I
b,
REH.
GER.
ten,
'ten
l
A.
KM.
BINNENLAND.
&ZN.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
Donderdag 18 April 1895.
No. 6636.
34ste Jaargang,
?assa.
v
ar.
I
FEUILLETON.
De tweede Vrouw.
i
;ke
3AZIJN
1!
f'
Inzending- van Advertentiën tot 1 uur de» midd.
0
'1
er resp.
national
tlon de
enz.
Ntar het Duiiech.
i
cman Zook
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 y k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Ateonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
laar
een
>g«t
der booten van den
jrlcatie
ker van
vei
het
beste Kaili-
lillllMIIEUil KIVT
verts,
■d ter Boek-
I
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels A 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Iemand nam Vrijdag in een effectenkantoor
te Amsterdam voor ongeveer f 5000 effecten
in ontvangst en stak die in zijn jaszak. Een
paar straten verder kreeg hij ’t zoo warm, dat
hy zyn jas uittrok en over den arm nam,
om thuiskomende te ontdekken, dat de
effecten, die by er in had laten zitten, er uit
gevallen en verdwenen waren.
nen 48 pag
kolommen
Hornang,
sche Ver-
'leiyRaaü-
en*., voor
B72VT per 3
Nederland
EBRED8,
Bosch.
n
De radjah van Lombok is ziek, ernstig ziek
ook, zoodat binnen hoogstens een paar maan
den zyn dood wordt tegemoet gezien, zoo
lezen wy in het »B. Hbl.<
Sedert eenigen tijd reeds is waterzucht bij
hem ingetreden; zyn lichaam is pynlyk en ge
zwollen; hij is half versuft en moet door de
zonderlingste middelen, welke zyn omgeving
op hem toepast, eenigszins in opgewekte stem
ming worden gehouden.
Reeds hebben de poenggawa’s een verzoek
tot de Regeering gericht, om bij overlijden het
lijk van den vorst naar Lombok te mogen
vervoeren, hetgeen natuurlijk, en terecht, van
de hand is gewezen.
De 4e kamer der arrondissements-rechtbank
te Amsterdam deed gisteren uitspraak in de
zaak tegen den ontslagen marktmeester H. J.
Rodenhof, beklaagd van valschheid in geschrifte
gepleegd in de boeken en staten onder zyn
beheer toen |hy als marktmeester in functie
was aan de fruitmarkt. Het O. M. had des
wege tegen hem geeischt eene gevangenisstraf
voor den tijd van drie maanden; de rechtbank
veroordeelde beklaagde thans tot gevangenis
straf voor den tijd van eene maand.
gebouw >De Gemeenschap.* Zondagmiddag te
3 uur is er diner van het geheele personeel
en ’s avonds verlichting van het Park met
vuurwerk.
Ontstemd liep ik daarom verder, ofschoon ver
scheidene kleine stoelen, bij tafeltjes geplaatst, tot
fitten noodigden,
Tiefort volgde mij.
«Je hebt gelijk,” rei hij schertsend, «dit is geen
verblijf voor eene jonge vrouw, kom, laat ik je
naar het park geleiden I”
«Geloof je, dat wij buiten veel met elkaar gespro
ken hebben? Neen, zeer weinig. Er was ook
genoeg te zien. Het park is inderdaad heel fraai
met zijn breede paden, zijn ronde grasperken en zijn
vijver, die met oude wilgenboomen omringd is. En
verscheidene vreemde gewassen trokken mijn aandacht.
Bij onzen terugkeer naar huis kwam ons een oud
eenvoudig heer tegemoet. De baron stelde hem aan
mijVoor als den inspecteur Habel, een trouwhartig
man, op wien men staat kon maken en die reeds
vele jaren de administratie op Corwald voerde.
«Mijnheer de baron prijst mij onverdiend,” sprak
de oude, na voor mij een diepe buiging gemaakt te
hebben. Gaarne had ik hem eens vriéndelijk toe
gesproken, msar het scheen, alsof mijn topg verlamd
was, zoo gevoelde ik op dat oogenblik mijn schijn
bestaan hier. Een minuut later was het gelukkig
verdwenen. Tiefort bood mij zijn armtoen ik
voorzichtig slechts een paar vingers iöstak, trok hij
Men meldt nil Amsterdam
Het stakings-comité der chipsmakers had
tegen gisteravond de diamantbewerkers bijeen
geroepen, gelijk weldra bleek met het doel een
nieuwen maatregel voor te stellen tot stijving
der weerstandskas. De weerstandskas toch,
zoo werd medegedeeld, was zoo goed ah uit
geput en zou reeds lang ledig zyn geweest
zoo de goedgezinde* juweliers niet met geld
de kwaadgezinde hielpen bestryden; de diamant
bewerkers zei ven lieten de werkstakers meer
en meer in den steek.
