Bultenlandsch Overzicbt.
BRIEVEN UIT ROTTERDAM.
KENNISGEVING.
sta ten-GeneraalTweede Kamer^ Zitting
▼an Dinsdag 20 Augustus.
Afloop van Openbare Verkoopingen
van Onroerende Goederen.
Gelijk,to verwachten was, werd by de regeling
der werkzaamheden een voorstel gedaan door den
Voorzitter om niet de onderwijswet morgen (Don
derdag) een begin te maken. Van liberale zijde
werden de bezwaren daartegen, welke wy ook reeds
hebben opgesomd, aangevoerd door don heer Farn-
oombe Sanders, die als onafhankelijk schoolman zulks
het best doen kon zonder verdacht te worden van
zucht om uitstel tot afstel te maken. Aldus inge
leid door den heer Sanders werden zijne denkbeel
den door den heer Rutgers van Rozenburg in een
voorstel belichaamd, strekkende om de behandeling
tot de nieuwe zitting uit te stellen. Ook de heeren
Gleichman, de Beaufort, Van Houten en Roëll be
pleitten^ op verschillende gronden, die, eerlijk gezegd,
niet vrij waren van overdrijving, het goed recht der
liberalen op eenigen meerderen tyd vau voorberoiding.
De heeren Schaepman on Lonman voerden het woord
namens de rechterzijde, en hun had de Voorzitter
blijkbaar de verdediging van zijn voorstel overgela
ten. Tegemoetkomend was hun houding niet, doch
dit kon kwalyk anders, daar in den boezem der
regeeringspartij besloten was de behandeling in deze
zitting in elk geval te doen plaats hebben. Overigens
waren de heeren niet ongelukkig in hun argumen
tatie. Zoo b. v. de heer Schaepman. Do heer San
ders had gezegd, dat hij geneigd was voor de wet
te stemmen behoudens bezwaar tegen één enkel punt.
Terecht luidde het antwoord Dan is uw verlangen tot
uitstel tamelyk gezocht, want om dat ééne punt te be-
studeeren zijn tien dagen ruim voldoende. Ook schuilt
er waarheid in de opmerking, dat sedert April het
hoofdbeginsel der wet niet is veranderd en is kunnen
besproken worden in de pers, terwijl daarenboven de
onderwijsquaestie een allen bekend onderwerp is.
Ten slotte stemming rechts tegen links, 48 tegen
38, zoodat heden eeuige kleine wetjes en morgen 11
uur de groote wet aan de orde komen.
Op voorstel van den heer Kerdijk zullen ook de
nog niet gedrukte, bij het onderwijs voorstel behoo-
rende staten worden gedrukt, welke bevatten de op
gaven van het in openbare en bijzondere scholen
geheven schoolgeld, en van de lichamen, van welke
de bijzoudero scholen uitgaan.
Als een bizonderheid wordt uit Zevenhuizen ge
meld dat daar een kat is geboren met 6 pooten en
2 staarten.
Het voorstel der Regeering tot uitbreiding van
het korps marechaussees is door de groote meerder
heid in de afdeelingen der Tweede Kamer met
ingenomeuheid ontvangen.
Men was van gevoelen, dat het prestige der
marechaussee grooter is dan dat der ryks veld wacht,
terwijl in geval van onlusten het gebruik der
marechaussee gebleken is de voorkeur te verdienen
boven dat der militaire macht, wier optreden som
tijds verbittert en die meer geschikt is om rust
verstoring te onderdrukken, dan om die te voor
komen.
Er werd gevraagd, of het de bedoeling der Re
geering is, den dienst der Marechaussees gaande
weg in hot geheele Rijk in te voeren, en hoe in
plaatsen, waar geeu garnizoenen zijn, voor de huis
vesting der raauschappen gozorgd zou worden.
