n. I oping •aat. ns ER, n bevolen, gebrouwen. BINNENLAND. N? 4009. Woensdag 4 September. 1889. te lEVE, net 28 Hec- [- en HOOI- Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Gabrio en Camilla. <7 De insending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. ibriek,. jken, ctie B. met en met 72, at I1N G van Is, Gas- 5nz. upen en $DE FEUILLETON. Een verhaal uit Milaan arna gecom- 1 Bovendien worden alle Advertentien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD, ’t welk des Maandags verschgnt. vember e. k, 1 Mei 1890. len Notaris ime Nieuwe re. 390, ten s heeft. der Zelf- i uitspat- üR 1889, des van Verkoo- 163 te Utrecht ,fb. Prjjs •erschrik- igd Ijjdt, iring, die u van een het Ver- arkt 34, t bedrag, in' boek- goudsche courant. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelpks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Dienselfden avond ging Gabrio naar het paleis van graaf Gian Rinaldo, om hem zijne gelukkige reis te vertellen, en den groet van den grooten minister over te brengen. Hij vond hem omringd door vele, hem bijna geheel onbekende personen; een enkelen her kende hijen dat juist den man dien hij het minst verwacht had, daar te ontmoeten: het was de jonge Galeazra, de zoon van den marohese di C Toen hij dezon zag, bestierven hem de woorden op de lippen; maar graaf Gian Rinaldo brak zijn druk gesprek af, kwam -terstond naar hem toe, nam hem terzijde, en wilde den uitslag der hachelijke onderneming, met al de bizonderheden vernemen. Toeff hij gehoord had, dat alles beter was afgeloopen, dan hij bad durven hopen, “drukte hij zijnen nieuwen vriend hartelijk de hand, dankte hem, en voegde er bij: „Ik beloof u, dat ik later, weldra zelfs, u weder gebruiken zal." Hij geleidde den ingenieur te midden der bezoe kers, en nadat hij hem aan velen zijner vrienden voorgesteld had, bleef hij op twee passen van Ga- leazzo staan, en zeide halfluid, op zijn gewonen schertsenden toon. „Ik herinner mij eene zekere ridderlijke ontmoe ting uit den laatsten herfst. Wij zijn nu niet meer in de middeleeuwen; de nieuwe geschiedenis be gint r begrijpt ge mij, waarde ingenieur? Kom, laat het u niet spijten, dat gij dien jongen man in mijn huis ontmoet. Ook hij weet nu, dat er wat beiers te doen is hij is een der onzen,” DOOR OUILIO CARCAMO. Kry naar het ItaUaanech, DOOB VANESSA. 41) XI. En hij dacht aan Camilla; ook in haar* oog had hij gemeend, liefde tot het vaderland te lezen. Wat in hem wil en plicht was, was in haar gevoel. Maar dan dacht hij weer aan die ongelukkige ontmoeting met haren broeder, en al die liefelijke beelden ver dwenen, eensklaps, en de zwakke draad, die ze samen hield brak df. Reeds lagen de meertjes van Comabbio en Monate achter hem, en die streken, welke tien jaren geleden de schouwplaats geweest waren van den laatsten strijd, van eene handvol helden, tegen de Oostdhrjjkers, die uit den slag van Novara terugkeerdenon terwijl hij die ongelukkige dagen herdacht, werd het ver trouwen in-zijn hart slechts sterker. Te Vareze hield hij slechts eenige uren stil, in de eerste de beste herberg, en pas was de dag aan gebroken, of hij vertrok met de diligence, die ge- GOUDA, 3 September 1889. In de hedenmiddag gehouden vergadering van den gemeenteraad, die door 15 leden werd bijgewoond (afwezig was de ;heer van der Garden, terwijl er ééne vacature is) werden de hh. W. J. Fortuijn Droog- leever, G. A. Oudijk, A. van Veen on H. G. Hoef- hamer opnieuw beëedigd als raadsleden, waarop de voorzitter het volgende zeide Mijne Hoeren! Het is mij zeer aangenaam U opnieuw als Leden van den Raad zitting te zienJjemen. Ik wensch U geluk met de’ op U uitgebracnze keuze en ik hoop dat het L’ gegeven moge zijn bok in den nieuwen tijdkring veel ten nutte van de Gemeente tot stand te brengen. Het was, mijnheer Fortuijn Droogleever, aanvan kelijk uw voornemen geen nieuw mandaat te aan vaarden, en het was alleen op aandrang van ver schillende zijden op U geoefend, dat gij zjjt gezwicht. Ik-verheug mij daarover zeer. Het is zoo niet eene eenige, dan toch een zeldzame omstandigheid dat een raadslid na gedurende 50 jaren zitting te hebben ge- had,, opnieuw bovenaan op de lijst geplaatst wordt van hen, die geroepen worden de gemeonte-belangen te behartigen. Ik verheug mij daarover zeer. Het is eene recht matige hulde aan de vele en groote diensten door U gedurende een zoo lang tijdperk aan de gemeente bewezen en tevens is bet een bewijs hoe men nog altijd prjjs stelt om uwe kennis, ervaring en door zicht dienstbaar te maken aan de belangen onzer gemeente. Ik hoop dat het U ten deel moge vallen nog veel ten nutte van Gouda tot stand te brengen en dat U nog menig jaar in deze vergadering zult zit ting hebben De vergadering betuigt instemming met die woorden. Daarop worden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat het raadsbesluit van 20 Augustus tot benoeming van de hh. Sieverdink, Raabe en v. Uven tot Leeraren bij het Gymnasium door Z.Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken is goedgekeurd. Ingekomen zijn: 1. Het rapport der Raadscommissie, belast met het onderzoek der begroeting van de Volksgaarkeuken voor 1890, adviseerende tot goedkeuring. Ter visie. 2. Het rapport der Raadscommissie, belast met het onderzoek der begroetingen der gesubsidieerde Instellingen van Weldadigheid voor 1890, advisee rende tot goedkeuring. Ter visie. 3. Een adres van de agenten van politie verzoe kende verhooging van jaarwedde. In handen van B. en W. om bericht en raad. 4. Missives van C. Fortuin, C. J. van Hofwegen, W. J. Janknegt, C. de Jong, J. Verheij en O. van Wijngaarden, verzoekende benoemd te worden tot brugwachter van de brag op de Gouwe orer de Turfmarkt. Ter visie en benoeming in de volgende vergadering. - 5. Een missive van E. Luxen, dank zeggende voor de op hem uitgebrachte benoeming tot brug wachter. Aangenomen voor kennisgeving. In deze zitting werd de begrooting der Schutterij voor 1890 goedgekeurd en op voorstel van B. enW. besloten eene subsidie van f 150 te verleenen aan de Afd. «Gouda en Omstreken* van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw voor eene verloting en ringrjjderij bij gelegenheid van de a.st. vrije paar denmarkt. Ten slotte werden benoemd tot: Regent van de beide Gasthuizen de heer A. W. Roes, met 14 st. tegen 1 st. op Mr. Van Heusde. Ambtenaar van den Burgerlijken Stand de heer H. Jager met 8 st., terwijl Dr. H. Ussel de Schepper 5, Fortuijn Droogleever en Hoefhamer ieder 1 st. verkregen. Lid in de Commissie van beheer der Stedelijke Gasfabriek de heer G. A. Oudijk. Leden in de Commissie voor de Strafverordenin gen de hh. W. J. Fortuijn Droogleever, Dr F. H. G. v. Iterson, C. C. H. Prince ert Dr. H. Ussel de Schepper. Leden in het Hoofdbureau voor de verkiezing van een Lid voor den Gemeenteraad (waarvan de Bur gemeester Voorzitter is) de hh. v. Veen en Hoefha mer, en tot plaatsvervangers de hh. Prince en IJsel de Schepper. Voorzitter in het onder-bureau de heer Straver, tot zijn plaatsvervanger de heer Fortuijn Droog leever. Tot Leden de hh. Hoogenboom en van Vreumingen en tot' hunne plaatsvervanger de hh. Lotsy en van Iterson. In de zitting der Tweede Kamer van heden is bepaald dat morgen ten 10 uur de interpellaties zullen plaats 'hebben over de ongeregeldheden te Gouda en over de koffieveilingen. De Voorzitter her-; dacht met weemoed het plotseling overlijden van den Voorzitter der Eerste Kamer, een der edelste zonen des lands, een der waardigste dienaren des Ko- nings en de kracht en een sieraad der volksvertegen woordiging, uitblinkende door gaven van verstand en. hart, schranderen geest, helder oordeel en zelfstandig zonder zelfzucht. By de discussie’over de schoolwetherziening is door verwerping met 50 tegen 36 st. van het amendement van den heer De Beaufort het premiestelsel voor oplei- dnigdoor hoofden vanscholenbehouden. De bepalingen betreffende de kweekelingen zijn niet toepasselijk ge maakt voor leerscholen. Hooget beroep is mogelijk reed stond om naar Milaan te rijden. Zijne reisge- nooten letten niet veel op hem. Allen klaagden meer of minder over den tijd en de moeielijke om standigheden, maar in algemeene termen. Van tijd tot tijd liepen lange reien soldaten hen, onder het geroffel van den trom, voorbjj. Tyroolsche jagers, een regiment huzaren, masr niemand durfde het hoofd buiten het portier steken, Gabrio trilde van veront waardiging. Eindelijk zagen zij door de bleeko win terzon veflicht, de tinnen van den dom,' en kwamen langs den hobbeligen straatweg door de voorstad van Ortolani, de ktad binnen. Gabrio haastte zich naar huis, en was spoedig in de armen zyner moeder en zuster, die zijn stap op den trap herkend hadden. Ook het stomme meisje kwam hem blozend te gemoet; maar bleef toen ver legen staan, alsof zij vreesde te veel te zijn. Hij antwoordde ontwijkend op de eerste nieuwsgierige vragen zijner moeder en zuster, on deed haar be grijpen, dat hij niet ondervraagd wilde worden. Maar toen zijne zuster hem des avonds met een onderzoe kenden blik aanzag, zeide hij fluisterend: «Ik heb een weinig gezonde lucht ingeademd, en ben terug gekomen uit dat land, van waar te eeniger tijd, ook voor ons de vrijheid dagen zal.” «En wien hebt gij gezien?” «Een man, die, meer dan alle anderen, aan ons, aan Italië denkt; en ik ben het, die hem de opgave gebracht heb, van de getalsterkte van de strijdmacht, die de vijand in ons land heeft."

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 1