IVEH, keur. iORIJN. SAP .EN. BINNENLAND. »g- 18. N? 3970. 1889. Co. ,’ERU Zaterdag 20 Juli. (olen, Nieuws- en FEUILLETON i Cle. Gabrio én Camilla. FLIa.s. Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. I Jenever. AF, a De Inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der nitgaye. Se h si Rijn, rkt H. 101. eet. Hen verhaal uit Hlilaan er L rverij lerij. "T 2» i n te komen als nieuw f De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prgs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. geljjk be rsten bjj de 3 en 73a, len, verven tukken en Garnitu- euren zjjn v.ry in huis t. geljjk ge- DOOB G I L I O CARCAN O. Vrij naar het Italiaanech DOOB VANESSA. UWE C 9, GOUDSCHE COURANT. me i i 'I voet. en HOUT. ming. EMAKER. Bovendien worden alle Advertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD, ’t welk des Maandags verschjjnt. Een van de grootste juweliers van Parijs, Martin Posno k Co. is op de gedachte gekomen den Eiffel- toren in gond en briljanten na te maken. Het kostbare stuk heeft de hoogte van een meter, is 40 kilo goud zwaar en met 25,000 tot 30,000 briljanten versierd. De juweelen hebben het gewicht van 3000 karaat. De parjjsche goudsmid heeft door den toren tot in de kleinste bijzonderheden na te bootsen een echt kunstwerk geleverd. Op den briljanten «Eiffeltoren» zijn de paviljoenen, do koffiehuizen, de redactie van den figaro en meer andere ver trekken te onderscheiden. De op den toren staande driekleurige vlag is bier van saffieren, briljanten en robjjnen. Binnen in het torentje is een kleine dat één A D V EIITENT1E N worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GBOOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. kantoor te ontvangen Posterijen. Ier Belgen. skade 19, GOUDA, 19 Juli 1889. Bij het op 1 dezer gehouden notarieel staats examen zijn o. a. geslaagd voor het derde gedeelte en alzoo bevorderd tot Candidaat-Notaris de hh. A. van der Valk/ E. E. Croin en D. Bloemen. echter de spuit van het le bat. 4e regt. infanterie ter plaatse gekemen, door welker bemanning het eent en zoo krachtig water werd gegeven, dat het voornamelijk hieraan te danken is, dal de brand dra was gebluscht, en Delft, volgens sommigen, vooreen groot onheil is gespaard gebleven. Ook een paar gemeentespuiton, en als steeds de stoomspuit der Ned. gist- en spiritusfabriek met stoom op, waren in korten tijd aanwezig, doch behoefden niet te werken. om zinken te voorkomen. De bemanning bekwam geen letsel. Bij hetzelfde onweder ontlastte zich boven den polder eene geweldige hagelbui. Bij de verkiezing voor gemeenteraadsleden te Ambt Almeloo bracht het raadslid G. Pezie, lid van het stembureau, zijn 12jarig dochtertje mee, om, daar hq in het schrijven onervaren was, de lijst der opko mende kiezers voor hem bij te houden. De fungee- rende burgemeester won omtrent dit geval het ge voelen van den gemeente-ontvanger in, hetgeen er toe leidde dat de waarnemende gemeente-secretaris aan het stembureau werd toegevoegd om den ge brekkige in de schrijfkunst hulp te verleenen. Voor de keuze van raadsleden in eene platter landsgemeente werden in eene advertentie in de Prov. Gron. Ct. van 9 dezer door „vele kiezers* twee candidaten aanbevolen met de, nog wel met vette letters gedrukte, by voeging «Misbruik van sterken drank vindt bij deze heeren geen plaats.* Voor de leden vsn den raad dier gemeente zeker geen streelend getuigenis. Zij werden echter gewro ken. In zijne verontwaardiging over deze minder gebruikelijke aanbeveling deed een derdorpsgenooten in hetzelfde blad van 15 dezer eene advertentie plaat sen,* waarin hij de bijvoeging „laster* noemde Nu hebben de drankvrye candidaten weder allen grond zich te beklagen. In het archief van den Neurenberger spoorweg bevindt zich een merkwaardig stuk'uit het jaar 1835 betreffende -de gevaren van het reizen per spoor. Toen de eerste spoorweg in Beieren zou worden aan gelegd, vond de regeering goed den hoogen genees kundigen raad (Obermedizinalcollegium) daarover te raadplegen en het geleerde stuk, hetwelk dit geleerde college - over deze zaak schreef, zegt „dat de snelle unuiuuurigu 19 vun snuiuruu, robijnen. Binnen in het torentje is electrische lamp aangebracht. Men verzekert de aanblik van het juweolen-prachtstukj in woord tooverachtig is. Uit Tessel wordt van 16 Juli gemeld In het Eierland woedde dezen ochtend een vreese- lijk onweder. De bliksem sloeg in twee schelpen schuiten van Makkum. De schuit van schipper Nauta werd aan den top van den mast getroffen, zoodat het boveneind afbrak. Vervolgens sloeg de bliksem langs het ijzeren stag on rukte een stuk van den voorsteven weg. Kort daarna werd de schuit van schipper De Boer getroffen. De mast werd gedeel telik versplinterd en do boeg zoo gehavend, dat in allerijl do schelpen moesten worden uitgeworpen, geling, vol vuur en vol plannen voor de toekomst, was, in zijn geest, eene ernstige en nadenkende be daardheid gevolgd, en het scheen hem, dat de ure nabij