Bultenlandsch Overzicbt. BRIEVEN UIT ROTTERDAM. KENNISGEVING. sta ten-GeneraalTweede Kamer^ Zitting ▼an Dinsdag 20 Augustus. Afloop van Openbare Verkoopingen van Onroerende Goederen. Gelijk,to verwachten was, werd by de regeling der werkzaamheden een voorstel gedaan door den Voorzitter om niet de onderwijswet morgen (Don derdag) een begin te maken. Van liberale zijde werden de bezwaren daartegen, welke wy ook reeds hebben opgesomd, aangevoerd door don heer Farn- oombe Sanders, die als onafhankelijk schoolman zulks het best doen kon zonder verdacht te worden van zucht om uitstel tot afstel te maken. Aldus inge leid door den heer Sanders werden zijne denkbeel den door den heer Rutgers van Rozenburg in een voorstel belichaamd, strekkende om de behandeling tot de nieuwe zitting uit te stellen. Ook de heeren Gleichman, de Beaufort, Van Houten en Roëll be pleitten^ op verschillende gronden, die, eerlijk gezegd, niet vrij waren van overdrijving, het goed recht der liberalen op eenigen meerderen tyd vau voorberoiding. De heeren Schaepman on Lonman voerden het woord namens de rechterzijde, en hun had de Voorzitter blijkbaar de verdediging van zijn voorstel overgela ten. Tegemoetkomend was hun houding niet, doch dit kon kwalyk anders, daar in den boezem der regeeringspartij besloten was de behandeling in deze zitting in elk geval te doen plaats hebben. Overigens waren de heeren niet ongelukkig in hun argumen tatie. Zoo b. v. de heer Schaepman. Do heer San ders had gezegd, dat hij geneigd was voor de wet te stemmen behoudens bezwaar tegen één enkel punt. Terecht luidde het antwoord Dan is uw verlangen tot uitstel tamelyk gezocht, want om dat ééne punt te be- studeeren zijn tien dagen ruim voldoende. Ook schuilt er waarheid in de opmerking, dat sedert April het hoofdbeginsel der wet niet is veranderd en is kunnen besproken worden in de pers, terwijl daarenboven de onderwijsquaestie een allen bekend onderwerp is. Ten slotte stemming rechts tegen links, 48 tegen 38, zoodat heden eeuige kleine wetjes en morgen 11 uur de groote wet aan de orde komen. Op voorstel van den heer Kerdijk zullen ook de nog niet gedrukte, bij het onderwijs voorstel behoo- rende staten worden gedrukt, welke bevatten de op gaven van het in openbare en bijzondere scholen geheven schoolgeld, en van de lichamen, van welke de bijzoudero scholen uitgaan. Als een bizonderheid wordt uit Zevenhuizen ge meld dat daar een kat is geboren met 6 pooten en 2 staarten. Het voorstel der Regeering tot uitbreiding van het korps marechaussees is door de groote meerder heid in de afdeelingen der Tweede Kamer met ingenomeuheid ontvangen. Men was van gevoelen, dat het prestige der marechaussee grooter is dan dat der ryks veld wacht, terwijl in geval van onlusten het gebruik der marechaussee gebleken is de voorkeur te verdienen boven dat der militaire macht, wier optreden som tijds verbittert en die meer geschikt is om rust verstoring te onderdrukken, dan om die te voor komen. Er werd gevraagd, of het de bedoeling der Re geering is, den dienst der Marechaussees gaande weg in hot geheele Rijk in te voeren, en hoe in plaatsen, waar geeu garnizoenen zijn, voor de huis vesting der raauschappen gozorgd zou worden. Eindelijk werd tegen den naam van het wapen eenig bezwaar gemaakt. Het scheen voegzaam, dien trek bleef Gabrio den ganseden dag uit. Hij was, bij het aanbreken van den dag, met geweer en wei- tasch uitgegaan, en kwam eerst bij het vallen van den avond terug. Hij dwaalde langs de bekende paden, over de heuvelen, en door de kastanje en elzenboschjes, waar hij zoo menigen droom gedroomd had, en toen hij naar huis terugkeerde, bracht ge woonte of toeval hem aan den voet van de hoogte, waarop de ouderwetsche woning van den marchese di C stond. De hekken waren dicht, dl de vensters van het kasteel gesloten; en hier en daar zag hij menschen, die de lanen opharkteu, en heft droge hout tot