VEE
IEIM.
,ni.
8>
-I
Zn.
uks
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
BINNENLAND.
No. 6668.
EBVEBU
Maandag 27 Mei 1895.
fj
rCAP
tELlLLETO.\
bij w
o, d ep.
ekens
tekens
ser kleine
fouten in
0 perstuk.
de.
I ll EB,
erdam.
en Koning
34ste Jaargang.
1
rij
stoomon
van
■ieked zyn de
Inzending van Advertentiën tot 1 uur de» midd.
plaats
van
A
In de Betuwe hebben tbaus de meeste boo-
dezen dag
M
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 y k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
i
nog wa vergeten mar je
briefje anpart der in doen
Z
aat 81.
OUDE
AMMER
•kt
Eenigen tijd geleden werd door het bestuur
I
I
(Uit het Zweedtch.')
tar by
ERS Jz.
van echtheid ia
turk steeds voor-
inaara der Firma
PB.
Het kohier der hondenbelasting te Berg-
Ambacht, is vastgesteld op f 248.
in het Bad, de
i lacht maken
r uitstekendste
za).
[uiinrichtingen
rzendt het vor-
ir Dr. in Dan
orden tiaar de
erfd.
nd of geverfd
rAznndbAid on 1
van den polder Ruigeweiile
Door den kerkeraad der Geref. Kerk B te
Schoonhoven is het navolgende drietal gefor
meerd: Dr. G. van Goor te Bunschoten, Ds.
T. 1). Prins te Bolsward en Ds. M. Keulemans
te Zierikzee.
iw afleverbaar
in eepe week.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
tad strekt, «4
ner der
ken over-
,e
m fl. 2.75
leze dikke,
m als eea
(dus het
wol opge-
jen worden,
toezending
prompt ult-
de Heer
4z.
en verven van
n, alsook alia
De tentoonstelling te Amsterdam is op
Hemelvaartsdag door ca. 16.000 belalenden
bezocht.
Levenloos is te Woerden naast zyn stoel
gevonden dr. O. A. J. Richelle, geneesheer
aldaar.
vrouw, die mij hoont en vertreedt en ik heb mij niet
gewroken. En toch gevoel ik verachting voor haar
//Voor mij,” viel de graaf in, toen Alma inhield.
„Had ik u niet bemind, Ivar, dan had ik u
verafschuwd, nu
//Veracht gij mij!” Ivar’s lippen trilden.
z/Ik beklaag u.” Alma stond op en reikte hem
de hand, er op zachten en waardigen toon bijvoe-
gende: „En ik zal het gebeurde van dezen dag
vergeten.”
Ivar greep hare hand en zeide met eene menge
ling van spijt en aandoening: „Uwe woorden, Alma,
zijn koud en bitter en toch heb ik geen oogonblik
opgohouden, u te hoogachten on te waardoeren I”
„En toch hebt gij mij bedrogen.”
//Gij zyt streng.”
„Neenik heb immers gezegd, dat alles vergeten
is. Ik heb vergoten, onvoorwaardelyk, het ditmaal
aan uw eigon beter ik overlatende, uwe handelwijze
voor hot vervolg te bepalen. Ik verlang niets van
u, ik hoop alleen.”
„En uwe hoop zal niet beschaamd worden.”
Weder verliep oen tijd, gedurende welken Ivar
zorgvuldig den toovercirkel van Constance’s schoon
heid scheen te ontwijken. Maar eene vrouw als zij,
buheorscht door haar egoïsme, was niet geschapen,
om het rustig aan te zien, dat de man, dien zij be
minde en door wien zy, tegen welken prijs ook,
wilde bomind zijn, zich torugtrok, om aan eene me
dedingster, al was die zijne vrouw, den voorrang te
schenken. Het gevolg hiervan was, dat zij alle mid
delen, die haar ten dienste stonden, aanwondde, om
Als een staaltje der onduidelijkheid van
sommige adressen van brieven, aan miliciens
gericht, deelt de N. Br. het volgende mede:
6 de reziment, 2 de battelajons, 2 de
konapi, klooster kaa zerne te bredaa.
Op de achterzjjde der enveloppe kon men
bovendien nog de onderstaande intieme mede-
deeling lezen
teunis ek ben
mot mar een
veur griet.*
der zangvereeniging Harmonie* te Nieuwer-
kerk a/d IJsel besloten, op een volgend concert
een operette op te voeren. Stukken werden
aangevraagd en daarbij gekozen Twaalf rei'
zigers in een diligence*. Ofscbo'&i in andere
jaren de repetities van Mei tot September ge
staakt werden, zullen nu zij, die in de gekozen
operette een rol vervullen, na Pinksteren om
den anderen Maandag by elkander komen, om
het stuk in te studeeren. De heer T. Kaptein,
onderwijzer, heeft zich belangloos beschikbaar
gesteld den zang met een pianino, door de
vereeniging tot dat doel gehuurd,te begeleiden.
gezondheid en
betrekking niet
te komen.
