»EL,
EL.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
JEN.
BINNENLAND.
Woensdag 1 Mei 1895.
No. 6647.
:ooping
FEUILLETON.
MG.
34ste Jaargang.
looping
rsteller.
erelend,
-UITEB,
weg 30,
Gouda.
De tweede Vrouw.
ING.
ran
Inzending van Advertentiën tot 1 uur de» midd.
GLEEVER,
Benoemd
«n SIGAREN-
12
▼an
vu» k Boon
Benoemd
Rozendaal
Haastrecht.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
jat
s der Zelf-
le uitspat-
rhouden
2 en tu 2 tot
)ERHOUDEN
gbare M.honie-
»n HUISRAAD,
om ia aan.
rermelden den
ten, door den
kond, op zegel
dag der rer-
ter Plaatae-
een GAREN
NEEN ent.
2 en ran 2 tot
IOUDERS van
nsdag den 7n
1 ore, in bet
Wrijving, voor
'IEN JAREN
fiOUDSCHE lOUBANT
Het leger des Heiis zal 19 Juli op het
terrein van Velsenbeek te Velzen, daartoe
welwillend afgestaan door baron Van Tuyll
van Serooskerken, een grooten velddag honden.
des morgens te
No. 49, aan den
■staan van den
ks (den Zon-
ormiddags 10
ir Plaatselyke
Notaris
sleever,
des morgens te
Echtelieden van
qjk C No. $34,
In het polderbestuur van Berg-Ambacht zjjn
verkozen tot Heemraden de heerenD.
Schouten en J. Potuyt, tot gecommitteerde
ingelanden de heerenD. Oskam, F. Vliet,
J. A. van der Straaten, A. Renachop en J.
Verdujjn.
anaf 190.
lenA/140,
iDEELEN.
Jfaor hti Dtiihch.
el eg en buiten*
lachen Zeedyk
i bet kadaster
en 1019 en
n, 90 aren en
Benoemd tot Voorzitter van den Poldpr
Hoog en Laag Bilwyk de Heer P. Graveland
in plaats van den Heer H. Uitienbogaart die
daarvoor heeft bedankt.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel mevr
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Benoemd tot Poldermeester te Haastrecht
de Heeren A. van Meyezen en W. Stolwyk
inplaats van de Heeren J. 0. Muller en C.
den Baars welke daarvoor hebben bedankt.
niet, dat die vreemde mij verdrijft, dat Armgard
haar natuurlijken schutsengel in mij verliest I”
De baron keerde zich af en nu begon zijn schoon
mama te snikken, dat de steenen er van ontroeren
zouden.
«Grootmama, grootmama I” begon nu Armgard te
jammeren, die dit tooneel tot dusver in stilte had
gadegeslagen.
«Armgard”, kreet de wanhopige vrouw, «zal je
grootmama verlaten P”
Het kind wilde zich in do uitgestrekte armen
van haar grootmama werpen, doch Tiefort verhin
derde dat.
«Armgard”, sprak hij koel, «grootmama blijft niet
langer bij mama, zij wil weggaan. Wil je mot haar
mee, of blijf je liever bij mama
«Kom, mijn hartje, kom”, vleide de oude.
Marie zwoeg, maar haar gelaat verried, hoe zwaar
er iu haar binnenste werd gestreden.
Het kind zag haar aan en riep uit:
«Lieve mama I ik blijf bij u 1”
Vast en innig sloot Marie het kind in baar armen
en daarbij helderde Tiefort’s gelaat op.
«Mama, Armgar.l heeft beslist gehe«l vry van
allen dwang, dat zult ge moeten erkennen. Wees
daarmee tevreden, blijf bij ons dan zullen wij
uwe booze woorden vergeten.”
«Neen, nooit, meineedige I Daarbuiten huilt de
storm, mijn smart zal hem overstemmen. Mijn on*
geluk kome op uw hoofd,” en met deze woorden
snelde zij als een waanzinnige weg. De baron liet
haar stilletjes gaan.
«Om Godswil, Koert, ze zal de hand aan zioh-
islvsn slaan,” sprak Maria ontsteld.
geval toe te geven, moet de staking df spoedig
zyn afgeloopen óf zal zjj ten gevolge hebben
dat vreemde werklieden de plaatsen innemen
en de stakers dus werkeloozen zullen worden.
Het gerucht loopt, dat heden de metselaars
zullen staken.
Nader meldt men nit Haarlem
Gisterenmiddag bedreigden werkstakers een
vreemden werkman by van Ommeren meiden
dood. By de komst van de politie namen zy
de vlucht.