Eindelijk werd tegen den naam van het wapen
eenig bezwaar gemaakt. Het scheen voegzaam, dien
trek bleef Gabrio den ganseden dag uit. Hij was,
bij het aanbreken van den dag, met geweer en wei-
tasch uitgegaan, en kwam eerst bij het vallen van
den avond terug. Hij dwaalde langs de bekende
paden, over de heuvelen, en door de kastanje en
elzenboschjes, waar hij zoo menigen droom gedroomd
had, en toen hij naar huis terugkeerde, bracht ge
woonte of toeval hem aan den voet van de hoogte,
waarop de ouderwetsche woning van den marchese
di C stond.
De hekken waren dicht, dl de vensters van het
kasteel gesloten; en hier en daar zag hij menschen,
die de lanen opharkteu, en heft droge hout tot tak-
kebossen bonden Voor het eerst deed de koude
Novemberwind zich gevoelen. Lang stond Gabrio
stil, en beschouwde die trotsche en eenzame woning
en den verlaten tuin, toen ging hij de helling af,
naar het dorp; en in zijn hart, ontwaakte weder eene
herinnering, die hij voor altijd dood waande; en
vergezelde hem den ganschen avond.
Den volgenden dag stond odk zijn villa ledig, en
ook de boschjes en wijngaarpen er om heen, waron
eenzaam en verlaten.
Toen zij allen vertrokken waren, stond signor Davide,
met gekruiste armen op den drempel van zijne school,
in de ééne hand hield hij zyn boek, dat hij had
medegenomen, zonder het te weten. Onbewegelijk,
vreemd aan alles, wat hen omringde, staarde hy naar
de lucht, die bedeki was met een nevel, welke in
regen dreigde over te gaan; en het was of de lucht
naam, afkomstig uit de dagen van Napoleon I, door
een Nederlandschen te vervangen.
Overigens werd de vraag gedaan of, waar de
oprichting der nieuwe divisie cavalerie in het noord
oosten des lands onnoodig te maken, de sterkte
van laatstgenoemd wapen nu niet verminderd zou
kunnen worden. Hierop werd door anderen geant
woord, dat inkrimping der cavalerie uit een mili
tair oogpunt zeer bedenkelijk en veeleer uitbreiding
daarvan zeer nuttig wezen zou.
De werklieden, die voor rekening van De Echo
te Amsterdam de Tentoonstelling te Parijs hebben
bezocht, zyn Zaterdagmorgen te 11 u. 50 min.
teruggekeerd. De Echo zal nu een reeks ver
slagen publiceeren, de indrukken weergevende,
die zij op de Tentoonstelling hebben opgedaan.
Deze reeks wordt heden geopend met een kort
schema, door den heer R. R. Lit, den bekwamen
leider van het gezelschap opgesteld, en waaruit
men eenigzius kan opmaken, wat de reizigers,
buiten de bezoeken aan de Tentoonstellingsterreinen,
hebben gezien en genoten.
Over de bezoeken aan de Tentoonstelling, het
bestijgen van den Eiffeltoron enz. spreekt de heer
Lit opzettelyk niet, omdat hij de werklieden, wiqr
verslagen daarop natuurlyk in de eerste plaats be
trekking zullen hebben, niet het gras voor de voeten
wil wegmaaien.
By de commissie te Amsterdam tot het zenden
van werklieden naar de wereldtentoonstelling te Parijs
hoeft zfch een vrij aanzienlijk aantal personen aan
gemeld, die gaarne in de gelegenheid gesteld willen
worden om de wereldtentoonstelling te bezichtigen
en nuttige kennis op te doen. Het geheele aantal
aanmeldingen bedroeg 703. Uit de personen, die
hunne aanmeldingsbiljetten inzonden, en de door de
werklieden vereenigingen aanbevolenen zijn 209 uitge
kozen, die in de gelegeuheid worden gesteld hunne
aanvragen mondeling toe te lichten.
De commissie heeft in een viertal avondzittingen
deze aanvragers ontvangen, en gisteren de 81 personen
aangewezen, die zullen worden uitgezonden. Vloeien
de bijdragen van belangstellenden haar nog toe,
dan kan dit getal worden verhoogd.