De voorzitter L. Kok en de heemraad H.
van Ingen, van den polder Langeweide, werden
wederom met algemeene stemmen als zoodanig
herbenoemd.
Tot voorzitter
is Woensdag door ingelanden gekozen de heer
J. de Koning te Waarder, ter vervanging van
den heer W. H. M. Doorman, die voor deze
meer in aanmerking wenschte
Volgens het adresboek voor den Naderland-
schen boekhandel, worden hier te lande 850
en in ’t buitenland 47 Nederlandsche dag
en weekbladen uitgegeven, tegen 771 en 45
in 1894.
Van deze verschijnen er te Amsterdam 145,
Rotterdam 54, ’sGravenhage 52, Utrecht 27,
Groningen 20, Leiden 18, Leeuwarden 15,
Zwolle 13, Middelburg 12, Nymegen 11 en
’s Bosch 10.
yk- en Moor-
n-Baden, warm
nteit, Massage.
Jicht en hare
en Onderlyfs-
Op de voordracht ter benoeming van een
dykgraat van de Krimpenerwaard zyn geplaatst,
de heeren D. Oskam, te Berg-Ambacht
N. Zijderlaan, te Stolwyk, en A. Vonk Noor-
dergraaf, te Ouderktrk a/d. IJssel, allen hoog'
heemraden.
hem weder tot zich te trekken en uitsluitend over
zijn hart heerschappij te voeren. Dit verlangen werd
te heviger, dewijl zij den uenech van haar hart en
hare ijdelheid wilde voldaan zien en zich tegelijker
tijd op Alma wreken voor de edelmoedigheid, waar
mede deze haar brief teruggegeven had.
Op een avond, toen een kleine kring van vrienden
by de oude gravin Ridderhjerta verzameld was, zat
Aims op eene kleine sofa in het salon en Constance
had zich op een leuningstoel naast baar nedergelalen.
De baron kwam naar Alma toe en met den rug half
naar zijne vrouw gekeerd, begon hij een gesprek
met de gravin. Constance was byna achter haar
man verscholen en toen Ivar, die vlak bij haar stond
en met zijne moeder praatte, zich met eene beleefd-
heids-phrase tot Constanco wendde, liet deze haar
zakdoek vallen. Op hetzelfde oogonblik dat Ivar
bukte, om dien op te rapen, deed de baron het en
greep den zakdoek Alma wierp een snellen blik
op haar man en haar nicht en toen zij op beider
gelaat eene uitdrukking van angst zag, stak zij de
hand uit en vatte don zakdoek, dien de baron niet
geneigd scheen, af te geven, met de woorden
„Pardon, neef, die zakdoek is de myne.”
„De uwe? Gij vergist u zeker, Alma. Een zak
doek met een inhoud als deze kan onmógelyk de
uwe zijn.” De baron werd bleek en vestigde een
onheilspellenden blik op zijne echtgenoot.
„Welke de inboud zij, de zakdoek behoort my,”
antwoordde Alma op vasten toon en maakte zich met
eene snelle beweging van den zakdoek in kwestie
meester, terwijl zij daarbij den haren achter zich op
de sofa liet vallen.
(JForJt MT9olfA)
In eene gister te Amsterdam gehouden ver
gadering der Vereeniging van post- en tele-
tfraafdirecteuren werd naddt de heer van
Diermen, te Loenen, tot bestuurslid was ge
kozen rappopt uitgebracht door den heer
H. Oroese, namens de commissie, omtrent het
kon. besluit van 21 Maart 1894.
Spr. verhaalde, hoe de commissie by den
directeur-generaal vooral op twee bezwaren
had gewezen
lo. dat het aantal direction der beide
dienstvakken gelijk wordt verdeeld
2o. dat voor de vervulling van een vacature
de voorkeur wordt gegeven aan een ambtenaar
van het dienstvak, waarvoor dat kantoor in de
hoogste klasse is aangewezen.
Zoowel het eene als het andere is in het
nadeel der telegraafambtenaren, zooals in den
breede werd aangetoond.
