aten
R,
•echt.
<5
la,
Iffl
BINNENLAND.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1
I’
'1
Dinsdag 14 Mei 1895.
No. 6058.
34ste Jaargang.
l
4
II
FEUILLETON
ITZ.
L-1":
esdistrict
liet Lid*
Leden
•non,
1',
I
8
van
Inzending van Advertentiën tot 1 uur de» midd.
i®
ng te Ilaaatrecht
loco-Secretarie.
r)
larverslag der
km.n k Zoon
p, Papekop,
IJsel, Ber
il a/d IJsel,
Penningmr,
Secretaris.
its te schryven.
«komen.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e I y k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
r houders van
i in de eerste
ingeschreven door den
Woerden, voor f 5000.
n 188», Art.
te Amster-
i door middel
1 I
t
WH DMIIE (01 KAM
»p<
in d<
liever als
van twee valsche
Goor vernemen wij
van >bet Vaderland* gaarne bereid, giften in
ontvangst te nemen.
legenheden
aken zullen
den toever-
van opzettelijk
Te Groningen heeft een dame, mej. R. de
Graaf, zich gevestigd als photografiste.
Wy hebben vroeger reeds medegedeeld, dat
in het buitenland dit vak meer en meer door
dames wordt beoefend en dat daarvoor ook
bijzondere gelegenheden tot opleiding bestaan.
Meer bepaald echter zyn die vrouwelijke pho*
tografen werkzaam als assistenten. Dat zy
zelven aan het hoofd staan van een atelier
behoort ook in het buitenland nog tot de uit
zondering.
Het verheugt ons, dat een Nederlandscbt*
dame den moed heeft gehad dit te ondernemen
en wy hopen dat het voorbeeld van mej. De
Graaf navolging zal vinden.
en Oranje
f
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Uroote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Keukenmeiden en soldaten.
Den In Mei maakten 35 Keulache keuken*
princessen een uitstapje naar Aken, om eens
te kijken, hoe de soldaten van 't 40e bet
maakten, die eenige weken geleden van Keulen
naar Aken waren verplaatst.
{Uit het Zweedtch.)
Gisterenmorgen ten ongeveer 10 nur was
de sjouwer C. v. E. op het Veerstal in be
schonken toestand. Een paar politieagenten
meenden hem te arresteeren, dit ging echter
nog niet vlot daar hy het op een loopen zette
en den Rotterdamschen dyk opliep. Op de hoogte
van den kogelvanger der schietbaan was hij
byna bereikt en meende een der agenten hem
wel te kunnen inbalen en zette het op een
loopen. v. E. dit ook gewaar wordende ging
eveneens aan den baal, tuimelde door de haag
heen in de laagte. De agent ook naar de
laagte en hem willende grypen, sprong v. E.
in een sloot en kroop aan de andere zijde bet
weiland in en vervolgde zijn tocht, de agent
aan de andere zijde latende. Des avonds iv
hij wegens dronkenschap op de Raam gear
resteerd.
Zaterdag j.l. had de vergadering plaats van
de onderwyzers in bet arrondissement Gouda,
onder leiding van den heer Kiewiet de Jonge
van Oudewater. Tot bestuursleden werden
herkozen de heeren Mr. Schim v. d. Loeff po
Emeis. Op de agenda waren geplaatst de
volgende onderwerpende pensioenbeweging,
het landbouwonderwijs op de lagere school en
vacantie. Zy werden respectievelijk ingeleid
door de heeren Posthumus, Kors en Veenstra.
Een gezellige maaltyd besloot de bijeenkomst.
haar zijn hart geschonken had, hij hoorde, hoo zij
hare trouw en liefde aan een ander schonk, omdat
hij den moed niet bozat, afstand te doen van de
weëlde, waaraan hij gewoon was. Hij was te ijdel,
om een huiselijk en gelukkig leven aan de zyde eener
vrouw die hij beminde, te verkiezen boven een on
beduidend leven in overvloed zonder haar.