Onder de voor de uitzending opgegeven personen
zyn de volgende vakken vertegenwoordigdtimmer
lieden, monteurs, koperslagers, decoratieschilders,
bankwerkers, beeldhouwers, smeden, rijtuigmakers,
behangers, graveurs, machinisten, modelleurs, steen
houwers, werktuigkundigen, meubelmakers,jaloezieën-
makers, teekenaars, stukadoors, zadelmakers, molen
makers, uurwerkmakers, boekbinders, goudsmeden, let
terzetters, kunstlakkers, instrumentmakers, biljartma
kers, stoffeerders enz.
De werklieden zijn voorloopig in vier groepen
verdeeld. De eerste groep bestaat voornamelijk uit
hen, die het bouwvak uitoefenen; de tweede is
samengesteld uit personen, werkzaam in het meubel
vak en de decoratieve kunst. De derde zal bestaan
uit werklieden in de yzernijverheid en metaalbe-
reiding, terwijl de vierde groep gevormd wordt uit
werklieden in de andere groepen niet vertegenwoor
digd, en uit hen, die voor rekening van de patroons
zich zullen aansluiten. Het vertrek van de eerste
groep is bepaald op Vrijdag 23 Aug. zooveel mogelijk
zal eiken volgenden Vfydag een groep van 25
personen vertrekken.
en de gansche natuur deelde in de treurigheid, die
zicht rïmPe*s van d08 meesters droevig ge-
IX.
TWEE VIJANDEN IN HET STRIJDPERK.
«De tijd zal komen
//Dat al die twisten niets zijn dan een droom
G. B. Nicolini.
Ook wij zullen het afgelegen hoekje van Brianza
verlaten, waar de eenvoudige gebeurtenissen waren
voorgevallen, die wij tot hiertoe verhaald hebben.
Ons roepen oudere en onverwachte gebeurtenissen,
waardoor aan Italië een ander en beter lot werd be
reid, dan het ooit had durven Hopen, en die den
grond legden tot eene nieuwe geschiedenis. Het was
een van die oogenblikken, waarin men, om zoo te
zeggen, de nadering van de revolutie in de lucht
voelde; eene omwenteling was steeds noodzakelijker,
onvermydelyker geworden. Niemand was er, die het
die het met opmerkte; iedereen zag met ingespannen
aandacht toe, en het gelukte niet, om het voorgevoel,
de angstige verwachting te onderdrukken, dat er,
uit de toenemende spanning in de overige landen van
Europa eene gelegenheid, een voorwendsel zou kunnen
geboren worden, om ook in ons land het groote
probleem van te zijn of niet te zijn «p te lossen.
Dat uur, dat oogenblik was uaby.
Sedert negen jaren werd er een aanhoudende, ge-
De eerste groep is opgeroepen om Woensdagavond
bekend te worden gemaakt met de getroffen schik
kingen en tot het ontvangen van mededeelingen en
inlichtingen, die de commissie voor hun vertrek
wenscht te geven. (Uil.)
De Duitsche kejzer en keizerin, vergezeld van den
groothertog van Baden en gevolg, zijn gisteren na-
raiddag te 5 /4 uf^«ftder het schoonste weder te
Straatsburg aangekdbjp^Aan het station werden
zy ontvangen doorben stadhouder, den staatssecre
taris Puttkamer, den districtspresident en den bur
gemeester. Vergezeld van een escorte ulanen en
terwijl de verschillende vereenigingen eene heg vorm
den, reden de vorstelijke personen naar het keizerlijk
paleis, door eene ongehoorde volkmenigte luidruchtig
toegejuicht. Voor het paleis werd aan het keizerlyk
paar hulde gebracht door de burgemeesters van den
Elzas en door 400 landmeisjes in nationale kleeder
dracht. In het paleis werden de militaire en bur
gerlijke overheden aan HH. MM. voorgesteld. De
stad is prachtig versierd.
