zijn I I I j 1 I I I 1- N° 4094. Donderdag 12 December» IHS9. fabriek SN. en73a. 85.- Teuzxe Ij Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, P f BH. ht! FEUILLETON. GEN,” I 'Él fj’ De inzending van advertentiön kan geschieden tot één uur des namiddags van den dag der uitgave. 1 eu warden. da. daarmede ACHTSTE HOOFDSTUK. over jt 8c Zoon De uitgave dezer Courant geechiedt dagelijks met uitzondering ran Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1,70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. Bovendien worden alle Ad verten tien gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD 't welk des Maandags verschijnt. - f {meterdam 'oom. '9 i gebruike Banlcet- fabriekan- inlichtin- en dunne iELDER- e keur en ke prijzen. IS, laterialen. Gouda, El 1889. niek Asa. meterdam em. het Engelsch,} e. f. 1889. ielisten. iddelburg. letterdam. it, Zwolle. teur, ENDJIK rouda. 3, Hage len 238, ij f’M I i goudsche courant. Ik kan mij in deze dagen vaak bedroeven over onze agenten van politie en over de koetsiers en conducteurs onzer tramwagens en vigilantes. Wat hebben die menschen in deze gure dagen niet ge weldig veel te lijden van de barheid van het weder. Waarom hunne jassen niet, zooals een vijftig jaren geleden die der diligence-koetsiers, .met schapen vacht gevoerd en hun vilten laarzen en een bonte muts gegeven Dan zouden zij tegen de felste koude bestand zijn en beter in staat hun dienst te ver vullen, dan nu zij van koude soms dreigen te ver kleumen. Ik doe daartoe een beroep op het goede hart van allen, die dit aangaat ADV E-R T E N TIE N worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GR00TE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. tech van B. 'l/i nur. i. tl Mevrouw von Reidersdorf kon echter niet nalaten heimelijk de arme Jane een oogenblik te gaan zien. De jonge vrouw lag te bed; de kamenier stond voor haar en drong te vergeefs aan, dat zij een glas limonade zou nemen. Op de teenen sloop de baro nes naar het bed, zij werd door Jane met een wee moedig glimlachje ontvangen. Op haar wenk verliet de kamenier het vertrek. „Ik weet alles, lieve vriendin,” fluisterde zij Jane toe, //maar in betrekking tot dien brief moet het ons een treurige troost zijn, dat uw man zeker onwel is, anders zou hij niet daartoe gekomen zijn.” wWat betreur ik mijn zwakheid! In plaats van hier te liggen, moest ik naar mijn man snellen! Van alles, wat hy my schreef, meent zyn hart nietfl. Maar ik zal weer spoedig bij krachten zijn.” „Ik heb mynheer Morris gezien, toen hij hieruit het huis kwam.” r/Ik verzocht hem heen te gaan, maar ik vrees nu, dat ik daar verkeerd aan deed. Ik had moeten bedenken, dat hij hier kwam met een opdracht van mijn man, waarvoor ik hem toch dank verschuldigd was, doch ik behandelde hem met wantrouwen. Zij richtte zich nu op in het bed, greep de hand van 1 //Gelooft u, dat mijn man een minnares heeft „Neen!” riep de barones uit, doch zij verbleekte. „Neen, dat is niet mogelyk, dat is niet waar!” „O, ik dank u voor die woorden. Ik gevoel zelf ook, dat het niet mogelyk was.” Zij werd schaam- Uit Sneek wordt van 9 December gemeld: De Rotterdammer goederenboot van de heeren Martink Co. ia Zondagnacht deerlijk gehavend te Snoek bin nengekomen. Alarmfluit, kompas, glazen en tal van andere zaken waren verbrijzeld. Toen de boot Zondagmiddag 2 uur door de brug bij Uitwellirifcerga stoomde, toonde de brugwachter zijne groote ontevredenheid over het breken van de schoone ijsbaan. Tot een paar jongens, die bij hem stonden, moet de man toen hebben gezegd: „Allo, donder er maar stien op in,* waarop in hetzelfde oogenblik het vaartuig tot mikpunt diende. De be manning trachtte zich te dekken in de kajuit, maar toen eene dikke kei de alarmfluit wegsloeg, gevoelde de machinist zich verplicht op het dek te komen om de gemaakte opening direct met een houten pen te sluiten. Eene hagelbui van steenen van het in middels saamgestroomde grauw begroette den man, die, zijn leven niet langer in de waagschaal willende stellen, met eene half verbrande hand weer heil be neden ging zoeken. Het bombardeeren duurde voort tot bij Oppen huizen, waar vrouweh met gouden kappen op den mannen in hare boezels steenen aandroegen. Intusschen wist de kapitein aan land te komen GOUDA. 11 December 1889. In de beden gebonden zitting der Tweede Kamer is door de Commissie ran rapporteurs over Waterstaat eene motie aangekondigd ten gnnste van een diepte van 10 meter voor slagdrempel van de sluis te IJinuiden. Bij de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting, kritiseerde de heer Kerdijk het stil zitten der Regeering op financieel, militair gebied en in zake het kiesrecht. De heer Booseboom vroeg namens den heer Seijffardt het in dienst houden van twee lichtingen met Moi. De beer Van Kempen vroeg bescherming der nationale nijverheid en land bouw, de heer van Houten eischte meer werkzaam heid op sociaal gebied, de heer Domela Nieuwenhuis eischte oplossing der broodwaag, voorloopig door droogmaking der Zuiderzee, inpoldering van de Wad den, ontginning van woeste