De directeur-generaal gaf hierop een nauw
keurig antwoord. De houding der Amster-
damsche Commiezenvereeniging had hem zeer
ontstemd, waarvoor hy echter niet het gansche
commiezenkorps, noch de Amsterdamschedirec
teuren aansprakelyk wilde stellen. Overigens
kon hy in het K. B. geen onrechtvaardigheid
zien, want de post-en telegraafambtenaren zyn
nooit geheel vereenigd geweest. De telegraaf
ambtenaren staan niet volkomen op dezelfde
hoogte-als de postambtenaren. Bovendien heeft
het besluit aanleiding gegeven tot meer yver
bij de postambtenaren. De regel van benoe
ming naar anciënniteit kon toch nooit steeds
Te Haarlem is onderhands aanbesteed hei
bouwen van het presbyterium de pastorie en
sacristy voor de nieuwe R. Kath. Cathedraai
te stichten, aan de Leidschevaart aldaar. De
laagste insebryving was van den heer H. R.
Hendriks, Nieuwer-Amstel, voor f 384,700.
De gunning had nog niet plaats.
water gesprongen, waaruit zij een poos later
dood werd opgehaald.
fiOÜDStJIE Ulllli \T.
Daar de wethouder, de heer D. Oskam, te
Berg-Ambacht, tydelijk de betrekking van
burgemeester vervult, door v.ertrek van jhr.
van Suchtelen, us tot tydelyk wethouder be
noemd de heer G. Voorsloijs Ja.
Eergister.n avond is te Woerden vrouw
v. d. B., na eerst in huis alles vernield te
hebben, in een vlaag van waanzin in het
De gewone jdarlyksche aanbesteding van
het onderhoud der gemeentewerken te Berg'
Ambacht, zal op Vrydag 31 Mei a. Js. p‘—*-
hebben.
Door de harddravery-vereeniging Voor
waarts te Oudewater is besloten op Dinsdag
13 Augustus e. k., op hare banen binnen de
gemeente, eene harddraverij te houden met
paarden, ingespannen voor de sulkey, nimmer
een prijs hooger dan f 200 gewonnen heb
bende. Pryzeu in geld worden uitgeloofd ten
bedrage van f 150, f 40 en f 20.
GOD DA, 25 Mei 1895.
De by het 8e regiment infanterie benoemde
kapitein W. N. Roldanus is bestemd voor de
bataljons te Arnhem in garnizoen.
recht verbeurd, die uit te spreken. Wanneer ik mij
gedragen heb zoo als het behoort, dan ben ik ook
vrij van alle schuld aan uwe afdwaling. Ik heb dan
het recht aan Ivar Ridderhjerta te vragen, of hij
zijne gelofte gehouden heeft, die hij niet alleen aan
mij in het byzonder, maar ook voor God heeft af
gelegd.”
Ivar bleef onbewegelijk voor Alma staan. Zij ging
voort
„Eenmaal beloofde! gij my, dat onze vereeniging
op een onbeperkt vertrouwen zou berusten. Hebt gij
deze gelofte gehouden Gij beloofdet mij ook, u
nimmer te vernederen tot do ellendige rol van min
naar van eens anders vrouw. Hebt gij deze gelofte
gehouden? Neen, gij hebt ze beiden verbroken en
zelfs die, welke gij my voor het altaar deedten
toch, Ivar, zal ik u geene verwijten doen. Ik be
schuldig alleen mij zelve, omdat ik mij aan illusiën
heb overgegeven, omdat ik uw karakter niet zoodanig
heb opgevat als het is, maar zoo als ik het mij in
mijne verbeelding dacht. Ik heb mij vergist, Gij
zijt de edelman niet van een streng, onwrikbaar eer
gevoel, zoo als ik mij dien voorstelde, niet de man,
wiens gevoel van billykhoid eh vastheid van karakter
het hem onmogelijk maken, zich aan een vernede
renden hartstocht over te geven. Nu ik dezen jam
merlijken misslag ontdekt heb, zouden verwijtingen
en beschuldigingen niet op hare plaats zijn. Ik zou
geheel gezwegen hebben, wanneer gij mij alleey bó-
leedigd had, want ik ben te trolscb, anderen de
plichten, die zij omtrent my hebben, te herinneren.
Ik heb van daag eene daad verricht, welke een zwak
sterveling zelden een tweede maal zou kunnen vol
voeten. Ik heb de eer in handen gehad van eene
Dit Kappel te a/d IJ. meldt men
Eeu meisje van 9 jaar viel voorover in deo
IJsel. Hoewel apoedig er uitgehaald, bleek
zp reeds overleden te zyn.
gevolgd worden. De directeur-generaal zag in
allen gevalle geen anderen weg.
Daartegenover werd door de leden der commii-
sie gewezen op de ongelijkheid, die ontstaat door
de gelijke verdeeling turschen personen, die in
ongelyke maatschappelijke omstandigheden
verkeeren. Bovendien werd de verzekering
gegeven, dat de Amsterdamsche commiezen
zich inderdaad niet zoo hadden gedragen als
de directeur-generaal wel meende.