Dat de Czaar, echter zonder zijn gemalin, te
Berlijn komt, wordt niet meer betwijfeld, al is men
het over don datum nog niet eens. Blijkbaar geeft
men zich in Berlyn alle moeite de verhouding tot
het Russische hof zoo aangenaam mogelijk te doen
voorkomen en de jonge Keizer, die den naam had
oorlogzuchtig van aard te zijn, heeft zich zeker tot
nog toe op niets meer toegelegd dan op het bevor
deren der aangename verstandhouding tusschen alle
mogendheden. Door de komst van den Grootvorst
troonopvolger bij de manoeuvres in Westfalen zal
ook de herinnering aan het onaangename incident
worden uitgewischt, toen deze kroonprins op de
feesten te Stuttgart verscheen zonder Berlyn aan te
doen. Zelfs wordt thans van Berlijn uit het verhaal
verbreid, dat de Keizer den Grootvorst reeds tot
deze manoeuvres heeft uitgenoodigd, toen hij te
Petersburg op bezoek was, doch dat door een mis
verstand het antwoord is uitgebleven en de reis
naar Stuttgart tusschenbeide is gekomen. Heel dui
delijk is dat nu wel niet, maar uit het verhaal
spreekt in elk geval de oprechte wensch om de
betrekkingen onderling zoo vriendschappelijk moge
lijk te schetsen.
En terwijl de Keizer zoo de Vorsten zoekt te
wjnnen, tracht hij verder door familie-huwelyken
de sfeer van den Duitschen invloed zooveel hij kan,
uit te breiden. Huwt zijn tweede zuster den Griek-»
schen Kroonprins, waardoor Duitschlands invloed,
die groot is te Konstantinopel, ook te Athene zich
I kan doen gelden, thans wordt de aanstaande ver
loving van zijn jongste zuster Margaretha met den
erfprins van Nassau bericht. Op een bezoek, dat
do Keizerin-moeder met haar drie dochters en haar
broeder, den Prins van Wales, Zaterdag te Königstein
aan de hertogelijke familie bracht, schijnt die ver
bintenis afgesproken te zijn, waardoor ook op
Luxemburg aan het Duitsche Keizerhuis zekere
invloed wordt verzekerd.
XXV.
Rotterdam 19 Auguttu».
Tot aanvulling van mijnen voorlaatsten heb ik
heimzinnige, en juiat daarom geweldige strijd gevoerd,
die van den zedelijkeu tegenstand der Lombarden,
die zich niet verstaan wilden, met de vreemde over-
heersching. Dat verdient in herinnering gehouden
te worden; bet ia eene bladzijde uit de geschiedenis,
waardig om te prijken naast die, welke den held-
haftigen strijd der vijf dagen in Haart verhaalt.
Met de herinnering aan vele politieke fouten, be
gaan door de ngfenen, die toen het gezag in handen
hadden, en de onbestemde en raa vervlogen illusies
van het volk?, had het jaar 1848 toch voorbeelden
van heldenmoed en burgerdeugd achtergelaten, welke
die vernederingen en teleursteSingen eenigszins tem
perden. De herinnering aan zulke voorbeelden ia
voldoende om in de zielen het oude vertrouwen
levendig te houden, en hen op te leiden tot grooter
eensgezindheid, tot vaster wilskracht, tot de overtui
ging, dat geene offers te groot moéten zijn vooreen
volk, dat zijne vrijheid herwinnen wil, om die nooit
meer te verliezen.
Zij ontwaakten uit een droom van licht en afwis
selende schaduwen, uit den tuimelenden roes der
vrijheid, om zich weer terug te vinden onder de
heerschappij van hun ouden meester, die nog vijan-
digor gezind was dan vroeger, maar hun gemeen
schappelijk lijden, de ongelukken en beleedigingeu,
waren hun eene harde les,1 die hun leerde om voor
zichtig te zijn, en hen gewende aan bedaardheid en
aan beredeneerd overleg.
(Wordt vervolgd.)
nog -te berichten dat de Gemeenteraad, zich be- 1
roepende op de bepalingen van het Wetboek van
Koophandel, met algemeene stemmen heeft geweigerd
over te gaan tot de benoeming van makelaars in
vaste goederen. Dat 'sRaads beslissing in dien
geest zou uitvallen was, gelijk ik vroeger opmerkte,
te voorzien.
