HING,
Ï8
plaats
fpacht van
n de Zuid-
;en perceel
oc
LÏÏD,
itiaren,
rompolder
BINNENLAND.
N° 4068.
ping
1889.
Dinsdag 12 November.
Jssel.
looping
;r!889
KGEN”.
den
terij.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
h
Gabrio en Camilla.
IEULLETOX. I Ik hoor nog om myne ooren den kogel fluiten, die I
advertentién kan geschieden tot één nnr des namiddags van den dag der uitgave.
De inzending vi
,N,
Tiendeweg.
R.
MAAN-
j. fc.
ssel,
VER,
CENTEN.
kan Zoon.
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco
p.er post 1.70.
Mzouderljjke Nommers V
aanstaande
)0 te aan-
ruari 1890.
ORTÜIJN
100)
„Wie is dat?
Bovendien worden alle Ad verten tien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschpnt.
10 Aren,
i.
altijd allen vooruit I
vervloekte Uhlanen!
'luitenant nog, daar
de Brug,
tad zij,
‘jo ge-
nff-
R 1889.
Toonéel.»
TUIN en
f 1.25 bij
verbeterde
met Kast.
1. o» VEN,
bekomen
JN, Gouwe
GOUDA, 11 November 1889.
Donderdag komt de Commissie van rapporteurs
der Eerste Kamer byeen tot vaststelling van het
voorloopig verslag over de schoolwet. Tegen het
einde der maand wordt eerst de behandeling verwacht.
De heer Willem van Zuijlen, tooneelspeler te Bot
terdam, is voornemens hier binnen kort op te tre
den tot het honden van voordrachten.
me smaak
goüdschecourant
AD VERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
maar en
1889, bjj
VEMBER
;ens te elf
BROERE
te Gouda
rden roinati
SRNER
IENE.
71/, oor.
en.
En zij bedekte haar gelaat met hare handen, doch
kon niet weenen. De omstanders waren teruggetre
den, om de uitbarsting van hare droefheid niet te
storen. De brave korporaal hield zich op zijn houten
been staande, lichtte zijne kruk op, en wees naar
de hoogte, waar zijn,dappere meester gevallen was;
langs zijn ruw, anders zoo ongevoelig gelaat, big
gelden groote tranen.
Niemand durfde zich tegen de ongelukkige vrouw
verzetten, toeq zij ‘daarheen wilde gaan. Zij strekte
de hand naar Gabrio uit, en zeide: „Breng mij
naar de plaats, waar hij gestorven isIk wil
die zien alles weten I ik ben zijne moe
der, en heb er recht op
Óp den arm van haren schoonzoon geleund, ging
zij naar den molen. Voor de eerste maal had
uit vrjje beweging, zijn arm genomen; en^o<
leidde de Voorzienigheid dien dag hun beider schre
den, opdat hunne zielen zich eindelijk geheel ver
zoenen zouden, by een graf, waarop het gras.al weder
begon te .groeien.
De bejaarde molenaar en zijne vrouw kwamen
nhoet, en begrepen terstond, wie zij
waren. De marchesa en Gabrio waren getroffen over
hunne goedhartigheid. „Ach!” zeide de molenaar,
„die arme dame! Zekei zjjne mama!” «Kóm maar
mee,” zoide zyne vrouw. „Die arme jonge mart
Zoo knap, too goed! Kom maar mee, wij zullen u
alles laten zien.” Zij gingen de buitentrap op, en
kwamen in eene sombere bovenkamer van den molen,
Een verhaat uit Milaan
DOOS
GÜILIO CARCANÓ.
Fry haar hit Italiaansch
1 DOOB
VANESSA.
XXX.
Wat wil die man?
„Wie is dat?Wat wil die man?
