am
I
I
r
i.
ÉL
BINNENLAND.
I
ALLEEN OP DE WERELD.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
Maandag 6 Januari 1895.
'1
I-
r.
FEUILLETON.
iar.
M.
list.
IN,
ld met
fl.90
hat
1
IING.
No. 6550. Maandag 6 Januari 1895. 33ste Jaargang.
van
inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
de laatste dagen het werk is
•l>
I
(Wordt
Off
de
HE
ra der Zelf-
me uitspat-
Naar het Engeltch
van HESBA. STRETTON.
Ud
een
Et
l te
VA
I
AD1G:
eh. Pitch Pine
a Pine Balken
leu, Plaathoui
J, anz. enz.
N.
handen van den voorzitter heeft afgeiegd en
daarna heeft zitting genomen. (St.ct.)
8
afb. Prys
verschrik-
ieugd Igdt,
eenng, die
id van een
>y hetVer-
imarkt 34,
iet bedrag,
ken boek-
alle bakkersgezellen vrij zyi
)n om eea x"
drie fabrieken (>De Haan«, De Leeuw>De
waar in d** i—c«».ïr m
ADVERTENTIES worden geplaatst
15 regels 50 Centen; iedere regel meer
•10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs er drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VU F CENTEN.
De bakkersknecht A. G. te Wadenooien
werd op Nieuwjaarsdag te Kerk-Avezate op
straat onverhoeds aangevallen door den 15-
jarigen W. van A., die hem met een mes aan
eene der handen en in het aangezicht ernstig
verwondde. De zaak is in handen der justitie.
Iemand in de gemeente Polsbroek, die ver
leden we k op een nacht den gemeente-genees-
heer uit Benschop had gehaald voor een zieke
had niet ver van Polsbroekerdam een alles
behalve aangename ontmoeting. Achter een
boom voor een hofstede had zich iemand op
gesteld, die eensklaps te voorschyn trad en de
brandende lantaarn van het rytuig achterst-
voren draaide. De voerman, die zoo plotseling
in het duister stond, kon niet ontdekken, wie
de laffe dader van dit gevaarlijke, bedryf was
en deze haastte zich het op een loopen te
zetten.
Tot lid van het algemeen burgerlijk armbe
stuur te Nieuwerkerk a/d IJsel is herkozen de
heer 11. de Bruin.
GOD DA, 5 Januari 1895.
Gedurende het jaar 1894 werd in de Nuts-
Spaarbank alhier ingelegd f 126707,12J, terug
betaald f 100632,95.
De Haagsche rechtbank veroordeelde M, J.
Den Hartigh (reeds herhaalde malen veroor
deeld), laatstelyk generaal-agent van de Ver-
zekering-Maatschappy tegen hagelschade >La
Confiance,< te Parys, wegens verduistering van
hem toegezonden gelden tot uitbetaling van
schade, tot 4 jaren gevangenisstraf.
WBSCHE UIIRIVr.
De gemeenteraad van Schoonhoven heeft be
sloten het contract met den heer B. Linn,
gasfabrikant aldaar, pp te zeggen, zoodat nieuwe
besluiten te wachten zyn, hoe, na het eindi
gen der concessie, in de verlichting zal worden
voorzien.
toestemming tot zijn boosaardig plan ter wraakoefe
ning gaf, want hij deed dit alleen om wraak op
Caleb te nemen*.
„En Caleb?” vroeg ik.
„Hij dacht,” vervolgde zij, „dat Vincent zich on
afhankelijk van zijn vader wenachte te maken, ten
einde met u te trouwen, en bij ging naar Miss
Glazebrook om daarover met haar te spreken, maar
zij wilde uwe verblijfplaats niet verraden of uwe
liefde op eenigerloi wijze in de hand werken. Ik
denk, dat Caleb zoo veel genoegen vond bij de Kwa
kers te Londen en zoo afkeerig werd van de schan
dalen, door Vincent over de kerk gebracht, dat hij
het besluit nam, zich bij hen aan te sluiten. Kolonel
Kynnaston is drie jaren geleden gestorven, en nu is
Vincent zoo wel heerschap als predikant, en geen
zijner gemeenteleden durft zich bij den biaschop over
hem beklagen. Hij is echter niet dikwijls thuis
maar misschien nu wel, en dan zal hij morgen pree-
ken. Hij kan mooi preeken, als hij wil. Wilt gij
morgen met ons naar de kerk gaan
„Neen,” zeide ik, „ik ben nooit onder het gehoor
van zulk een loondienaar geweest, en zeker zoudt
gy liever niet hebben, dat ik in zijne kerk kwam.”
