik op de achter-
blyvenden te werpen.
„Ach, laat mij gaan, mynheer Lund,” zeide Alice,
die haar tranen niet kon weerhouden. „Ik wil geen
tweedracht zaaien tusschen moeder en zoon. Hoe
kon ik toch op hel medelijden der menschen reke
nen? Mijn lot wijst my terug op mij zelve, ik moet
trachten door eigen kracht mij er doorheen te slaan.”
Walther voelde diep medelijden, toen hij zijn oog
op het teedere meisje liet rusten on zich te binnen
bracht, hoe dit aanminnige wezen, dat bestemd scheen
om te beminnen en bemind te worden, in strijd zou
zijn met de duistere machten, dat de waanzin haar
verstand beneveld zou hebben. Maar hoe kwam het
toch, dat hij er niet het allergeringste van kon be
merken? Toonden haar woorden geon helder begrip
van hare omstandigheden? Waarom had hij, ondanks
de meeste nauwlettenhoid, geon enkel verward woord,
geen enkele dwaze gedachte uit haar mond vernomen?
Als zij dus werkelijk waanzinnig was, moest dan die
ongesteldheid van den geest slechts nu en dan voor
komen, zooals dikwijls het geval is.