Hoe had ook de marchesa Ricciarda, in dat oude
soldatenpak, den gewezen koetsier van het kasteel,
ning van subsidie althans door stellige voorwaar
den van deugdelijk onderwijs werd opgewogen. Ware
deze verwachting vervuld, men tarn wellicht gezwegen
hebben, overtuigd, dat de Eers» Kamer eene alleen
door de clericale meerderheid Morgedreven wet niet
zou aannemen. Thans moet echter tegen die stem
ming geprotesteerd worden, wijl de openbare
school in gevaar is. Wordt dit ontwerp wet,
dan zal de schoolstrijd niet bekoelen; de open
bare school moet leeggepompt wordenvooral in de
plattelandsgemeenten zal dit met kracht worden
doorgezet. Het ontwerp geeft daartoe de vereischte
middelen.
De clericale leiders willen het onderwijs geheel in
handen hebben. Als het alleen te doen geweest ware
om zekerheid te hebben, dat de onderwijzers godsdien
stige menschen waren, had men het middel gehad van
de bijzóndere gesubsidieerde school der wet van 1857,
die, als zij goed was, tot het bedrag der kosten door de
gemeente kon gesubsidieerd worden. Er is wel eens
over gesproken, maar men heeft het niet gewild,
want deze zou onder hetzelfde toezicht staan als de
openbare school. Wilde men dat het godsdienston
derwijs niet na, maar in den schooltyd zou plaats
hebben, in vele gemeenten heeft men getracht daar
aan tegemoet te komen.
Maar ook hiermede was men niet tevreden, zooals
de heer De Goeje tracht aan te toonen met een
feit, dat hijzelf heeft bijgewoond in- een gemeente
van het district, waar hij zestien jaar lang school
opziener is geweest.
„Gedurende den langen tijd van myn schoolop-
zienerschap heb ik, aldus besluit de heer De Goeje,
gelegenheid gehad de openbare school te leeren ken
nen. Ik durf volmondig beweren, dat zij een in
stelling is, die ons land tot eer strekt. De onder
wijzers zyn haast zonder uitzondering achtenswaardige
menschen, vpl y ver en plichtbesef, en doen hun best
de hun toevertrouwde taak goed te vervullen. Er
heerscht een gezonde en ernstige geest; de keuze der
In tegenstelling met zyn ambtgenooten Fruin en
Buys betoogt, de Leidsche hoogleeraar M. J. de
Goeje in de N. R. Ctdat de Eerste Kamer de
schoolwet nieFmag aannemen.
Hij is van Oordeel, dat de liberalen in de meer
derheid zynde jongste verkiezingen voor de Prov.
Staten, welke sterker dan ooit door de onderwys-
vraag werden beheerscht, hebben dit bewezen. De
liberalen behoeven zich dus niet, zooalsjle heer Buys
schreef, er in te leeren schikken, dat zy minderheid
zijn. En al waren zij dat, dan mogen zij nog niet
medewerken om zich wetten te laten opleggen, die
zij verderfelijk achten. De beweging tegen de open
bare school is, volgens den heer De Goeje, met
kunst- en vliegwerk in het leven geroepen. Men
heeft aan de openbare school ongodsdienstigheid
verweten, de leiders der beweging hebben haar
onophoudelijk zwart gemaakt. Doch laten morgen
de leiders op hooger bevel den stryd staken, dan
zal binnen kotten .tijd de geheele zoogenaamde
volksbeweging uit zijn.
De jongste verkiezingen en de adresbeweging be
wijzen, dat veler oogen opengaan. Aan d^. Tweede
Kamer richtte men geen adressen omdat bij da't
lichaam toch geen meerderheid tegen het ontwerp-
was te verkrygenbovendien wenjehte men niet, dat
er liberalen vóór'zouden stemmen, tenzij de toeken-
hem moest treffen Ik zelf heb hem van den
grond opgenomen ik heb hem in myne armen
gedragen, alsof hij mijn broeder was Maar
de kogelregen die volgde, en dat vnrwenschte been,
dat ik niet meer heb Toen ben ik ook ge
vallen, en heb niets meer gezien!”
Zoo sprak de arme gekwetste, met eene door
snikken afgebroken stem; de dame zag hem aan,
alsof zij krankzinnig was.