Daarom werd thans voorgesteld den bazen
machtiging te verieenen 5 procent af te hou
den van het loon hunner arbeidende knechts,
om zoodoende eindelijk eenige zekerheid te
krygen, dat de bijdragen, welke in elke ver
gadering worden toegezegd, ook werkelijk ge
stort zullen worden. Dit voorstel werd aan
genomen; eenige aanwezigen, enkelen openlijk,
verklaarden zich tegen dezen maatregel. Voorts
werd den chipsmakers op het hart gedrukt by
de staking te volharden en deelde het comité
een en ander mede omtrent een plan tot bet
vormen van een vast fonds als weerstandskas.
Kaulfuss haar doel tracht te
nu zelf, hoe zwaar hier myn
De Goesti-Djilantik-literatuür is wederom
vermeerderd met de volgende schets over zyn
houding na het Lombokverraad, voorkomende
in het >Soer. Hbl.« en, naar het heet, ont
leend aan betrouwbare berichten van Arabische
handelaren
»Met zekerheid, dus leest men, kunnen/wij
thans beweren dat dit hoofd van Lombol
Amed (Tjoelik) is overgebracht, niet me
djoekong, maar met een stoomschip en hl
waarscbynlyk met «en dw.
blinden zoon van den vroegeren Boeleleng-
schen majoor-Chinees, die zich, ongeacht het
strenge verbod en de aanwezigheid onzer
oorlogsschepen, vry in de Lomboksche wateren
durfde te bewegen. Als een kenschetsend tee-
ken van de positie van dien reeder, die zich
in de byzondere tolerantie van de Regeering
verheugen mag immers lang voor de Lom-
hok-expeditie wezen wij reeds op de gevaar-
lyke rol, welke zjjne booten en hun personeel
in de Lomboksche wateren vervulden, maar
het bestuur van Bali en de Regeering sloegen
onze waarschuwingen tot hun groote schade
in den wind in de oogen der inlandsche
bevolking diene, dat volgens de Balineezen
Goesti Djilantik met een >gouvernements-
stoomschip* van Telok Komba naar Tjoelik is
overgebracht.
>Na Djilantik’s terugkomst werden plannen
tot vereeniging der Balische vorsten in een
ophand tegen ons bestuur gesmeed. Men mag
aannemen, dat die hoofdzakelijk zyn afgestuit
op de langjarige veete tusschen Karangasem
en Kloenkoeng, en vooral op den afkeer van
Djilantik, welke in laatstgenoemd rijk heerscht.
De pogingen van Djilantik om Bali-Badong
te winnen en dan door Tabanan Djembrana
binnen te rukken, werden dan ook ten slotte
gestaakt.
Vermoedelijk zal de krachtige houding van
het bestuur dier afdeeling tot die vreedzame
oplossing hebben bijgedragen, en misschien
heeft ook inderdaad, zooals de heer Liefrinck
beweert, Djilantik in zijn eigen land een sterke
party tegenover zich gevonden. Hetisenblylt
echter raadzaam, die bewering slechts onder
eenige reserve te aanvaarden; immers volgens
alle berichten van handelaren, die land en volk
kennen, bezit Djilantik nog immer een over
wegenden invloed en wordt Karangasem nog
altijd in staat van tegenweer gebracht. Ook
de geruchten van een aanval op Boeleleng
blyven aanhouden, en in de oogen der Bali
neesche bevolking is Djilantik de baas. Wat
echter dien slimmen vogel niet belet zal heb
ben, om bet den heer Liefrinck te doen voor
komen, dat hij zijn invloed verloren had.«
middelen mevrouw
bereiken, oordeel
taak ia.
Over de liefde jegens haar papa kon ik nu niet
verder spreken, dat zou vergeefsche moeite geweest'
zyn. Door dit gesprek had ik echter een blik ge
worpen in dit verwaarloosde gemoed. Mij zelve
voelde ik nu verteederd jegens den baron. Ik ver
heugde mij over zyn afreiser kwamen verheven
plannen in mij op.
Gaarne had ik daarover met hem gesproken, maar
daar was geen gelegenheid voor. Ondanks hare
tranen bij het afscheid, bewaakte merrouw Kaulfuss
aanhoudend zijne schreden. Op beleefden maar vasten
toon sprak hij na het ontbijt„Veroorloof mij en
mijne vrouw eenige oogeublikken, mama
Als een onschuldig lam zag zij hem onderworpen
aan, toen hij mij wenkte in de aangrenzende kamer
te komen. Hier greep hij mijne hand en zei be
wogen
„Nu zeg ik je vaarwel, Marie 1”
Lach nu om mijne dwaasheid, Rese: er kwamen
tranen in mijne oogen.
