uda.
1
4
77-79.
BINNENLAND.
a
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
)DE.
34ste Jaargang.
Vrijdag 21 Juni 1895.
No. 6689.
ige.
SF,
n
&Zn.
i.
FJEUILLETON.
DE ZANGERS.
ERTZ.
d
écezx,
ën,
onen,
iari door middel
NG.
en OM-
Inzending van Advertentiën tot 1 uur de» midd.
lijdelijk onbewoocd huis
langrijk bedrag voor pryzen beschikbaar gesteld.
goed
die verwarring van gewone
2 T.n tri. 3 zgn du. de gegjj-
Jaarverslag der
(Uit hei Zweedech.)
van 1889, Art.
an te Amster-
der houders van
gen in de eerste
den
\en
rer-
bw.
len
nee.
GOIDStïïE COURANT
\aar,
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
GOD DA, 20 Juoi 1895.
De heer L. C. G. Donwes Dekker ie te
Utrecht geslaagd voor het theoretisch apothe
kersexamen.
s vrijheid
abrikaten
•flesschen
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
In een lijdelijk onbewoond huis aan de
Prinsengracht te Amsterdam, is dezer dagen
ingebroken, waarschijnlijk door middel van een
valscben sleutel. De buitendeur was geheel
onbeschadigd gebleven en ook de kasten en
andere meubelen, welke binnen waren openge
broken hadden niet veel geleden. De dieven
hebben zich meester gemaakt van een aantal
voorwerpen en snuisterden, doch geld en zilver-
“-■1 was niet aanwezig. De bewpner, dr. G.
Boom, vertoeft buiten de stad.
zorgen en bij hare nichten te zijn, zoo dikwijls zij
zulks verkoos. Dit laatste was het juist, wat haar
voor het oogenblik het meest behaagde. Bovendien
had tante gezegd, dat zij een nieuw kleedje en een
mooien hoed zou hebben. Selma, recht tevreden
over hare overwinning, was jegens de oude vrouw
de hartelijkheid zelve. Zij zong als een vogeltje in
zijne vrijheid en dartelde om de oudo strenge dame
gelijk een bekoorlijke vlinder om de bloem fladdert.
Daags na het boven verhaalde gaf het dubbel-
kwartet te X. het eerste concert.
De jonge dames Koberg en Selma hadden in weer
wil van allerlei kunstgrepen niet één van de zeven,
haar onbekende jongelingen vóór hun optreden in
de concertzaal te zien gekregen.
Het eerste concert was voorby en de meisjes had
den met het muzieklievend publiek van de stad
barer inwoning het genot gehad, het zingen der stu
denten aan te hooren en daarenboven, terwijl zij
verrukt werden door het gezang, waar te nemen, hoe
de zanger» er uitzagen.
Na afloop van het concert werd het achttal bij
Koberg genoodigd. Er heerschte eene vroolyke
stemming. Zang en dans tot twee uur in den nacht
en daarna eene serenade aan de dochters des huizes.
Men kon onmogelijk gelukkiger zijn dan de drie
nichten.
Selma was om de serenade dien nacht bij Elin
en Emma gebleven.
Op dezen ongemeen vroolyken dag volgde een
morgen en nu zou men elkander de indrukken me-
dedeelen, die men ontvangen had.
«Nu, Selma,” sprak Emma, terwijl zij met bijzon* I
van de masten der Enkhuizer schepen en
visschersvaartuigen, die in dé haven lagen,
ontplooide het dundoek zijne banen.
haast u nu, meisjeswy moeten zorgen, dat wy aan
het ontbijt zijn, om tegenover onze gasten do hon
neurs waar te nemen.
«Tegenover King meent gij zeker,” viel Elin in,
„die gisteren zoo druk mot u was en met wien gij
niet weinig koketteerdetik durfde u haast niet
aanzien. Van Selma wil ik in het geheel niet spre
ken; want zy was zoo geheel en al door Sandstedt
ingenomen, dat zy zag noch hoordeen wanneer Anton
van daag niet van jaloerschheid verteert, dan beteekent
zyne liefde niets.”
«Spreek niet van Anton,” riep Selma uit, «ik mag
toch wel genoegen vinden in het gezelschap vaneen
knap student, zonder dat dit gevaarlyk isoverigens
waart gij zelve niet beter dan wygy deedt alle*
om Harald te behagen en de jonge dames Kzoch
ten op de beste wijze hare belangstelling te toonen
in Den NMij dunkt, dat de meisjes in X.
over het algemeen veel sympathie aan den dag ge
legd hebben voor de gasten uit de geleerde stad en
daar deden zij wel aan; want daardoor toonen zij,
liefde te hebben voor beschaving en verlichting.”
Op deze woorden barstten Emma en Elin in een
luid gelach uit, waarmede Selma instemde.
De dames waren uu gekleed en gingen naar de ka
mer, waar het ontbijt gebruikt werd en waar het weer
oven vrolyk toeging als den avond te voren. Harald
was stoutmoedig genoeg, na het ontbijt den voorslag te
doen tot een dansje en zoo deed men een paar walsen
nog lang vóór het middag was.