Dit was lafhartig, maar nog niet alles. Hij zou
zelfs een zedelyk lage daad begaan, door namelijk
liefde te huichelen voor de eerstgenoemde vrouw, die
zonder schoonheid en zonder ervaring was. Hare
onbekendheid met de boosheid der wereld zou haar
tot eene gemakkolyko prpoi maken. Onder het mom
der liefde begeerde de jonge man hare hand, om
daardoor in het bezit van- haar goud te komen. Zeg
mij, Ivar, handelde hij gelijk het een edelman be
taamt
Ivar was herhaaldelijk van kleur vorauderd en bij
deze laatste vraag stond hij dadelijk op; maar Alma
strekte de hand uit, als om hem tegen te houden,
terwijl zij zeide
„Blijf zitten, ik heb nog niet geëindigd. Weet
gij, hoe deze man had bchooren te handelen, om
eerlijk te handelen P Hij had tot de ryke vrouw
moeten gaan en zeggen Ik bemin u niet, maar ik
weet, dat gij my bemint,; ik ben arm, gij zijl rijk
word mijne vrouw en ik beloof u op mijne eer u
te beschermen en te achten als degene, die mij van
eene armoede gered heeft, om welke te dragen het
mij aan moed ontbreekt. Ziet gij, Ivar, dan zou de
ryke vrouw, die hem oprecht en ernstig beminde
geantwoord hebben
„Ik beoog geen hooger doel dan u geluk te kun
nen bereiden. Ik zal uwe echtgenoot worden en
De ongehoord sterke en langdurige aardbe
ving, die onlangs in de Oostenryksche Alpen
streken zich deed gevoelen, heeft Laibach, de
hoofdstad van Krain, verwoest en een aantal
bloeiende dorpen in de omgeving eveneens.
Van de 1500 huizen van Laibach moeten er
300 tot den grond afgebroken en ruim 1800
verbouwd of geheel en al gerestaureerd wor
den. De ellende gaat dan ook aPe beschrijving
te boven, meldt men van daar; goheele straten
zijn afgezet wegens het gevaar voor instortin
gen, en Laibach is een stad van barakken en
tenten en dreigt een broeinest van epidemieën
te worden.
De armste inwoners, die gedwongen zyn in
de stad te blyven, zyn ten prooi aan een steeds
stygenden nood en ellende. Een dringende
bede om hulp wordt daarom uit het geteis
terde Krain ook tot Nederland gericht. Na
mens het Weener comité tot ondersteuning
voor Laibach en omstreken is de administratie
Op de secretarie eener gemeente niet ver
van Zutfen gelegen vervoegde zich iemand om
te gaan trouwen. Op de vraag van den
ambtenaar, hoe zjjne aanstaande vrouw heette,
antwoordde by »jao zeë dat wee’k zoo gauw
niet, rnaor ië heb heur verhuusbiljet bier.»
Gelukkig wist de man den naam van den
persoon ten wiens huize zy dienstbaar was,
zoodat spoedig haar naam werd gevouuin, en
toen het bleek, dat zy weduwe was en hem
gevaagd werd of zy kinderen had, zeide by
>jao, kinderen heit ze wel, maor hoevulie dat
wee’k niet, 2 of 3 geleuv’k.«
Te Oudewoade (Fr.) werd by nacht door
onverlaten de boom doorgezaagd, waarop een
ooievaarspaar zyn neat gemaakt had. Het
nest was neergevallen, doch de eieren waren
nog heel. Dezen werden warm gehouden, het
nest werd spoedig op een anderen hoogen
boom geplaatst en de eieren daarin gelegd.
Dadelyk nam bet paar weder bezit-van de
verplaatste woning, en bet wyfje zette zich
weder op de eieren.
Aangaande de arrestatie
munters te Hengeloo en
nader dat zy H. Ahrends en L. H. Plato heeten
en 27 en 29 jaar oud zyn. De eerste heeft
het valsohe geld (guldens en kwartjes) uitge
geven en werd Vrijdagavond te Hengeloo aan
gehouden, terwyl de andere de vervaardiger er
van is en te Goor in hechtenis werd genomen
Plato werd ia het bezit gevonden van veertien
valsche guldens. Beiden zyn Duitschera.
Da gereedschappen, die gediend hebben om
het valsche geld te vervaardigen zyn reeds ge
deeltelik in beslug genomen, en zullen verder
op aanwjjzing der verdachten worden opge
spoord. Beide personen hebben den wacht
meester der marechaussee bekend, zich aan
bovenbedoelde feiten te hebben schuldig ge
maakt.
Zaterdag den 8 Juni des voormiddags te
half tien zal de 61ste vergadering der Gewes-
telyke Vereeniging Zuid-Holland «Van het
Nederlandsch Onderwyzers-Genootschap plaats
hebben in de Sociëteit >Ons Genoegpnc.
Te ’s Ilage staat op de voordracht als No. 2
voor onderwjjzer le kl. de heer W. den Hoed
alhier.
Bij de Zaterdag gehouden herbesteding van
het eenjarig onderhoud der werken en kazer-
negebouwen te Woerden en aan de Wieric-
kerschans, onder het beheer der genie t<*
Utrecht (raming f 5040), was het laagst
heer A. Koteres te
Uit Hellevoetsluis meldt men dat by hit
ongeval van de >Idjen< gewond zijn: de
machinist le kl. v. k. J. J. Heaselsde voor
stoken le kl. J. H. Hemmen en M. Samen;
de vuurstokers 2e kl. L. van Zetten en B.