was, dat de strijd des levens inderdaad begin- baar nen zou. Koevele droomen had hij gedroomd, en hoeveel ondervinding hadden de eerste teleurstellingen hem 1 gO^eVen I** lAzsfrlzsn konnnni.mr.nn onlvo— stemde aandoeningen, onrust; ze langer dan een jaar niet gezien had, behielden die velden voor hem eene bekoring, eene poezie, die men wel gevoelt, doch niet uitspreken kan, en die overal te vinden is, waar de natuur zich in al hare kalme schoonheid vertoont. Hoe lang was het reeds geleden, dat hij zulk eene kalme vreugde gesmaakt had. Eensklaps bemerkte hij op den weg, die van het dorpje Imbersago naar de Kapel in het Bosch voert, een open rijtuig, op een goeden draf, voortgetrokken door twee flinke Zwitsersche paarden, op één tan welke een bediende heen en weder schommelde, in een blauwen postiljonsrok, en een gegalonneerden hoed, en om den arm een rooden band met een zilveren plaat, die hot wapen droeg. In de zware koets zaten twee personen, een bejaard edelman en een jong meisje, en toen, bij bet begin van de hel ling, de postiljon de paarden met een ruk tot staan bracht, stond de jonge dame op, alsof zij er wilde uitstijgen, maar de grijsaard schudde het hoofd, liet haar weer gaan zitten, en gaf den bediende een wenk om den heuvel op te rijden. I. En hij dacht aan zijn onbezorgden kindertijd, toen hij die streken, hem toen, als nu, bekend en dier baar, doorkruist had met al de opgewektheid van den eersten leeftijd, in gezelschap van zjjn vader, of van een vriendje van gelijke jaren, in diezelfde schoone maanden van het scheidende jaar; die wegen, die velden, die steile heuvelen, die verborgen valleien. Dat was de tijd, die nooit terugkeert, de geluk kige tijd van ware vrijheid, van vreugde, die niet verbitterd wordt, door de zorgen voor den dag, die komen zal. En nog was de landstreek, en de zon, en het liefeljjke jaargetij, alles was hetzelfde geble ven, hij alleen was veranderd. Op de geestdrift en de bezorgdheid der jeugd, op de drift van den jon- Aan het N. e. d. D. wordt uit Scheveningen ge schreven dat het daar buiten gewoon doodsch en stil is. Kinderen niet meegerekend en met inbe grip van do hdtels, meent de correspondent dat in de geheele Soheveningsche omgeving geen 400 per sonen zjjn, welke daar niet blijvend zjjn gevestigd. Als roden daarvan wordt 1* opgegeven de Pa rijsche wereldtentoonstelling, 2° de ondragolijke, ver pestende stank der haagsche grachten, nu er niet moer wordt gespuid. De laatste oorzaak maakt ook, dat te ’s-Grarenbage weinig vreemdelingen vertoe ven. Is de bewering van den correspondent van het Nieuw juist, dat proeven, door deskundigen genomen, hebben bewezen dat het spuien Schove- ningen en de plaats, waar gebaad wordt, niets hin dert, mits het des nachts geschiedt, wijl na 3 uren geen spoor van verontreiniging meer in hel zeewater is te vinden, dan heeft het waarljjk den schjjn, dat de vroede mannen van den haagseben Gemeen teraad een moordaanslag op Scheveningen willen plegen. Men meldt uit Delft Door eene ontploffing bjj bewerking van schietka toen, stond eergisteren namiddag in een oogenblik een houten gebouwtje der pyrotechnische werkplaatsen aan de paardenmarkt alhier in volle vlam, en hoewel de werklieden spoedig met 8 spuiten aanrukten, was het geheele personeel zéé ontsteld, dat het zeer lang duurde eer er water werd gegeven. Inmiddels was En langzaam stegen zij naar boven: het meisje wikkelde zich in haar schitterende gokleurden sjaal, wierp zich achterover in de kussens, en was blijk- r een beetje uit haar humeur; en de oude heer, die aan hare rechterzijde zat, wendde zich tot haar met eene beweging half bevelend, half liefkozend o om haar weer te bevredigen. Van de plaats, waar In zijn hart leefden herinneringen, onbo- hij stond, bad de jongeling hunne bewegingen kun- ndoeningen, onrust; en toch, ofschoon hij nen gadeslaan, en raden wat zij tot elkander zeiden; en nauwelijks hoorde hij den hoefslag der paarden, en zag hjj de koets voortrijden, of hij ging terzijde onder eenige eiken die den weg omzoomden, alsof hjj niet gaarne door hen wilde gezien worden, als zij voorbjj roden. Hij keek rond, en zocht een pad tusschen het kreupelhout en de struiken; en voor nog de koets twintig passen van hem af was, nam hij zijn geweer van de schouders, greep het bij den loop om het als een stok te gebruiken bij het afda len van (le steile helling aan den andoren kant van den heuvel, en verdween. Maar intussclien had het jonge meisje, dat afge trokken en ontevreden in haar hoekje gedoken zat, bij toeval de oogen gevestigd op den schoenen groep boomen, waar de jeugdige jager juist onder van daan kwam, en haar gelaat werd gloeiend rood. Hot was een liefeljjk, rein gelaat, waarop zich iets ideaalsch paarde aan eenvoudig, natuurlijk schoon; haar voorhoofd was ingesloten door twee zwarte vlechten, die een diadeem vormden; blauwe oogen waarin de ziel zich scheen af te spiegelen, eu die

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 1