s.
BINNENLAND.
Vrijdag 1 November.
N° 4059.
1889.
Nieuw ti
en
.UT
AP
akten
FEUILLETON
Gabrio en Camilla.
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
-
de la
België.
J.
hel besle
reld.
a
ËN.
ÏT,
{■eriluü.
drogist.
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
diog».
door den rechter
r echte Pre-
;e
iKelghu.
huiseljjk
noen- en
n mits et
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prgs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Ifzonderlgke Nommen VIJF CENTEN.
de Cata-
16 Wordt
eft er eene
rijzen onzer
ere huizen
men-zeep-
nsparant
idpjjn, ont-
ii aangename
rrden zeker
ka gebruik
rln
dwater,
hen,
1.75,
T. POPP
tanden ge-
Tandplom-
egeu eiken
epen, welke
seg brengen,
lond water
tijd.
ten.
en vrjj ren
«rgd.
he Cou-
n door het
.MAN en
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
O
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD,
't welk des-Maandags verschijnt.
GOUDA, 31 October 188».
Gisterenavond had voor een zeer talrijk publiek
eene uitvoering plaats door eenige leden der Onder
officiers-Vereeniging «Eensgezindheid” in de Socië
teit «Ons Genoegen,” ten voordeele der armen dezer
gemeente. Vooraf werden gegeven enkele nummers
gymnastiek, die allen uitstekend werden nitgevoerd.
Daarna werd ongevoerd het tooneelspel «De Ge
bochelde” of «de Moord in de Slotgracht van Caylua,”
in drie bedrjjren met een voorspel. In aanmerking
nemende dat het hier liefhebbers waren, kunnen wij
niet anders dan met roem over hun spel spreken, en
vooral wat de hoofdpersoon betreft, hij verdient eene
afzonderlijke vermelding. Er was door hem zeer veel
werk gemaakt van de vertolking van zijne zeer moei
lijke rol,, die hij meestal tot in de kleinste détails
tot zijn récht deed komen.
leriewinkels
Wij lezen in ’t mail-overzicht van de //Java Bode”:
Nog altijd verkeert men hier in het onzekere om
trent de plannen, die de Regeering ten opzichte van
Atjeh koestert, en waarschijnlijk is het, dat de re
geering zelve die onzekerheid deelt. Het gemakke-
eischers.
van openbare
aan regeling van prorogatie van
hot arbritaal geding geen bfc-
Bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam is
het vonnis der rechtbank, waarbij de heer Willink
Ketjen tot 100 boete werd veroordeeld, bevestigd.
JEen verhaal uit Milaan
DOOB
G U I L I O CARCAN O.
Fry naar het Italiaanech
DOOB
VANESSA.
91) XXVII.
//Zie, nu is het woord uitgesproken. Misschien
is voor u, even als voor zoovelen de onafhankelijke
zedeleer, het denkbeeld van de menschheid genoeg.
Gij gelooft, dat daaruit onze daden, en alle dingen
kunnen verklaard worden.”
«Maar het geweten, de plicht?
«Zonder God?”
//Neen! En dan, het groote idee van de
menschheid, is toch ook een godsdienst.”
//Dat weet ik weleen van die, welke de mensch
heid, en een afgetrokken idee van zedeleer* zetten
in de plaats van God en een eeuwig leven. Het
gevoel voor het goede, de braafheid, die haar loon
in zich zelve vindt, zyn uitvloeisels on afschijnsels
van de waarheid, anders niet! Hebt gij mij zooeven
niet zelf gezegd, dat uw geest dikwijls onrustig is,
dat uwe ziel niet zoo kalm als vroeger, in hare
overtuigingen berust. Welnu, welken troost geeft u
rechter nog niet onbevoegd. Degeheele exceptie stuitte
reeds af op dit bezwaar, dat men in de clausule
wilde lezen wat er niet in stond. Zij hield slechts
eene bevoegd verklaring, niet eene onbevoegd ver
klaring in. Ware het laatste geschied, dan zou
het nietig zijn geweest. De regeling der rechts
macht toch was van openbare oade. Het creëeren
van cofn peten tie was alleen geoorloofd, voor zoo
verre en zooals de wet het toeliet. Dit deed zij in
81 B. W. maar bepaalde daarbij en in 126 Rechts
vordering, dat nevens den rechter van het gekozen
domicilie, ook die van het werkelijk domicilie
competent zou zijn, ter keuze des
Ware regeling van rechtsmacht niet
orde, dan zoude aan regeling van prorogatie
rechtsmacht en van 1—j
hoefte zijn geweest.