„Ik begrijp niet, wat die man vertelt!”
En zij wendde zich naar Gabrio, die zijn best deed,
om het verwarde doch maar al te ware verhaal af
te breken.
„Luister niet naar hem, het zal niet waar zijn
Hij weet niets. Het is beter, dat wij maar heengaan
„Neen, neen, wij moeten Ijier blijven, eerst alles
weten Hij moet nog eens vertellen
Wie weetzoo hij eens de waarheid gezegd had!”
„Kom liever medewij verliezen onzen
tijd het wordt laat.”
„Neen, wij hebben veel tijd!”
„Diearme soldaat weet^at er van is, en heeft hun reeds te ’gemoet, en begrepen terstond, wie zij
de waarheid verteld; dat gevoel ik nu wel n“
O mijn God! mijn God!”
„Ach houd u bedaard! Wij moeten niet
alle hoop opgeven.”
„Neen, ik hoop niet meer ik wil niet meer
hopen. Het is maar al te waar, ik heb geen zoon
meer! Hy is dood!”
V
leerboeken en der liederen is uitmuntend. Een paar
maal is mij de betichting ter oore gekomen, dat een
onderwijzer zich oneerbiedig over het, een of ander
dogma had uitgelaten. Beide malen heb ik de zaak
met de grootste nauwgezetheid onderzocht, èn is het
my gebleken, dat het louter laster was. Zal nu de
staat zelf helpen om deze kostelijke instelling te
ondermynen! Quad dii merUnt!"
Men schrijft uit ’t Westland
Dat de vele regens in den nazomer den land
bouwer veel nadeel hebbey toegebracht, bewijst de
natuur thans zelve op onweerlegbare wijze, door
een ieder duidelijk voor oogen te stellen, hoeveel
korreltjes graan er verloren geraakt zijn.
Waar men toch tegenwoordig hot oog slaat op de
ongeploegde akkers, ziet men deze dikwijls begroeid
met gerst, en haver vooral, en de oppervlakkige be
schouwer kan zelfs in den waan komen, dat hy
winterkoren voor zich heeft, doch bij nauwkeurig
onderzoek komt hij tot de overtuiging, dat (de groene
spruitjes ontsproten zijn uit de gerst- en haver
korrels, die eigenljjk hunne plaats hadden moeten
vinden in de voorraadschuren van den landbpufver,
maar die door wind en regen uit de aren zijn ge
vallen, om te ontkiemen en op te schieten. Dat deze
„opslag" als aan de natuur betaalde tol, een schade
post voor de verbouwers van koren is, behoeft geen
betoog met de achtergebleven korrels hadden zij
zakken kunnen vullen. Gelukkig is deze schadepost
niet zoo groot, dat zij oorzaak is van eene slechte
uitkomst in zake den korenbouw. Als de dorsch
niet tegenvalt en de markt standvastige stemming
behoudt, mag de landbouwer tevreden zijn.
Is alzoo zijn profijt niet verregend, de gelegenheid
om de akkers voldoende te bewerken loopt in dit
opzicht gevaar. De aarde wordt -door de groote
vochtigheid meer en meer ongeschikt root ’t ploegen
en de paarden kunnen op den dóorweekten grond
geen steunpunt voor de hoeven vinden, zoodat het
den eerljjken Beltramolo kunnen herkennen? De
arme man met zijn houten been, liet zyne kruk val
len, en hief de magere handen tot haar op, alsof hij
haar vergiffenis Ailde afsmeken.
„Ik ben Beltramolo, de arme Beltramolo
„Gij? En myn zoon dan? Waar is
uw meester?
„Ach, illustrissima,! hier? aan deze plaats?
Wie zou dat gedacht hebben? Maar Beltra
molo heeft er geene schuld aan hy heeft
altijd zijn plicht gedaan, als een eerlijk man; mijn
meester heeft 'het zoo gewild Altijd de voorste,
O, die dag en die
Mij dunkt, ik zie den
achter dieboomen