BINNENLAND.
Boltenlandsch Overzicht.
KENNISGEVING.
PETR0LEUM-N0TEERINGEN
BEURSBERICHT.
ADVERTENTIËN.
Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam.
Burgerlijke Stand.
Haastrecht
E. VERHOEF,
A DVERTENTIËN
Legerorganisatie, bevestiging van onze weer
baarheid vraagt men van den een, herziening
der gemeente- en rijksbelastingen zal de ander
moeten leveren. Zij treden na onmiddellijk
voor het voetlicht en kannen zich niet meer
achter de schoolwet verschuilen. Bjj de behande
ling dezer dringende vraagstukken zal bljjken,
dat de tegenwoordige meerderheid niet zoo homo
geen is in de practische politiek als in den
strijd tegen de school. De band, die ze samen
bond, is wegdat eene andere partjjgroepeering
te wachten is, waarin de op maatschappelijk
gebied vooruitstrevende elementen der rechter
zijde gemeene zaak zullen maken met de libe
ralen is nauweljjks aan twijfel onderhevig. Het
doel, waarvoor de rechterzijde zich vereenigde,
is bereikt, het gevaar voor uiteenvalling en
ontbinding van het monsterverbond is groot;
aan ons liberalen de taak op da teekeneu der
tjjden te letten en met de fonten onzer tegen
partij on8 voordeel te doen. Gaat de regeering
aan het werk, zjj zal niets vermogen indien
zjj niet liberaal regeertdoet zij niets dan tijd
winnen en zich op het kussen handhaven, dan
zal de stembus van 1891 haar richten.
GOUDA, 9 December 1889.
In de heden gehouden zitting van de Tweede
Kamer werd de behandeling van het hoofdstuk: Jus-
titio voortgezet. De heer Heldt meende dat de
Justitie ter goeder trouw wel onderscheid maakt
tusschen gegoeden en minderen en begreep niet hoe
de Minister zekere daden van zijn voorgangers kon
verdedigen. Hij dringt eveneens aan op strafvermin
dering voor Geel, die slachtoffer was van overprikkeling
door socialistische leerstellingen. Voorts wenscht hij
gelijke behandeling van getuigen en wijziging in het
dienstbodenrecht. De heer Lucassen wenscht vereen
voudiging van de procedure voor afkoop van het
jachtrecht. De heer hordijk wilde ook strafvermin
dering voor Geel.
Heden is het 60 jaar geleden dat de vereeniging
Tabitha werd opgericht, dip nog steeds voortgaat
met het steunen van behoeftige stadgenooten door
het uitreiken van kleedingstukken voorzeker een
groote weldaad in het barre winterseizoen. Zij zag
in die 60 jaar rechts en links vele andere vereoni-
gingen naast zich verrijzen, die zich allen „hulp aan
minvermogenden" ten doel stelden en uit den aard
der zaak had dat ecnigen invloed op het aantal
harer contribueerendo leden, maar toch blijven steeds
vele ingezetenen haar getrouw en neemt Tabitha
nog altjjd eene eervolle plaats in onder de hier ter
stede bestaande nuttige vereenigingen. Van de
dames, die Tabitha oprichtten is nog een tweetal in
leven Mevr. Smits, geb. Biichner (de tegenwoor
dige presidente der vereeniging) en Mevr. Remy,
geb. Jeannier.
Heden is aan de contribueerende leden een extra-
gave van kleedingstukken benevens bons voor spek
en bruine boonen uitgereikt die menig arm
gezin ten goedo sullen komen. Wij hopen dat de
dames, die aan bet hoofd staan, nog lang opgewekt
heid en lust zullen hebben om de eervolle taak te
blgven vervullen en uiten de beide wensohen voor
den verderen bloei van Tatntka.
Gisterenmorgen ruim 10 uur verdronk in het water
der Mallenmolensohe Weide het 10-jarig zoontje van
Holthuizen wonende onder de Boompjes.
De .Burgemeester van Berg-Ambacht Jhr. A. H.
