BEN,
tegen
VER
rk:
rcAP.
BINNENLAND.
1T Pz.,
■ll
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
s -
tfG
ezen?
FEUILLETON.
Ml
ÜHIM.
Zeist.
De Schim van Nelly Devitt
I
I
1
LGAZIJN
ALLEEN OP DE WERELD.
L.
V1JN,
o o n d met
is i fl.90
I
.xpelier.
xpelier.
xpelier.
No. 6553. Donderdag 10 Januari 1895. 33ste Jaargang.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
Overleden
Vertrokken
883
831
eena gelezen en overwogen mogen
zoo
tot
ng en Genezing)
I
i
1
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs er drie maanden is f 1.25, franco per
post f 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
944
61
1727
47
102
1844
130
Naar het EngeUch.
aspiranten zal in ban vrjjen tyd,
i--4 nje^
zicb in
J
960 v.
16
EKE
>r beste Ksih-
(GEL.
Naar het Engelteh
van HESBA. STRETTON.
OUDE
AMMER
lende
DCHE
aar bij
?ER8 Jz.
8 van echtheid ii
kurk steeds voor
in naam der Firma
PE.
De
kunde
thans
boekhouden.
Boers doceert Staathuishoudkunde en Staats
inrichting.
Gemeente Haastrecht. Staat van bevolking
gedurende 1894.
weduwe,
weduwenaar jongedochter,
weduwe.
Vrouw. Totaal
878 v.
31
51
kennen
rden, die in de
geleerde veatiger
sid geworden is
Idel tegen vrou-
heeft gemaakt
beperking van
de eenvoudigste
■anderd aange-
sheel te verdrin-
ii in lichaam en
irgd wordeln en
f door vreeseijke
gekweld. Dan
eugen, oorsuizen
inde ziekte. Al
;yn zenuwziek en
en over de wer
4
I
sigarenkoker. De dieven zyn vermoede! yk in
hun werk gestoord geworden, althans een vrjj
groot bedrag (men spreekt van f 150) dat voor
de hand lag, is onaangeroerd teruggevonden,
zoomede gouden en zilveren sieraden.
ADVERTENTIES worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
916 m.
i
900
69
hgnen 48 pag
2 kolommen
Romans,
rische Ver-
erlei,Raad-
en*., voor
CENT per 3
ut.
n Nederland.
.TERREUS,
’s-Bosch.
Mann.
Bev. op 31 Dec. 1893849 m.
Geboren gedurende 1894 16
Ingekomen 51
1876-
32
tegen Jicht,
en, kertom
'enden tegen
r huisgezin
5 de flesoh.
eken en bij
n.
Harkt A 144b
ON, apotheker
Men leest in het zHaagscb Dagblad
»Een groot kunstgenot wacht onze statige-
nooten. Naar wy vernemen, bestaat bij mr.
J. A. H. baron van Zuylen van Nye*elt, het
voornemen, op 15 Februari e. k. een buiten
gewoon philharmonifch concert te geven ten
bate der arme Scheveningscbe visschers. Het
is hem gelukt hiertoe de medewerking van
het beroemde Ameterdamsche orkest te ver
kregen, en zij wy wel ingelicht, dan zouden
ouder zijn leiding de zelden gespeelde en toch
zoo schoone 3e Sinfonie van Schumann en
de 8e van Beethoven worden uitgevoerd.
JiDaar de kosten van het orkest en van de
zhm geheel door baron van Zuylen van Nye-
velt worden bestreden, zoo kan de geheele
entréeprijs, tot bovenvermeld liefdadig doel
worden aangewend.
I
brief te schryven van
Mynheer, je moet
den aan de armen
anders krijg je de kogel M. Boogaerdt, A. de
Jong, Frans Mynlieff en P. v. der Hoog niet
te vergeten, die lekkeren jongen. Binnen 10
weken ik zal myn beurt afwachten, ik heb
gezegd.Dezen brief aan het adres van ge-
melden heer P. van der Hoog zou hy op 19
September 1894 op de post te Krimpen aan
de Lek hebben bezorgd of doen bezorgen en
daarom vatte ik het besluit op, een winkeltje te be
ginnen met behulp van eunigc guinsje», die ik had
opgespaard, voordat wij trouwden.
Het was een goed tydverdryf voor my, daar Will
zoo dikwijls van huis wasen toen mijn oudste
zuster stierf en mij hare dochter naliet om zorg
voor haar te dragen, was ik blijde, dat ik in staat
was otn dit te doen, zonder mij tot Will te wenden
t het verkrijgen der middelen om dit te doen.