Men weet, dat aan onzen Gemeenteraad, vooral
sints het optreden van Burgemeester Meinesz, de
lof wordt gegeven veel te doen en weinig te spreken,
zóó zelfs dat hij door Amsterdammers aan Amster
dammers openlijk ten voorbeeld is gesteld. In het
algemeen kan ik die loftuiting onderschrijven doch
wie haar, buiten Rotterdam, te veel tl la lettre
opnam, liep niettemin gevaar zich deerlijk te ver
gissen. Wij hadden en hebben in onzen Gemeen
teraad leden die, indien de eene of andere zaak
hunne bijzondere belangstelling gaande maakt en
dat gebeurt nog al eens de kranen wijd open
zetten ten einde aan hunne welsprekendheid den
vrijen loop te laten. De meesten zijn over ééa kam
geschoren. Al dadelijk is een streven merkbaar om
uit te blinken door den vorm, alsof men niet op
trad in den Raad eener groote handelsstad maar
deel nam aan een concours van uiterlijke welspre
kendheid. Zoo'n redevoering, zelfs over onderwerpen
van zeer ondergeschikt belang, heeft een kop, eene
peroratie; dan volgt het breede lichaam, saamge-
sleld uit de wederlegging van tegenovergestelde
meeningendaarna komen de lange beenen, uitslui
tend gevormd door eigen inzichten, en ten laatste de
beide voeten, waarvan de eene geschoeid is in
conclusiën en de andere in amendementen, motiën
of voorstellen. Is zulk een spreker deskundige,
dan kunt gij er zeker van wezen dat hij u zal
overstelpen met den schat zijner wetenschappelijke
kennis en praktische ervaring. Is hij leek, dan
moge de Memel u eerst recht in bescherming nemen,
Want dan is hij bij allerlei schrijvers en bij tal van
binnen- en buitenlandsche deskundigen op advies
uitgegaan en ziet gij u bedelven onder een berg
van citaten en extracten uit rapporten en particu
liere brieven. Als model van dat genre kan eene
redevoering dienen, kort geleden in onzen Ge
meenteraad over don afvoer van faocaliëu gehouden,
die bijna twee geheele raadszittingen in beslag nam.
Ik donk inderdaad niet gering over don arbeid en
de toewijding die zulk een stuk werk vordert, maar
het gaat in den regel mank aan het groote euvel
van eenzijdigheid en het streeft in elk geval het
doel voorbij. Rene korte, bondige uiteenzetting van
denkbeelden kan de aandaoht gaande houden, soms
indruk maken. Een te breed uitgesponnen betoog
vermoeit toehoorder en lezer, verveelt ten laatste,
ontstemt en brengt alzoo aan de zaak die men zich
ter verdediging heeft ton doel gesteld, veel meer
nadeel dan voordeel toe.
Deze opmerkingen worden mij in de pen gegeven
door het Officieel Verslag van de Handelingen van
onzen Gemeenteraad, dat Zaterdag avond het licht zag.
In die raadszitting was aan de orde het plan tot
het bouwen eener school voor lager onderwijs, be-
rekond op 416 leerlingen en wel 8 lokalen voor 86
en 4 voor 32 leerlingen. De Oommissie van toe
zicht had eene meer gelijkmatige indeeling aanbe
volen1, hetgeen niet heeft kunnen beletten dat de
Commissie van bijstand met Burgemeester en Wet
houders bij hun voorstel volhardden. Daar kwam
dan nog bij dat er nog een ander verschilpunt aan
wezig was. De commissie van toezioht wilde in
het algemeen voortaan aan de schoollokalen den
vorm geven eener klassebreedte van drie banken
naast elkander. De oommissie van bijstand en B.
en W. gaven ten stelligste de voorkeur aan eene
klassenbreedte van vier banken en zij deden dit
vooral met het oog op de mjndere kostbaarheid van
den bouw, daar het daarvoor benoodigde terrein
meer geld zal kosten. De meening van de com
missie van bijstand en van B. en W. zegevierde.