F. C. van Suchtelen van de Haare en zijne echtge-
noote Mej. M. L. Wentholt, werden Zaterdag bjj
hunnen terugkeer van de huwelijksreis, te Stolwijk
afgehaald door den gemeenteraad en eene eerewacht
te paard, vergezeld van een muziekcorps. Over het
met vlaggen prijkende dorp bereikte de stoet het
slot, de woonplaats van het jonge echtpaar. De heer
J. P. Mahlstede hield daar eene toespraak, die door
den burgemeester beantwoord werd. 'a Avonds brach
ten de gilden met hunne vaandels eene serenade
aan het jonge echtpaar, waarbij de heer A. de Vreugt
eene toespraak hield, die mede door den burgemeester
beantwoord werd. De leden der eerewacht en van
den fakkeloptocht werden door het echtpaar onthaald,
terwijl de volks vreugde tot laat in den avond voort
duurde.
Waar blijft al het goud, dat jaarlijks geprodu
ceerd wordt?
Een antwoord hierop wordt gegeven door het
onlangs verschenen verslag van het departement van
handel en financiën te Calcutta, waaruit blijkt, dat
in de laatste dertig jaren voor 1360 millioen gld.
aan goud in Britach-Indië ingevoerd en gebleven is.
Aangezien daar geen noemenswaardig bedrag aan
goudgeld in omloop is, heeft deze geheele hoeveel
heid blijkbaar hare bestemming gevonden voor de
vervaardiging van sieraden.
Yan zilver is dit niet zoo nauwkeuring na te gaan,
daar tegenover eon invoer van 3725 millioen eene
aanmunting van 2438 millioen stondmaar een
groot gedeelte van de zilveren munt wordt door de
inlanders versmolten om daaruit eveneens sieraden
te vervaardigen.
De onderhandelingen tusschen de mijndirecteuren
en de commissie der werklieden teWcstfalenhebben nog
tot niets geleid. De voorzitter van het bestuur van mijn
eigenaars, Dr. Natrop, heeft de deputatie, welke de
mijnwerkers Zondag benoemden, wel ontvangen, maar
hij gaf hun niet veel hoop, dat de eigenaars de
eischen der werklieden zouden inwilligen.
Wat het voornaamste punt van geschil betreft,
zegt de lib fin. Weetfal. Zeitung, die de zaken steeds
van het standpunt der eigenaars pleegt te beschouwen,
dat de mijndirecteuren niets beters kunnen doen,
dan alles openbaar te maken, wat gebeurd is met
de werklieden, die van den arbeid zijn uitgesloten.
Dan kan ieder beoordeelen, of de werklieden al dan
niet ten onreohte zijn ontslagen.
Op het oogenblik bestaat, volgens dit blad, ner
gens in Westfalen de Sperre meer, d. w. z. dat werk
lieden die in de eene mijn ontslagen zijn, door geen
anderen directeur weer in dienst worden genomen.
Voorheen is van dezen maatregel wel een gebruik
gemaakt om onruststokers te verwijderen, die ge
vaarlijk zouden kunnen worden voor de rust onder
de andere werklieden. Nu echter, nu alles onder
de mijnwerkers weer volkomen rustig is, bestaat de
Sperre niet meer.
De National Zeitang wijst er op, dat dus tpch fei
telijk eene Sperre heeft bestaan en verlangt daarom,
dat de eigenaars openlijk verklaren, dat de maat
regel nu is opgeheven. Dit zou de werklieden ge
rust stellen en de ontevredenheid verminderen.
Het besluit, door de gemachtigden van de werk
lieden in 35 mijnen te Essen genomen, om Maandag
den arbeid te staken, als hun eischen niet worden
ingewilligd, is reeds gemeld. De overige van de
150 mijnen, die uitgenoodigd waren, zouden geen
afgevaardigden, zoodat het besluit niet als algemeen
goedgekeurd kan worden beschouwd.
Het geheele aantal van de werklieden, die wegens
weerspannigheid in de laatste maanden zijn ontslagen,
bedraagt in het distriet Essen 16. Daarentegen zijn
97 werklieden aan den arbeid, die bij de groote
werkstaking als gedelegeerden werden afgevaardigd.
Men hoopt dat het den afgevaardigde Hammacher,
die ook in het vooijaar als bemiddelaar optrad en
zich nu reeds te Essen bevindt, zal gelukken het
uitbreken eener algemeene werkstaking te voorkomen.
