NS. s, gras. BINNENLAND. LS. ,rkt. rooie Dinsdag 15 October. N? 4044. 1889. rden EN Jr. Worst. >ns FEUILLETON. EN, iuda. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken» Gabrio en Camilla. I De inzending van advertentiön kan geschieden tot Mn uur des namiddags van den dag der uitgave. r. .rtjes. en. 30 ijes ten. Zn. NS van rst. K, eg D 28. jenendaal, 30 Cent, JEen verhaal uit Milaan er 5 om. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelyks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CBN TEN. 28 40 35 uien en Ons is toegezonden het Jaarverslag over 1888-89 van de Vereeniging tot ondersteuning van Bovendien worden alle Ad verten tien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD, ’t welk des Maandags verschgnt. eigen- OM. hg 50 of GOUDSCHE COURANT GOUDA, 14 October,1889. Zaterdag avond werden er op het terrein van een der Bestuursleden van de Goutbche IJtclub 'proeven genomen om dozen winter eene doelmatige verlichting aan te brengen voor een avondfeest op het ijs. Hoewel het ijs ontbrak, mocht de uitkomst alleszins schitterend heeten. De leden der Ijsclub kunnen hieruit opmaken, dat het bestuur ernstige plannen voor den winter heeft en meer dan ooit er op uit is den bloei van de Goudeche IJicM te bevorderen. AD VERTENTIEN worden geplaatst ran 15 regels a 50 Centeniedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. vernietigd; hij keek de kamer vlogen. I Hij ging naar beneden; en toen hij de keuken doorging, waar de waard heen en weer scharrelde, legde hij twee goudstukken op de rechtbank, zeg gende: dat hij niet wist, of hij spoedig terug zou komen, en dat hjj dus voor zich zijn oppasser en DOOB O I L I O OARCANO. Frp naar het Jtaliaaruch DOOB VANESSA. XXII. Toen hij buiten kwam, zag hij aan de lange scha duwen der boomen, dat de avond naderde. Een zijpaadje, dat hij kende sedert den nacht, toen hij stil het kasteel verlaten had, bracht hem spoedig aan den voet van den heuvel. Toen ging hij langs een smal voetpad tusschen wijngaardranken door, naar een klein, met platanen omplant huisje; hij be dacht wat hij den huisbewaarder zou wijs maken, J?1 h0™ over te halen om de deur open te laten. Het scheen hem hoe langer hoe vreemder toe, dat zijn meester zoo, als een geest, het huis wilde bin- nensluipen; en hij kon maar niets verzinnen om tegen en ouden man te zeggen. Dat hinderde hem ge weldig, en hij sloeg zich tegen ’t voorhoofd, en bromde: «Het is jammer, dat hier niets in zit!” Mooit was hij zoo in de war geweest; zelfs niet, oen de duitsche kanonnen hem aangrimden; toen de twee paarden wilde betalen, zoowel voor den vol genden nacht als voor dezen. En de Waterman, die niets begreep van al dat geheimzinnige ver schijnen en verdwijnen, rammelde in zijn zak om klein geld te vinden. Maar de officier zeide: «Dat komt er niet op aan houd, wat ei over is, en geef daarvoor aan den eersten arme, die hier komt wat eten en een nachtverblijf; maar pas op, dat ge niet zegt, dat ik hier geweest ben aan niemand Hij was reeds ver weg, toen de waard nog met groote oogen stond te kijken; hij zou gedacht heb ben, dat hij droomde, als hij die goudstukken niet had zien glinsteren: «Nu,” zeide hij tusschen de tanden, «dat is toch eens een goede dag! En die twee mooie stukjes, nu ik zweer dat de oude heks, die me zoo kort houdt, er niets van te zien zal krijgen!” Kort daarop kwam zij, die hij eene heks genoemd had, van de markt terug, en de storm brak los; zij begon hem geducht de les te lezen, omdat hij niet beter voor de gasten gezorgd had; de waard echter, die daaraan al gewoon was, nam spoedig de vlucht naar den stal. De avond begon te vallen, toen de jonge officier, in plaats van den weg in te slaan naar de voorouder lijke woning, waar hij Beltramolo bescheiden had, een anderen weg opging, die naar Campello leidde. Iemand, die hem tegenkwam, zou dadelijk aan zijne gebaren, en onvaste schreden gezien hebben, dat hij door hevige aandoeningen werd beheerscht; doch de weg was eenzaam en verlaten; nu en dan ontsnapten eieren en het dons tegelijk weg. Het ongelukkige - J* B V j WUVUIHll, UB. OV1UO UUMUV1 WWlOWaauu UWU> 611 IDCt hoevende gepensioneerde onderofficieren en minderen. j hunne den roow bd da klaereB gBat - - verder, en begint ven voren af aan, maar de man komt weer alles wegnemen. De onver moeibare moeder gaat opnieuw aan ’twerk, en dit maal worden er maar eenige van de eieren uit het nest genomen; want als hij re alle woghaalde, sou de plunderaar, door te veel te wagen, allee verliezen. Maar het dons wordt niet gespaard, dit wordt elke week weggenomen, en de arme moeder gaat voort met zich te plukken, totdat zij zoo kaal is, dat zij niets meer heeft om tot voering van het nest te dienen. Dan komt het mannetje haar te hulp en plukt op zijne beurt zijne veeren uit: een qualiteit van dons, welke de IJslanders gemakkelijk van dat van het wijfje onderscheiden, omdat het wit en uit de zij veeren geplukt is. Wie dus op eiderdons slaapt, weet hoeveel ouder liefde en zorg het vertegenwoordigt. (ZondagM.) Men