Lobking. Van Zetten werd in de maritiem*!
ziekeninrichting opgenomen.
misschien zult gij mij eenmaal leeren beminnen. Zoo
had zij hem kunnen antwoorden, wanneer hij niet
door eene schandelijke geveinsdheid hare hand had
zoeken te verwerven. Nu daarentegen verdween de
achting, die zij voor hom gevoelde, ontzonk haar het
vertrouwen, dat zij in zyne eer stelde. Zy kan....”
„Waarom houdt gy op, Alma?” zeide de graaf
met gedempte stem.
„Zy kan den man niet beminnen, dien zij bare
achting niet schenken kan.”
„Ik heb u begrepen, Alma.” Ivar stond op en
voor de gravin staande met de handen aan de rug
leuning van den stoel geslagen, zeide hij met diepen
ernst„Gij had mij uwe weigering op eene meer
verschoon’.ijke wijze kunnen geven, maar gij hebt
recht gehandeld. Gij hebt mij de geheele vernede
ring van eene onedele handeling doen gevoelen. Ik
dank u en voer de hoogste achting voor u met mij
mede. Dat eene vrouw met uw karakter een man
moet verachten, die uit eigenbelang eene liefde hui
chelt, die zyn hart niet gevoelt, is natuurlijk. Maar,
Alma, alvorens gij uwe verachting over mij uitstort,
weet, dat bet mij zelf tegen de borst stuitte dat
ik bet zelf laag vond, deze ellendige rol te spelen.
Was het niet ter wille mijner moeder en van de eer
mijner familie geweest, bij God! ik zou
een arme banneling op de wereld hebben rondge
zworven dan dat ik getracht had, door oen gehui
cheld gevoel uwe hand te verwerven. Nu heb ik
daarentegen deze jammerlyke daad verricht en ben
er door u voor gestraft. Noch het smeeken mijner
moeder, noch de eer mijner familie zal voortaan Ivar
Riddorhjerta er toe brengen, zich nog eenmaal zoo
diep te vernederen. Ik ga, Alma, en hoop, dat gy
Zaterdag is naar de strafgevangenis te Sche-
veningen overgebraebt de man verdacht be
trokken te zijn by de ontsporing van de
etroomtram naby Rynsbrug, die aan kwaad
willigheid wordt toegeschreven.
Uit het getuigenverhoor voor het gerechts
hof te Leeuwarden, in de zaak tegen den ge
schorsten ryksontvanger H. W. H. le Henge
loo in Gelderland, is gebleken, dat bekl.,
terwyl bij ontvanger in de buitengemeenten
van Groningen was, 2 posten op de grondbe
lasting betaald ieder f 100 te laag in het
journaal heeft geboekt en eveneens 4 posten
op de personeele belasting ieder f 20 dat hy
de beide eerste posten, tijdens hij daar nog
ontvanger was, heeft bygeboekt en de 4 laatste
na zyn vertrek ontdekt en toen door hem
by betaald zyn, zoodat er geen financieel na
deel is. Het is dus de vraag, of hier is eene
foutieve boeking by abuis dan wel uit fraude,
en het uitvoerig onderzoek liep dan ook vooral
over die vraag en over het karakter der
boeken.
Het bleek dat foutieve boekingen meermalen
voorkomen en, als ze ontdekt worden, admi
nistratief worden afgedaan en ook hier zyn
afgedaan, maar eene vervolging is ingesteld
nadat de officier van justitie naar loopende
geruchten information had ingewonnen. De
ontvangers, die gehoord zyn, oordeelen byna
allen dat hier sprake is van abuizen, vooral
omdat /van beklaagde gebleken is dat hij een
inaccuraat boekhouder is bij een accuraat per
soon zou men in dergelyk geval veeleer aan
opzet moeten denken maar zyn inspecteur,
die indertijd de zaak onderzocht en hem ge-
10)
„Zoudt gij waarlijk niet veel van mij kunnen hopen.”
„Alma!” Ivar kreeg eene kleur als vuur.
„Ivar, antwoord mij eerlijk, zoo als het een man,
een edelman past: bemint gij mij inderdaadP” Alma
ging tegen den rug van haar stoel liggen en vestigde
hare groote, heldere oogen op Ivar.
„Anders zou ik uwe hand niet gevraagd hebben,
Alma.”
„NietP Ivar, gij spreekt de taal der waarheid niet
•n toch meende ik, dat gij een open' en eerlyk ka
rakter bezat.”
„Alma, ik begryp u niet.”