Ontvlucht en gevat. Verleden Dinsdag werd
zekere Quériot, alias Manigant, van diefstal beschul
digd, te Parijs van de Mazas-gevangenia naar de
conciergerie overgebracht in een gevangenwagen
met acht hokjes, gescheiden door een doorloop
waarin een agent Aet een sabel-bajonet de wacht
hif ld. In de Traversière-straat vlogen op eens twee
van de met „passe-partouts' gesloten deuren der
hokjes open en twee gevangenen, Quériot en zekere
Prévot wierpen den wachter peper in de oogen,
deden met een geweldigen schok de eveneens ge
sloten achterdeur van den wagen openspringen en
namen de vlucht. Door de peper verblind, strui
kelende over allerlei voorwerpen ter overtuiging,
welke op den grond gelegd waren, slaagde de
wachter er eerst na eenigen tijd in den koetsier te
doen stilhouden en rende do vluchtelingen na. Met
behulp van eenige voorbijgangers kreeg hij Prévot
weder in handen, maar Quériot was verdwenen.
Lang heeft echter ook deze van zjjn stout bedrijf
geen genoegen beleefd. Seeds Donderdag ochtend
iB hij door een paar agenten op straat herkend en
gegrepen.
De Utrechtsche Landbouwbauk is thans te Utrecht
opgerichtvan het maatschappelijk kapitaal, groot
f 500.000, wordt de eerste serie uitgegeven ad
100,000 in 100 aandeelen van 1000 volgestort.
De Baad van Commissarissen bestaat uit de heeren
J. N. Bastert, oud-minister van Waterstaat, Handel
en Nijverheid, lid van de Provinoialo Staten van
Utrecht; J. B. de Beaufort, burgemeester van
Woudenberg; W. J. Doude van Troostwijk, burge
meester van Loenen, Loenersloot en Ruwiel, lid van
de Provinciale Staten van Utrechtmr. G. C. D.
E. baron van Hardenbroek, burgemeester van Odljk,
Bunnik en Werkhovenmr. F, 8. van Nierop,
directeur der Amstordamsche Bank, lid van den
Gemeenteraad van Amsterdam en der Provinciale
Staten van Noord-Holland; mr. P. VerLoron van
„Mijnheer Storris, als ge mijn man eenmaal kent,
dan zult ge overtuigd zijn, dat het dwaas van mij
sou zjjn vrees daarvoor te koesteren. En al gebeurde
het onmogelijke, al sloeg het uur, dat mijn man zijn
geluk met voeten trad, ik zou alles dulden en ver
dragen, maar hem nooit verlaten."
Deze woorden schenen in het hart van den advo
caat diepe wonden te slaan. Men kon hem aan
zien, dat het hom moeite kostte een antwoord tevinden.
„Mevrouw', toen uw papa, mijn onvergetelijke be
schermer, met uw mama, waarop u in zoovele op
zichten gelijkt, zijn laatste ongelukkige reis naar de
koloniën met de „King Richard" ging aanvaarden,
legde hij mij den plicht op u te beschermen en ik
verbond mij met eerewoord om dien plicht te ver
vullen.»
„Papa heeft altijd veel vertrouwen in u gesteld,
mijnheer Morris," viel Jane in, „maar ik ben over
tuigd, dat ge volgens zijn wil handelt, als ge u van
dien plicht ontheven acht, nu ik een echtgenoot heb,
dien ik bemin en die sterk genoeg is om mij tegen
een ieder te verdedigen."
„Neen, mevrouwHet doet mij leed u te moeten
zeggen, dat mijn taak nu eerst begint. In ben veel
verschuldigd aan den edelen man, die den armen
kleinen Morris uit het niet heeft opgeheven en zijn
weg heeft gèëffend om hem te doen worden, wat hij
nu ia. Mijne dankbaarheid kent geen grenzen, niets
zal fnij terhghouden van het v,oldoen aan mijn heilige
verplichtingen."
De jonge vrouw werd ongerust. Zij keek den ad
vocaat onderzoekend aan en zeide:
„Mijn God, ik begrijp u niet, mijnheer Morris.