Hunne voorstellen werden bjj aoolamatie aangenomen.
Het kan nu niet in mijne bedoeling liggon na te
pleiten en partij te kiezen voor eene der tegenover
gestelde meeningen. Maar in het bestek van dit
schrijven past de opmerking, dat eene schriftelijke
gedachtenwisseling aan het mondeling debat is
voorafgegaan. Die sohrifturen werden lang te voren
in druk rondgedeeld on beslaan niet minder dan
achttien folio bladzijden druks (verzameling 1889
No. 31). Het vóór en het tegen is daarin haarfijn
uiteengezet en wel zóó dat het onmogelijk moest
geaoht worden met nieuwe argumenten op te treden.
Dat heeft evenwel niet mogen beletten dat een der
leden heeft kunnen goedvinden zich de lendenen te
omgorden en eene redevoering uit te spreken die
00?e,rlatere r8PUok biim' twee pagina's van het
Officieel Verslag in beslag neemt, zonder dat daar
door eenig nieuw licht over de zaak wordt ver
spreid. Dat nu b. v. in eene vergadering van het
onderwijzersgenootschap dergelijke technische vraag
stukken a fond behandeld worden, ia te verdedigen,
al ware het alleon maar omdat al de leden geacht
mogen worden zaakkundigen te zijn. Maar in een
Gemeenteraad als de Rotterdamsche, die grooten-
deels bestaat uit leeken op onderwijsgebied, kunnen
dergelijke broed uitgesponnen technische beschou
wingen, grootendeels slechts eene herkauwing be
helzende van hetgeen in de gedrukte stukken voor
komt, slechts op tijdverlies nederkomen. Zij stichten
geen nut, wekken slechts wrevol.
In de jongste raadszitting is een verzoek ingekomen
van een Amsterdammer om uitsluitende concessie te
Rotterdam te verwerven voor het doen aanbrengen
van adressen en aankondigingen op de staande muur
vlakten der kaden. Dit stuk is in handen van Bur
gemeester en Wethouders gesteld om advies en het
is te verwachten dat zij, niettegenstaande adressant
aanbiedt iets voor de concessie te betalen, zullen
voorstellen afwijzend op het verzoek te beschikken.
Reeds nu toch ziet hot te Rotterdam op het gebied
van aankondiging vrij dwaas pit. Alsof advertentiën
in de dag- en weekbladen niet voldoende waren om
bekendheid te verwerven, ziet men velen alle moge
lijke en onmogelijke gelegenheden aangrijpen om hunne
waar te afficheeren. Niet slechts dat kiosken, baro
meterhuisjes en aanplakborden met adressen en aan
kondigingen beplakt zijn, terwijl bovendien een groote
advertentiewageu door de stad rijdt, maar alle omni
bussen, de tramwagens en de goederenwagens der
spoorwegen, enz., ziju van adresborden voorzien of
met advertentiën beplakt. Men wordt schier onpas
selijk van al de cacao, en zoekt naar schoon water
om zich van al de Sun light map te reinigen. Boven
dien zijn al de muren van huizen, die zich er toe
beschikbaar stelden, van reusachtige aankondigingen
voorzien. Men kan niet eens op sommige punten
het hoofd naar de spoorweg-viaduct opheffen, zonder
verplicht te zijn een aantal, daaraan bevestigde aan
kondigingen te lezen. In het kort, heel Rotterdam
is reeds óón groot advertentie-bord. Indien nu nog
de muurvlakten der kaden voor hetzelfdo doel be
schikbaar zouden moeten gesteld worden, 't zou inder
daad al te belachelijk worden. En dan hoe vies!