De dreiger is bekend.
afb. Prys
verschrik-
eupd lydt
«ring, die
1 van een
het Ver
markt 84,
et bedrag,
:en boek-
10)
«Je bent me vóórgekomen, dame,” krijschte de
oude honend. «Je hebt den wilden vogel slim ge*
vangen vóór hij nog de waarheid kon vernemen, die
ik volgens mijn plicht hem moest mededeelen.”
Kalm maar vastbesloten bad Tiefort den arm van
zijne vrouw in de zijne gelegd. Zoo trad hij met
baar voor de vertoornde vrouw.
«Blijf bedaard, mama, en bedenk, dat ik besloten
ben myn levensgeluk tegen een ieder te verdedigen.
Mijn wel en wee was u altyd onverschillig maar
zie Armgard aan en erken wat de liefde eener edele
vrouw iu haar gewrocht heeft. Zij heeft haar nieuw
leven ingegoten. Ter wille van Armgardhond vrede!”
«Verrader, meineedige!” gilde zij tandenknarsend
«waag je het, mij van Armgard te spreken?”
«Ja,” antwoordde Tiefort op vasten toon. «Ge
verwyt mij, dat ik meineedig ben dat ben ik niet.
Ik heb mijn eed aan Elsa trouw gebonden.”
«Gehouden?” schreeuwde de oude buiten zich
selve. «Ja, zeker, letterknecht! Je hebt zeker vol
gens je eed gehandeld, toen je een avonturierster
tot vrouw nam en baar aanspoorde om Armgard van
mij te vervreemden, terwyi zy gedekt werd door de
waardigheid van moeder.”
Als eeu aangeschoten hert richtte Tiefort zich op.
Om hem tot bedaren te brengen, legde Marie haar
hand op zijn arm en fluisterde
«Koert, blijf bedaard.”
Voor de eerste maal hoorde hij zijn voornaam
van deze lippen dal deed hem wonderlijk aan.
Hy vergat zijne schoonmama en boog zich met vu
rige liefde om haar hand te kussen.
«Komediant,” riep zijne schoonmama op verach
tenden toon, «zoo heb je Elsa ook gekust, om haar
naderhand langzaam te vermoorden met je waanzin
nigen haat tegen mij.”
Bewogen antwoordde Tiefort hierop
«Ik haat u niet. Iu k!~l
aangenaam leven, maar vrouw en kind bij
begeven, waar hun een diner werd aangeboden.
Hier ging het kameraadschappelijk, echt mili-
tairement en oprecht toe en werd menige
dronk aan de Koninginnen, het vaderland en
het Indische leger gewijd.
De fuselier H. Loverink, een 29jarig jonk
man, ziet er flink uit en teekent geheel den
militair. Hy is gerechtigd tot bet dragen vau
de bronzen medaille wegens trouwen dienst en
van het expeditiekruis van Atjeh. Negen jaren
vertoefde hy in de tropische gewesten. Hoewel
bekend uit de brieven van den officier van
gezondheid Ujlaki, weet wellicht niet ieder, dat
hij, deel uitmakende van de kolonne Lindgreen,
aan den rechterschouder gewond werd en dat
hy, na uit krijgsgevangenschap verlost te zyn,
de geheele verdere expeditie bleef medemaken,
zonder eeu oogenblik door ziekte daarin ver
hinderd te zyn. Eerst by de terugkomst op
Java werd hij ziek. Ieder der aanwezigen,
hetzy militair of burger, beijverde zich den
dappere de hand te drukken en met zyn be
houden terugkomst geluk te wenschen.
Een der andere gewonden is de sergeant-
echrijver E. Verhagen, die in dienst van den
generaal Vetter was, en by den overval in den
bangen nacht van 24 op 25 Augustus gewond
werd. Hij verlaat den dienst met gagement
en is uit Uden (Noord-Brabant) herkomstig.
De belangstelling en waardeering, die allen
ondervonden, was groot.
Ik bied u in mijn buis een
o--’':-J Hyven myn 1”
«Ah zoodacht je, dat ik stil zou toezien, als
die blonde dame daar mij uit den zadel licht vroeg
de oude gebelgd.
«Dat zal ik nooit doen,” sprak Marie nu.
Weer klonk haar schel hoongelach en toen wendde
zij zich met een grafstem tot Tiefort
«Vrees je dan de eeuwige straf niet voor je meineed
vrees je de wraak niet van Elsa’s schim?”
De baron glimlachte weemoedig en antwoordde:
«Als de dooden zich met ons bezighielden, zou
alles op aarde veel beter gaan. Elsa zou mij daft
reeds lang verlost hebben van den zwaren last, dien
haar onverstandige wensch op haar sterfbed mij op
de schouders heeft geladen."