Op welke wijze zoudt ge een vrouw beschermen, die
reeds door haar man beschermd wordt? Gelooft
ge, dat mijn man niet krachtig genoeg is om mij te
beschermen?" v
Hier overviel haar een hevige angst, zij las iets
in bet gelaat van den advocaat, dat haar deed vree
zen. De angst verlamde haar echter niet, integendeel
Jane werd er door geprikkeld tot handelen. Zij
boog haar slanke gestalte naar voren, haar oogen
schitterden vol vuur en de hand gebiedend opgeheven,
riep zij den advocaat toe:
„Mijnheer, ik ken u te goed om niet te begrijpen,
dat ge mij iets verborgen houdt. Ge hebt nooit mijn
vertrouwen bezeten, dat weet ge! Ik vraag u op
dit oogenblik: waar is mjjn man? waar is Koert?"
Verbluft, keek de advocaat de hartstochtelijk op
gewonden vrouw aan. Was dat de zachte vrouw,
waarvoor hij vreesde, dat zij als een lelie verwelken
zou, wanneer hij haar den wreeden brief van haar
echtgenoot in handen gaf? Is het dan waar, dat een
liefhebbende vrouw door haar liefde in een leeuwin
kan veranderen?" vroeg hij ziohzelven af.
„Mevrouw, het feit, dat wij zwakke menschen
zijn
„Mijnheer, ik wil uw zedepreeken niet hooren, ik
ben daar niet toe gestemd," viol Jane in. „Beant
woord slechts mijn vraag. Waar is mijn man? Gij
weet het, en gij moet het weten. Ik gevoel reeds
lang, dat mij een onheil bedreigt. Het huis van mijn
geluk brandt, maar ik zal niet lafhartig vluchten;
als de witte duif uit de fabel zal ik mij in de vlam
men laten omkomen."
„Ik kwam om als een trouw soldaat den post te
bezetten, .mjj aangewezen door den edelen consul,
vóór hij zijn ongelukkige reis aanvaarddo. Gij me
vrouw, zoudt zelf het meest er door lijden, als ge
mij van dezen post verdreef."
„Wat moet ik van die raadselachtige woordon be
grijpen? Is het u dan niet mogelijk eenvoudig en
duidelijk te Bpteken?"
„Ik zou niet gekomen zijn om mijn post te be
zetten, als de man, op wiens liefde ge u beroept,
zijn plaats niet trouweloos verlaten had. Eerst nadat
ge eenzaam en verlaten waart, eerst nadat uw groote
levensgeluk op een gruwelijke manier vernietigd was,
kwam ik zwaar beproefde terug om de vriend der
zwaar beproefde vrouw te zijn. Ik beklaag mij niet,
Jane, omdat ge den man van u hebt gestooten, die
met hart en ziel jaren lang voor u leefde en streed
en die elk oogenblik bereid was zijn harte bloed voor
u te geven. Neen, ik beklaag u, omdat ge mij niet
hebt laten onderzoeken naar den man,, dien ge uwe
liefde schonkt zonder u zelvon af te vragen, of de
man uwer keuzo het vertrouwen en de liefde van
eene Jane Gray waardig was."
Wordt vervolgd.)
o
Them&it, advocaat-fiscaal voor 'sKonings zee- en
landmacht en lid van den Gemeenteraad van Utrecht.
Directeuren zijn de heeren F. F. 'a Jacob, A. Stok
en B. van Sehooneveld.
De „Utrechtsche Landbouwbank» zal zijn eene
financieele instelling, die hoofdzakelijk het verstrek
ken van landbouwkrediet beoogt. Aan het prospec
tus is het volgende ontleend
„De reeds dikwijls uitgesproken wensch om ten
plattelands aan landbouwers en kleino industrieelen
op billijke voorwaarden krediet op korten termijn
te oerleenen zal daarbij ltunnen verwezenlijkt wor
den, want eenerzjjds is het doel der nieuwe instel
ling om den landbouwer te helpen en hem te vrij
waren tegen de bezwarende wjjze waarop hij thans
dikwerf gedwongen wordt krediet te verkrijgen,
anderzijds om hem op gemakkelijke wijze in ver
binding te brengen met den groot- en expo^-han-
del. Op vele plaatsen blijkt, dat de landbouwer ge
durende enkele maanden van het jaar behoefte heeft
aan kasgeld, ten einde het noodige vee en veevoe
der, of wel werktuigen, kunstmeststoffen en zaden
voor de uitoefening van zijn bedrijf aan te koopen,
waarvan het gemis hem vele. voordeelen doet derven.