Ernstig en verbaasd zag hy mij aan. „Heeft ie
mand het gewaagd je te dreigen of te krenken?”
Hij zag zoo boos, dat ik er van schrikte.
„Neen, neen I” antwoordde ik haastig.
„Waarom ben je dan zoo ontsteld Vrees je nu
reeds, dat het volharden in de goede zaak, waaraan
je geheel je leven gewijd hebt, je krachten zal te
boven gaan?”
Onderzoekend zag hy my aan en daardoor kreeg
ik mi/ni.zhkorheid in houding weer terug.
\Worit rervolf^,)
Men meldt uit Den Haag
Gisteren heeft het hoogheemraadschap van
Delfland de werkzaamheden een aanvang doen
nemen voor den aanleg van de 140 meter lange
bazaltglooiing van het eindpunt van hotel
>Zeerust< af voorby hotel Rauch (Berenbak)
tot ongeveer ter hoogte van de sociëteit
»Neptunus.«
Nu ook dit waterschap met de gemeente tot
overeenstemming is geraakt nopens den zand-
aanvoer voor bet herstel van den kunstweg
langs het strand, zal ook dit werk binnenkort
aangevat en met den meesten spoed worden
uitgevoerd, zoodat vóór den aanvang van het
badseizoen te Scheveningen aan de vernielingen
der jongste stormvloeden niets meer zal herin
neren dan de steenglooiing hier boven aange
duid en eene verfraaiing van het strand door
den hernieuwden kunstweg.
Voor de geruchten hier en daarbuiten, ook
in bet buitenland verspreid dat de toestand
van het strand zoo ontredderd zou zyn dat
de herstellingswerken vóór het badseizoen te
Scheveningen niet gereed zouden kunnen zijn,
bestaat niet alleen niet de minste grond, maar
zelfs hoegenaamd geen vrees. Eenmaal be
gonnen, zullen de werken met kracht worden
voortgezet en voltooid op den overigens daar
voor geatelden tyd, waarbij met het zomerseizoen
rekening is gehouden.
GOÜDA, 17 April 1895.
Door de politie alhier is aangehouden P. J.
J. die nog 3 maanden hechtenisstraf moet
ondergaan.
Beroepen by de Ned. Hervormde Kerk te
Nieuwerkerk a/d IJsel (toez.) ds. W. van der
Waal te Moercapelle.
Voor de arrondiseements-rechtbank te Rot
terdam stond gisteren terecht:
P. de K., 16 jaar, arbeider te Zevenhuizen.
Hij zou nl. den 14 Maart jl. te Zevenhuizen
den veldwachter dier gemeente, H. Vink, heb
ben bedreigd dezen van het leven te berooven
door met een stok in de hand hem toe te
roepen »ik zal je de hersens inslaan,» ik heb
altyd den stok bij my. Beklaagde ontkende.
Volgens het voorgelezen rapport staat beklaagde
te Zevenhuizen hoogst ongunstig bekendbij
beleedigt iedereen en maakt het alle voorby-
gangers lastig. Het O. M. requireerde vyf
dagen gevangenisstraf.
Vervolgens had zich te verantwoorden D. M.
B., 19 jaar, pakhuisknecht alhier. Hy zou
den 16 Maart jl. F. B. Scholten moedwillig
mat een mes herhaaldetëMtaver het gelaat
hebben gesneden. Beklaagtre^Kki zich het feit
met herinneren, omdat by deatyds dronken
was. Uit het getuigenverhoor bleek, dat be
klaagde en mishandelde eertyds dikke vrienden
waren en door een nietige oorzaak ruzie met
elkander kregen, waarop beklaagde zyn mes
trok en Scholten deerlyk in het gelaat sneed.
Requisitoir 2 maanden gevangenisstraf.
De feesttocbt met een stoomschip der Nederl.
Amerik. Stoomvaart-Maatschappy ter bywoning
van de opening van het Noord-Oostzeekanaal
beloofd voor de deelnemers zeer aangenaam te
zyn. Alle plaatsen zyn reeds bezet. Dat de
directie er echter aan zou denken een tweede
stoomschip naar Kiel uit te zenden kunnen wy
beslist tegenspreken. Evenmin is het stoom
schip dat den feesttocht zal maken reeds aan
gewezen.
