I
EN.
De Raad. en de Minister.
I
4036.
merk
»len,
;gen”.
:el.
i liefje,
JPIÏÏG
iraad,
nten, Bed-
non, Glas,
GOUD en
1889 Zaterdag 5 October.
Nieuws- en Advertentieblad noor Gouda en Omstreken.
Cie.
1889,
n Haaftbk
>pen
Ihuis
ZE aan de
bekend in
Goud- en
aarden,
en kantore
ïderen.
FÉUÏLLE TON"
Gabrio en Camilla.
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
f
Ko, ]|8Ko'
iets, 45 d,
[JN,
nderwijzer.
Ct.
I
*1
i zal krach-
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelgks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prgs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD,
’t welk des Maandags verschjjnt.
li1889.
leelisten.
fer. van
'eatervoort.
7'/, uur.
n.
1889, des
i), wijk K.
mda, van:
goudsche courant
van 7 tot
a inschrg-
IRANCE»,
JM, om bij
de winter
DERWIJ8
'rg in huis
geljjk ge-
kt H. 101.,
der orders,
:oo spoedig
ende
zijn daags
.n 9 tot 12
i zienter-
n zijn aan
dag van 9
Dat waren de schoonste dagen die wij ooit gezien
hadden; en wij zullen altijd met fierheid en eerbied
die groots namen, en die onsterfelijke daden van
heldenmoed en zelfopoffering in het geheugen roepen
de gansche geschiedenis van die jaren vertoont slechts
trekken van onbaatzuchtige edelmoedigheid, zonder
welke geen Volk wedergeboren wordt. Hoe gelukkig
zouden wij zijn, zoo wij die huiselijke en burgerlijke
deugden, zoo rein, zoo standvastig, zoo levendig als
toen, hadden weten te bewaren. Als slechte hot
voorbeeld van de eensgezindheid van andere staten,
ons voor oogen had gezweefd, toen men de verspreide
deelen van het vaderland tot één geheel trachtte te
vereenigen I Maar wie weet niet, dat, toen de eerste
troteche vreugde over de verkregen vrijheid was be
daard, wjj op de eensgezindheid die onoverwinne
lijke zedelijke kracht, weder partijzucht, achterdocht
en beleedigingen zagen volgen; de eerzucht van de
middelmatigheid; beschuldigingen, ingebracht tegen
de beste burgers, den strjjd der politieke hartstoch
ten, en de schandnamen vroeger in onze dierbare
taai onbekend. Wanneer wij eenmaal vertellen zul
len, wat wij gedaan en geleden hebben, om ons te be
vrijden van het schandelijke juk der vreemde overheer-
sching; als wjj aan onze zonen de geschiedenis zullen
voorlezen van een tijd, waarvan zij den dageraad niet ge
zien hebben, ach zullen wij dannietgenoodzaaktzijn.om
zuchtend die bladzijden over te slaan, waarop geschre
ven zal staan, dat, toon wij onze vijanden hadden over
wonnen, wij ons zelven niet hebben wetenteoverwinnen!
AD VERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centeniedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
het oog bracht, hadden zij vroeger ook kun- voordracht te voorschijn, waarover beide par-
nen en moeten weten of althans zij hadden
gemakkelgk zich op de hoogte kunnen stellen.
Wat toch is het geval Bg de oprichting
Hen verhaal uit Milaan
DOOB
GUILIO CARCAN O.
Vrij «aar het Italiaanech
DOOB
VANESSA.
68) XX.
Twee jaren waren er sedert die dagen verloopen
twee jaren, die voor de Italianen, door de geleden
ongelukken wijs geworden, voldoende waren geweest
om een anderen oorlog ten einde te brengen, gevaar
lijker en hachelijker dan de vorige; want op de
groote gevechten in het open veld was de onzicht
bare oorlog tusschen de diplomaten gevolgd, met
politieke onderhandelingen, met utopiën, en met dat
verleidelijke plan van eene confederatie, Maar voor
de eerste maal hadden de Italianen samen gestreden,
zij waren uit alle oorden des lands toegestroomd;
voor de eerste maal had een koning zich aan hun
hoofd gesteld, eu zijn overwinnend leger had zich
uet recht verworven, niet om het Piemonteesche,
maar het Italiaansche leger te heeten; voortaan wa
ren broedertwisten vergeten, en allen stelden hun
vertrouwen op dien koning, die voor Italië zijn
kroon, zijn zwaard, zijne zonen en zijn leven gaf.
De zitting van den gemeenteraad van 11.
Woensdag heeft de aandacht getrokken door
de mededeeling van het ministerieel besluit tot
niet-goedkeuring van de gedane benoeming
aan het gymnasium en de daarop gevolgde
discussie. Daarbij is gebleken, dat enkele
leden zich gekrenkt gevoelden door de handel
wijze van den minister en geen woorden ge
noeg vinden konden om hunne bevreemding
en verontwaardiging daarover uit te drukken.
Bet komt ons voor, dat deze leden door hun
optreden bewezen, op hoe lichtvaardige wjjze
zjj indertjjd medegewerkt hebben tot een be
sluit, dat reeds veel schade berokkend heeft
en misschien nog zal brengen aan de beide
betrokken inrichtingen. Immers het ójiderwjja h. b.
in enkele vakken kon niet gegeven worden
door gemis van een docent en wie weet hoe
lang bet nog duren kan, eer thans in de
vacature voorzien is Blgkbaur hebben deze
heeren, zooals een der ingezonden stukken in
ons vorig nummer reeds deed uitkomen, geen
grondig onderzoek gedaan naar den aard der
benoeming noch naar de overgelegde adviezen,
zoodat zij eigenlijk niet wisten wat zjj deden.