tak- kebossen bonden Voor het eerst deed de koude Novemberwind zich gevoelen. Lang stond Gabrio stil, en beschouwde die trotsche en eenzame woning en den verlaten tuin, toen ging hij de helling af, naar het dorp; en in zijn hart, ontwaakte weder eene herinnering, die hij voor altijd dood waande; en vergezelde hem den ganschen avond. Den volgenden dag stond odk zijn villa ledig, en ook de boschjes en wijngaarpen er om heen, waron eenzaam en verlaten. Toen zij allen vertrokken waren, stond signor Davide, met gekruiste armen op den drempel van zijne school, in de ééne hand hield hij zyn boek, dat hij had medegenomen, zonder het te weten. Onbewegelijk, vreemd aan alles, wat hen omringde, staarde hy naar de lucht, die bedeki was met een nevel, welke in regen dreigde over te gaan; en het was of de lucht naam, afkomstig uit de dagen van Napoleon I, door een Nederlandschen te vervangen. Overigens werd de vraag gedaan of, waar de oprichting der nieuwe divisie cavalerie in het noord oosten des lands onnoodig te maken, de sterkte van laatstgenoemd wapen nu niet verminderd zou kunnen worden. Hierop werd door anderen geant woord, dat inkrimping der cavalerie uit een mili tair oogpunt zeer bedenkelijk en veeleer uitbreiding daarvan zeer nuttig wezen zou. De werklieden, die voor rekening van De Echo te Amsterdam de Tentoonstelling te Parijs hebben bezocht, zyn Zaterdagmorgen te 11 u. 50 min. teruggekeerd. De Echo zal nu een reeks ver slagen publiceeren, de indrukken weergevende, die zij op de Tentoonstelling hebben opgedaan. Deze reeks wordt heden geopend met een kort schema, door den heer R. R. Lit, den bekwamen leider van het gezelschap opgesteld, en waaruit men eenigzius kan opmaken, wat de reizigers, buiten de bezoeken aan de Tentoonstellingsterreinen, hebben gezien en genoten. Over de bezoeken aan de Tentoonstelling, het bestijgen van den Eiffeltoron enz. spreekt de heer Lit opzettelyk niet, omdat hij de werklieden, wiqr verslagen daarop natuurlyk in de eerste plaats be trekking zullen hebben, niet het gras voor de voeten wil wegmaaien. By de commissie te Amsterdam tot het zenden van werklieden naar de wereldtentoonstelling te Parijs hoeft zfch een vrij aanzienlijk aantal personen aan gemeld, die gaarne in de gelegenheid gesteld willen worden om de wereldtentoonstelling te bezichtigen en nuttige kennis op te doen. Het geheele aantal aanmeldingen bedroeg 703. Uit de personen, die hunne aanmeldingsbiljetten inzonden, en de door de werklieden vereenigingen aanbevolenen zijn 209 uitge kozen, die in de gelegeuheid worden gesteld hunne aanvragen mondeling toe te lichten. De commissie heeft in een viertal avondzittingen deze aanvragers ontvangen, en gisteren de 81 personen aangewezen, die zullen worden uitgezonden. Vloeien de bijdragen van belangstellenden haar nog toe, dan kan dit getal worden verhoogd. Onder de voor de uitzending opgegeven personen zyn de volgende vakken vertegenwoordigdtimmer lieden, monteurs, koperslagers, decoratieschilders, bankwerkers, beeldhouwers, smeden, rijtuigmakers, behangers, graveurs, machinisten, modelleurs, steen houwers, werktuigkundigen, meubelmakers,jaloezieën- makers, teekenaars, stukadoors, zadelmakers, molen makers, uurwerkmakers, boekbinders, goudsmeden, let terzetters, kunstlakkers, instrumentmakers, biljartma kers, stoffeerders enz. De werklieden zijn voorloopig in vier groepen verdeeld. De eerste groep bestaat voornamelijk uit hen, die het bouwvak uitoefenen; de tweede is samengesteld uit personen, werkzaam in het meubel vak en de decoratieve kunst. De derde zal bestaan uit werklieden in de yzernijverheid en metaalbe- reiding, terwijl de vierde groep gevormd wordt uit werklieden in de andere groepen niet vertegenwoor digd, en uit hen, die voor rekening van de patroons zich zullen aansluiten. Het vertrek van de eerste groep is bepaald op Vrijdag 23 Aug. zooveel mogelijk zal eiken volgenden Vfydag een groep