■te
F
ii
S1889,
EST.
vasschlng
8n
I
1889. Maandag 13 Mel.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1849-1889.
N® 3914.
'lil!
i'!
II?
1
I
F k
ER,
.eratr. 21
1
-Eli
oegen,»
if
FEUILLETON.
Hij
ipillas.
itarrh,
rverij
herij.
I
4
13)
[AN Zoos.
1
U
4
l
I
co brieven met
Bureau dezer
t
lera, welke
het gebruik
jl
i.
i ii
rwerk op de
ij
tolst) ver-
egen ver»-
Naar het Duitsch.
OORISSEN.
legang.
e.
litenshuia heb-
goudsche courant.
nen,verven
«tukken en
u, Garnitu-
leuren zjjn
als nieuw
ogelijk be
freien bij de
73 en 73a,
IA, SLIJM-,
(ENINGEN
Duizenden
gemiddelden
bewjja van
ulp. Prjjs
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD,
't welk des Maandags verschijnt.
Inzending van advertentiên kan geschieden tot Mn uur des namiddags van den dag der uitgave.
igsorganen
olgziekten,
vuile tong,
leidsgevoel
’t onderlijf,
rid.opstoo-
slijm, gal,
ng, afwis-
en, bloed-
ten, luste-
al deze
kunnen,
ten grond-
eenvoudig
I genezen
?ESDE HOQFDSTUK.
Hij behandelde haar niet als een krankzinnige,
tnaar als een verstandig menach. Hij hielp niet
mede om haar terug te brengen in haar gevangen
schap, neen, hij verdedigde haar en stelde zich
tegenover hare vijandent zoodoende werd hij in haar
oogen een schitterende held. Alles werkte dus mede
om eene neiging des harten te doen aangroeien, die
bij koelzinnig nadenken in de geboorte zou verstikt zijn.
De beide meisjes zaten op een middag aan het
venster in de woonkamer ijverig de naald te han-
teeren. Walther was ’s morgens naar zijn kantoor
V gegaan; nog nooit was hij zoo lang uit de zaken
afwezig geweest, hij zou zich moeten verontschuldi
gen en het best was, meende hij, de waarheid te
zeggen. Doch het ligt niet in ons plan hem naar
zijn kantoor te volgen, laten wij liever eens luisteren
naar het gesprek, dat de meisjes onder haar werk
voerden.
„Ge waart dus een langen tijd op liet Vasteland,
Miss?” vroeg Edith, terwijl zij eon nieuwen draad
in haar naald stak.
AD VERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
der Belgen,
iskade 19,
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
A-fzonderljjkja Nommers VIJF CENTEN.
//Het zal ongeveer acht a negen jaar geleden zijn,
dat ik Engeland verliet. Ik herinner het mij nog
zeer goed, want toen wij het vaderland verlieten, was
ik reeds een meisje van twaalf jaar.”
«Waar hebt ge vroeger hier in Engeland gewoond?”
z/In de boschrijke streken van Suffolk ligt Nor-
man-Hall, de bezitting van de familie, waartoe ik
behoor. O, dat lieve oude huis, waar ik onder op
zicht van mijn goede moeder de gelukkige jaren van
mijn kindsheid doorbracht. Hoe zou het er nu
uitzien? Waarom wordt mij belet terug te keeren
na'ar mijn eigenlijk te-huis? Nog herinner ik mij
duidelijk het groote vertrek, waar wij onderwijs kre
gen en de magere, beenige gestalte van Miss Kpightly,
mijne gouvernante. Nog zie ik de1 ernstige, goedige
oogen van mijnheer Cliffton, die ons de Fransche en
Duitsche taal leerde.”
z/Waar werd uw opvoeding voortgezet, toen ge op
het Vasteland waart?”
z/Mijn opvoeding FNengens! Zorgvuldig werd
er gewacht, dat ik niet verder leerde. Zij zeiden
altijd, dat mijn verstand niet in orde was, dat ik
zinneloos was.”
Deze eerste vrijwillige uiting van( het meisfje over
de storing van haar verstand wilde,Edith niet onop
gemerkt NÜen voorbijgaan. Zij wilde door bescheiden
vragen zich vergewissen of. Alice een duidelijk be
grip had van den toestand, dien men haar toeschreef.
Zij vroeg:
z/En leerde u graag, Miss?”
zijne gemalin, twee volwassen zonen, de
hoop van zijn huis, ontvielen hemalleen
bleef Hij over als laatste telg van een
roemruchtig vorstengeslacht. Gelukkig
echter dat de avond van zijn leven wordt
verhelderd door de zorgen van zijne tweede
gemalin, die zoo spoedig de harten harer
onderdaken won en door het bezit van
een veelbelovende dochter, waarop de
hoop der natie thans gevestigd is voor
de toekomst. Koningin Emma heeft zich
door de wijze, waarop zij zich kwijt van
haar plichten als vrouw en moeder, een
eerezuil gesticht in het hart des volks,
dat huiselijke deugden weet op prijs te
stellen. Geen wonder, dat heden overal
niet alleen de beste wenschen zullen
worden gerrit vooy den Koning, maar
dat daarbij ook gevoegd zal worden eene
bede voor het heil van het Koninklijk
huis.