Daarom sloeg ik op den volgenden dag, nadat ik
met Rachel en haar gezin naar de kerk gewandeld
was, een dicht kreupelboschje in, waardoor een smal,
kronkelend pad liep. De kerkklok luidde juist, toen
ik dit binnentrad. De morgenzon schoot hare stra
len op de boomen, maar speelde inzonderheid op een
grauwen steen, die bijna tot een bank uitgehouwen
scheen te zijn.
„Hier,” dacht ik, „kan ik in de eenzaamheid na
denken. Dit is myn huis, waar ik God kan vereeren.”
Rozestraten, de man die op den loop ging
met f 400, uitmakende de weeratandskas, voor
de werkstakers aan de waskaarsenfabriek te
Amsterdam bijeengebracht, is door de politie
aangehouden.
Op drie achtereenvolgend^ Zondagen werd
telkens in de kerk der Ned. Herv. gemeente te
Berg-Ambacht een gouden tientje gecollecteerd.
Maar toen ik mijne oogen opsloeg, zag ik Vin
cent Kynnaaton, in het gewaad van een geestelyke
gekleed, het pad langs komen. Wij stonden onbe
weeglijk en zonder een woord te spreken, terwyl wij
elkander aankeken, alsof wij een doode zagen, die
uit het graf verrezen was. Daarop kwam hij met
haastige stappen naar mij toe.
„Lydia f” zeide hy, „zyt gij bot werkelijk fs
dit geen zinsbedrog? Laa*. mij u aan raken, om daar
omtrent tot zekerheid te komen.”
H>j groep mij mot zulk eene kracht bij de hand,
dat ik mij niet kon weerhouden, een kreet van amart
te slaken, waarop bij niet scheen te letten.
„Waar zijt gij zoo plotseling vandaan gekomen
vroeg hy. „Hoe komt het, dat gij na zoovele jaren
van afwezigheid een bezoek aan deze streken brengt P
Gij beb er verkeerd aan gedaan, dat gij mij ontvlucht
zyt. Maar ik wil u daarover geene verwijtingen
doen, want ik ben er te blij mee, dat gij naar mij
teruggekomen‘zyt.”
„Neen, niet naar u, Vincent I” antwoordde ik
somber, want zijne stem deed mya hart nog trillen
„gij hebt den band, die er tusschen u en mij gelegd
was, verbroken I”
„Gij bedriegt u," zeide hy, „gy behoort my nog
toe, Lydia I Och, gij hadt bij mij moeten blijven on
my tot deugd opleiden Gy zult bevinden, dat ik
nu niet meer zoo gemakkelijk te verbeteren ben
maar toch is er nog wel iets goeds in mij, en dat
moet gij aankweeken.”
„Gij hebt u bedrogen”, zeide ik weenende; „ik
mag u niet liefhebben. Ik beef reeds, nu ik u tegen
mij hoor spreken. Men durft mij niet zeggen, hoe
schandelijk uw gedrag geweest is. Ik spreek niet
De beer G. Bettiuk vervulde op Donder
dag 3 Januari de spreekbeurt in de vereenigiog
Winterlezingente Berg-Ambacht. De voor
dracht, de novelle >Kollemie< van den heer
A. L. Akkerhuis, viel zeer in den smaak. Na
de pauze gaven de spreker en de heer D. Os
kam nog eenige bydragen ten beste.
Door de commissie voor het ontwerpen van
strafverordeningen te Leeuwarden is aan den
Raad verzocht de volgende zonderlinge bepa
ling in de politie-verordening op te nemen
Met geldboete van ten hoogste tien gulden
wordt gestraft:
lo. hy, die op of aan de openbare straat
zich ophoudt of gedraagt zoo, dat hy een ander
belemmert of lastig is en hieruit verstoring van
de openbare orde of van de nachtrust der om
wonenden zou kunnen voortkomen
2o. hy, die in een geval, als sub lo. bedoeld,
niet op de eerste vordering van den commis
saris of een beambte van politie zich aanstonds
verwydert en van dóar verwyderd houdt.
Donderdag werd van de werf van den heer
A. J. Otto, scheepsbouwmeester te Krimpen
a/d IJsel, met goed gevolg te water gelaten
eene yzeren zeilhaak, groot ongeveer 135 last,/
voor rekening van den heer P. Visser te Mil-
lingen, en onmiddellyk de kiel gelegd voor
eene yzeren stoom zolderschuit voor rekening
van de naamlooze vennootschap Schroefstoom-
bootdienst Haarlem, directeur de beer W. Bus.