van 25 personen vertrekken. en de gansche natuur deelde in de treurigheid, die zicht rïmPe*s van d08 meesters droevig ge- IX. TWEE VIJANDEN IN HET STRIJDPERK. «De tijd zal komen //Dat al die twisten niets zijn dan een droom G. B. Nicolini. Ook wij zullen het afgelegen hoekje van Brianza verlaten, waar de eenvoudige gebeurtenissen waren voorgevallen, die wij tot hiertoe verhaald hebben. Ons roepen oudere en onverwachte gebeurtenissen, waardoor aan Italië een ander en beter lot werd be reid, dan het ooit had durven Hopen, en die den grond legden tot eene nieuwe geschiedenis. Het was een van die oogenblikken, waarin men, om zoo te zeggen, de nadering van de revolutie in de lucht voelde; eene omwenteling was steeds noodzakelijker, onvermydelyker geworden. Niemand was er, die het die het met opmerkte; iedereen zag met ingespannen aandacht toe, en het gelukte niet, om het voorgevoel, de angstige verwachting te onderdrukken, dat er, uit de toenemende spanning in de overige landen van Europa eene gelegenheid, een voorwendsel zou kunnen geboren worden, om ook in ons land het groote probleem van te zijn of niet te zijn «p te lossen. Dat uur, dat oogenblik was uaby. Sedert negen jaren werd er een aanhoudende, ge- De eerste groep is opgeroepen om Woensdagavond bekend te worden gemaakt met de getroffen schik kingen en tot het ontvangen van mededeelingen en inlichtingen, die de commissie voor hun vertrek wenscht te geven. (Uil.) De Duitsche kejzer en keizerin, vergezeld van den groothertog van Baden en gevolg, zijn gisteren na- raiddag te 5 /4 uf^«ftder het schoonste weder te Straatsburg aangekdbjp^Aan het station werden zy ontvangen doorben stadhouder, den staatssecre taris Puttkamer, den districtspresident en den bur gemeester. Vergezeld van een escorte ulanen en terwijl de verschillende vereenigingen eene heg vorm den, reden de vorstelijke personen naar het keizerlijk paleis, door eene ongehoorde volkmenigte luidruchtig toegejuicht. Voor het paleis werd aan het keizerlyk paar hulde gebracht door de burgemeesters van den Elzas en door 400 landmeisjes in nationale kleeder dracht. In het paleis werden de militaire en bur gerlijke overheden aan HH. MM. voorgesteld. De stad is prachtig versierd. Dat de Czaar, echter zonder zijn gemalin, te Berlijn komt, wordt niet meer betwijfeld, al is men het over don datum nog niet eens. Blijkbaar geeft men zich in Berlyn alle moeite de verhouding tot het Russische hof zoo aangenaam mogelijk te doen voorkomen en de jonge Keizer, die den naam had oorlogzuchtig van aard te zijn, heeft zich zeker tot nog toe op niets meer toegelegd dan op het bevor deren der aangename verstandhouding tusschen alle mogendheden. Door de komst van den Grootvorst troonopvolger bij de manoeuvres in Westfalen zal ook de herinnering aan het onaangename incident worden uitgewischt, toen deze kroonprins op de feesten te Stuttgart verscheen zonder Berlyn aan te doen. Zelfs wordt thans van Berlijn uit het verhaal verbreid, dat de Keizer den Grootvorst reeds tot deze manoeuvres heeft uitgenoodigd, toen hij te Petersburg op bezoek was, doch dat door een mis verstand het antwoord is uitgebleven en de reis naar Stuttgart tusschenbeide is gekomen. Heel dui delijk is dat nu wel niet, maar uit het verhaal spreekt in elk geval de oprechte wensch om de betrekkingen onderling zoo vriendschappelijk moge lijk te schetsen. En terwijl de Keizer zoo de Vorsten zoekt te wjnnen, tracht hij verder door familie-huwelyken de sfeer van den Duitschen invloed zooveel hij kan, uit te breiden. Huwt zijn tweede zuster den Griek-» schen Kroonprins, waardoor Duitschlands invloed, die groot is te Konstantinopel, ook te Athene zich I kan doen gelden, thans wordt de aanstaande ver loving van zijn jongste zuster Margaretha met den erfprins van Nassau bericht. Op een bezoek, dat do Keizerin-moeder met haar drie dochters en haar broeder, den Prins van Wales, Zaterdag te