„Ongeveer 3 jaren geleden werd te Alkmaar eene
dergelijke instelling geopend, het „Noord-Hollandsoh
Landbouwcrediet". Hare statuten beperken even
wel haren werkkring tot een deel der provincie
Noord-Holland. De groote bijval welken deze in
stelling aldaar ondervond zijn redenen, dat de com
missarissen mot ingenomenheid de pogingen van de
thans benoemde directeuren begroet hebben om ook
in andere doelen des lands tegemoet te komen aan
de moeielgkheden waarmede landbouw en veeteelt te
kampen hebben.
„Zoolang de beschikbare gelden niet voor land-
bouw-kredieten zullen benoodigd zijn stellen de di
recteuren zich voor, dezo, onder toezicht van com
missarissen, op solide wijze productief te maken. De
Bank zal nevens den commissiehandel in effecten
ook gelden a deposito of ter belegging ontvangen
en, gesteund door den invloed van commissarissen
en belanghebbenden, het vertrouwen van het publiek
ook in andere opzichten zioh trachten te verwerven."
De blikken doosjes en busjes van ingelegde waren
die in Parijs elke maand bjj duizenden wegge
worpen worden, leveren de grondstof voor een tak
van nijverheid, die groote afmetingen heeft ge
kregen en waarbij al de jeugd van het land belang
heeft. Dat woggeworpon blik wordt verzameld en
door daarvoor geschikte machines tot blikken sol
daten gestempeld, bjj heele regimenten en legers,
die zoo goedkoop verkocht worden, dat zij voor
de armste kinderen te bekomen zjjn. De fabrikant
heeft er echter een aardig voordeel van, wat hg
niet zou hebbon, als hg nieuw materiaal ge
bruikte.
Algemeene en innige deelneming vindt het droe
vig lot van Emin Pacha, die kort vddr zijn nood-
lottigen val in opgewekte stemming nog Stanley
verlaten had om zich ter rust te begeven. Hoewel
van do bijzonderheden van dit ongeval nog weinig
bekend is, wordt toch het vermoeden geuit dat het
gebruik van champagne aan het ter eere van Stanley
en hem gegeven feestmaal daaraan schuld is, en
Emin Pacha, hoewel hg altgd een zeer sober man
is, door de jarenlange ontbering en door de onge
woonte zelfs de geringste hoeveelheid van den prik
kelenden wjjn niet heeft kunnen verdragen. Het
hein overkomen ongeval vormt een schrille tegen
stelling met de vreugde, waarmede kort te voren de
beide reizigers te Bagamoyo waren ingehaald. De
stad was geheel versierd; eerepoorten waren in de
straten opgericht en palmtakken wuifden uit elk
venster. Majoor Wissmann deed 18 kanonschoten
afvuren en in zgn hoofdkwartier werd den reizigers
een schitterend feestmaal aangeboden, waarbg Stanley
zeer bewogen sprak van zijn soldaten, wier beende
ren in het Afrikaansche woud bleekten. De laatste
berichten melden, dat de toestand van Emin iets
gunstiger is geworden; zgn inwendige kwetsuren zijn
evenwel zeer ernstig.
De Duitsche Keizer heeft aan Stanley de Sperber
aangeboden, waarmede hij naar Zanzibar gaat; giste
renmorgen is hij daar aangekomen. Een Engelsch
oorlogsschip bracht Emin's manschappen derwaarts,
terwgl de Egyptische Regeering een mailboot ge
huurd heeft om hen naar Suez te vervoeren. Emin
heeft hoegenaamd geen ivoor medegebracht; de voor
raad' dien hg verzameld had, is vernield of aan ne
gerhoofden toevertrouwd.
Over de zonderlinge tegenstrijdigheden, welke de
expeditie van Stanley vaak gekenmerkt hebbon, schrijft
de reiziger zelf uitvoerig aan den Nem-York Herald.
