4 Buitenlanüsch Overzicht. eieren worden eersi naar Duitschland, en van daar eerder naar Engeland geëxpedieerd. De Riga'sche kooplieden koopen de eireren in het gouTernement Kaaan op, waar rij van 30 tot 40 kopeken voor de 100 stuke besteden. In een spoorwegwaggon worden 104 kisten, elk inhoudende 1440 stuks eieren, geladen, dus bevat eene wagenlading 149,760 stuks. De uitvoer gedurende het voorjaar kan dientengevolge op meer dan 30 millioen eieron worden geschat. Een aantal bezoekers van den Eiffeltoren hebben eenige oogenblikken deerlijk in het nauw gezeten. Omstreeks 16 personen daalden verleden avond met den lift van den noordelijken pijler toen het werk tuig plotseling op 20 meter boven deqmrond stilstond. Alle pogingen om het weder in bewjging te brengen faalden en zoo zagen de reizigers zich als in een kooi tusschen hemel en aarde opgehangen. Spoedig kwam hulp opdagen en werden de gevangenen langs lad ders en balken uit hun zonderlingen toestand bevrijd. De heer De Quatrefages, lid van de Fransche Aondemie van Wetenschappen, heeft thans een werk, de vrucht van verscheidene jaren van ethnologische studiën voltooid, waarin hij belangwekkende opmer kingen, betreffende de vermoedelijke bakermat van het measchdom mededeelt. Naar zijn oordeel hebben alle menschenrassen in Noordelijk Midden-Azië hunnen oorsprong gevonden. In dit deel der wereld woonden de gele rassen die zich met alle andere rassen ge kruist hebben. In het westen leefden de blanke Arianen, Semieten, en aanverwante rassen, terwijl in het zuiden van het Aziatische binnenland de negers woonden, die, in het noorden door de gele volken en in het westen door de blanken aangevallen, naar den Indischen Archipel en de kust van Afrika tusschen Aden en Madagascar verdreven werden. Geheel Mid den- en Oost-Azië bleef aan de gele volken, terwijl de blanken zich westwaarts uitbreidden. De heer Quatrefages is voorts van oordeel dat Amerika in het quatornaire tijdperk door de gele rassen en later door de blanken bevolkt werd. Uit zijn onderzoek van de roodhuiden te Parijs bleek, dat de meeste dezer lieden alle lichamelijke eigen schappen van de gele rassen bezitten. Onverwachts hooren wij van een nieuwen konink lijken schrijver en dichter. Kalakaua, koning der Sandwichs-eilanden, heeft namelijk een brief ge schreven aan een vriend, waarin de volgende passage voorkomt: „Ik kan met mijn jaarwedde van 160,000 fr. niét alleen goed rondkomen, maar zelfs nog schulden betalen. Ik hoop stellig de I'arijsche tentoonstelling te gaan bezoeken; mij ontbreekt daartoe nog wel 501100 fr., doch daar de uitgever mijner gedichten myr meldt, dat die druk verkocht worden, hoop ik hierdoor het ontbrekende te kunnen aanvullen."' Het Centrum noemt zoowel de invoering der gym nastiek als leervak op de openbare en bijzondere scholen als het verbod om op bijzondere scholen voor meisjes meer dan twee uren per week aan nuttige handwerken te besteden leelijke bepalingen in het gewijzigde ontwerp. Voor de gymnastiek vreest Het Centrumdat eene open plaats of, bij slecht weer, een afzonderlijk lokaal noodig zal zijn, zoodat de gemeentebesturen en die van de bijzondere scholen weer op kosten zullen worden gejaagd. Lichaamsoefeningen zijn zeer wenschelyk, doch daarvoor bestaat buiten de school ruimschoots gelegenheid. Over de andere «leelijke bepaling" zegt Het Centrum: Onderwijs en oefening in nuttige handwerken ach ten wij voor meisjes vrjj wat nuttiger, dan zooveel te meer les: over zoogdieren, over den beer, den olifant, en het openbaar-onderwjjs-zoogdier, den mensch; over afgelegen bergen, rivieren; over kool zuur, waterstofgas enz. Gebrek aan werk voor meisjes is een, der groote klachten in ons land. In nuttige handwerken slaan onze vrouwen en meisjes ver bij andere volken ten achter. Zij schijnen, om niet veel te noemen, niet eens onze boorden, overhemden en manchetten te kunnen maken, voorwerpen, die wij bijna geheel uit het buitenland trekken. Laten zij