Moge onze Vorst nóg lang voor het
volk en zijn gezin gespaard blijven! Nu
zijn sterk gestel gezegevierd heeft over
den laatsten aanval zijner ziekte, die
het ergste deed vreezen, is de hoop
weder verlevendigd, dat Hij nog eenigen
tijd zijne krachten zal kunnen wijden
aan de belangen van het Vaderland. In
alle gevallen bestaat er reden om
met opgewekten zin te deelen in de
„O jaj al te graag; zoo graag, dat ik ’s nachts
in de boeken zat te leeren, die mijn nicht gedurende
den dag gebruikt had, terwijl men dacht dat ik sliep.
Eerst twee jaar geleden, toen er een Duitsche juf
frouw werd in dienst genomen om toezicht op mij
te houden, werd ik daarin verhinderd. Zij was
vreeselijk streng en hield mij dag en nacht in het oog
zoo moest ik dan ook dat prettige leeren opgeven.”
z/Hadt ge een nicht, die met u werd opgeyoed?"
//O, zwijg over haar, Edith!" zwijg over haar,"
zèide het meisje, terwijl zij letterlijk in één kromp.
«Zij is het ongeluk van mijn leven, Edith! O, als
ik u mijn vertrouwen kon schenken envu vertellen,
wat een duivelachtig weefsel, de meuschen tegen mij
gesponnen hebben; het is zoo helsph en listig, dat
ik arme mij er nooit uit zal kunnen redden."
hGe windt u te veel op, lieye Alice. Deze laatste
dagen hebt ge zooveel .rust gehad, ge hebt u zoo
geheel in uw treurig IA geschikt, dat ik u móet J
verzoeken u te onttrekken aan herinneringen, die
niets kunnen doen, dan uw gezondheid benadeekju''
z/Wees niet bezorgd voor mijn gewondheid,
Ik heb mij nog nooit zoo wèl gevoeld, als sedwS»
het oogenblik, dat uw broeder mij in dit huis bracht.
Zeg mij liever openhartig: Heb ik, zoolang ge mij-
kent, iets gezegd of gedaan, dat reden geeft om’ te
denken, dat ik mijn vólte verstand niet heb!" t
z/Neen, zeker niet, lieve Alice! Maar willen wij
nu over nets anders spreken ?K Over iets aangenamers
'dan uw treurig lot?”
gebracht? Voor een groot deel hebben
wij dit te danken* aan de echt consti-
tutioneele wijze, waarop onze Koning
zjjn taak opvatte. Steeds vol ijver en
diep doordrongen van de groote plichten,
die op Hem rusttan, heeft Hij onver
moeid gearbeid aan zijne taak, ook te
midden van veel huiselijk leed en groote
beproevingen. Het zegt niet weinig, dat
Hij na eene zoo lange en veelbewogen
regeering nog, als voor veertig jaren,
het middelpunt is, waarom alle partijen
zich vereenigen. Bij al wat ons verdeelt,
gevoelen wij ons toch op een dag als deze
zonen van hetzelfde vaderland en de troon
der Oranjes is gebleven het zinnebeeld
van onze volkseenheid. Dit danken wij
voorzeker aan het 'Vrijs beleid en de
persoonlijke hoedanigheden van onzen
Vorst, die steeds zich wist te verhellen
boven de partijen. Vandaar dat het eerste
woord heden moet zijn een woord van
dank en hulde aan den jubilaris voor
hetgeen hij geweest is voor zijn volk,
voor al ’t goede dat wij onder zijn voor
spoedig en rijkgezegend bestuur genoten
hebben.
Het bijzonder leven van den Koning
is gedurende dit lange tijdsverloop ge
kenmerkt door allerlei rampen en weder
waardigheden. Niet alleen verloor Hij
Bij dezèrConrant behoort een Bijvoegsel.
Morgen zal het veertig jaar geleden zijn,
dat de Koning te Amsterdam werd in
gehuldigd. Deze merkwaardige gebeur
tenis zal allerwegen met opgewektheid
worden herdacht, temeer daar de natie
nog voor enkele dagen vreesde, dat
Z. M. dien gedenkdag niet zou beleven,
althans dien niet zou kunnen vieren.
De ongedachte en heuglijke wending in
’s Konings ziekte zal zeker de geestdrift
verhoogen, die het geheele volk bij dit
zeldzaam feest gevoelt.
Inderdaad er is alle reden om dank
baar terug te zien op het tijdvak van
de regeering van Willem III. Van welk
eene ontwikkelling op allerlei gebied was
zij niet getuige! Wie de toestanden van
voor 40 jaar vergelijkt met die van heden, be
speurt overal grooten vooruitgang. Handel
en nijverheid, fabriekswezen en stoomvaart
namen een nieuwe vlucht, spoor- en water
wegen werden aangelegd, alle takken van
onderwijs zijn opnieuw geregeld, velerlei
wetten herzien, de groote steden hebben
eene gedaanteverwisseling ondergaan, bin-
nenlandsche tolliniën zijn opgeruimd, waar
zouden wij eindigen indien wij alles
wilden opsommen, wat er tot stand werd
••■*31