Dit is hun eenige verontschuldiging, doch deze
is tevens eene veroordeeling van de wgze
waarop zij hunne taak ah raadsleden opvat
ten. Hetgeen de Voorzitter hnu thans onder
van het progymnasium en onlangs weder bij
de uitbreiding dier inrichting tot gymnasium
heeft de minister van binftenl. zaken met de
meeste bereidwilligheid zjjne medewerking
verleend om deze school zoo weinig kostbaar
mogelgk te maken voor de gemeente. Hjj
heeft verlof verleend om gebruik te maken
van de leerkrachten en de leermiddelen van
de rijks hoogere burgerschool, natuurlijk onder
zekere, door de belangen van het onderwjjs
gevorderde voorwaarden. Dientengevolge is
de verdeeling der leervakken over het personeel
geregeld in onderling overleg tusschen het
gemeentebestuur en den minister en is o. a.
bepaald, dat het natuurkandig kabinet enz.
der h. burgerschool kon worden gebruikt voor
het gymnasium, indien één der leeraars der
s. ook belast werd nét* het onderwgs in
die vakken aan het gymnasium. Moet nu een
leeranr benoemd Worden voor beide inrichtin
gen, dan is er voorafgaand overleg noodig
tusschen het gemeentebestuur en den minister,
opdat van weerszijden de officieele benoeming
zou kunnen geschieden van denzelfden persoon.
Curatoren treden daarbij op als de door den
raad zelven aangewezen vertegenwoordigers der
gemeente en vragen advies bij den inspecteur
voor de gymnasia, de minister gaat te rade
met den inspecteur van midd. oud., deze con-
fereeren samen over het uit te brengen advies
en uit al die overleggingen komt eindelijk een
tjjen het eens zijn. Is daarbjj, zooals thans
het geval schgnt geweest te zijn, een bepaald
persoon als het ware aangewezen, dan is men
van weerskanten als eerlijke mannen verplicht
zich aan die afspraak te houden. De benoe
ming door den gemeenteraad en den Koning is
dan slechts de officieele bekrachtiging van het
geen officieus door wederzgdsche gemachtigden
is goedgevonden. Spreekt men van pro-Jorma-
voordraebt, dan heeft men in den grond gelijk
zelfs de benoeming door den raad en Z. M. is
eigenlijk pro forma, d. i. de wettelijke vorm,
waarin een seeds beklonken zaak haar be
slag krijgt. Doze gang van zaken is het
noodzakelijk gevolg van de combinatie. Door
een der betrokken partjjen kan niet willekeurig
en eigenmachtig van de overeenkomst worden
afgeweken, tenag men voornemens is voortaan
elk zijns weegs te gaan. Maar dan is het
gebruikelijk van dat voornemen eerst kennis
te geven. De raad wist of althans diende
dit alles te weten. Door een ander te be
noemen dan dien de minister en de curatoren
wenschten, verklaarde hg hetgeen zijn ge
machtigden in zijn naam afgesproken hadden
voor ongeldig, iets waartoe hij ongetwijfeld
het recht had, maar te gelijker tijd trachtte
hij aan de andere betrokken partij iemand op
te dringen, omtrent wien men niet was over
eengekomen en daartoe had de raad het recht
niet. Dat is ongetwijfeld de reden geweest,
waarom de minister de benoeming niet heeft
goedgekeurd. Wij houden ons overtuigd, dat
de meer of minder goede eigenschappen van
No. 2 der voordracht, geheel buiten aanmer
king zgn gebleven. Maar er moesteen uitweg
gevonden worden uit de imposte, waarin men
te kwader uur geraakt was. Ongetwijfeld ware
Toen de beide keizers elkaar te Villafranca de
hand drukten, geloofden zij misschien, dat het ge-
makkelijk zou zijn om de kaart van Italië te herzien,
zoo als hun goeddacht; maar toen zij het plan van
eene confederatie, dat een der eerste voorwaarden
van den gesloten vrede was, voldoende rekenden,
vergaten zjj, dat een geheel volk achter hen stond.
Dat had, zijne eigene kracht erkend, en met zijn
praktischen geest het doel gevonden, waarnaar het
streven, dat het bereiken moest, het had begrepen
dat, wat aan de beide vorsten een voldoende triomf
toescheen, niets anders was dan eene transactie. En
Victor Emanuel had het nog beter begrepen dan zjj,
toon hij bij het teekenen van de voorloopige vredes
voorwaarden, bij zijn naam wilde voegen: Aange
nomen, voor zooveel mij betreft.” Woorden die het
recht der natie ongeschonden lieten. Van dat oogen-
blik hield hjj voor onmogeljjk, wat de beide anderen
voor eene gedane zaak hielden, of ten minste 'voor
gaven te houden; en er was geen enkele Italiaan,
die, toen hjj na de eerste verbazing weder tot kalmte
gekomen was, niet verder zag dan de beide keizers.
Wie kon het gelooven dat Öostenrjjk de schoonste
parel, die aan zijne kroon blonk, zou weggeven?
Dat de paus zich de dagen zou herinneren toen hij
zjjn zegen gaf aan Italië, dat voor de eerste maal
opstond, om voor zjjne vrijheid te strijden? Do
jeugdige Bourbon zich vergrijpen aan eene troteche
en wreede politiek, de treurige erfenis van een ge
haat koningsgeslacht. In niemand kwam het op dat
-A3