op de soholen, zoo noodig, met de machine leeren werken, in plaats dat het onderwijs in nuttige handwerken tot twee uren 's weeks beperkt worde. Zijn nuttige handwer ken voor de vrouw des werkmans niet hoogst nood zakelijk? Uit een zuiver paedagogisch oogpunt, zijn nuttige handwerken op de school bovendien hoogst aanbe velenswaardig. Een elk, die ietwat met het werkelijk schoolwezen bekend is, weet dat gedurende het laatste uur van den middag-scheoltjjd, de aandacht der kinderen bijna niet op te houden is. De kinderen zijn dan vermoeid en afgeleerd. Voor verbieden en straffen is het dan de tjjd, „en de meester komt amper rond met slaan", zooals een boerenjongen aan zijn rader zei. De>beste school wordt dan rumoerig, en het onderwijs vervloeit. Dit laatste uur wordt op de bijzondere sohool voor meisjes gewoonlijk aan handwerken besteed. Daar onder wordt nu en dan een liedje gezongen, en de tijd zóó hoogst nuttig besteed. Daar er Woensdags en Zaterdags voor de meisjes gewoonlijk geen school is, zijn de overblijvende vier laatste middaguren uit muntend voor nuttige handwerken geschikt. Op jongensscholen is leeren en onderwijzen, in het laatste middaguur voor jongens en meesters zelfs een kruis. Verstandige onderwijzers gebruiken dit uur dan ook dikwijls voor nuttige, ontwikkelende verhalen. Omtrent het oproer in de Hawaïsche hoofdstad Honoloeloe verhaalt the New-York Herald de vol gende bijzonderheden. Twee jongelieden, die op staatskosten hun oplei ding hadden genoten aan een Italiaansohe krijgs school, stonden aan het hoofd van de oproerlingen. Zij verzamelden te Palama, twee mijlen van Hono loeloe, een bende van 180 man en trokken naar de hoofdstad, 's Morgens om 4 uur kwamen zij voor de poorten van 's konings paleis, waar de wachters volgens sommigen omgekocht, volgens anderen in de meening dat het koning Kalakaua was die met zijn gevolg thuis kwam de poorten openden, en de oproerlingen drongen het paleis binnen. Hun doel &as, zich meester te maken van den koning en hem te dwingen, afstand te doen van den troon ten behoove van zijne zuster prinses Lilioeokalanie, waar door zij een nieuwe grondwet en een ander ministe rie hoopten te verkrijgen. De koning was echter in een ander paleis, werd gewaarschuwd en vluchtte in een schuur, waar hij zich schuil hield onder de hoede van twaalf soldaten, Ondertusscheu word in allerijl een kabinetsraad gehouden; kolonel Ashford, tot bevelhebber van al de troepen der Regeering benoemd, trok met 200 tirailleurs naar het paleis, omsingelde het en nam, toen de oproerhoofden weigerden zich over te geren, het gebouw stormenderhand in. De opstandelingen werden na een heftig geveoht gevangen genomen, waarbij er 8 sneuvelden. Edison is nu te Parijs de held van den dag. Wel niet in die mate als zijn voorganger aldaar, de Sohah, maar dat wenscht hij niet eens. Hij' heeft al terstond bij zijn aankomst verklaard, dat hij niet naar Europa gekomen was om „gefêteerd" te worden en dat hy liefst met de zijnen onopge merkt zijn gang wil gaan. De „toovenaar van Menlo-Bark" kan echter niet belettan, dat hij in dagbladen en koffiehuizen druk besproken wordt en dat zijn doen en laten getrou welijk aan het publiek wordt medegedeeld. Op den Eiffeltoren, waar hij door de vertegen woordigers van den bouwmeester Eiffel zelf is op reis werd rondgeleid en eenige uren door- braoht, werd hem in een vertrekje op het bovenste lateforme een ontbijt aangeboden, gevolgd door een lein concert van piano, zang en viool, waarbij een Edison-phonograaf de uitgevoerde muziek weergaf. Voor zijn vertrek hjj kwam te 9 uren en ging om half twaalf hoon werd hem een tweede ont bijt bjj Bróbant, op het eerste plateforme, aange boden. Na Parijs zal Edison ook Londen, Florence en Napels bozoekcn. Bij zijn aankomst in de Fransche hoofdstad werd Edison aangenaam verrast met een „gesproken brief" van Koningin Victoria, welke brief, in een phono- graaf geplaatst, de stem der Koningin liet hooren, die