.UIS, van 889, BINNENLAND. ing 3®T." 1889. Maandag 22 Jolt. N- 3971. nt de )men )ON. »er Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 889. r&co., rijs oort sein- teer!!! FEUILLETON. Gabrio en Camilla. ident. De inzending van advertentién kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. ers. 1.— man, VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD. Een verhaal uit Milaan Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. IT met een 3) am. HAN Zoon. f 30,000- De uitgave dezer Courgpt geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden ia f 1.25, franco per post 1.70. Bovendien worden alle Advertentien gratia opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD, ’t welk des Maandags verschijnt. GOUDSCHE COURANT x>t/25.— verkrjjg- >r buiten bjj de ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GBOOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. JiDON is itaande par- haar binnen verdwijnen, rijk en zacht Ï5 cent per on. Alleen HUINCK In de Militaire Spectator van dit jaar is een bn- drage opgenomen van den heer P. Kleijnhens over de verpleging der soldaten. De schrijver begint met de verklaring, dat hij geen critiek wil uitoefenen, doch eenvoudig sommige zaken van een anderen kant wil bezien. Het eerste, waarop de heer Kleijnhens aandacht vestigt, is de wijze waarop het lijfgoed der soldaten gewasschen wordt. Dit werkje wordt tegenwoordig verricht door de waachvrouw, alia* marketentster. De heer Kleijnhens is van oordeel, dat er' vele redenen pleiten voor de verdwijning dezer dames om plaats te maken voor machinale waschinrichtingen. Z. i. zal de degelijke behandeling er door bevorderd worden, terwijl de kosten Aanmerkelijk lager zullen zijn. Ten bewijze hiervoor geeft hij een beschrijving van de inrichting eener machinale waschinrichting en tevens een begroeting der kosten. De heer Kleijn hens komt daarbij tot de berekening, dat voor een. korps van 2000 man een besparing van 9580 ver kregen wordt door een machinale wasscherij. Voor kleinere legerafdeelingen zijn de exploitatiekosten in verhouding hooger, zoodat voor een enkel korps van 100 man een waschinrichting niet meer voordeelig zou zijn. Aan een waschinrichting zou intusschen met voor deel een badinrichting kunnen worden verbonden. Overdadige weelde is dit voorzeker niet en zelfs zon der waschinrichting verdient het aanbeveling, de sol daten in de gelegenheid te stellen gebruik te maken van regenbaden. omgekeerde marsen, sandalen en schoenen, zooals de bergbewoners dragen; stokken, spaden en schoppen, en al wat de arbeider en de landman verder noodig hebben. Het was aardig, te midden van al die drukte, welke een feest, dat voorbereid wordt, en toch al half begonnen is, veroorzaakt, die troepjes vrouwen en meisjes te zien, die groeten en glimlachjes wis selden, en elkander allerlei vertrouwelijke mededee- lingen deden; en de knapen, die zich om de nar- digsten en vroolijksten verdrongen, en heimelijke lonkjes trachtten op te vangen, of kwinkslagen wis selden, die door de meisjes met een kwalijk onder drukt gelach werden aangehoord, of met een schou derophalen, soms ook met geestige zetten werd be antwoord. Ook zag men hier en daar, tusschen de tentjes, aanzienlijke heeren en dames-, de bewoners van de omliggende landgoederen, die zich vóór het middagmaal eens kwamen vertreden, en hunne half stadsche, half landelijke kleederen ten toon spreiden, welke hun, zooals ’t gewoonlijk gaat, door velen werden benijd. De oude heer, die inderdaad marchese Francesco die eene schoone ziel verraadt. Haar kleedje Maria di C heette, baande zich een weg door wao het volk, en ging naar de kerk. Of het kwam door zijn deftigen gang, of door zijn patricischen naam, of door de schoonheid van zijne dochter, die bij aan den arm had, maar allen maakten plaats voor hem; en hy beantwoordde de groeten, door zijn strooien hoed aan te raken of af te nemen, al naar den stand Onder de 2__ onder de jonge eiken, die de hoogte versierden, Nog vóór de brandweer was aangerukt hebben de commandeur J. ran Wattingen en de veger F. Dirks bij dien tak van dienst, een man, wiens kin deren reeds brandende waren, ran de eerste verdieping van het brandend perceel gehaald, terwijl van de tweede verdieping door den veger P. Dijkstra twee kinderen uit bed gered werden. GOUDA, 20 Juli 1889. Dinsdag den 23 Juli 1889, des namiddags ten 1 ure. Aan de orde De benoeming ran Leeraren aan het Gymnasium als Een Rector. Een Conrector. Twee Leeraren in de Oude talen en verwante rakken. EenLoeraar indeNederlandsche taal en letterkunde. Een Leeraar in de Fransche taal. Een Leeraar in de Hoogduitsohe taal. Een Leeraar in de Kngelsche taal. Een Leeraar in de Aardrijkskunde. Het 2e gedeelte ran het Notariëel examen ia heden met goed gerolg afgelegd door onsen stadge noot den heer 8. do Geus, ambtenaar ter Secretarie. De Tweede Kamer heeft heden het