Het ontstelde gelaat van mevrouw Kaulfusa kwam
allengs weer in de gewone plooi. Aanvankelijk
klonk haar stem nog schril, maar.spoedig wist zy
haar gewonen zachten toon weer te vinden, toen zij
haar schoonzoon trachtte te bezweren met de
woorden
«Tiefort I by Elsa’s nagedachtenis I duld toch
Uit het overzicht van de onwedcre in Neder
land. naar vrijwillige waarnemingen, in 1894,
uitgegeven door het Kon. Ned. Meteor. Instituut
blykt, dat het aantal der stations, die aan de
waarnemingen deelnamen, 274 bedroeg. Het
aantal onweersdagen was 111. Gemiddeld
bedroeg in 1895 het aantal berichten per oo-
weersdag 33.6 tegene 28.5 in 1894, hetgeen
wyst op de mindere belangrijkheid der onweders
in laatstgenoemd jaar.
De maand Juli was bytonder ryk aan
on weder. Op 24 dagen werd on weder waar
genomen en 1357 berichten werden dienaan
gaande ontvangen, dat is ruim het ran
geheele ia het jaar ingekomen aantal. Daarop
volgt Augustus met 781 berichten on April
met 450. In Mei was hot aantal gering,
niettegenstaande in die maand het secondaire
maximum in do jaarlykscbo periode valt.
De onweders waren in 1894 grootendeels
van zeer plaatselyken aard; slechts enkele
buien waren te volgen, maar hadden een smal
frout, of waarschynlyk juister gezegd op een
klein deel van bet front hadden electrische
verschijnselen plaats. Alleen de bui, die in
den avond van 22 Juli over ons land trok,
had een regenfront met onweder, dat zich over
byna geheel Nederland uitstrekte.
De geringe uitgebreidheid verminderde in
geeuen deelo de hevigheid der onweders, ge
tuige het groot aantal tref berichten378 op
38 dagen, tegenover 233 op 52 dagen in
1893. Het aantal bagelbericbten, 356 op 64
dagen, is geringer dan dat in 1893 (409 op
49 dagen), maar de aangerichte schade is veel
belangryker en verder is nog, tydens de on
weders, door ben vergezellende hoozen en storm
vlagen groote schade toegebracht.
Met het stoomschip >Salak< van de Rotter-
damsche Lloyd kwam gisterenmiddag omstreeks
12 uren aan de Wilhelminakade te Rotterdam
aan een detachement militairen, sterk 28 man,
waaronder er zich veertien bevonden, die aan
de krijgsverrichtingen op Lombok hebben deel
genomen.
Op het dek geschaard stond de kranige schaar,
allen flinke mannen, typen van Indische mili*
tairen, de borst met eereteekenen versierd, als
zoovele blijken van trouwe diensten, den lande
in de overzeesche bezittingen bewezen. Enkelen
hunner, gingen op een stok geleund, hetzy
ten gevolge van lichaamsgebreken teu gevolge
vmu uo uoküüiüü Té» «vuudiugCu, hetzy wegens
lichaamszwakte.
Reeds lang voordat het stoomschip in het
gezicht was, hadden zich bij de aanlegplaats
verzameld de garnizoenscommandant, luitenant-
kolonel J. B. Verhey, de kapitein der mari
niers D. G. Vreedenberg, de luitenant-adjudant
dat corps E. Berdenis van Berlekorn, de
kapitein plaatselyk adjudant J. A. Nujj, de
kapitein-commandant van het Korps Koninklyke
Scherpschutters Hendrik J. J. Bos, met zyne
officieren, het muziekkorps van de Scherpschut
ters en vele belangstellenden. De velen, die
op het terrein van de aanlegplaats geen plaatsje
Te Oldeoburg zal binnenkort naar de >Kol-
nische Zeitung« meldt, het proces behandeld
worden tegen den avonturier, die als dr. Hans
Hubertus Patrisch twaalf jaren lang het ambt
van predikant aau de Lamberti-kerlc heeft
vervuld.
«Wees maar gerust,” klonk Tiefort’» bijtende ipot.
«Ik zal haar morgen wel goed verzorgd bij den
dorpsgeestelijke vindon, als oen spin loorend op mij,
berouwhebbend zondaar. Dat is my een* overkomen,
ik zal mij wachten voor de tweede maal. Liever
iU ik haar een deel van mijn vermogen af om haar
in de residentie te laten levon, dat is toch haar
liefste wensch. Vindt jo dat goed, Marie
Zij antwoordde slechts met oen toestemmend knikje.
«Corswald, 28 Deo.
Lieve, beato Theresa I
Er is gekommen in Sturm und liegen,
Er hat genommen mein Herz verwegen,
Nahm er das meine, nahm ich das seine?