hem welkom heette in Europa en hem geluk- wenschte met zijne vele onsohatbare ontdekkingen. Het Fransche Journal Official deelt de gehoele akte van beschuldiging mede, welke de procureur- generaal tegen generaal Boulanger heeft opgemaakt. Het breedvoerige stuk bestaat niet minder dan 148 kolommen of 49 bladzijden. Een beoefenaar der statistiek heeft reeds uitgere kend, dat, wanneer de kolommen van het Journal Otficiel, welke het requisitor bevatten, op elkaar wer den geplaatst, zij bijna 39 meter hoog zouden zijn, en dat, indien hetzelfde geschiedde met de regels, het stuk van den heer de Boaurepaire nog bijna 600 meters hooger zou zijn dan de Eiffeltoren. Daarbij rekende hij uit, dat het requisitoir be staat uit 13,167 regels, 92,174 woordenen 3,236,000 letters. Indien de heer Quesnai de Beaurepaire werd betaald gelijk Patti, die 4.76 francs ontving voor elk woord dat zij zong, dan zou het voorlezen zijner akte van beschuldiging don procureur-gene raal een aardig fortuintje hebben opgeleverd. De Alg. Hervormde Synode behandelde eergisteren het rapport der commissie voor de consideratiën en adviezen der Prov. kerkbesturen en class, vergade ringen ten opzichte van het studiefonds tot opleiding voor de Evangeliebediening. Reeds was bepaald, dat leerlingen van gymnasia en studenten uit het fonds eene toelage konden genieten, doch dat de eersten, om de toelage te ontvangen, reeds hnnne studie aan een gymnasium moesteu hebben aangevangen. Na rijpe beraadslaging werd nu verder bepaald- gen Wanneer men weet en ik weet hdt voor zeker dat een marchese, het hoofd van de Savooische partij in het parlement te Turin, die grooten aanhang heeft in Frankrijk en misschien vrjj goed ingelicht is, aan een zij ner vrienden te Geneve, niet lang geleden moet gezegd hebben, dat zijne party zeerverzwakt was, en dat hij, binnen een of twee jaren,een onderdaan van Frankrijk zou zyn; en er ^Unioegd zou hebben: en gij bewoners van Geneve, ipoogt wel oppassen, want Frankrijk zal uw meer boheerschen Wanneer, zeg ik, men dit alles weet, en er een weinig over nadenkt, dan moet men noodzakelijk laat toch niemand buiten de zaal ons hooren dan moet men, zeg ik, hieruit opmaken, dat de zaken nog eenige maanden zóó kunnen voortgaan, en dat de toestand ook kan ver anderen, omdat een constitutioneel ministerie kan aftreden, en zich dan aan het hoofd van de oppositie stellen; maar eindelijk zal onze zaak behandeld i en verloren worden. Deze woorden, uitgesproken -met de geestdrift, die .uit zijne oogen schitterde, troffen allen die ze hoor den en vooral Gabrip werd er door ontroerd. Voor de eente maal bevond hy zich in tegenwoordigheid van dien braven edelman, wiens naam in tyne ziel stond geschreven als die van een warm patriot, een beoefenaar van de geschiedenis, eene eer voor den Lombardischen adel; en het weinige dat hij vernam van tyne vertrouwelijke politieke mededeelingen aan tyne vrienden, boezemde hem een $h rustig, nooit O - gevoeld verlangen in, een gevoel, bijna van schaamte, dat hy voor een tijd lang vergeten had, wat voor een poos zijne eqnige gedachte geweest was, en nog behoorde te zijn, de liefde tot zyn vaderland! Terwijl hij zoo stond te peinzen, zag hij graaf Gian Rinaldo naar hem toekomen, die, op eene een voudige, en toch ietwat voornamen toon tot hem zeide: „Ik hel) zoo even uw naam gevraagd, aa'n den heer des huizas, en het verheugt my, u hier te zien, mynheer de ingenieur. Ik heb van u hooren spreken op eene manier die neen, het is geen complimentweer aandoet. En onlangs; in het huis van zekere verre bloedverwanten van mij, heb ik iets van u hooren vertellen, en van een zekeren don Juan in den dop, dien gij op zyne plaats wist te zetten. Men praatte wel over uwe vermetelheid. Maar ik, en eene zekere schoone jonge dame, hebben party voor u gekozen! Jal die malle jongen verdiende een lesje vergun mij, dat ik er u mjjn compliment over maak." En hy bood hem vriendelijk de rechterhand. Aller