De naam mijner nicht was Jenny Lewis. Zij was
een braaf, degelijk meisje en een goede hulp voor mij.
Zij is tegenwoordig gelukkig getrouwd en woont nog
op dezelfde plaats maar daar het aau haar te wijten
was, dat wij in de vreemde dingen, waaromtrent ik
het een en ander zal vertellen, gewikkeld werden,
moet ik haar eenigszins nader beschrijven. Zij was
bjjna twaalf jaar oud, toen zij bij ons aau huis kwam,
en mijn oudste jongen telde destijds nog geen twee
jaar. Zij begon mij al dadelijk van dienst te lijn
en verlichtte mijne zorgen reeds van den dag af,
waarop wij bij elkaar woonden. Het was eer. goed
hartig, verstandig meisje, bereid en gewillig om mij
te helpen en in alle opzichten bedeeld met een oor
deel boven hare jaren. Op zekeren dag, nadat wij
vier of \yf jaren by elkander gewoond hadden,
zeide zij tegen mij „Taote I waarom vraagt gij
niet aan oom Will, of hij sinaasappels en druiven
meebrengt om deze in den wirfkel te verkoopen De
Lady's zijn op het kasteel teruggekomen en zullen
zeker wel aldoor logé’s hebben. Ik houd et mij
van verzekerd, dat zulfce dingen wel aftrek zouden
hebben, als gij wat meer in het midden der stad
woondet en er ten goeden voorraad van hadt.”
(Wordt veroolfd.)
GOUWE COURANT
De schryver der brieven uit de hofstad*
in de »Arnh. CL* maakt de volgende opmer
kingen over da 'nieuwe belastingen, die, al zyn
ze in andere vormen al meer gemaakt, toch
nog wel f--
worden
Dezer dagen vond ik op een plaats, waar
de upper thousand* niet gewoon zyn hunne
innigste gedachten neer te schryven, de vol
gende ontboezeming in het metaal gekrast
»de vermogensbelasting is de pes voor het
volk.* Aau de mededeelingen vau welken
scherpzinnigeu politieken tinnegieter de gra
veur de e meening te danken had, weet ik niet
maar ik durf dit staaltje van domme begrips
verwarring gerust afdrukken, omdat ik niet
deuk, dat de vader van de genoemde belasting
daarover maar één oogeublik ontstellen zal.
De grootste ontevredenheid over de Vermo
gensbelasting wordt juist gevonden in die krin
gen, waariu men niet op voor elk manspersoon
toegaukelyke plaatsen met een spyker krast,
en, al is men Hagenaar, de eind-t niet van
de woorden weglaatzy bestaat by die lieden
van fortuin, die vroeger geen belasting betaal
den en naïef genoeg zyn om hunne boosheid
te luchten over bet opruimen van een privile
gie, dat zy langzame) band als een verkregen,
misschien wel verdiend recht zijn gaan be
schouwen. Het is lachwekkend, met hoeveel
ergernis en overdrijving deze lieden hun nood
klagen. Niet lang geleden ontmoette ik er nog
een het was een nogal in zekere kringen
hooggeplaatst man die zat te klagen, alsof
men hem zijne laatste centen ontroofde. Waar
moet ik het op vinden jammerde by. >Geen
(10
„Laat nu maar gebeuren, wat or wil," zeide hij
„nu zal ik rijker zyn dan ik ooit had durven hopen.
Schroomt gy niet voor armoede, Lydia? Maar zeg
aan Vincent vaarwel en laat my u van hier meene-
men, voordat myn toorn opnieuw gewekt wordt."
Terwijl ik mij schroomvallig tot Vincent wendde,
naar wien ik niet durfde ópkijken, drong er een
zifare zucht, als van iemand, wiens hart gebroken is,
tol onze ooren door en zagen wy hem op de sofa
neervallen. Ik snelde naar hem toe en legde zyn
hoofd op mijn arm, waarop hij zijne glazige oogen
op de myne vestigde en de woorden deed hooren
„Ach hemelwelk een ellendige gek ben ik geweest!”
Eu na deze sombere bekentenis begaf zyne stem
hem en kon hij niet meer spreken, ofschoon hij nog
verscheidene dagen leefde. Maar wanneer hy by zyn
bewustzijn was, luisterde hij met gretigheid naar
mijne woorden van vrede, van vergiffenis en van tee-
d arbeid, of volgde myne bewegingen door zyne kamer
met onvermoeide oogen. Eindelijk stierf hij, terwyl
bij sliep, met myne hand vast in de zijne geklemd.