De directeur-generaal verklaarde daarop,
gaarne terug te nemen wat hy omtrent de
commiezen had gezegd.
De hoofdindruk dien men had ontvangen
was deze: de directeur-generaal was byzonder
welwillend, maar zeer beslist van meening
en der zake volkomen kundig.
De oplossing, waartoe men in de commissie,
op voorstel des heeren Doorman, ten slotte
kwam, wasverdeeling der kantoren, niet naar
de klassen, maar naar de traktementen.
Dit voorstel is aan den directeur-generaal
gedaan.
Daarna werd door den heer Vorster, alhier,
verslag uitgebracht omtrent de‘ werkzaamheden
der gemengde commissie in sake borgstelling.
Het verslag der audiëntie by den minister
van Financiën, indertyd in druk verspreid,
werd gelezen. Na die audiëntie heeft de com
missie gemeend, te moeten afwachten, wat de
minister zal willen doen. Intusschen maakt zy
een plan gereed, voor ’t geval het ministerie
van de commissie voorstellen mocht vragen.
20)
„Boos? neen. Dit zou vooronderstellen, dat eene
of andere sterke hartstocht gewond was en dit is
niet het geval. Ik ben bedroefd, dat ik myzelve
bedrogen heb.”
„Gy wilt daarmede zeggen, dat ik u bedrogen
heb,” viel Ivar bitter in.
„Ik beschuldig u niet, ofschoon ik konde zeggen
graaf Ridderhjerta, gij zyt eeu man zonder eer, want
gij hebt uw eerewoord gebrokenmaar dit doe ik
niet, dewijl de schuld alleen aan my ligt.”
„Verklaar u.”
„Waartoe zou het dienen? Wij zullen elkander
nimmer verstaan.”
„Misschien hebt gij gelijk,” antwoordde Ivar op
denzelfden toon als vroeger„maar gy hebt te veel
gezegd, om niet uit te spreken.”
„Welnu, als gy het volstrekt wilt, dan zal ik open
hartig spreken. Antwoord mij eerst op de vraag:
heb ik in den loop van het jaar, dat wy getrouwd
zijn, u eenige reden tot raisnoegon gegeven^? Ben
ik eene onverschillige, laaghartige vrouw geweest.”
//Neen, gy zijt edelmoedig en goed geweest.”
»Gij hebt mij dus niets te verwijten?”
//Niets, op myne eer.”
«Neem de drie laatste woorden terug, gy hebt het
Uit Berg-Ambacht schryft men aan de
>Schoonh. Ct.«:
Hoewel men in de groote dagbladen vaak
tooneelen leest van ijselijke ellende, te groot
zou men zeggen, om door redelyke wezens te
worden doorstaan, ook hier te plattenlande kan
armoede en gebrek worden geleden, grooter
nog dan in de centra’s der bevolking.
Lezer, wat dunkt u van het volgende
Stel u voor een moeder, die met een vreemde
op de vlucht gegaan iseen vader, die hard
moet werken om voor de 4 overgebleven kin
deren het brood te verdienen, en teen meisje
van 16 jaar, dat den geheelen dag als moeder
over de kinderen moet waken en meteen nog
helpen moet om door teenschillen als anderszins
in de behoeften van het hnisgezin te voorzien.
Stel u voor, dat zulk een kind by den warmen
haard inslaapt. Denk nu verder, en zie in uw
gedachten hoe het vuur al verder voortschreit,
de kleederen van het arme meisje aantast, haar
zelve verschroeit en verbrandt,totdat het broertje,
door de onaangename lucht uit zyn slaap ge
wekt, zyn zuster waarschuwt, toen het reeds te
Iaat is tenminste eerst pas, toen het meisje
reeds half verbrand was en neergelegd kon wor
den op een leger van teen bast, en niet anders!
Denk er dan bij, dat de vader tot 54 dagen
gevangenisstraf veroordeeld is en die straf weldra
zal moeten ondergaan, en je zult u een denk
beeld kunnen vormen van menschelyke ellende,
die zekerlijk niet buiten toedoen der ouders
veroorzaakt ia, doch waaraan die by dezen toch
geheel onschuldig waren.
Gelukkig zal er, naar wij vernemen, spoedig
in betere ligging en verzorging worden voorzien.
Met smart vernemen wij echter, dat de genees
heer, hoewel hy hoopte het meisje in het leven
te kunnen behouden, toch meende te moeten
vermelden, dat het kind haar leven lang styf
en verminkt zal blyven.