oogen wendden zich naar Gabrio, die met bescheideno openhartigheid zeide„Wat gebeurd is herinner ik mij niet meer; weet ik byna niet meer; maar indien de Signore eene goede opinie van mij heeft, zal ik, naar ik hoop, mijn plicht in andere omstandigheden nog beter weten te doen." „Dat is goed," zeide de graaf. „Keert gij spoedig naar Milaan terug?" „Binnen weinige dagen." „Dus, zullen wij elkaar daar weerzien. Denk er aan; het kan wel zyn, dat ik u noodig heb." Die laatste woorden werden fluisterend uitgespro ken, zoodat de anderen dio niet verstonden. Intus- schen verschoen eene nog jeugdige vrouw, die er lief, doch zwak uitrag in de deur, die naar de andere vertrekken gelelfde, en allen gingen haar te gemoet een bediende kwam een oogenblik later zeggen, dat het ontbijt gereed was. De dame, aan wie graaf Gian Rinaldo den arm bood, ging het eerst naar de aangrenzende zaal; en toen volgden de gasten. De tafel die sierlijk en ryk voorzien was, doch zonder eenigen praal, bewees dat goede smaak en elegantie behoorden tot de gewoonten van deze oude familie; weinige anderen gaven zulk een voorbeeld van de zoo geprezen Lombardische gastvrijheid, die in onze dagen wel zeldzaam gewordon, doch nog niet geheel verdwenen is; een weinig luidruchtig mis schien, maar overvloedig en goedhartig. De gesprek ken, die gevoerd werden, ofschoon weinig verschil lend van de eerste, waren echter voorzichtiger; de dame nam er levendig deel aan, doch op een schert senden loon die allen aangenaam bezig hield. Maar van nabij en in de verte wisselden de gasten, nu met afgebroken woorden, dan met een blik, die dui delijker sprak dan woorden, gelukwenschen en voor spellingen, waaraan slechts de naam ontbrak, die naam, welke, ofschoon hij niet over hunne lippen kwam, toch in aller harten geschreven stond. Wordt vervolgd.) dat 1. eene toelage kan verstrekt worden aan onders, wier zonen reeds feitelyk op de gymnasia zijn, en 2. aan ouders, wier kinderen in den loop van het jaar, waarin over eene aanvrage door de synode beslist wordt, het gymnasium bezoeken, onder voor waarde dat de uitbetaling eerst plaats hebben zal na verloop van zes maanden na de toelating tot het gymnasium, met overlogging van een bewijs van dep rector omtrent aanleg en vlijt3. tot vorming en steun van het fonds met een deel der rente van het fonds op de kosten van het hooger onderwijs, zal worden bestemd; 4. het bewijs van zedelijk gedrag, door den kerkeraad der gemeente, ws&rtoe de sollicitanten naar eene beurs behooren, moet worden afgegeven; 5. de terugbetaling van hetge- notene, waartoe ouders of voogden van leerlingen der gymnasia en van studenten in de godgeleerd heid, 6. of deze zeiven, wanneer zij meerderjarig zyn, zich moeten verbinden in het geval dat de studie in de godgeleerdheid door de gebenificieerden niet zal worden voortgezet, of wanneer zij binnen vyf jaren na hunne bevestigihg als predikant bij een ander kerkgenootschap gaan dienen of een anderen werkkring kiezen, slechts geschieden zal, wanneer de synode zulks verlangt; de quaestor- generaal voor administratiekosten 4 pet. geniet van het uit te keeren bedrag, met dien verstande dat het niet hooger zal zyn dan 100. Het rapport werd daarop door den president opnieuw in handen gesteld der commissie, met uit- noodiging de beginselen, waaromtrent aanvankelijk de gevoelens uiteenliepen, behoorlyk geformuleerd, zoover noodig, in een door haar gerevideerd regle ment op het „Studiefonds" der Nederl. Herv. Kerk op te nemen en dit ter tafel te brengen. De com missie nam dit bereidvaardig op zich, en zal zich onverwijld met hare taak bezig houden. In 1709 vestigde zich een Italiaan, Jean Maria Farina, in Duitschland. Hy vond het Eau de Cologne uit en stichtte eone dynastie. Evenals de meeste voortbrengselen, bestemd om eenmaal hun weg door de wereld te vinden, had ook het eau de cologne een nederig begin. De kleine handelsman van Dome d'Ossola had op 25-jarigen leeftijd zyn geboortestad