Ik behoef niet te spreken van de pracht en de
weelde en de gehuurde uitingen van rouw, die Vin
cent Kynnaston naar het graf vergezelden. Maar ik
Men meldt uit Scheveningen
De scbadeberekeniug, door de experts van
de verzekeringsmaatschappij te Elberfeld op
gemaakt over 55 schnitên, beloopt f 42934,
waarvan f 32034 aan beschadigde schuiten en
f 10900 aan afgekeurde wrakken. Ten bate
der maatschappij komt daartegenover de op
brengst van wrakken en oud hout, ad f 788.36,
zoodat het geheele schadebedrag is f 42.145.
Elf schuiten, waaronder eenige zeer zwaar
beschadigde, zyn by anderen verzekerd, en 16
Zyn niet verzekerd.
treurde over hem met een diep en innig leedwezen,
waarover ik tegen niemand sprak, zelfs niet tegen
Caleb. En nu kwam er nog. een bewijs van zijne
liefde ten opzichte van mij aan het licht; wnnt zijn
uiterste wil, die gedateerd was van den dag, waarop
hij in het bezit der goederen van zijn vader gekomen
was, vermaakte aan mij het geheele gedeelte van
zyne bezittingen, dat geen onvervreemdbaar eigendom
was, waarover zijne naaste bloedverwanten heel nydig
waren, ofschoon zij rijk waren en niets van noode
hadden.
Later trouwden Caleb en ik met de volle toestem
ming der Kwakersen daar niets ons aan Engeland
verbond en Caleb veel van vroegere kennissen te
verduren had, vertrokken wij met onze zuster Ellen
Archer naar een allerliefst verblijf in Peansylvanië,
waar wij eene mate van vrede smaken, zooals de
wereld niet kent en ook niet vermag te kennen.
Ter zake
tegen het leven gericht, schriftelyk
een bepaalde voorwaarde, h~J
▼oor de rechtbank te Rotterdam te verantwoor
den H. v. V., 24 jaar, werkman te Krimpen
a/d Lek. De aanklacht luidt: als zoude hij
op of omstreeks 19 September 1894 te Krim
pen a/d Lek den heer P. van der Hoog aldaar
schriftelyk en onder eene bepaalde voorwaarde
hebben bedreigd met een tegen het leven ge
richt misdrijf door aan gemelden heer een
-x x->----den volgenden inhoud:
voor de winter 100 gul-
menschen uitdeelen of
1714
Gedurende 1894 zyn als levenloos aange
geven 4 kinderen
3 van het mannelyk geslacht
1 vrouwelyk
Er zyn voltrokken 15 huwelyken:
12 tusschen jongmans en jongedochters,
1
1
1
De Indische correspondent van de «N. R.
Ct.,« schryft over den Gouverueur-Generaal,
Jhr. v. d. Wyck, dat diens positie een zeer
sterke is
>Hy is door zyn geluk wellicht, maar zeker
in de eerste plaats, door zyne doortastendheid
en flinkheid de gouverneur-generaal, die meer
persoonlijken invloed heeft dan een zyner voor
gangers der laatste jaren, meer zelfs dan de
heer Van Rees met zyn buitengewoon ver
leden. Dit is vooral by iemand van veel ge
zond verstand een groot geluk voor Indië. De
tegenwoordige gouverneur-generaal wil het
goede, en hij heeft meer kans dan een zyner
voorgangers, dat hy het goede zal kunnen.*
Men meldt uit Zaandam:
Zondagavond tusschen 6 en 7 uur de
bewoners waren naar de kerk is iugebro-
ken in het perceel aan den Hoogendyk, be
woond door de familie Geenen, schoenmakers.
Men heeft zich toegang weten te verschaffen
door inklimming door het keldervenster. Een
bedrag van f 25 wordt vermist, benevens een
1)
Iedereen vond het eene dwaasheid van mij, toen
ik met myn goeden man trouwde, omdat hij een
zeeman en een weinig lichtzinnig was, terwyl ik een
goeden dienst verliet om eene onzekere toekomst
tegen te gaan. Ik was een wees en op bot kanteel
Wyndhurst grootgebracht als oon soort van kamenier
van de jonge Ladymijne moeder had vroeger bij haro
mama gediend en ik was daar dus zoo good als thuis.
Mijn echtgenoot was de zoon van den tuinman,
en wij hadden al liefde voor elkaar opgevat, voordat
hij nog naar zee ging: Ik bekreunde mij dus niet
aan hetgeen de menschen zeiden, maar teen de
familie van het kasteel Wyndhurst plan maakte om
eene buitenlandsche reis te gaan doen en ik wel
inzag, dat Miss Helen in vreemde landen veel meer
aan een Fransche kamenier zou hebben, gaf ik mijn
jawoord aan Will Catberwood, en trouwden wij op
den avond, voordat hij zyne eorstu reis als stuurman
van de „Meermin” ondernam.