herinnert zich, dat volgens de voorstelling van den minister van financiën de toestand onzer De eiderganzon^ mogen_^voor de IJslanders een geldmiddelen nogal gunstig is. Deze staat van zaken heeft, zegt de Arnherwche Ct., den Minister blijk baar verrast en op de vleugelen der phantasie gevoerd naar het luilekkerland van overschotten eh afschaffing van belastingen zonder aeqnivalent. Het lijkt wreed, zulke schoone illusiës te moeten verstorenmaar de toekomst is, meent de Ami. Ct.t volstrekt niet zoo rooskleurig als de Minister haar inziet, en als hij eerlang de Rijksmiddelen tot een onderwerp van overweging zal te nemen hebben, zal het niet zijn om te onderzoeken met de afschaffing van welke be lasting der natie het meest genoegen en voordeel kan worden gedaan, maar aan welke deuren er moet worden aangeklopt, om van de bevolking hooger bijdragen in de voortdurend klimmende kosten der staathuishouding te verkrijgen. Er komen nl. opde begrooting, zelfs tot een aanzienlijk bedrag, uitgaven voor die, zooals het heet, uit de opbrengst der geld- leeningen bestreden mogen worden. Van jaar tot jaar oploopende en niet door de ontoereikende gewone inkomsten gedekt, vormen deze een heimelijk voort woekerende vlottende schuld, die, wanneer zij eenmaal het altoos hoog kassaldo te boven gaat, op de eene of andere wijze moet geconsolideerd worden. Vol gens de koele mededeeling van 19 September be draagt dit nevens de begrooting loopend tekort nu reeds in een rond cijfer twintig millioen. Aangeno men, dat er tot eene consolidatie overgegaan wordt, wanneer dit tekort de twintig millioen, het gemiddeld bedrag van het kassaldo, zal hebben bereikt, zullen de gevolgen voor de begrooting niet uitblijven rente en aflossing vereischen ten minste/800,000’sjaars. En daar de Minister in de begrootingsrede reeds verklaarde, dat voor de twee groote werken, thans nog in uitvoerig de Staatsspoorwegen en het Mer- wede-kanaal nog in de eerste drie jaren 3,3 millioen zullen noodig zijn, mag men veilig aannemen, dat het tekort eer tot een grooter dan tot een geringer cijfer dan de genoemde twintig millioen zal moeten hij bij de deur stond, hield hij den klopper in de hand, en had nog niets gevonden. Intusschen had de officier zich een licht en wijn doen brengen. «Als de Signore ’t niet kwalijk neemt, maar ’t blijft nog wel een uur licht.” Maar ondanks deze aan merking streek hij toch een lucifer tegen den muur aan, en plaatste toen eene vetkaars op de tafel; ont kurkte de bestoven flesch, en schonk het glas vol. De jonge man sloeg geen acht op al de praatjes van den waard, raakte het glas even met de lippen aan, dronk een teugje, schoof het blad met alles er op weg, en wees den waard met den vinger, dat hij kon heengaan. Toen hij alleen was, haalde hij eene portefeuille uit den zak, en nam er eenige brieven uit; het ge zicht daarvan scheen hem aan te doen. Hij bleef met het hoofd in de hand geleund zitten; en toen, alsof hij een onherroepelyk besluit genomen had, bracht hij de brieven bij de kaars, en wierp het uitgebrande papier op den grond. In één oogenblik waren die, misschien eens dierbare bladzijden, die mogelijk zooveel tranen en zooveel liefde bevatten naar de zwarte vlokken, die door bron van welvaart genoemd worden. Voornamelijk op de eilanden Videy, Engey en Abrey, tegenover de haven in de nabijheid vah Reykjavik, houden die vogels zich op. Hier paren zij en maken hunne nesten elk jaar, omstreeks het begin van Juni. Als het wijfje de plaats gekozen heeft, waar zij hare eieren wil leggen, plukt zij uit hare veeren het dons, dat zij gebruikt als voering voor den bodem en de zijden van haar nest; dan legt zij gewoonlijk zes eieren, zelden meer. Intusschen houdt het mannetje, als een goed huis vader, een waakzaam oog op zijn wijfje en haak haar dadelijk terug, als zij maar den minsten lust toont om een wandeling te doen. Den volgenden dag komt de eigenaar van het land en neemt de biCIVU VU UV» UUUO LV^VJSJlk WQ£. iSVS WUg« hulpbe- ecjjtpggj. d>t soms dapper weerstand biedt inderen, u Hieruit blijkt, dat de Vereeniging in bloei toeneemt en |den steun van alle weldenkenden ruim schoots verdient Wjj maken de woorden van generaal Weitzel tot de onreEdel en mild mag men toch wel zijn jegens die brave strijders ran veelbewogen tijden, wier bestaan, op hnn ouden dag zoo hoogst kommervol is en onder wie er op 1 April 1883 meer dan 1000 waren met een pensioen van minder dan 100 *s jaars, en 400 wier pensioen niet hoo ger is dan f 46.of S0.mannen, die eenmaal hun leven voor den Staat veil hadden, ran wie velen een of meer ledematen ten offer brachten zonder andere belooning te erlangen dan een pensioen van 91 ’sjaars en onder wie er niet weinig te vinden zjjn wier borst met het kruis der Militaire Willems orde versierd is.» Wij bevelen de Vereeniging dringend bij onze lezers aan. Het bestuur der Afdeeling Gouda bestaat nit de heerenH. J. Steenbergen, voort., P. F. Hoogenboom, secr., en L. de Boer, penningmeester.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 1