verlaten, om aan de boorden van de Ryn fortuin te zoeken. Hy verkocht zijde, parfumerieën en kleine toilet artikelen, die hij uit Italië ontbood. Men vond tevens in zyn onoogelyk magazijn op de Julichs Platz een nieuw parfuum, waarvan hy alleen het geheim bezat en dat hy den naam gegeven had der stad, waarin hij zijne residentie had gevestigd, ten einde zich de genegenheid zijner aangenomen landgenooten te verwerven. Gedurende lange jaren overschreed de naam van het door den Italiaanschen koopman uitgevonden product niet de Ryn-provincie. De zevenjarige oor log en de doortocht der Fransche legers waren noodig, om aan de uitvinding van Farina eene Euro- peesche vermaardheid te bezorgen. De onder Riche lieu en Soubise dienende officieren stelden er eene eer in, gepoederd en geparfumeerd op het slagveld to verschijnensteeds onversaagd in het vuur, maar meer nog bezorgd voor hun toilet dan voor het nemen der noodige voorzorgen, ten einde eene ver rassing van den vijand te vermijden. Dank zy hun drong het eau de cologne de salons van Versailles binden. Meer was er niet noodig om het in Frankrijk en bijgevolg door de geheele geciviliseerde wereld, in de mode te brengen. Jean Maria Farina heeft lang genoeg geleefd om het succes zyne uitvinding bij te wonen. Hy' stierf in 1766 op ongeveer 80-jarigen leeftijd, aan zyn neof zijn vermogen en zyn geheim achterlatende. Die erfgenaam van den eersten der Farina's leidde de fabriek op de Julichs-Platz tot in 1792; hij liet drie zoonsJean Baptist, Jean Maria en Charles Antoine na. Het tegenwoordige hoofd, de heer Jean Maria Farina, is de kleinzoon van Charles Antoinehij heeft voor deelgenoot Jean Maria Werraan, die getrouwd is met eene dochter van Jean Baptist. Sedert 1709 zijn slechts tien personen ingewyd geworden in het geheim der fabricatie van het eau de cologne. Nooit werd een staatsgeheim zorg vuldiger bewaard. Wij zijn, zegt oen ooggetuige, in het vertrek ge weest waar het door Jean Maria Farina eigen handig geschreven recept wordt bewaard. Dat do cument, dat men ons heeft laten zien, is opgerold en in een kristallen buis gestoken, welke laatste in eene kast met drie sloten is geborgen. Ook zijn wij in de kamer geweest, die tot laboratorium van den uitvinder diende. Daar is. het dat nog heden zich de kolossale maohine bevindt, welke de oliën ondereen mengt. Die machine werkt onge veer als een boterkarn. Dat deel van het gebouw is van steen en yzer en beschermd door poorten met dubbele sluitingen. Men ziet aan den ingang van het lokaal een ouden ton in gesneden hout, voorzien van eene kraan, die eertijds diende voor het' vullen der flesschen en wier afmetingen der nederigen oorsprong van het huis vórradeu. De kelders zijn een bezoek niet minder waard dan het laboratorium. Zij zijn verdeeld in afdeelin- geu, door zware muren van elkander gescheiden. Om een brand te beletten, zich van afstand tot af stand mede te deelen, is ieder hok van elkander gescheiden en hebben deze slechts gemeenschap met de publieke straat. Langi de muren dier hokken liggen ontzachelijk groote vaten naast elkander go- vuld met Eau de Cologne. Die vaten zijn van cederhout, dat men van den Libanon trekt. Dit hout wordt naar Marseille ge voerd, alwaar men er 'vaten van maakt. Er is niets dat opweegt tegen het cederhout voor wat het con- serveeren van den geur aangaat, omdat het zoo vast en dicht is en geen smaak van zien afgeeft. De fusten komen niet ledig te Keulen aan, al vorens naar de plaats van bestemming te gaan worden zij gevuld met Fransche wyngoest. De aan de Duitsche grenzen geheven rechten zijn zeer hoog en wel 200 fr. per 100 kilogram, zouder de waarde van het hout te rekenen, dat ook rechten betaald. De alcohol komt voort van de destillatie van rozijnen uit de omstreken van Naborna, waar een etablissement van de firma Farina ligt. Er was geen ander middel om zich volmaakt zuivere pro ducten te verschaffen. De wijze van behandeling om den alcohol te ver