Königstein aan de hertogelijke familie bracht, schijnt die ver bintenis afgesproken te zijn, waardoor ook op Luxemburg aan het Duitsche Keizerhuis zekere invloed wordt verzekerd. XXV. Rotterdam 19 Auguttu». Tot aanvulling van mijnen voorlaatsten heb ik heimzinnige, en juiat daarom geweldige strijd gevoerd, die van den zedelijkeu tegenstand der Lombarden, die zich niet verstaan wilden, met de vreemde over- heersching. Dat verdient in herinnering gehouden te worden; bet ia eene bladzijde uit de geschiedenis, waardig om te prijken naast die, welke den held- haftigen strijd der vijf dagen in Haart verhaalt. Met de herinnering aan vele politieke fouten, be gaan door de ngfenen, die toen het gezag in handen hadden, en de onbestemde en raa vervlogen illusies van het volk?, had het jaar 1848 toch voorbeelden van heldenmoed en burgerdeugd achtergelaten, welke die vernederingen en teleursteSingen eenigszins tem perden. De herinnering aan zulke voorbeelden ia voldoende om in de zielen het oude vertrouwen levendig te houden, en hen op te leiden tot grooter eensgezindheid, tot vaster wilskracht, tot de overtui ging, dat geene offers te groot moéten zijn vooreen volk, dat zijne vrijheid herwinnen wil, om die nooit meer te verliezen. Zij ontwaakten uit een droom van licht en afwis selende schaduwen, uit den tuimelenden roes der vrijheid, om zich weer terug te vinden onder de heerschappij van hun ouden meester, die nog vijan- digor gezind was dan vroeger, maar hun gemeen schappelijk lijden, de ongelukken en beleedigingeu, waren hun eene harde les,1 die hun leerde om voor zichtig te zijn, en hen gewende aan bedaardheid en aan beredeneerd overleg. (Wordt vervolgd.) nog -te berichten dat de Gemeenteraad, zich be- 1 roepende op de bepalingen van het Wetboek van Koophandel, met algemeene stemmen heeft geweigerd over te gaan tot de benoeming van makelaars in vaste goederen. Dat 'sRaads beslissing in dien geest zou uitvallen was, gelijk ik vroeger opmerkte, te voorzien. Men weet, dat aan onzen Gemeenteraad, vooral sints het optreden van Burgemeester Meinesz, de lof wordt gegeven veel te doen en weinig te spreken, zóó zelfs dat hij door Amsterdammers aan Amster dammers openlijk ten voorbeeld is gesteld. In het algemeen kan ik die loftuiting onderschrijven doch wie haar, buiten Rotterdam, te veel tl la lettre opnam, liep niettemin gevaar zich deerlijk te ver gissen. Wij hadden en hebben in onzen Gemeen teraad leden die, indien de eene of andere zaak hunne bijzondere belangstelling gaande maakt en dat gebeurt nog al eens de kranen wijd open zetten ten einde aan hunne welsprekendheid den vrijen loop te laten. De meesten zijn over ééa kam geschoren. Al dadelijk is een streven merkbaar om uit te blinken door den vorm, alsof men niet op trad in den Raad eener groote handelsstad maar deel nam aan een concours van uiterlijke welspre kendheid. Zoo'n redevoering, zelfs over onderwerpen van zeer ondergeschikt belang, heeft een kop, eene peroratie; dan volgt het breede lichaam, saamge- sleld uit de wederlegging van tegenovergestelde meeningendaarna komen de lange beenen, uitslui tend gevormd door eigen inzichten, en ten laatste de beide voeten, waarvan de eene geschoeid is in conclusiën en de andere in amendementen, motiën of voorstellen. Is zulk een spreker deskundige, dan kunt gij er zeker van wezen dat hij u zal overstelpen met den schat zijner wetenschappelijke kennis en praktische ervaring. Is hij leek, dan moge de Memel u eerst recht in bescherming nemen, Want dan is hij bij allerlei schrijvers en bij tal van binnen- en buitenlandsche deskundigen op advies uitgegaan en ziet gij u bedelven onder een berg van citaten en extracten uit rapporten en particu liere brieven. Als model van dat genre kan eene redevoering dienen, kort geleden in onzen Ge meenteraad over don afvoer van faocaliëu gehouden, die bijna twee geheele raadszittingen in beslag nam. Ik donk