De staande muurvlakten der kaden zijn doorploegd
met de rioolgaten der huizen. Ieder huis houdt er
twee stuks op na, het eene bestemd om het mena-
gewater te doen afvloeien, het andere de producten
loozende van No. 100. Hee hartverheffend zal het
nu niet zijn, terwijl men stilstaat om de adressenen
aankondigingen op de muurvlakten der kaden te lezen,
tevens getuige te zijn van de werking dier tallooze
rioolgaten? Werkelijk, indien ooit soortgelijk verzoek
werd toegestaan, men zou geneigd zijn steeds naar
springvloeden te verlangen, die het even belachelijk
als onoogelijk schouwspel aan het oog onttrekken.
Men waande de Rotterdamsche Kermis stervende.
Verdreven '«it de bebouwde kom der Gemeente, had
hot gedurfde een paar jaren werkelijk den schijn
alsof zij aan het zieltogen was. Niemand toog er
heen dan het Plebs en het scheen dat tot zelfs vele
plebeërs er genoeg van hadden. Dat deed velen ge
noegen die bet wel onstaatkundig vinden, de kermis
met geweld af te schaffen, maar die haar toch scha
delijk achten en haar diensvolgens gaarne haar eigen
dood zouden zien sterven. De kermis van dit jaar
beeft evenwel aan die hoop den bodem ingeslagen.
Zij was en is nog op dit oogenblik buitengewoon
dnik en levendig. Ook de gegoede burgerij en zelfs
een deel van onze geld-aristocratie eene andere
kennen wy hier niet neemt er weder deel aan.
Alle openbare vermakelijkheden, de schouwburgen,
de Doele, de Place de» Pag» Ba», de beide groote
paardenspellen en de kermistenten, zyn avond op
avond stampvol. Ook van alle kleinere vermakelijk
heden wordt een zeer druk gebruik gemaakt. Hotels,
restaurants, koffie- en bierhuizen, herbergen, enz.,
hebben geen ruimte, geen handen en geen voorraden
genoeg om de menschen te helpen. Ook de broe
dertjes- en wafelkramen en alle kleinere gelegenheids
inrichtingen die eet- en drinkwaren in de grootst
mogelijke verscheidenheid aan den man brengen,
hebben zeor veel te doen. Het kermisterrein zelf, hoofd
zakelijk langs de Oostvest en de Nieuwe Veemarkt,
heeft eene uitgestrektheid, zooals ik mij niet herinner
in jaren beleefd te hebben. Des avonds, als al de
lichten ontstoken zijn en eene onafzienbare menschen-
massa zich daar beweegt, heeft zelfs de geboren
Rotterdammer moeite in dat doolhof van geïmpro
viseerde hoofd- en zijstraten den weg te vinden.
Er wordt niet zelden door vele duizenden alles onder
en door elkander gezongen, en er wordt nu eu dan
gesprongen en gehotst. Het gedrang kan soms zorg
wekkend zijn, te meer daar niet weinigen veel meer
hebben gedronken dan voor een onbeneveld brein
wenscheljjk is; doch dit óóne kan men ten minste
ter eere van de Rotterdamsohe Kermis getuigen:
er heerscht de beste harmonie; geen twist en geen
vechtpartij; een geest van verbroedering heeft zich
over de burgerij vaardig gemaakt; anti-revolutionairen,
ultramontanen, radikalen en liberalen reiken elkander
vriendschappelijk in den rondendans de hand en nu
moge men zooveel men maar wil tegenstander van
de kermis zijn, met het oog op dat tijdelijk ver
schijnsel zou men geneigd zijn uit te roepen: „Och,
mocht toch de kermis eeuwig duren 1"
Moede van den arbeid, misschien ook van
herhaalde voetreizen langs de kermis, nam ik plaats
in mijn luiërstoel om hetgeen ik geschreven had
vluchtig over te lezen. In mijne lectuur verdiept
zoo verbeelde ik mij althans hoorde ik aan
de buitendeur bellen, nog eens en weder eens, schier
onophoudelijk. Woedend vloog ik op, rukte de
kamerdeur open en brulde „Aal" zoo heet mijne
dienstmeid „maak dan toch open!» Doch Aal
riep van beneden„Maar Meneer, ik heb al zes
maal opengemaakt en telkens is er weer een ander.»