In eene gisterenmiddag in Constantiaa te
Amsterdam gehouden vergadering van bakkers
gezellen is besloten de werkstakingen als ge
ëindigd te beschouwen; d. w. z. te verklaren
dat nu alle bakkersgezellen vry zyn in hun
pogingen om eea plaats te krijgen op een der
drie f-b; i
Jonge
gestaakt.
Dit besluit komt wel wat laat. Immers de
meeste plaatsen r.yn daar reeds bezet, zoodat
het grootste deel der stakers slachtoffers van
hun daad zullen worden.
Voor zoover dit mogelyk ie, krygen de
laatsteu nu een plaats in de gezellen-bakkery.
door de stakers opgeriebt, welke zal gevestigd
worden in de vroegere fabriek van De Jonge
Bakker waar gisterenavond de arbeid is be
gonnen.
Voorloopig vinden daar zoven-en-twintig
gezellen reeds werk.
De beweging onder de bakkersgezellen ver
loopt. Gisteravond was in Planning eene
groote protestmeeting aangekondigd tegen de
houding der patroons, die de werkstakers wei
geren iu dienst te nemen. Domela Nieuwen
huis was als spreker aangekondigd. De zaal
was slecht bezet, en Domela Nieuwenhuis
bleef afwezig, wegens ongesteldheid.
De voorzitter Ten Boekhorst en Cornelissen,
mederedacteur van Recht voor Allen*, voer
den het woord, maar zonder nieuws te kunnen
vertellen. Zeer werd aangedrongen op steun
voor de door de ontslagen gezellen gestichte
coöperatieve broodbakkerij, die beden nacht in
werking komt en waarin een proef zal gen o-
men worden met den achturen-werkdag. Er
is daar evenwel nog slechts plaatsing voor 27
gezellen, terwijl het aaotal werkloozen 130
bedraagt. De afzet van 2000 brooden, waarop
men voor morgen rekent, moet dus aanmer
kelijk stygen.
Nadat eenige inlichtingen gevraagd en ge
geven waren, ging de vergadering onder het
aanheffen van het vryheidslied uiteen.
in overijling, wanneer ik zeg, dat ik liever dood zou
zyn, dan weder onder uw invloed te komen.”
„Het tij zoo I” antwoordde hij, terwijl bij mij
hartstochtelyk in de armen klemde„laat ons zoo
sterven, hart aan hart.”
„Luister naar mij, smeek ik u,” zeide ik, „en
neem geen geweld tegen mij te baat. Ga hier naast
my zitten, evenals in vroegere dagen, en wees er
niet boos over, dat ik onwillens getuigenis tegen u
afleg Gn zyt eeu godslasterlyk priester en een
diepgezonkon man geworden, die in de zonde vol
hard hebt gedurende al de verloopene jaren, welke
gestrekt hebben om my in de beste wysheid te doen
opgroeien. Zij hebben een wijde klove tusschen
ons doen ontstaan tij hebben ons even ver van elkaar
gescheiden, als het oosten ligt van het westen. Ter
wijl gij zoo iyt, als gij zijt, zoudt gij u niet geluk
kig met mij kunnen gevoelen, en ik zou geen vrede
mei u kunnen smaken.”
"Lydia l” gaf hij my glimlachende ten antwoord,
„gij spreekt als eene Vestaalsche maagd met lippen,
die mij verleidon om hare verwijtingen door kussen
tot zwijgen te brengen. Als ik zulk een slecht
mensch ben, waarom zou ik dan weerstand aan de
verleiding bieden P”
Terwyl hij dit zeide, hoorden wij de voetstappen
van iemand, die haastig naar ons toekwam, en nu
verliet Vincent my, na vooraf nog gezegd te hebben
„Tracht mij niet te ontsnappen. Dit pad voert
mijn huis, waar gij bescherming kunt zoeken,
als gij dit verkiest.”
(7
„Maar gij studeerdet om geestelijke bij de Epïs-
oopalen ie worden”, zeide ik, „zeg mij eens, waarom
■ij u bij de Kwakers aangesloten hebt."
Er was een antwoord in zyne oogen, dat een blos
op mijne wangen te voorschyn deed komen, en ik
bracht het gesprek terstond op onverschillige onder
werpen. Zoo kwamen wij op de plaats onzer bestem
ming, zonder dat een van ons beiden den naam van
Vincent uitgesproken had. Toen ik 's avonds met
Ellen alleen was, vroeg ik haar
„Hoe gaat het toch met Vincent Kynnaston? Heeft
hy zyn leven verbeterd P Is zijn vader nog in leven
Schroom niet, mij de waarheid te zeggen want.mijn
hart is van allen hartstocht gereinigd; zeven jaren
fi»tn ballingschap en de lessen der beste wijsheid
lubben mij bekrachtigd. Spreek, bid ik u, zonder
•kvoor mij te verbergen.”