Conclusie van bet O, M. over 14 dagen.
De MaaeMe deelt mede, dat de toestand in het
gemeentebestuur te Hoofdplaat nog altijd dezelfde is.
De burgemeester heeft in de laatste drie weken een
paar malen de wethouders en de leden van den
raad bijeengeroepen, maar niemand verkoos te komen,
niemand wilde met den Burgemeester iets te doen
hebben. Des avonds zit men t’
in het donker vele andere publieke zaken loopt
geducht in de war, en r’ t-
1 Januari, zal de geheele machine te Hoofd
geen begroeting' we-
nu eigenlijk de quaestie is, deelt het blad
*Eens hebt gij,” ging de abt voort, j/mij gespro-
ken over dingen, die men nauwelijks aan zijn innig-
sten, vertrouwdsten vriend vertelt; van uw huiselijk
geluk, van uwe plannen voor de toekomst. En, be
hoef ik het u te herinneren, reeds zaagt gij uwe
dierbaarste wenschen vervuld; in de moeilijkheden
des levens, wordt gij ondersteund door de deugd en
het verstand van eene gade, wier dankbaarheid en
genegenheid, zoo mogeliik, nog grooter geworden zyn,
sedert zij weet, dat, door uwe tusschenkomst, een
deel van haars vaders fortuin is gered. Zou men
niet zeggen, dat dit alles genoeg moest wezen, om
u gelukkig te doen zijn op aarde? Welnu te midden
van vriendschap en liefde, met de overtuiging, dat
ge uw plicht van burger, echtgenoot en zoon hebt
volbracht, heeft uwe ziel nog geen rust, zoekt zy
nog iets meer W.”
wDnt is waar. En ook Camilla, heb ik zich uit
myne armen zien losmaken, en r:; -1--
en toch meende ik, dat zij gelukki;
die oogenblikken kon ik geen woon
maar soms stonden hare oogen vol tranen.”
//Wiit gij, dai ik u de reden zeggen zal,
treurigheid, welke gij niet kunt verklaren?”
„Ja, zeg het mij; neem die smart van myne ziel!”
z/Zij heeft u lief, maar<hare liefde, is grooter dan
-Neen! Hoe zou dat mogelijk zijn?”
Voor u,” vervolgda de abt met een hoogen ernst,
3 van zyne innige overtuiging,
GOUDSCHE COURANT.
nu die rechtvaardigheid die gij beschouwt als het
innige bewustzijn der menschheid? Welken vrede
belooft, welke hoop schenkt u, wat zij met een zeer
gemakkelijk woord, de onafhankelijke zedeleer noe
men, waartoe niets noodig is dan de rede?”
//En ontkent gij de rede geheel?”
z/God beware mij. Ofschoon velen my, om het
kleed dat ik draag, met den vinger nawijzen als een
onwetend mensch, en een doeniet, anderen, als een
bedrieger ja, dien naam heb ik menigmaal
gehoord weet ik, dat er, zonder het verstand,
voor den mensch geene zekerheid is, en dat het ver
stand de waarheid ziet, gelijk het oog den hemel.
De scepticus meent, dat de rede zich vergeefs ver
moeit om de waarheid te zoeken; maar ik zeg niet:
//Geloof, en redeneer dan,’ maar ik zeg: //Redeneer
maar, en geloof daarna!”
z/Ach! mocht ik, als gy, eenige zekerheid hebben.”
z/Maar ziet ge niet, dat uw twijfel reeds een ver
langen naar, en een beginsel van geloof is? dat het
eene schrede is, op dien eenigen weg, waar langs
de menschelijke geest tot geloof komen kan?