inderdaad niet gering over don arbeid en de toewijding die zulk een stuk werk vordert, maar het gaat in den regel mank aan het groote euvel van eenzijdigheid en het streeft in elk geval het doel voorbij. Rene korte, bondige uiteenzetting van denkbeelden kan de aandaoht gaande houden, soms indruk maken. Een te breed uitgesponnen betoog vermoeit toehoorder en lezer, verveelt ten laatste, ontstemt en brengt alzoo aan de zaak die men zich ter verdediging heeft ton doel gesteld, veel meer nadeel dan voordeel toe. Deze opmerkingen worden mij in de pen gegeven door het Officieel Verslag van de Handelingen van onzen Gemeenteraad, dat Zaterdag avond het licht zag. In die raadszitting was aan de orde het plan tot het bouwen eener school voor lager onderwijs, be- rekond op 416 leerlingen en wel 8 lokalen voor 86 en 4 voor 32 leerlingen. De Oommissie van toe zicht had eene meer gelijkmatige indeeling aanbe volen1, hetgeen niet heeft kunnen beletten dat de Commissie van bijstand met Burgemeester en Wet houders bij hun voorstel volhardden. Daar kwam dan nog bij dat er nog een ander verschilpunt aan wezig was. De commissie van toezioht wilde in het algemeen voortaan aan de schoollokalen den vorm geven eener klassebreedte van drie banken naast elkander. De oommissie van bijstand en B. en W. gaven ten stelligste de voorkeur aan eene klassenbreedte van vier banken en zij deden dit vooral met het oog op de mjndere kostbaarheid van den bouw, daar het daarvoor benoodigde terrein meer geld zal kosten. De meening van de com missie van bijstand en van B. en W. zegevierde. Hunne voorstellen werden bjj aoolamatie aangenomen. Het kan nu niet in mijne bedoeling liggon na te pleiten en partij te kiezen voor eene der tegenover gestelde meeningen. Maar in het bestek van dit schrijven past de opmerking, dat eene schriftelijke gedachtenwisseling aan het mondeling debat is voorafgegaan. Die sohrifturen werden lang te voren in druk rondgedeeld on beslaan niet minder dan achttien folio bladzijden druks (verzameling 1889 No. 31). Het vóór en het tegen is daarin haarfijn uiteengezet en wel zóó dat het onmogelijk moest geaoht worden met nieuwe argumenten op te treden. Dat heeft evenwel niet mogen beletten dat een der leden heeft kunnen goedvinden zich de lendenen te omgorden en eene redevoering uit te spreken die 00?e,rlatere r8PUok biim' twee pagina's van het Officieel Verslag in beslag neemt, zonder dat daar door eenig nieuw licht over de zaak wordt ver spreid. Dat nu b. v. in eene vergadering van het onderwijzersgenootschap dergelijke technische vraag stukken a fond behandeld worden, ia te verdedigen, al ware het alleon maar omdat al de leden geacht mogen worden zaakkundigen te zijn. Maar in een Gemeenteraad als de Rotterdamsche, die grooten- deels bestaat uit leeken op onderwijsgebied, kunnen dergelijke broed uitgesponnen technische beschou wingen, grootendeels slechts eene herkauwing be helzende van hetgeen in de gedrukte stukken voor komt, slechts op tijdverlies nederkomen. Zij stichten geen nut, wekken slechts wrevol. In de jongste raadszitting is een verzoek ingekomen van een Amsterdammer om uitsluitende concessie te Rotterdam te verwerven voor het doen aanbrengen van adressen en aankondigingen op de staande muur vlakten der kaden. Dit stuk is in handen van Bur gemeester en Wethouders gesteld om advies en het is te verwachten dat zij, niettegenstaande adressant aanbiedt iets voor de concessie te betalen, zullen voorstellen afwijzend op het verzoek te beschikken. Reeds nu toch ziet hot te Rotterdam op het gebied van aankondiging vrij dwaas pit. Alsof advertentiën in de dag- en weekbladen niet voldoende waren om bekendheid te verwerven, ziet men velen alle moge lijke en onmogelijke gelegenheden aangrijpen om hunne waar te afficheeren. Niet slechts dat kiosken, baro meterhuisjes en aanplakborden met adressen en aan kondigingen beplakt zijn, terwijl bovendien een