•Hij is nog dieper gezonken dan vroeger,” ant
woordde Ellenzulk een man, dat ik hem u niet
‘kon beschrijven. Hij is nu predikant van het kerspel
want toen mijn vader op het punt stond, om het
•»bt voor Caleb te koopen, deelde hij zyn plam
■wde om zelf in den geestelijken stand te tredeu.en
wht van den kolonel te verkrygen, dat deze zijne
De Raad van Vbogdy over Hare Majesteit
Wilhelmina, Koningin der Nederlanden maakt
bekend, dat mr. A. J. Swart, eerstbenoemd lid
van den Raad van State en als zoodanig van
rechtswege lid van den Raad van Voogdij, in
’s Raads vergadering van heden den eed in
Ook haar begrooting voor '95 heeft de ge
meente Weststellingwerf door Gedeputeerden
zien af keuren.
Ondanks hetgeen verleden jaar was geschied
met de gemeentebegrooting, had de Raad dier
gemeente op de begrooting voor 1895 weder
f 48.000 als onderstand van het Ryk aange-
bracht, terwyl voor 1894 slechts f 31.500 was
toegestaan. Gelyk niet anders was te ver
wachten, hebben Gedep. Staten da begrooting
ni t goedgekeurd, maar den gemeenteraad uit-
genoodigd, genoemden post tot f 31.500 te
verminderen. Na het vroeger voorgevallene is
het niet wel te verwachten, dat de Raad aan de
gedane uitnoodiging zal voldoen. Dan volgt
natuurlyk definitieve uiet-goedkeuring der be
grooting door Gedep. Staten en ongetwyfeld
weder beroep* op de Koningin, doch waar-
achynlyk met geen beter gevolg dan met de
begrooting van 1894 verkregen.
By het Leger des Heils te Rotterdam had
een niet alledaagsche plechtigheid plaats en
wel een huwelijksinzegening, waartoe in het
Verkooplokaal eene bijeenkomst werd gehouden.
Aan versiering en muziek ontbrak het ni°t eu
evenmin aan een talrijke opkomst. Het huwe
lijk werd gesloten tusschen den adjudant L. J.
Tjaden en de kapiteine mej. W. Modders, die
voor deze gelegenheid tevens tot adjudant werd
bevorderd.
Het burgerlijk huwelyk was te Dordrecht
voltrokken. Nadat de huwelijksartikelen van
4 het Heilsleger waren voorgelezen, welke een
reeks van beloften en verbintenissen ten op
zichte van het leger bevatten, had de inzege
ning plaats.
Een collecte, welke gehouden werd, Strekte,
na aftrek der kosten, ten behoeve van het jonge
paar, ten einde hen in staat te stellen een
huishouden op te zetten zooals kolonel Oli
fant zeide.
Onder luide vrengdebetooningen werd het
jonge paar door allen geluk gewenscht.
Na eenige godsdienstoefening werd de plech
tigheid geshten.
der sollicitanten naar de onlangs te
Ellewoutsdyk vacante betrekking van hoofd
der school, aan wien, evenals aan nog veertig
andere mededingers, het genoegen van een
benceming moest ontzegd worden, doch die
zich klaarblijkelyk nogal idealen had gevormd,
drong op een der dagen van de tegenwoordige
Kerstvacantie, die hy daar ten huize zyner
ouders doorbracht, op ongepaste wyze de secre
tarie binnen. Hy eischte daar als ware het
verantwoording over zyn passeering by de be
noeming en beleedigde ten slotte den burge
meester zoodanig, dat het dezen geraden scheen
den ongenooden gast, die weigerde de secretarie
te verlaten en een dreigende houding aannam,
door middel van de politie op straat te laten
zetten, hetgeen niet dan na vrij hevig verzot
plaats had.
Een Italiaansche heer en dame, die in vier
dagen tyds 260,000 lire aan de speelbank
te Monte Carlo hadden verloren, hebben
zich in de speelzaal ten aansebouwe van een
talryk publiek doodgeschoten. De indruk
dien deze dubbele zelfmoord maakte, was zoo
groot, dat da speelzalen den volgenden avond
geheel verlaten waren.
Het Italiaansche blad, waaraan bovenstaande
ia ontleend, noemt het een schande dat dit
speelhol niet gesloten wordt. Een inter
nationaal optreden is hier dringend noodig.
Iedere mogendheid, die het traciaat van
Weenen heeft medeonder teek end waar by do
betrekkelijke zelfstandigheid van het vor
stendom Monaco werd gewaarborgd, heeft het
recht daartoe het initiatief te nemen.
Een