m,
y
8EH,
ichilderde
nakerk te
is der St.
ngen,enz.
k levens-
ebroeders
moo
BINNENLAND.
VS.
Zaterdag 7 September,
N? 4012.
1889.
Nieuws- en
FEUILLETON.
8.
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
ts.
eth,
zx
Gabrio en Camilla.
fE
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
r
ran Gor
en alle
h/L
en wor-
leeding-
d, tegen
L dagen
1
België.
I
't
ilóg-.
mW»*"
i
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelyks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prgs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
eten bjj de
I en 73a,
vendien worden alle Ad verten tien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD,
’t welk des Maandags verschijnt.
TEMBER
l door den
rne worden
tijd van 52 maanden, was nog
de werkinrichting ontslagen.
Een geheimzinnig drama is dezer dagen te Visinet»
afgespeeld. Drie dames van middelbaren leeftijd,
Maria, Céline en Clotilde Cuvelier, bewoonden sinds
goudsche courant.
s Kunsten
cteur der
recht.
NKMAN.
er in gar-
Tot wethouders in de gemeente Waddingsveen
zijn gekozen de heoren K. van der Torren Kz. en
P. Verbruggen de laatste nadat, staande de verga
dering, de heer G. Sprnijt had bedankt.
M"
dagelyks
le kazerne,
n, moeten
Tam.
Is dat der
n«Aan
htleger te
huiselyk
men- èn
t mits er
zeer kort geleden uit
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GR00TE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Nadat men zich langen ti/rl vruchteloos heeft af
gevraagd, waar het groot aantal bedelaars vandaan
komt, dat bijna wekelijks voor de arrond. rechtbank
te ’s-Hage terechtstaat, kreeg die rechtbank gisteren
door een van de oude bekenden die zijn mond voor-
bypraatte, het antwoord op die vraag.
De «vrienden” zijn het onder elkander eens, dat
de residence de beste plaats is om opgepakt te wor
den, omdatmen dtór zoo gemakkelijk naar de
rykswerkinrichting opzendt. Daarom komen de be
delaars, zoo gauw het geld dat zij in de «kolonie”
verdiend hebben verteerd ie, naar Den Haag.
Het meerendeel van de 9 bedelaars die heden
wederom werden opgezonden, gezamenlijk voor den
JEen verhaal uit Milaan
DOOR
GUILIO CARCAN O.
Vrij naar het ItaliaaMch
DOOR
V1N1S8A.
44) XII.
/zGy hebt een goed hart, Galeazzo I gij wilt my
doen zien, dat ik u onrecht aan deed, toen ik onlangs
geheel anders over u eordeelde. Maar onze vriend
schap zal ons gelegenheid geven, om beter over elkaar
te leeren denken Aqhl gij zijt beter dan ik.”
z/Houd maar goeden moed, wij zullen elkander
helpen.”
«Kort daarop kwam Beltramolo, die nu tot kamer
dienaar bevorderd wns. Hij maakte alles in orde,
en, daar Gabrio hem generlei bevelen gaf, wenschte
hij hem goeden nacht, en liet hem alleen.
Als Gabrio, ejen als zijne vrienden, dien nacht in
het paleis van justitie zou hebben dóorgebraeht,
zou hij misMhien hebben kunnen slapen, nu echter
niet. Stormachtige gedachten doorkraisten zijn brein.
Het was zoo vreemd diar, in dat hais te zijn,
ontvangen als «en broeder, door hem, dien hij, eene
Aan het U. D. hebben wij een bericht ontleend,
dat de naar de tentoonstelling gezonden Nederland-
sche werklieden moeielijkbeden zouden gehad hebben
met de Parijsche politie, die bun zou verboden hebben
aanteekeningen te maken voor een later in te leveren
verslag van het bezoek. (Gelijk men weet, is door
de commissie eene premie van 25 uitgeloofd voor
het beste bij haar in te dienen verslag.)
Naar het Handeleblad meldt, heeft dit bericht in
zooverre grond, dat wel tot enkele der werklieden
zulk een verbod gericht is, en dat ook een hunner
zelfs naar een politiebureau geleid werd, maar werd
de zaak dadelijk bijgelogd, toen de heer Gosachalk
het doel uiteenzette, waarvoor de aanteekeningen ge
maakt werden.
Sedert zijn de werklieden niet meer lastig gevalloii.
daar eene groote massa nieuwsgierigen zich om de
bruiloftsgasten verzamelden.
Maar dat was voor het drietal te veel en zij ver
zetten zich zóó hevig, dat de politie van de wapen
stokken gebruik moest maken.
Niet dan nadat een 15tal politiedienaren aanwezig
was, konden de 4 personen naar het politiebureau
aan de Nieuwe Haven worden overgebracht, waar
zij den nacht doorbrachten.
Heden ochtend konden zij vertrekken, terwjjl tegen
hen wegens wederspannigheid proces-verbaal werd
opgemaakt. (7Z)
Gisteren werd in Den Haag het volgende tooneeltje
afgespeeld.
Een persoon, dien dag in het huwelijksbootje
gestapt, ging, alvorens zich naar de echtelijke woning
te begeven, vergezeld van drie broeders van zijne
bruid nog eens vroolijk uit.
Op hunne wandeling brachten zij onderscheidene
bezoeken aan Bacchustempels en dronken op het ge
luk van het huwelijk, totdat allen bedwelmd van
«genot* geraakten, de jonge echtgenoot het meest
van allen.