anderen in Eau de Cologne, schynt zeer eenvoudig. In een half met alcohol gevulde ton giet men de noodigen oliën en vult het vat dan verder met alcohol. Na verloop van veertien dagen is het mengsel zooals het behoort de 'chemische reactiën hebben plaats gehad en er bljjft dan niets meer te doen dan het vocht af te tappen. De neerslag op den bodem van het fust is een groenachtig moer, naar men zegt een afdoend mid del tegen jichtaandoeningen. De noodige oliën, wier samenstelling is omringd van een ondoordringbaar geheim, worden hewaard in blikken bussen, beschermd door een houten be kleedsel., Elke bus zal 2000 fr, waard zijn. Het sohijnt dat het eau de cologne verbetert door den tijd. In de kelders van de Julichs-Platz bevinden zich, naar men zegt, flesschen, die van 1760 dagteekenen, maar in den regel wacht men geen twee eeuwèn met de koopwaar in den han del te heengen, maar stelt men zich tevreden met een tydvak van zes maanden. (De Huisvrouw). Het volgende plan, om de gebieden ten noorden en ten zuiden van de Zambezi te koloniseeren, hetgeen wordt gesteund door een aantal gelukzoekende han delaars, nemen wij uit de Diggers's News over: Naar het Noorden. In Maart van het volgend jaar zal een sterke expeditie van deze streken ver trekken naar de Zambezi. Het doel der expeditie zal zijn het openleggen van het land ten noorden en ten zuiden van de Zambezi. De expeditie zal bestaan uit ongeveer vyfhonderd mannen die in Maart zullen bijeenkomen in Delagoabaai, zij zullen daar opgewacht worden door een speciaal daarheen gezonden schip, om hen naar den mond der rivier te brengen. Hier gaan de reizigers in hun eigen booten om de rivier over te varen. Deze booten zullon worden gemaakt van het beste staal, de plan nen er voor zyn geteekend door iemand, die van deze zaken veel ondervinding heeft. Het zullen ondiepe booten zyn, voorzien met een breeden rand, opdat de booten gemakkelijker door do leden der commissie kunnen worden vervoerd, want als de boot omge keerd is, kunnen de dragers haar gemakkelijk met dien rand op de schouders dragen. De, expeditie zal ook voorzien zyn van een aantal schuiten voor het vervoer van winkels, enz., van de kust naar de water vallen en later zullen zij gebruikt worden om de voortbrengselen des lands van de stations der maat schappij naar zee te vervoeren. De expeditie zal ook medenamen een aantal lichtere platgeboomde vaartuigen, die zullen moeten varen boven de water vallen. De bedoeling is om alle streken te bezetten, die zy verkrijgen kunnen en die te koloniseeren. Alle personen, die met de expeditie meegaan, zullen een contract moeten teekenen voor eenige jaren en de expeditie zal waarschijnlijk bestaan uit menschen van alle klassen en standen, zoodat der gemeente >iets ontbreken zal, als zij eens gevestigd is. Han delaars en handwerkslieden van alle soort zullen medegaan. De ontwerpers stellen zich voor de hulp van de Britsche en Portugeesche Regeeringen te ver zekeren, en ook de vriendschap van de verschillende hoofden der inboorlingen. Het doel der maatschappij zal zyn om grond te verkrijgen door verdragen en niet door overwinning. Onderhandelingen worden nu aangeknoopt met de Lords Salisbury en Knutsford en eenige invloedrijke personen in Engeland hebben hunne hulp toegezegd. Twee der ontwerpers, in Zuid-Afrika welbekend, gaan binnen vier weken naar Engeland om de zaken te bespreken. In de lofzangen, welke de Oostenrijksche bladen naar aanleiding van keizer Frans Jozefs reis aan heffen over den innigon band, welke tusschen de Duitsche en de Oostenrijksche volkeren bestaat, mengt zich van uit de Oostenrijksche monarchie zelve een wanklank. Hot orgaan dér jong-Czechische partij, de te Praag verschijnende Narodny Listg, die door de geruchten over een Duitsch-Oostenrijksche militaire conventie verontrust wordt, verklaard naar aanleiding van de bekende ultra-Duitsche rede van prins Lodewijk van Beieren en het beweren van het Duitsche MUUarwochenblattdat