Die beiden kamen zich entgegen I
Kückim,
O, Thereto, mijn man is hier. Onze harten heb
ben elkander verstaan. Vrijwillig heeft mevrouw
Kaulfuss voor altyd Corswald verlaten.
Hoe dat alles zoo gelukkig gekomen is? Dat
vertel ik u niet meer. De tijd van mijn zelfbeken
tenissen is voorbyer open» zich voor mij oen nieuw
leven vol vreugde. Wil je dat van nabij loeren
kennen Welnu, kom dan bij ons, we zullen jo
als een koningin ontvangen.
Ja, lieve, draal daar niet meo en kom door jo
v'riendelyken lach onzen dokter wat opbeuren. Hij
is dt eanigo, die meesmuilt over mijn goluk.
Na, LA spoedig ziens. Gegroet van
Uwptlrouwe vriendin.
TizroBT,”
tot Voorzitter van den Polder
Beneden Haastrecht1 de Heer H. Uittenbogaart
to Haastrecht.
Men meldt uit Haarlem
De werkstakende timmerlieden hebben niet
toegegeven. Do arbeid is Maandagochtend alleen
hervat door hen, die ook Zaterdag nog werkten
en de patroons houden die gezellen aau den
winkel om ze te vrywaren voor minder aan
gename bejegening vau de zjjde huneer kame
raden, die wel geen geweld plegen, doch door
woorden het de niet-stakers lastig genoog
maken.
Door de patroons zyn reeds een twintigtal
vreemde timmerlui aangenomen en er worden
er heden nog meer verwacht.
De stakers, die daarvan de lucht hebben
gekregen, houden trouw de wacht aan bet
station en in den Hout, op de aankomstplaats
van de stoomtram Leiden*Haarlem.
Ook in een deel naar Overveen, om te
trachten de daar werkzaam goblevenen te
belezen.
Daar de patroons bobben besloten in geen
GOÜDA, 30 April 1895.
tot Voorzitter van den Polder
de Heer H. A. Montijn te
hadden weten machtig te worden, verdrongen
zich daarbuiten, om toch iets van de plechtige
ontvangst te kunnen zien.
Inmiddels was het stoomschip aan de aan
legplaats gekomen en kreeg men gelegenheid
om aan boord te gaan. Op het voordek werd
het detachement door den gep. kapitein van
het O. I. leger, Lamers commissaris van af
monstering, die van den Waterweg af de reis
met de >8alak« herwaarts medemaakte, opge
steld en door den garnizoenscommandant ge
ïnspecteerd. Na afloop hiervan nam de overste
Verhey het woord en sprak den troep toe.
De overste begaf zich daarna te midden van
het detachement, drukte allen hartelyk de hand
en informeerde met belangstelling naar hun
toestand en hunne vooruitzichten. Menige
heldendaad werd daar op het voordek van de
»Salak< verhaald en toegejuiebt.
Vervolgens trad de echtgenoote van den heer
Laniers voor het front van den troep en reikte
den fuselier Loverink nit naam van de klein
dochter van generaal Michiels een krans over,
die den held daarop om den hals gehangen
werd.
Intusschen gaf het muziekkorps van het
korps Kon. Scherpschutters, dat bij aankomst
van de >8alak« het Wien Neerland» Bloed
deed booren, verschillende nationale liederen
ten beste.
Daarna trad de commandant van het korps
scherpschutters de heer Bos voor den troep en
heette als gedelegeerde van het Roode Kruis
namens de Rotterdamsche afdeeling, de terug
gekeerde gewonden welkom in bet vaderland.
De afdeeling beeft gemeend de komst van hen
die zich zoo kranig hebben gedragen en met
hun bloed de eer van het vaderland verdedig
den, niet onopgemerkt te mogen laten voorbij
gaan. Daarom was den heer Bos de taak
opgedragen hen te verwelkomen, en als bewys
van symjMthie en als betuiging, dat het Ne-
derlandsi^imolk niet onverschillig is voor het
bloed, in de Indische gewesten geplengd, bood
hy aan ieder hunner namens de Rott. afdeeling
een gesloten couvert aan, waarin het hun
toegekende bedrag in geld was gesloten. De
namen dezer gewonden vyf in getal, zynde
sergeant der inf. A. de Beer, de fuseliers S.
D. Feron en J. F. van der Vcekens, de serg.
schryver E. Verhagen en de ziekenoppasser
H. Loverink.
Kapitein Lamers betuigde uit naam van bet
Indische leger dank aan allen, die tegenwoor
dig waren, voor de bewijzen van hulde, dat
leger heden bewezen.
Omstreeks half twee uren verliet het deta
chement het stoomschip, om zit»h onder geleide
van kapt. Lamers, naar het zeerjaanshuis te