r.
ices
IA.
:ter.
BINNENLAND.
N° 4074.
1889.
)N.
SN.
franco
«legen
Dinsdag 19 November.
Nieuws- en
IT.
in.
aen
STS.
oekjes
tde
ida.
HEN,
'ij»-
lort
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
I?
FEUILLETON.
Een Engelsche familie te gast.
'J
-
van
De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave.
!H1-
'H
-!
JDA.
J,
AART,
IN.
bezig zich
(1) Wegena de bochten in de Gouwe F
(1) de hofmeester.
Uw dienste. dr.
X.
GOUDSCHE courant.
behoort,
)LAAD-
zuivere
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
I
(1) Tot onze groote verwondering vernamen wij dat van het
hier bedoeld hooldartike], voorkomende in ons no. 1988, af
drukken zijn verspreid. Dit is niet alleen zonder onze toe
stemming, maar ook geheel buiten ons medeweten geschied.
Red.
De Hagat. Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van"Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke Nonnners VIJF CENTEN.
Bovendien worden alle Advertentien gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
't welk des Maandags verschjjnt.
den hals gehaald had. Dezer dagen is no. 1 met
algeraeene stemmen benoemd en de zaak komt
in orde.
Uit dezen gang van zaken blijkt, dat de zelfstan
digheid der gemeenten ongedeerd is gebleven. De
gemeente Gouda had zich door voorafgaande afspraak
moreel gebonden dien persoon te benoemen, omtrent
wie» beide partijen de Minister namens de Kijks-
school, het curatorium namens het gymnasium
het eens geworden waren. Nu de Baad een ander
benoemde, kou de Minister niet anders handelen dan
hij gedaan heeft, zonder de hem toevertrouwde Bijks-
belangen te benadeelen.
Met hoogachting,
GOUDA, 18 November 1889.
Namen wij onlangs uit De Gemeente-Stem een
artikel over getiteld: Benoeming van leeraren aan ge
subsidieerde gymnasia, thans bevat dat blad twee inge
zonden stukken, naar aanleiding van dat artikel, die
wij hieronder laten volgen:
Mijnheer de Redacteur
Dezer dagen werd mij toegezonden een afdruk van
een hoofdartikel uit Uw blad (1) handelend over de
benoeming van leeraren aan gesubsidieerde gymna
sia. Hoewel geheel Uwe meening deelende, dat de
zelfstandigheid der plaatselijke besturen een ge-
wenschte zaak is, komt het mij voor dat U ditmaal
tegen windmolens strijdt. Uwe onbekendheid met
locale toestanden heeft U Op een dwaalspoor gebracht.
Van een knak aan de zelfstandigheid der gemeente
besturen is geen sprake; integendeel, de Minister
heeft de 2e alinea van art. 17 der wet H. O. hier
toegepast om een in verlegenheid verkeerend gemeen
tebestuur uit den brand te helpen. Wat was het
geval? De gemeente had, uit een loffelijk streven
naar bezuiniging, van het Rijk verlof gekregen, gebruik
te maken voor het natuurwetenschappelijk onderwijs
aan het gymnasium, van de kabinetten, laboratoria
en lokalen der hier bestaande Rijks hoogere burger
school met 5-j. c. Aan dit verlof was de uitdruk
kelijke voorwaarde verbonden, dat bedoeld onderwys
zou worden opgedragen aan een leeraar der h. bur
gerschool, daar anders administratieve en paedago-
moedeloos geworden, dat hij niet naar den weg
durfde vrageff? Het gedrang der schepen hield aan.
Plotseling ontdekten we iets dat geleek op een be
lemmering; met spoed verminderden we onze vaart,
en gelukkig! want links wendende, zagen wij de
Boskoopsche brug verstopt. Een groote schuit was
bezig zich en de hooilading op haar dek met den
langzamen arbeid van het windas door de brug heen
en tegen het laag goty in te werken; en een sleep
bootje met een aantal schepen achter zich, die den-
zelfden kant als wij gingen, lag te wachten.
Ik wandelde door het dorp en vond niets belang
rijks; maar ik wilde wel dat ik de hooischuit had
kunnen schetsen! De gespierde, bedrijvige schip
per was hier, daar en overal; nu hield hij af,
dan gaf hij een duw aan het windas, dan weer
hielp hij op zijn pas te boomen; en de schippers
vrouw werkte dapper mede, zonder te letten op de
toeschouwers, afhoudende, boomende, en ten laatste
het kleine zed hyschende; een lieve verschoning,
vereeniging van kracht en bevalligheid, en een fraai
gezicht, dat er niettegenstaande haar schier man-
nolijken bijstand lieftallig en zedig uitzag.
Eindelijk was de schuit er door, en schoten wy
een beetje overijld in do brug, het sleepbootje voorbij.
Dit was tegen de wet, «die het eerst komt, maalt
het eerst/’ welke eigenaardig heerscht op de Hol-
landsche wateren en onze ongeduldige willekeur deed
onze Wherry bijna in het gedrang geraken. Aan de
andere zijde van de brug namelijk, lag nog een on-
Mijnheer de Redacteur!
In no. 1988 van Uw hooggewaardeerd weekblad
kwam een artikel voor over de benoeming van leera
ren aan gesubsidiëerde gymnasiën, naar aanleiding
van de niet-goedkeuring eener benoeming door den
Goudscben gem.-raad gedaan. Niet alleen dat dit
artikel hier in hooge mate de aandacht trok, maar
men heeft zelfs de welwillendheid gehad er afdruk
ken van te verspreiden. Deze ingenomenheid met
Uw oordeel is volkomen begrijpelijk. Sedert jaren
toch heeft de Gemeentestem groot gezag in gemeente
zaken, en wie U op zijn hand heeft, heeft veelal een
zedelyke overwinning behaald, al delft hy bij „de
autoriteiten” het onderspit.