Toen liep zij eenige uren achtereen op en neer en
bracht het eene pakje, kistje en doosje na het ander
binnen. Honderde Goudsche kazen, honderde kilo's
Goudse lie sprits, honderde mandjes Goudsche pijpen,
stapelden zich op elkander en vulden niet slechts
mijne studeerkamer maar ten laatste het geheele
huis. Nog was ik van mijne stomme verbazing niet
bekomen, of Aal diende deputatiën aan. Jonge
dames boden mij in naam van alle Goudsche
schoonen een bouquet aan. Een massief zilveren
inktkoker, een geschenk van het gemeentebestuur
van Gouda, werd op mijne schrijftafel geplaatst.
Ten laatste verscheen het personeel van de zetterij
der Goudtche Courant, deftig in het zwart, en ge-
witdast, on bood mij een reusachtigen lauwerkrans
aan, waarbij de meesterknecht eene rede hield.
„Hooggeachte en Zeer Geleerde Heer» zoo
begon hij„Het is voor U heden een gewichtige
dag. Het is U gegeven heden Uw zilveren feest te
vieren. Vijf en twintig lange brieven hebt gij in
de Goudtche Courant geschreven en wij zijn geko
men om U met dit zilveren-brieffeest onze harte
lijkste gelukwenschen aan te bieden. Geachte jubi
laris, dat met dit No. XXV ook de burgerij van
Gouda zich niet onbetuigd heeft willen laten,
bewijzen do kazen, de sprits en de pijpen, die
U van alle zijden zyn toegezonden. Geachte jubi
laris, gij en de spreker zette zyne
rede voort, eindeloos, eindeloo», zoodat ik tot de
slotsom kwam dat hij uit dezelfde klei was gevormd
van de sprekers in onzen Gemeenteraad over de
faecaliën en het drie-bankenstelsel. Ik was op het
punt de onbeleefdheid te begaan in slaap te vallen,
toen hij met loodzware hand mij den lauwerkrans
om het hoofd drukte. Het veroorzaakte mij zóó
veel pyn, dat ik een gil gaf en met een ge
weldigen schrik ontwaakte. Helaas, het was een
droom geweest. Ik was in mijn luiërstoel ingedut.
Geen Goudsche kaas, geen sprits en geen pijpen
meer. Geen bouquet en geen massief zilveren inkt
koker. En wat mij het meest ergerde, ook do
Goudsche maagdenrei was verdwenen! Ter gelegen
heid van mynen jubileum-brief No. XXV, niets dan
kille onverschilligheid, niets dan Aal, die my bij
het binnenbrengen van een kop slappe thee, wakker
had gemaakt. Oh! die onsterfelijkheid! Niets dan
ijdele waanNEMO.
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE
OR HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BUltlEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda;
Gelet op art. 6 en 7 der Wet van den 2n Juni
1875, (Staatsblad no. 95.)
Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie
ter visie is gelegd een verzoek, met bylagen van
L. Jansen om vergunning tot het oprichten van eene
bakkery in het perceel gelegen aan den Langen
Tiendeweg Wijk D No. 40 Kadaster Sectie C No. 2490.
Dat op Woensdag, den 4n September 1889, des
namiddags ten 1 ure op het Raadhuis, gelegenheid
is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in
te brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien
dag op de Secretarie der Gemeente van de terzake
ingekomen Schrifturen kan worden kennis genomen.
GOUDA, 21 Augustus 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
VEILING 21 AUGUSTUS 1889
te Reeuwyk.
2 Huizen, Erven en Grond, Wijk E No. 20 en 23
aan de Reeuwyksche brug 1150.k'. de Wed.
H. Klerk.
50 Aren 59 Centiaren Tuinland in de Alphens
825.kr. J. Hagen.
Een onbewoonbaar verklaard Huis, Erf en Grond, op
Nieuwenbroek (afdeeling Sluipwijk,) Wijk G No.
10 400.k'. P. den Ouden.