Zingende en dansende bereikten zij eindelijk de
Houtmarkt, waar de bruidegom het loepen moede
werd en ging liggen. Zijne drie schoonbroeders
werden het nu oneens over de wijze waarop zij den
jeugdigen echtgenoot bij zijne vrouw zouden thuis
brengen, welke twist zoo hoog liep dat de politie
zich genoodzaakt zag er zich in te mengen, vooral
Hij is edelmoedig jegens mij geweest, en ik kon,
ik mocht zijn trouwhartig aanbod niet afslaan.”
«Dus was er gevaar?”
„Vergeef mij, dat is ons geheim.”
„En zjjt gij nu vrienden?”
„Ik dacht niet, dat het ooit zoo zou hebben kun
nen zijn; maar ik heb hem beter leeren kennen, en
wij hebben elkaar de hand gereikt.”
«O, Galeazzo heeft een goed hart hij is
lichtzinnig, maar oprecht. En in deze dagen van
hoop en gevaar, vrees ik steeds voor hem! En ik
was gekomen
Het meisje geraakte in de war, en, minder be
daard dan eerst, deed zij eene schrede achteruit, en
wilde de kamer verlaten.
„Ach neen! blijf n08 "at, sprank zeide
Gabrio, op zulk een toon, dat zij wel merken moest,
wat in zijn hart omging. „Spreek nog eens, gelijk
op dien herfstavond Gij kunt alles zeggen,
aan den vriend van uw broeder.”
En zacht, alsof zij vreesde hare eigene woorden
te hoeren, zeide zij«Ach, kon ik u eens vertellen,
hoe ik leef hoe zeer ik in dove dagen vrees,
voor myn broeder en voor allen. Ik ben
slechts een meisje, maar dezelfde gedachte, die de
anderen bezielt, kan ook ik begrijpen, gevoelen! Ik
weet dat Galeazzo denkt, dat de eenige weg, die,
nu de jongelieMi, die alle eerlijke lieden open
staat (Wpoon hij Bet niet gezegd heeft, ge
loof ik toch dar hij besloten is
GOUDA, 6 September 1889.
In de zitting der Tweede Kamer van heden werd
op art. 45 (rjjksuitkeering aan gemeenten) een amen
dement van den heer Hartogh behandeld om de
bijdrage te verhoogen, nl. 50 pCt. van de minima
jaarwedden, met toelagen voor de onderwijzers van
meer bevolkte scholen, doch nooit meer dan tot de
helft werkelijke jaarwedden. Het artikel werd
bestred^^moor de heeren Smidt en Rutgers, doch
verdedigd door den Minister van Financiën als voor
4e gemeenten bijna niet drukkende. Bjj aanneming
van het artikel zal geen bolastingverhooging noodig
worden.
I
Dezer dagen werd in Frankrijk afgekondigd eene
wet tor bestrijding van knoeierijen in den wijnhandel.
Zooals hier slechts «boter" mag heeten wat werke
lijk boter is, zal in Frankrijk voortaan de naam
van wb, wijn, slechts gegeven mogen worden aan
den drank die rechtstreeks bereid wordt uit het sap
van versche druiven.
Onder toevoeging van suikerstroop verkrijgt men
uit den afral (wow/) der wijnbereiding een tweede
brouwsel (vin de eeconde cme) hetwelk onder den
naam van vin de nfm of suikerwijn in den handel
zal worden gebracM./
Rozijnen leveren/ «faken wijn op, die het etiket
vin de raiein» secs (pjiéy dragen.
Wordt een der-< laatstgenoemde fabrikaten met
echten wijn, van versche druiven, vermengd, dan geeft
het surrogaat zijnen naam aan het mengsel, al was
daarin de hoeveelheid echte wijn nog zoo groot.
Of die voorschriften ook toepasselijk zijn op export-
wjjn, die b. vil te Rotterdam of te Maastricht ge
leverd of geconsigneerd mocht worden, vinden wij
niet vermeld.
week geleden gezworen had, nooit de hand te zullen
reiken. Hij begreep niet hoe dat gekomen was;
het verledene waS verdwenen, de toekomst vertoonde
zich aan hem, als bet gloren van een liefelük mor
genrood, en, voor het eerst misschien, Z*g hij iliidelijk
hét schoone doel zijns levens.
Toen de grauwe dag aanbrak wachtte hij met on
geduld op Galeazzo, om hem te bedanken, hopende
zijne schuilplaats even ongezien te verlaten, als hij
die bereikt had. Onrustig liep hij de kamer op en
neder, naderde het venster, keek in den-kalen tuin,
en, toen hij iemand den trap hoorde opkomen ging
hij naar de deur; zij werd geopend, niet door Galeazzo,
maar door Camilla.
Zij bleef verbaasd staan, verbleekte, en wist niet
of zij blijven of heengaan moest; maar spoedig her
stelde zij zich. Zij wendde zich tot hem, die haar
bleef aanstaren, en zeide:
„Vergeef mijik wist niet, ik was gekomen
om mijn broeder te spreken maar hij is niet
hier; ik moet weer heengaan.”
„Hij zelf, uw broeder heeft mij, ik mag wel zeg
gen, gedwongen, om voor eenige uren de gastvrijheid
te genieten in zjjne kamer.” 0
«Hoe dat? Misschien
„Neen, Men, maak u awt ongerust, vrees niet
v»or mij, het is misschien overbodige bezorgdheid
geweest.”
„Mijn broeder en gij
«Neen wij denken niet meer aan het veriedeue.