Het komt mij echter voor, dat Uw oordeel anders
zou zijn, wanneer door U niet uitsluitend het verslag
der N. R. C. als grondslag voor Uw betoog was
gebezigd, maar het volledig verslag der raadsverga
dering (hetwelk ik U hierbij toezend) was geraad
pleegd. En zelfs dan nog moet men eenigermate
met den plaatselijken toestand bekend zyn, om juist
te kunnen oordeelen, daar allerlei détails, aan onze
behoorlijk lange sleepboot, die er door moest voor
wij zeil konden maken.
De varensgasten op deze druk bezochte rivier
moeten vele behoeften hebben; den ganschen dag
werden wij gekweld door scheepjes met koopwaren,
melk, boter, kaas, groenten, vruchten en al wat men
maar bedenken kon, tot scheepstouw incluis. Ifould (1)
kocht ondoordacht van een van hen melk; zij bleek
min of meer bedorven te zijn.
Ten laatste voeren we door de Goudsche sluis,
die gelukkig open was, en kwamen met een scherpe
draai links in den Ouden Ryn.
4)
Pieter verklaarde, dat zij zich moest wenden, (1)
en dat de schok van het overslaande zeil de zei
len waren bespottelijk klein zeer gevaarlijk werd
geacht!
Do zon scheen niet, gelijk zij in de laatste weken
geschenen had; misschien was dit de reden, dat het
landschep ons verveelde; toch was er veel dat ons
aan Friesland herinnerde; uitgestrekte weiden vol
kudden bont vee, hier en daar enkele boomen, maar
niet die groepjes, die men rond de Friesche boerde
rijen ziet, en die tot bescherming der woningen die
nen. Wij voeren eenige boomgaarden en kweekerijen
voorbij, allen beneden de oppervlakte van hot water.
Toen wij ons paard afdankten en de zeilen he-
schen, werd de wind gedurende mijlen tegengehou
den door lange reeksen van huizen, die langs don
wal stondenen dat, zonder eenige vergoeding, want
een morsiger en minder aantrekkelijk dorp dan Zuid-
Gouwkade is in geheel Holland niet te vinden.
Wij dienden goed uit onze oogen te kijken, want
we wisten geen van allen den weg, en de goede
oude Pieter was in deze hem vreemde streken zoo
gische moeilijkheden te vreezen waren. Er geschiedt
dus eene oproeping voor de bedoelde gecombineerde
betrekking; de beide inspecteurs (H. O. en M. O.)
confereeren en adviseeren het college van curatoren,
welk advies als met den vinger één persoon aan
wijst als gelijkelijk geschikt Voor beide betrekkingen
(wis- en werktuigkunde H. B. S., natuurk. en natuur
lijke historie gymnasium). Curatoren achten het
echter wenschelyk een tweetal aan te bevelen en
kiezen daartoe een der andere sollicitanten, welke
no. 2 nu, uit persoonlijke overwegingen en door
invloed van familierelatiën, door den Raad wordt
benoemd. De Minister verkeert nu in een moeilijk
geval; hij moet of den benoemde, dien hij minder
geschikt acht, aanstellen aan de Rijksschool en dus
toelaten, dat eigenlijk de Goudsche Raad de vaca
tures aan de Rijksschool vervult, óf trachten het ge
beurde ongedaan te maken. Hij kiest het laatste,
hetgeen begrijpelijk is, daar het antecedent gevaarlijk
was voor het vervolg. Hij geeft dus den Raad ken
nis, dat de benoemde leeraar aan het gymnasium
niet door hem zal worden fJBrged ra ge o aan4t. M.
ter benoeming aan de b. b. s. Het gemeentebestuur
stelt daarvan den benoemde in kennis, doch deze
bedankte niet, zooals de Min. en het gemeentebestuur
blijkbaar verwacht hadden. Men heeft dus te Gouda
een leeraar, die niet aan de h. b. s; benoemd wordt
en volgens bovengenoemde voorwaarde niet mag ge
bruik maken van de leermiddelen der Rijksschool.
Daarenboven is het traktement slechts 800, zoodat
de gemeente in ’t vooruitzichï beeft lo. het stichten
van een eigen kabinet enz. dat 3 a 4000 kost;
2o. verhooging van het traktement, waarvan een
leeraar niet kan leven. In die omstandigheden treedt
de Minister op als reddende engfl, naar wij meenen
te weten op verzoek van de betrokken autoriteiten
zelve. Hij keurt de gedane benoeming niet goed
en maakt dus den Raad los van den strop, dien deze
zich, in een oogenblik van onbedachtzaamheid, om
>pen
anders dan toevallig zijn, dat noch de voorgevel van
schijnt
Tot zoover het verhaal. We vertrouwen dat het
onzen lezers een indruk heeft gegeven van deinter-
ressante reis door de familie Doughty gemaakt. Het
talent van goed op te merken kan haar zeker niet
worden ontzegd, al tast zy hier en daar mis, hetzij
dan omdat het geheugen faalde, hetzij dan omdat
werkelijk verkeerd werd gezien of geoordeeld. Hoe
aardig wordt Oudewater geteekend, met welke be
wondering wordt over de kerkglazen geschreven,
hoe geestig is hot voorval met de hooischuit
schilderd. Inderdaad deze lieden hadden een op__
oog voor al wat kunst is, en het kan dan ook niet
het stadhuis, noch de waag hun aandacht
getrokken te hebben.