groote advertentiewageu door de stad rijdt, maar alle omni bussen, de tramwagens en de goederenwagens der spoorwegen, enz., ziju van adresborden voorzien of met advertentiën beplakt. Men wordt schier onpas selijk van al de cacao, en zoekt naar schoon water om zich van al de Sun light map te reinigen. Boven dien zijn al de muren van huizen, die zich er toe beschikbaar stelden, van reusachtige aankondigingen voorzien. Men kan niet eens op sommige punten het hoofd naar de spoorweg-viaduct opheffen, zonder verplicht te zijn een aantal, daaraan bevestigde aan kondigingen te lezen. In het kort, heel Rotterdam is reeds óón groot advertentie-bord. Indien nu nog de muurvlakten der kaden voor hetzelfdo doel be schikbaar zouden moeten gesteld worden, 't zou inder daad al te belachelijk worden. En dan hoe vies! De staande muurvlakten der kaden zijn doorploegd met de rioolgaten der huizen. Ieder huis houdt er twee stuks op na, het eene bestemd om het mena- gewater te doen afvloeien, het andere de producten loozende van No. 100. Hee hartverheffend zal het nu niet zijn, terwijl men stilstaat om de adressenen aankondigingen op de muurvlakten der kaden te lezen, tevens getuige te zijn van de werking dier tallooze rioolgaten? Werkelijk, indien ooit soortgelijk verzoek werd toegestaan, men zou geneigd zijn steeds naar springvloeden te verlangen, die het even belachelijk als onoogelijk schouwspel aan het oog onttrekken. Men waande de Rotterdamsche Kermis stervende. Verdreven '«it de bebouwde kom der Gemeente, had hot gedurfde een paar jaren werkelijk den schijn alsof zij aan het zieltogen was. Niemand toog er heen dan het Plebs en het scheen dat tot zelfs vele plebeërs er genoeg van hadden. Dat deed velen ge noegen die bet wel onstaatkundig vinden, de kermis met geweld af te schaffen, maar die haar toch scha delijk achten en haar diensvolgens gaarne haar eigen dood zouden zien sterven. De kermis van dit jaar beeft evenwel aan die hoop den bodem ingeslagen. Zij was en is nog op dit oogenblik buitengewoon dnik en levendig. Ook de gegoede burgerij en zelfs een deel van onze geld-aristocratie eene andere kennen wy hier niet neemt er weder deel aan. Alle openbare vermakelijkheden, de schouwburgen, de Doele, de Place de» Pag» Ba», de beide groote paardenspellen en de kermistenten, zyn avond op avond stampvol. Ook van alle kleinere vermakelijk heden wordt een zeer druk gebruik gemaakt. Hotels, restaurants, koffie- en bierhuizen, herbergen, enz., hebben geen ruimte, geen handen en geen voorraden genoeg om de menschen te helpen. Ook de broe dertjes- en wafelkramen en alle kleinere gelegenheids inrichtingen die eet- en drinkwaren in de grootst mogelijke verscheidenheid aan den man brengen, hebben zeor veel te doen. Het kermisterrein zelf, hoofd zakelijk langs de Oostvest en de Nieuwe Veemarkt, heeft eene uitgestrektheid, zooals ik mij niet herinner in jaren beleefd te hebben. Des avonds, als al de lichten ontstoken zijn en eene onafzienbare menschen- massa zich daar beweegt, heeft zelfs de geboren Rotterdammer moeite in dat doolhof van geïmpro viseerde hoofd- en zijstraten den weg te vinden. Er wordt niet zelden door vele duizenden alles onder en door elkander gezongen, en er wordt nu eu dan gesprongen en gehotst. Het gedrang kan soms zorg wekkend zijn, te meer daar niet weinigen veel meer hebben gedronken dan voor een onbeneveld brein wenscheljjk is; doch dit óóne kan men ten minste ter eere van de Rotterdamsohe Kermis getuigen: er heerscht de beste harmonie; geen twist en geen vechtpartij; een geest van verbroedering heeft zich over de burgerij vaardig gemaakt; anti-revolutionairen, ultramontanen, radikalen en liberalen reiken elkander vriendschappelijk in den rondendans de hand en nu moge men zooveel men maar wil tegenstander van de kermis zijn, met het oog op dat tijdelijk ver schijnsel zou men geneigd zijn uit te roepen: „Och, mocht toch de kermis