Wy zetten ons op de kust van Cornwalli» metter
woon neer, en ik kou zyn schip uit het raam vau
de kleine woning, waarheen hy mij als vrouw ge
bracht had, zien. Ik was zeer gelukkig, en hij niet
minder, want eer. beter, trouwer echtgenoot dan myn
Will heeft geen vrouw ooit gehad.
Het geld »an Will was niet veel, toen hij dit in
handen kreeg, en hy was zulk een edelmoedig man,
dat hij, wanneer hy maar een penny overhad, tegen
iemand, die ongelukkig was, geen neen kon zeggen;
GOUDA, 9 Januari 1895.
heer A. Roozeboom, leeraar in de wis-
aan de rijks hoogere burgerschool, is
ook belast met het onderwys in bet
De nieuw benoemde leeraar Mr.
van bedreiging met eenig misdrijf
en onder
bepaalde voorwaarde, had zich gisteren
De generaal-majoor inspecteur der infante
rie heeft, op voorstel van den inspecteur van
het militair onderwys, eenige bepalingen vast
gesteld teu behoeve van jongelieden die by
het instructie-bataljon of bij de infanterie-
regimenten in dienst treden, en te voren goed
onderwijs genoten hebben.
Tan einde het geleerde te onderhouden zul
len zoodanige jongelingen, wanneer zy den
graad van korporaal hebben verkregen, wor
den gephatst bij eene compagnie, van welker
commandant kan worden verwacht dat hij
zicht, ^eze korporaals zal aantrekken, door
nauwlettend bun doen en lateu na te gaun,
en hen nu en dan er op te wyzen wat b>-t
belang hunner toekomst medebrengt, waartoe
behooren het verwerven van de noodige prac-
tische en theoretische kennis van den graad
van onderofficier, zoomede het vroeger ge
leerde op wetenschappelijk gebied in hun
vryen tiid tt onderhouden, ten einde zoodn
moge lijk niet goeden uitslag aan het examen
voor toelating tot den cursus te kunnen deel
nemen.
Aan deze t
zij in de plaats van hun garnizoen
by ouders of bekenden in staat zyn zx
den aangeduiden zin voor te bereiden, daartoe
in de lokaliteit van den cursus of m een an
der lokaal de gelegenheid gegeven worden.
dienzelfden dag zou de brief door den geadres
seerde van de post zyn ontvangen.
Desgevraagd ontkende beklaagde de schryver
te zyn van bewusten brief met daarbij behoo-
rende enveloppe.
De getuige P. van der Hoog verklaart dezen
brief over de post te hebben ontvangen en
dien daarna aan den heer officier vau justitie
te hebben overhandigd. Getuige heeft later
niets meer van de zaak vernomen, alhoewel de
10 weken reeds lang verstreken zyn.
De twee volgende getuigen leggen verklaring
af omtrent eene soort kleurstof die voorkomt
op den bewusten brief en de enveloppe, en
zeggen dat die kleurstof overeenkomt met die
door hen verwerkt en waarmede beklaagde ook
gewerkt beeft.
Twee deskundigen, belast geweest met het
onderzoek der schriftuur, verklaren dat be
klaagde de schryver is van brief en enveloppe.
Het O. M. zegt dat de gemeente Krimpen
a/d. Lek eenigen tyd geleden gebukt ging
onder de tyrannie van beklaagde, die als een
woesteling gevreesd werd, totdat get. v. d. H.
genoemden brief ontving, beklaagde als de
schryver daarvan werd aangezien en zijne
arrestatie volgde.
Het onderzoek, meent het O. M., heeft nu
het bewys*opgeleverd dat beklaagde wel dege
lijk in ®ze is de schuldige. Het vorderde
diens venbordeeling tot vier jaar gevangenis
straf.
De wegevoegde verdediger mr. C. M. s’Jacob
trachtte aan te toonen dat de gebleken aan-
wyzingen, waarop eene veroordeeling zou moe
ten worden uitgesproken, niet krachtig zyn.
Mocht er eene veroordeeling volgen, zoo
wees pleiter op de vry langdurige hechtenis
welke beklaagde reeds heeft ondergaan. Hy
achtte het 'taisdrijf, zoo het al door beklaagde
gepleegd is, meer een daad van brooddronken
heid dan een ernstig misdrijf, waarvoor een
straf, als door het O. M. geeispht, veel te
zwaar moet geacht wordeu.