„Gij zult mij dadelyk verstaan.” Het was alsof
Alma's oogen zich uitzetten «n vlammen schoten.
„Ik kende eene jonge vrouwzy was noch schoon
noch bijzonder begaafd naar den geest, maar zij had
een onbedorven hart, een eerlijk karakter en eene
hooge gedachte aangaande het ware en goede. Deze
vrouw was ongelukkigerwijze zeer rijk en zeer onerva
ren. In hare familie bevond rich een jong man, be
gaafd met een ongewoon voordeelig uiterlijk, beval
lige manieren en hoogst aangenaam in de conversatie.
Deze man beminde een schoon meisje, maar hij huwde
baar niet. Integendeel, zij trouwde met een man,
dien zy niet beminde en by, die haar beminde en
GOUDA, 13 Mei 1895.
De beer H. J. W. Haber, Directeur der
Rijksnormaallessen alhier, verzoekt ons te wil
len mededeelen, dat niemand en dus ook
geen pas geslaagd onderwijzer hem een
getuigschrift gevraagd heeft, ten einde te kun
nen solliciteeren naar eene vacante betrekking
te Haastrecht, en by gevolg evenmin door hem
eenig antwoord daarop kan zyn gegeven.
Wat de heer J. J. Grootendorst dienaan
gaande geliefde te vertellen op de openbare
vergadering van Vrydag l.l. was derhalve van
het eerste tot bet laatste woord onwaar.
sproken heeft, had den indruk
valsche boeking.
Beklaagde zegt, dat het niets dan haat en
woede van den inspecteur tegen hem is, omdat
hy niet onderdanig genoeg washet was om
hem te bederven. Ook oordeelden sommigen,
dat bet idee van kwade trouw in nauw ver
band stond met de leefwyze, het karakter en
de omstandigheden van den persoon. Hier
omtrent bleek o. a. dat beklaagde in het
laatst van April met meubelen uit Tiel ge
komen is en toen deze ontoereikende waren
voor het door hem gebuurde huis, hij dit heeft
laten aanvullen door Lybering, aan wien hij
op de rekening van f 432 een gedeelte betaald*
en f 300 schuldig bleef; dat hij met het oog
op verplaatsing aan notaris Hora Siccama den
verkoop zyner meubelen heeft opgedragen,
welke plaats had na zyn vertrek naar Henge
loo, doch dat hij in Sept, en Dec. 1893 daarop
reeds f 500 voorschot had ontvangen; dat hy
aan Lybering gezegd heeft dat not. Siccama
ham zou betalen, maar dat toen dit niet ge
schiedde, Lybering door tusschenkomst van
den advocaat mr. Bisdom hem om het geld
aangesproken en het daarop dadelyk ontvan
gen heeft wat beklaagde hierdoor ver
klaarde, dat de verkoop zoo weinig had op/
gebracht en Lybering veel te boog bét
geleverde berekend bad.
mij, zelfs mijn naam vergeten zult.” Ivar boog zich.
Ook Alma was opgestaan. Juist toen hij gereed
stond, zich te verwijderen, legde zij hare hand op
zijn arm, zeggende:
„Nog niet, nesf, zoo kunnen wy niet scheiden.
Ga dus zitten en laten wy ons gesprek eindigen,
alvorens gy my verlaat
„Wat zou Alma mij nog *e zeggen hebben P Alles
is immers gezegd, wat er kan gezegd worden,” zeide
Ivar.
„Alles nog lang niet. Ten minste heb ik slechts
de helft gezegd, van wat ik u wenschte te zeggen,
en gij, als oen hoffelijk cavalier, zult mij toch niet
willen verlaten, alvorens ik tot eene volledige ver
klaring ben gekomen.” Alma gipg weder zitten en
verzocht Ivar hetzelfde te doen, hetwelk hij dan ook
zwijgende deed.
„Nu het ergste achter don rug is, moest gy mij
de vriendschap betoonen, in volle oprechtheid mijne
vragen te boantwoorden. Daarvoor, Ivar, zal ik im
mer uwe schuhUnares zijn. Belooft gij mij eene
broederlijke openhartigheid P”
„Dat beloof ik u.”
„Dank u. Gy hebt mij dus nooit bemind en zoudt
nimmer mijno hand begeerd hebben, ingeval gij rijk
waart geweest on ik arm P”
„Noen; want lang vóór ik u zag, beminde ik eene
andere.”
„En gij bemint haar nog
„Hot is mij niet gelukt, uit mijn hart eeneliefde
te verdrijven, die met mij is opgegroeid. Maar zij
is nu gehuwd en dus dood voor mijn hart.”
{IFordt rarrotfd.)