eeuwig duren 1" Moede van den arbeid, misschien ook van herhaalde voetreizen langs de kermis, nam ik plaats in mijn luiërstoel om hetgeen ik geschreven had vluchtig over te lezen. In mijne lectuur verdiept zoo verbeelde ik mij althans hoorde ik aan de buitendeur bellen, nog eens en weder eens, schier onophoudelijk. Woedend vloog ik op, rukte de kamerdeur open en brulde „Aal" zoo heet mijne dienstmeid „maak dan toch open!» Doch Aal riep van beneden„Maar Meneer, ik heb al zes maal opengemaakt en telkens is er weer een ander.» Toen liep zij eenige uren achtereen op en neer en bracht het eene pakje, kistje en doosje na het ander binnen. Honderde Goudsche kazen, honderde kilo's Goudse lie sprits, honderde mandjes Goudsche pijpen, stapelden zich op elkander en vulden niet slechts mijne studeerkamer maar ten laatste het geheele huis. Nog was ik van mijne stomme verbazing niet bekomen, of Aal diende deputatiën aan. Jonge dames boden mij in naam van alle Goudsche schoonen een bouquet aan. Een massief zilveren inktkoker, een geschenk van het gemeentebestuur van Gouda, werd op mijne schrijftafel geplaatst. Ten laatste verscheen het personeel van de zetterij der Goudtche Courant, deftig in het zwart, en ge- witdast, on bood mij een reusachtigen lauwerkrans aan, waarbij de meesterknecht eene rede hield. „Hooggeachte en Zeer Geleerde Heer» zoo begon hij„Het is voor U heden een gewichtige dag. Het is U gegeven heden Uw zilveren feest te vieren. Vijf en twintig lange brieven hebt gij in de Goudtche Courant geschreven en wij zijn geko men om U met dit zilveren-brieffeest onze harte lijkste gelukwenschen aan te bieden. Geachte jubi laris, dat met dit No. XXV ook de burgerij van Gouda zich niet onbetuigd heeft willen laten, bewijzen do kazen, de sprits en de pijpen, die U van alle zijden zyn toegezonden. Geachte jubi laris, gij en de spreker zette zyne rede voort, eindeloos, eindeloo», zoodat ik tot de slotsom kwam dat hij uit dezelfde klei was gevormd van de sprekers in onzen Gemeenteraad over de faecaliën en het drie-bankenstelsel. Ik was op het punt de onbeleefdheid te begaan in slaap te vallen, toen hij met loodzware hand mij den lauwerkrans om het hoofd drukte. Het veroorzaakte mij zóó veel pyn, dat ik een gil gaf en met een ge weldigen schrik ontwaakte. Helaas, het was een droom geweest. Ik was in mijn luiërstoel ingedut. Geen Goudsche kaas, geen sprits en geen pijpen meer. Geen bouquet en geen massief zilveren inkt koker. En wat mij het meest ergerde, ook do Goudsche maagdenrei was verdwenen! Ter gelegen heid van mynen jubileum-brief No. XXV, niets dan kille onverschilligheid, niets dan Aal, die my bij het binnenbrengen van een kop slappe thee, wakker had gemaakt. Oh! die onsterfelijkheid! Niets dan ijdele waanNEMO. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OR HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BUltlEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda; Gelet op art. 6 en 7 der Wet van den 2n Juni 1875, (Staatsblad no. 95.) Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie ter visie is gelegd een verzoek, met bylagen van L. Jansen om vergunning tot het oprichten van eene bakkery in het perceel gelegen aan den Langen Tiendeweg Wijk D No. 40 Kadaster Sectie C No. 2490. Dat op Woensdag, den 4n September 1889, des namiddags ten 1 ure op het Raadhuis, gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente van de terzake ingekomen Schrifturen kan worden kennis genomen. GOUDA, 21 Augustus 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. VEILING 21 AUGUSTUS 1889 te Reeuwyk. 2 Huizen, Erven en Grond, Wijk E No. 20 en 23 aan de Reeuwyksche brug 1150.k'. de Wed. H. Klerk. 50 Aren 59 Centiaren Tuinland in de Alphens 825.kr. J. Hagen. Een onbewoonbaar verklaard Huis, Erf en Grond, op Nieuwenbroek (afdeeling Sluipwijk,) Wijk G No. 10 400.k'. P. den Ouden.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 2