gronden en bepaling van maximaal werktijd, en minimaal loon bij rijkswerken. Voors werd door hem aangekondigd een motie hou dende afkeuring van het beleid van den minister van -financiën. •s I’ Prof. J. Knappert, uit Amsterdam, hield gisteren avond in eene openbare vergadering van de hier ge vestigde afd. van den Nederlandschen Protestanten bond eene voordracht, die door een talrijk publiek werd bijgewoond. Spr. ving aan met de herinnering aan het laatste Gids-artikel van Mr. 8. Vissering, aan het slot waarvan deze zijn overtuiging uitsprak dat een goede daad altijd vruchten draagt, al schijnt het vaak niet zoo te zijn (naar aanleiding van twijfel op dat punt door Mr. Quack, wiens werk over «de Socialisten” in bedoeld artikel besproken werd) en het doet goed, zeide spr., van zoo’n uitnemende persoonlijkheid een woord te hooren ’t was zijn afscheidswoord, daar hij overleed vóór dat het in drnk verscheen dat zoo geheel overeenstemt met onze eigen overtuiging. deeling, dat bij haar nooit bad bemind en een on- overwinnelyken afkeer van haar gevoelde, waarom hij haar verzocht in een vrijwillige scheiding toe te stemmen. „Dat schreit ten hemel!” riep de barones von Reidersdorf uit. „Waagt Koert von Berghaupt het zulke woorden tot zyn vrouw te richten? Al was hij waanzinnig geworden, dan was dit nog niet te pardonneeren.” „Ik ben besloten mijn zoon op te zoeken, en wel op dit oogenblik, voordat Jane mij daarvan terug kan houden! Na dit schryven is het mij onmogelijk hem weder tot zijn vrouw te brengen. Dat zou trouwens toch niet meer helpen, want hun huwelijks geluk is vernietigd. Maar ik wil mijn zoon mijn verachting toonen en mij dan voor immer van hem afwenden. Van dit oogenblik reken ik, dat ik nooit een zoon heb gehad!” „Arme moeder!” zeide mevrouw von Reidersdorf, wier oogen vochtig werden. „Doch laten wij niet vergeten, dat mijnheer von Berghaupt nog al zwaar moedig was en dat wij hem daarom met verschoo- ning moeten behandelen. Als u het goedvindt, gaan wij allen met u naar Wiesbaden. Uw schoondochter weet nog niets van onze komst, wij zullen haar de barones en vroeg met bevende stem: rustig laten liggen en rijden er op staanden voet^ mfln heen!” Koert’s mama keurde dien voorslag goed en daar de rijtuigen stonden te wachten, besloot men daarin den tocht te ondernemen. U J Er schijnt vaak reden om te twijfelen aan de vruch ten van onzen arbeid ten goedé, maar bij nader inzieb en scherp onderzoek vervalt die twijfel. Spr. stelde zich dezen avond ten doel de vraag te be handelen h er vooruitgang op zedelijk en gods dienstig gebied? Daarbij stelde hij allereerst de argumenten in het licht van hen, welke die vraag ontkennend beant woorden om vervolgens aan te tronen dat, als het in de wereld eens ging volgens hun ideaal, ’t er niet beter op zou worden en daarop te betoogen dat ’t geloof in den vooruitgang berust op de overtui ging van den invloed van de zedelijke kracht. Spr. eindigde met aan te toonen welke de roeping is van hen, welke die overtuiging bezitten, bij hun optreden in het openbare en bijzondere leven. Uit Zevenhuizen schrijft men ons: De mazelen-epidemie kan hier als geweken worden beschouwd daar er in den laatstee tyd geen nieuwe gevallen meer bygekomen zyn. Het getal over ledenen aan die ziekte bedraagt fl. Een geneesheer van den ouden stempel schrijft aan het Vtr. Dbl. Vele menschen lijden in dit jaargetyde aan koude voeten. Dat is zeer nadeelig en kan tot alleridb ongesteldheden aanleiding geven, terwijl het gebruik van stoven, vooral van stoven die met gloeiende doofkolen zijn verwarmd, mede verre vanonschade- lijk is, vooral in zalen of vertrekken waar veel menschen bijeen zijn. Het meest afdoende middel tegen koude voeten is het gebruik van vilten schoenen, en ik begrijp niet, dat onze vaderlandsche nijverheid deze niet al lang in de mode heeft gebrachtzy zou daarmede zich* zelve bevoordeelen en aan de menschheid een niet onbelangrijken dienst bewyzen. Inmiddels be veel ik die allen personen aan, die last hebben van koude voeten. 20) „Wat hij met Jane gesproken heeft, kon ik nog niet te weten komen; het moet iets verschrikkelijks zijn, want toen ik zooeven in de kamer kwam, vond ik haar in onmacht op den grond liggen. Zij hield dezen brief van mijn zoon in haar hand!" Snikkend reikte zij den brief aan de dames en vervolgde toen: «Met hulp van de kamenier bracht ik Jane te bed. Zy heeft den geheelen nacht gewaakt, ik hoop, dat zij nu in slaap valt. Arm meisje, dat aan zoo’n man haar hart heeft geschonken, arme moeder, die van haar zoon zulke droevige dingen moet beleven I” Zij droogde haar tranen en zeide nog: „Maar ik zal hem uit mijn hart verbannen, zooals ik zijn vader uit mijn hart verbannen heb. Jane zal in my eene beschermster vinden, die haar tegen de geheole wereld verdedigt.* De brief van Koert ging intusschen van hand en hand en veroorzaakte een waren storm van veront waardiging by de dames. Zooals wij weten, schreef hij daarin aan zijn vrouw de verpletterende mede- I n

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1889 | | pagina 1