„Ik heb voortdurend ondervonden, zegt hij, dat er
Een boven mij was, die alles bestuurde, een God,
wiens wil geschiedde, terwgl mijn plannen telkens
gdel bleken. De een, zegt hij, zal ons behoud in
duizend gevaren louter toeval noemen; de ander zal
van geluk «preken, maar op den bodem van ieders
hart is iets dat een hoogere macht erkent en erken
nen moet, hooger dan alles waar de gewone philoso-
phie van droomt." En dan wjjet hg op allerlei
merkwaardige omstandigheden, op den ondergang
der achterhoede van Bartelott, op den vreeseljjken
tocht door het eindelooze boeeh der kleine men-
scheneters, op het gevaar van verhongering en de
redding in het uiterste oogenblik, op EminenJeph-
son's gevangenneming, op hun voortdurend levens
gevaar vier maanden lang, op hun redding door de
komst van Mahdisten, op het zonderlinge feit dat
allen die door de vergiftigde pijlen der dwergen
getroffen werden moesten sterven en dat nochtans
luitenant Stairs, eveneens getroffen en eerst achttien
maanden later van de afgebroken punt bevrijd, het
leven mooht behouden, enz. En hoe thans alle Euron
peanen behouden de kust bereikt hebben en uit der
grond huns harten God danken voor hnn redding.
De onderhandelingen tussohen de mijndirecteuren
en do commissie der werklieden in Westfalen heb
ben nog tot niets geleid. De voorzitter van het
bestuur van mgneigenaars, Dr. Matrop, heeft de
deputatie, welke de mijnwerkers Zondag benoemden,
wel ontvangen, maar hg gaf bun niet veel hoop,
dat de eigenaars de eischen der werklieden zonden
inwilligen.
Wat het voornaamsto punt van geschil betreft,
zegt de Rhem, Wettfal. Zeitmg, die de zaken steeds
van het standpunt der eigenaars pleegt te beschou
wen, dat de mgndirecteuren niets beters hunnen
doen, dan alles openbaar te maken, wat gebeurd is
met de werklieden, die van den arbeid zijn uitge
sloten. Dan kan ieder beoordeelen, of de werk
lieden al dan niet ten onrechte zijn ontslagen.
Op het oogenblik bestaat, volgens dit blad, nergens
in Westfalen de Sperre meer, d. w. z. dat werk
lieden die in de eene mjjn ontslagen zijn, door geen
anderen directeur weer in dienst worden genomen.
Voorheen is van dezen maatregel wel een gebruik
gemaakt om onruststokers te verwijderen, die ge
vaarlijk zouden kunnen worden voor de rust onder
de andere werklieden. Nu echter, nu alles onder
de mijnwerkers weer volkomen rustig is, bestaat de
Sperre niet meer.
De National Zeitung wijst er op, dat dus toch
feiteljjk een Sperre heeft bestaan on verlangt daarom
dat de eigenaars openlijk 'verklaren, dat de maat
regel nu is opgeheven. Dit zou de werklieden gerust
stellen en de ontevredenheid verminderen.
Het besluit, door de gemachtigden van de werk
lieden in 35 mgnen te Essen genomen, om heden
den arbeid te staken, als hun eischen niet
worden ingewilligd, is reeds gemeld. De overige
van de 150 mijnen, die uitgenoodigd waren, zouden
geen afgevaardigden, zoodat het besluit niet als
algemeen goedgekeurd kan worden beschouwd.
Het geheele aantal van de werklieden, die wegens
weerspannigheid in de laatste maanden zijn ont
slagen, bedraagt in het district Essen 16. Daaren
tegen zgn 97 werklieden aan den arbeid, die bij
de groote werkstaking als gedelegeerden werden
afgevaardigd. Men hoopt dat het den afgevaardigde
Hammacher, die ook in het vooijaar als bemidde
laar optrad en zich nu reeds te Essen bevindt, zal
gelukken het uitbreken eener algemeene werkstaking
te voorkomen.
De Belgischo Kamer van Vertegenwoordigers
heeft de beraadslagingen voortgezet en ten einde
gebraoht over de interpellatie-Bara, omtrent het
ontslag van den heer Gautier de Rasse.