het bezoek van keizer Frans Jozef ten doel heeft de alliantie tusschen beide keizerryken voor altijd onverbreek baar te maken, dat dezo manifestaties zich zoo zeer vermeerderen, dat een officieele opheldering dringend noodig is. Deze verklaring kan alleen door het Oostenrijksche gouvernement geschonken worden, meent het blad. Het is voor ieder duidelijk, dat Oostenrijk een groote Europeesche mogendheid is, een souvereine geheel onafhankelijko staat, met de Oostenryksche en niet met de Duitsche idee tot grondslag. Men kan bovendien niet vergeten zoo gaat het Czechiscke orgaan voort, dat Oostenrijk uit ver schillende volkeren saamgesteld is, waaronder de Duitschers slechts een bescheiden minderheid in nemen dat onze armee de trouwe afspiegeling van het polyglottische keizerrijk ia, in Óen woord dat zij is de Oostenryksche armee en niet een Duitsche. Het Militarwochenblatt te Berlijn vergeet' dit. Ten slotte acht de Narodny Listy het waar schijnlijk, dat keizer Frans Jozef bij zyn verblijf te Berlyn, waar men al te geneigd is te vergeten, dat de groote meerderheid van de Oostenryksche volkeren niet Duitsch is en dat het Duitsche ideaal hun vreemd is en blijven zal; rekening zal houden met de publieke opinie van het Oostenryksche volk. De keizer van Oostenrijk is gisteren avond te 9 uur van Berlyn naar Ischl over Leipzig vertrokken. Op den geheelen weg naar het Anhalter station met onafgebroken geestdrift begroet, begeleidde keizer Wilhelm zijn hoogen gast in een met vier paarden bespannen rijtuig. Aan het station was het afscheid allerhartelijkst. Aartshertog Franz, die met 's Keizers gevolg roéds aan het station was, vertrok een half uur later over Praag naar Weenen. Een sterk bewijs, hoe in Duitsche regeerings- kringen de stemming tegenover Engeland verbeterd is, biedt het verrassend artikel der „Norddeutsche" aan, waarvan de telegraaf eergisteren een uittreksel gaf. Totnogtoe lagen Engeland en Duitschland in Afrika voortdurend overhoop en wemelden de Duitsche couranten, de officieuse niet het minst, van beschuldigingen tegen het „perfide Albion". Ook de „joint action" ter blokkeering van de Oostkust was meer een bron van oneenigheid dan een kracht tot samenwerking. Nu was de „Colonial- gesellschaft" van plan op haar eerstvolgende ver gadering eens flink van leer te trekken tegen de Engelschen met een voordracht over Duitschlands verpliohtingen tegenover Emin-faoha, maar daar komt de „Norddeutsche" een stokje voor steken. Men herinnert zich wellicht, dat dr. Peters, die een expeditie naar Emin-Pacha had uitgerust, op de Oost kust ten N. van het Engelsche gebied is geland, maar dat zijn schip de „Neera", op grond dat het met contrabande de blokkade had willen verbreken, door de Engelschen is opgebracht. Het schijnt wel, dat deze daad van den Engelschen admiraal van twijfelachtige wettigheid was, en dat hij zich boos had gemaakt, omdat Peters de waakzaamheid der Engelsche blokkadevloot versohalkt hadmaar Duitsohland heeft geen reden zich dat geval aan te trekken, nu het Engelsche prjjsgerioht te Zanzibar zelf beslist heeft, dat de „Neera" moet worden teruggegeven. I)e „Norddeutsche" geeft nu duideljjk te verstaan, dat verontwaardigingsbetuigingen tegen over Engelsche autoriteiten niet te pas komen, en dat de Duitsche Regeering met de onderneming van dr. Peters niets te maken heeit. Zelfs insinueert zij, - dat doze, nu Emin-Pacha vrjjwel in veiligheid is, wel eens meer politieke dan philantropische bedoelingen kon beoogen, torwjjl zij er bijvoegt, dat als dr. Peters handelbetrekkingen zoekt aan te knoopen buiten het gebied der Duitsche belangen, hij daarvan zelf de risico moet dragen, én dat als hy veroveringen in Soedan beoogt, hy moet: weten dat hy onderworpen is aan de jurisdictie der staten, tegen welke zijn onderneming gpricht is. Generaal Boulanger is door de senaforen schuldig bevonden aan het smeden van eensamenzwering

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 1