Het 25-jarig bestaan van de Ned. Gist- en
Spiritusfabriek te Delft zal 20 April feestelyk
worden gevierd. Vrijdag 19 dezer, te midder
nacht, wordt het feest ingewyd meteen koraal
door het muziekdorps van de fabriek. Zaterdag
te 3 uren zal een groote optocht worden ge
houden, waarin de verschillende takken van
nijverheid en instellingen der fabriek worden
irtegenwoordigd. Daarna is er concert in
ït Park en ’s avonds bal champêtre in het
hot ijs rondom haar hart te doen smelten, kan ik
hier niet herhalen maar ik weet wel, wat mijn woor
den uitwerkten. Koppig begon zij te snikken, Ik
nam een haastig besluit; met goedheid was hier niets
te winnen, dus moest ik met strengheid beginnen.
Ik bracht het daarmee zoover, dat de schreikrampen
wegbleven en Armgard stil insliep. Toen zy den
volgenden morgen wakker werd, vertelde ik haar onder
het aankleeden allerlei mooie verhaaltjes.
Onwillig luisterde zij toe, maar langzamerhand
klaarden haar trekken opblijkbaar had ik door
mijn vertellen gewonnen. En het is toch nog maar
een kind zij trachtte haar dankbaarheid te too-
nen door mijne hand te streelen, als daarvoor maar
even gelegenheid was.
Onverwacht kwam ik heel onschuldig met do vraag:
„Waarom houdt jo niet van pap»??
„Omdat hij niet van mij houdt I” zei ze trotsch.
„Wie zegt dat?” vroeg ik bedaard.
„Mijn lieve grootmama en die houdt moer van me
dan iemand anders.”
„Je grootmama vergist zich, Armgard! Je papa
houdt meor van je, dan grootmama.”
Onzeker keek ze me aan; hare lippen trilden.
Hare wangen worden glooiend rood, toen ze tegen
me zei„Grootmama slaat mij nooit, papa dikwyls,
gisteren nog met den stok.”
„Je was niet lief, hè?” vroeg ik dringend.
„Neen ik wilde je de bloemen niet brengen,
die papa voor je afgesneden had. Ik durfde niet,
want grootmama had het me verboden. O, groot
mama is zoo goedzy heeft me naderhand veel
lekkers gegeven
Hieruit, Rese, kan jo zien, met welke onzedelyke
De 9e lijst van het Centraal-comité voor het
Nationaal Epnds bedraagt f 2055, vormende
met de vorig® fösten een totaal van f 159.300.
Hieronder 'js .bult bedrag, te Amsterdam ont
vangen, nijp 'grepen.
Door het beduur van de Vereeniging tot
bestrijding van de knoeierijen in den boter-
handel* is een adres ingezonden aan de Re
geering, waarin geklaagd wordt over de toe
nemende/ misbruiken en gewezen op bet feit,
dat de öerlyke boterhandel vrywel machteloos
daartegenover staat. Het bestuur geeft in over
weging, toe te staan dat producenten van en
handelaars in boter hunne waar kosteloos onder
contröle mogen stellen van de Ryksproefstations.
mijne h^nd vooruit en drukte die tegen zich aan.
„Nog een poosje geduld, mevrouw,” zei hij lachend,
„wij zullen zoo dadelijk de keuken met bybehooren
gaan bezichtigen.”
Daar stonden de bedienden fluisterend bij elkan
der. Hoe stoven ze uit elkaar, bij het zien van den
baron, die ze terug riep en hen tot gehoorzaamheid
jegens hun nieuwe meesteres vermaande. Ik zou je
over Armgard wel meer schrijven, maar het begint
donker te worden en ik wil je nog vertellen van
Tiefort’s afscheid gisteren. Dat afscheid is tegelijk
de oorzaak, dat ik zoo slecht gestemd ben. Hier in
huis scheen niemand op zyn groote reis voorbereid
te zijn. Het vertastte allen, toeu ze er van hoorden.
Den avond te voren sprak ik er over met Armgard
bij het naar bed brengen, maar zij scheen er niet
om te geven. Ik had den baron verzocht het kind
bij mij in de slaapkamer te laten slapen eh nu slaapt
ze er ook, ondanks de achter mijn rug gevoerde
gesprekken met mevrouw Kaulfuss eu ondanks de
tranen van Armgard en hare grootmama. Bij die
onnatuurlyko onverschilligheid huiverde ik. Ik zette
me op den rand van het bedje neer en zei
„Alle goede kinderen houden veel van hun papa,
Armgard I en als men veel van iemand houdt, ziet
men hem niet gaarne vertrekken.”
„Ik houd niet var. papa,” antwoordde zij zoo
woest en boos, als ik niet van haar verwacht had.
„Waarom niet?" vroeg ik streng en zag haar
daarbij lang en ernstig aan. Het kind wendde het
hoofd af en antwoordde: „Dat zeg ik je niet; ik
behoef je niet te zeggen, wat ik niet wil. Je bent
mijn mama niet - mama is in den hemel I”
Wat ik toen tegen het arme kind gezegd heb om