De heer Jacobs (van de rechterzijde) verdedigde
het kabinet.
De minister van binnonlandsche zaken, de heer
Devolder, kwam nadrukkelijk op tegen de lasterlgke
aantijgingen, waaraan hg ten doel had gestaan.
De heeren Bara en Janson voerden daarop nog
het woord, maar brachten geen nieuwe gezichtspun
ten aan het licht.
Ten slotte werd met 76 tegen 34 stemmen (vier
leden onthielden zich) eene motie van orde aan
genomen, waarbij de handelwijze der regeering wordt
goedgekeurd.
Bij de beraadslagingen over het adres van ant
woord op de troonrede in de Italiaansche kamer
bestreed het lid der oppositie Imbriani enkele zin
sneden in het adres en de troonrede, doch keurde
andere goed. De radicaal Ferrari stelde voor, in de
zinsnede betreffende de commercieele betrekkingen
tussohen Frankrijk en Italië, het woonlje „commer
cieele" te sohrappen, omdat de handelsbetrekkingen
niet verbeteren kunnen zonder tevens in de staat
kundige betrekkingen verbetering te brengen.
Hierop antwoordde de minister Crispi, dat de
staatkundige betrekkingen tussohen de regeeringen
van Italië en Frankrijk zoo gunstig mogelijk zijn,
alleen op staathuishoudkundig gebied bestaat verschil
vsn gevoelen.
De Italiaansche regeering heeft den weg geopend
om ook op die punten tot overeenstemming te komen.
Ferrari verklaarde zich voldaan met 's ministers
inlichtingen, waarna het adres werd aangenomen.
Dora Pedro, de gewezen keizer van Brazilië, is te
Lissabon aangekomen. Den 17den November ver
trok de keizer uit Rio de Janeiro, zoodat de reis
met de niet zeer snel stoomende Alagoaa ongeveer
vier weken heeft geduurd. Vermoedelijk zal de kei
zer een week te Lissabon blgven en dan naar Cannes
gaan om daar den winter door te brengen. Daaren
tegen zal 's keizers schoonzoon, de hertog van Eu,
met zijn gezin voorloopig te Lissabon blgven.
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE
OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda
Gezien art. 8 der Wet van den 2n Juni 1875
Staateblad No. 95.)
Doen te weten:
Dat zjj vergunning hebben verleend aan M. van
Velzen te Gouda en zijne rechtverkrijgenden, tot
het oprichten eener suikerballenmakerij achter het
rceel gelegen aim de Naaijorstraat kadaster sectie
No. 1510.
GOUDA, den 7 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
van de Makelaars
De markt was heden rast.
Loco Tankfust 8.75. Geïmporteerd fust ƒ8.80.
Januari-levering 8.65. December-levering 8,6
AMSTERDAM, 9 December.
Per Telegraaf.)
Binnenlandsche fondsen onveranderd. Certif. Deli-
Comp. 4 lager, overige industrieele weinig variatie.
Warschau-Weenen 1 hooger. Brazilianen flauwer.
GEBOREN Abraham, ouders W. den Ouden en W. ?an
Vliet Aajge, ouders M. Verdoold en A. I'itenbogaard.
Joban Ggsbertna oodera C, Groen en L. Sterk.
OVERLEDENW. A Beokens, 1 j. 8 m.
Voorspoedig bevallen van een welge
schapen Dochter,
J. HOUTMAN,
geb. Koolmees.
Gouda, 7 Dec. '89.
Voor de vele bewijzen van achting en
deelneming, bp gelegenheid van mjjne vijf en
twintigjarige ambtsvervulling ondervonden, be
tuig ik bjj deze mjjn innigen dank.
C. B. VAN BAAREN.
Schoonhoven, 8 December 1889.
De ondergeteekende dankt die Dame, woon
achtig op de Turfmarkt H. 168, voor het nit-
deelen van Lekkernjj en Prentenboekjes 6
December 1889.
Hoofd Burger-Bewaarschool Achter de
Vischmarkt I. 161 te Gouda.
in alle Binnen- en Buitenlandsche Cou
ranten, worden dadeljjk opgezonden doo et
Advertentie-Bureau van A. BRINKMAN en
ZOON, te Gouda.