Mijn dierbare vriend, ook ik heb dien smartelyken
zielestrijd gestreden, en ik herhaal u, wat ik tot mij I
zei ven heb gezegd: //De woorden goedheid enrecht-
vaardigheid zijn woorden zonder beteekenis, of zij i
zyn het licht, dat afstraalt van de eeuwige, eenige i
waarheid, die niet in ons, maar boven ons is!”
Hij zweeg een oogenblik; de jonge man boog
ernstig en peinzend het hoofd.
In 1887 werd een huis te Schoonhoven van den
heer H. geveild. In de koopconditiën was bepaald
dat het huis moest worden geleverd vrij van hypo
theken, terwyl voorts daarin was opgenomen de
clausule: dat partyen ten aanrien van de gevolgen
uit den koop voortvloeiende, onderworpen zouden
zijn aan de rechtsmacht, waaronder Schoonhoven
behoort en domicilie gekozen werd by den notaris,
ten wiens overstaan de veiling plaats vond. De
kooper betaalde de koopsom, maar van de hypotheken
bleef er éene op het pand gevestigd. De kooper
zag daarin wanpraestatie van de zijde des verkoopers,
en dagvaardde dezen voor den rechter zijner woon-
plaats, de rechtbank te ’s-Hage. De verkoober
wierp daarop de exceptie van incompetentie op."
In de zitting van Dinsdag der Haagscho recht
bank werd die exceptie voor den excipiënt doorjhr.
mr. J. L. Stern, advocaat te Rotterdam toegelicht.
Hij betoogde dat het hier gold de rechtsgeldige
claw atlrdndiae de jnritdicium. Men behoorde te
onderscheiden tusseben de volstrekte bevoegdheid
der rechters, betreffende het ontwerp van het geschil
en de betrekkelijke, afhangende van de woonplaats
der partyen. Bij de eerste ambtshalve onbevoegd-
verklaring, bij de laatste niet Daaromtrent was
alles aan do macht der partyen overgelaten. De
bepalingen omtrent prorogatie van rechtsmacht, waarop
ged. zich voor bewijs van het tegendeel in de con-
clusien had beroepen, stonden ook die leer niet in
den weg. De wet zelve gaf een voorbeeld, waaruit
de wettigheid der clausule bleek, in 1241 B. W.
Hier was bepaald dat de Rotterdamsche rechtbank
competent zoude zijn, en nu kon men niet voor de
Haagsche dagvaarden, daar het een regel van uitleg
kunde was dat die het eene ndtemt, het andere uit
sluit. Had men keuze willen laten, dan was domi-
ciliekeus alleen voldoende geweest Het gold hier
eene rechtsgeldige wederkeerige overeenkomst, welker
inhoud voor partyen wet is en door den rechter
geëerbiedigd moet worden.
Voor den eischer trad op mr. Loder, advocaat te
Rotterdam. Hij achtte de exceptie onjuist, omdat
de clausule kennelijk alleen ten doel had te waken,
dat bij geschillen partijen niet voor elkanders
domicilie zouden behoeven te zoeken. Er bestond
geen enkele reden om voor eene bepaalde rechtbank
voorkeur te gevoelen, of een bezwaar te hebben
tegen den rechter van zijn eigen domicilie. Had
men dat gewild, dan zou men het bepaald hebben.
Art. 81 B. W. schonk partyen het recht om door
domiciliekeus een anders niet-bevoegden rechter
competent te maken, maar daardoor werd een bevoegde
mij treurig aanzien;
’■’■ig was In
•d uit haar krijgen,
.Wilt gij, dat ik u de reden zeggen zal, van die
/Ja, zeg het mij; neem die smart van rny’ne ziel!”
de uwe.’
ff
die het gevolg was
thans in de gemeente
’--pen
als er geen verandering komt
voor J
plaat stilstaan, aangezien er
zen zal.
echter nog niet mede.