regeerings- antwoord in take de schoolwete-herziening ontvangen De Avondpoet verneemt, dat de heer J. Solvents de Grave, doctor in do letteren, te ’s-Gravenhage, is belast met het onderwijzen van H. K. H. prinses Wilhelmina in de Fransche taal- en letterkunde. Gisteren nacht ontstond er te Amsterdam brand op het Damrak in een hoekhuis van zeer oude en teer ingewikkelde bouworde. Onderaan wordt eene tapperij gehouden, en het vuur heeft daar weinig of byna geen schade kunnen aanricbten. Boren de tapperij is eene tot afzonderlijke bovenwoning inge richte verdieping, toegang hebbende langs eene af zonderlijke trap in de steeg, en van den zolder is eene tweede bovenwoning gemaakt, welke verhuurd was: vóór aan het bejaarde echtpaar Visser met de kleindochter, en achter aan de weduwe Loevestein, ook een bejaarde' vrouw. Op de andere verdieping woonde o. a. een kartonwdiftersgezin, en op deze verdieping is de brand doos eene onbekende oorzaak ontstaan. In het holst van den nacht waren alle bewoners reeds te bed en waarschijnlijk in rust, toen de brand zich openbaarde. De bewoners van de onderste ver dieping en de weduwe Loertetein konden zich langs de nanwe en kronkelende trap redden, doch vóór de familie Visser was gewekt, was de uitgang langs de trap afgesneden, daar bet vuur in zeer korten tijd het geheele bovenhuis had ingesloten. De brandweer spande bare uitente krachten in, had spoedig het springzoil uitgespannen en vrouw Visser waagde uit het kleine venster van hare woning den sprong, doch in den val kwam zij op een paar .spionnen* terecht, waardoor zij zich duchtig bezeerde. Erenwel het zeil ving haar op en zij werd naar het gasthuis gebracht, waar zij tegen den ochtend, waar schijnlijk als gevolg van de bekomen verwondingen a. d., overleed. Toen nu vrouw Visser door het zeil was opgevangen, riepen de brsndwachts den ouden Visser toe, dat hij ook den sprong zon wagen, maar de nutn was stokdoof en verstond hen niet, en toen hq zich aan het raam vertoonde, had hij misschien niet den moed, of herinnerde hij zich dat zijne klein dochter nog ongered was, ten minste hij keerde terug en men vermocht hem niet te redden. Toen de brand gebluscht was, het vuur droeg een hardnekkig karakter en de brandweer had een vol uur noodig, eer zij het geheel meester was vonden de brandwachten het lijk van den grootvader in de nabijheid der bedstede, waar de kleindochter door verstikking spoedig den dood moet hebben gevonden. De bovenwoningen van het perceel zijn geheel uitgebrand. Niet onvermeld mag blqven het manmoedig ge drag, door een paar werklieden van den stadsreini gingsdienst betoond. van wie hem tegen kwam. Soms glimlachte hij tegen een bekende, met eene deftige beleefdheid die even veel waarde had, als een handdruk; daarbij was de marchese niet weinig gehecht aan de gewoonten van vroegeren tqd, zooals zijn wijde ovetjas van donker laken, zijn nangkinsche broek, die aan de enkels op zijne glimmende en krakende schoenen afhing, en do rotting van spaansch riet met goeden knop, die hem tot steun diende aantoondenzijn uiterlqk was deftig maar niet trotsch, en zqn rustig gelaat en ietwat be schroomde en onzekere blik, hadden eene uitdrukking van goedhartigheid. Zoo groot is de tooverkracht der ontloken, maar nog niet zelf bewuste schoonheid, dat allen, zonder veel op hem te letten, met de oogen de jonge dame volgden, die aan den arm haars vaders met vlngge maar afgepaste schreden voorttrad; en, als zij met eene buiging van het hoofd de groeten beantwoordde, was die beweging bekoorlijk en haar blik zedig; en het frisch incarnaat van hare gelaat, dat als eene j spiegel is van de gedachten, de volmaakte vormen, i alles droeg den stempel van die ware bevalligheid, van ócni zqde was zeer eenvoudig; en van haar stroo- hoeilje, met eene gekrulde zwarte veder versierd, viel een witte sluier, als een licht wolkje op haar hals neder. Toen zij voortging scheen een straal van goedheid uit haar vriendelijke oog, welke nu en dan werd afgewisseld met een treurigen, zoeken den blik. I. dichte takken der kastanjeboomen, en sloegen mannen en vrouwen uit de naburige dorpen tentjes en ruwe tafels op, voor het feest van den volgenden dag; eigenlqk kon men zeggen dat de pret al begonnen was, want hier en daar zag men, op bankjes en met gras begroeide hoogten de eerstaan- gekomenen zitten, die zich wqn lieten schenken, en een aanval deden op den mondvoorraad, zoodra die uit de manden te voorschijn kwam. Eenigen maak ten met drie boomstammen, van boven aaneengebon den om er den ketel aan te hangen, eene keuken in de open lucht; anderen waren bezig met schotels, messen en andere dingen klaar te zetten, ruw van maaksel, doch voldoende voor de armoedige tafel van den dorpeling; op eene tafel stonden tegen twee DOOB G U I L I O CABCANO. Frp naar iet Italiaanech DOOB VANESSA.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

GC | 1889 | | pagina 1