De studenten bleven eene geheele week in X., alwaar
zij drie concerten gaven en op even veel bals genoo
digd werden. Eindelijk moesten zjj weder reizen.
(FerA
Nu meende mevrouw Sturm ook, dat zij meei dan
streng tegen het arme kind was en haar wellicht
een te groot respect inboezemde, naardien Selma zoo
bang voor haar was, dat zij vreesde van schrik eene
beroerte te krijgen. Ja, het was zoo klaar als de
dag, dat zij Selma zachter behandelen moest. Het
zou ten hemel schreien, wanneer zij het eenige wezen,
dat zij beminde, den dood op het lijf joeg. Dat zou
niet gebeurenzij zou trachten hare drift te matigen.
Terwijl tante dit alles overdacht, verhaalde Selma,
dat er een dubbelkwartet van studenten in de stad
was aangekomen; dat dit nieuws baar zeer blijde
gemaakt had; maar dat het haar nu in het geheel
niet scheelde, of de zangers in X. waren of niet. Zy
wist wel, dat zy toch niet op de concerten zou ko
men. Alle andere meisjes kwamen er welalleen I
zij niet, enz.
Mevrouw Sturm haastte rich, haar te verzekeren,
dat rij ze allen zou by wonen en dat zij zich kon
vermaken, zoo veel haar lustte, mits zij maar niet zoo
vreeselyk bang voor tante was.
De vrede werd gesloten en Selma had, zooals by
al dergelijke gelegenheden, de overwinning behaald
en hare wensshen vervuld gezien. Zij had verlof
gekregen, de concerten te bezoeken, voor een bal te
Gisteren werd te Enkhuizen in tegenwoor
digheid van den burgemeester, de leden van
den gemeenteraad en andere notabele ingeze
tenen der stad de eerste steen gelegd van de
50 arbeiderswoningen met opzichterswoning in
het Snouck van Loosenpark.
Na de steenlegging werd eene oorkonde,
waarvan door den heer Grevenstuk, calligraaf
te Amsterdam, twee exemplaren waren ver
vaardigd, ingemetseld. De inbond luidt:
>Op heden, Dinsdag, den 18 Juni achttien
honderd vijf en negentig, is de eerste steen
gelegd van de woningen in het Snouck van
Loosenpark te Enkhuizen, door Theodora
Lakenman, geboren te Enkhuizen den 29steu
April 1882, oudste dochter van Wander La
kenman, beheerder van het Snouck van Loo-
sentonds, en is de oorkonde in duplo opge
maakt en één exemplaar ingemetseld in den
voorgevel van de opzichterswoning. Enkhuizen
ten dage, maande en jare als boven, onder-
teekend door de steenlegster, de jongejuffrouw
Theodora Lakenman, de heer en W. Lakenman
en G. Wendelaar, beheerders van het Snouck
van Loosenfonds, enz.<
Het geheele terrein was met vlaggen ver
sierd. Ook uit do gevels van vele huizen en
1
nzage.
jj|,De rechtbank te Arnhem veroordeelde J.E.,
verversknecht te Yelp, die by een twist met
zyn neef H. Bloemink zoo ongelukkig aan
den hals trof met een stopmes (dat hy toe
vallig dien dag bij zich had en dat hij ge
bruikte om zich tegen eene bedreiging met
eetketel te verweren), dat de linkerhoofdslag-
ader werd doorgesneden, met het gevolg dat
de gewonde doodbloedde, tot de crimineel®
straf van 3 jaren. De eisch was 2l/s jaar-
Toen gisterenmiddag 3 uur, een goederen
trein, komende van Enkhuizen, het station
Kwadyk— Edam binnenliep, ontspoorde de
locomotief en drong diep in het zand. Per
soon lijke ongelukken hadden niet plaats. De
passagiers der personentreinen moeten nn aan
de eene zijde van de plaats der ontsporing uit
stappen, en aan den anderen kant in een trein
overgaan. Er is ook vertraging. De treinen
wisselen anders te Oos'zaan, en dat is nu on-
mogelyk. Vermoedelyk zullen aansluitingen
gemist worden. Eenigen tijd geleden had te
KatwykEdam ook al een ongeval plaats bij
een wissel.
Het »Hbl.« wyst op eene noodzakelyko
verbetering in de bepalingen omtrent de be
handeling van gevangenen, naar aanleiding
van de bekende zaak-Waale.
Zooals de commissie uit de Tweede Kamer
aantoont, zegt het blad, wordt thans
de geheele (onvrye) bevolking der gestichten
samengevat onder het woord gevangenen.
Gevangenen heeten zy, die tot gevangenisstraf,
en zy, die tot hechtenis veroordeeld zyn, ge
gijzelden zy op wie lyfsdwang wordt toegepast,
gefailleerden en opgesloten minderjarigen, in
dien zy in bewaring zyn gesteld in een huis
van bewaring, hoewel de laatstgenoemd*) ver
zekerde bewaring zoo ver van andere vormen
van opsluiting afstaat, dat zy ook elders, voor
den gefailleerde in zijne woning, kan worden
toegepast.
Bestaat nu die verwarring van gewone
gevangenen met de overige onvryen enkel in
de huishoudelijke reglementen?
Gelijk de commissie zelve uitvoerig betoogt,
vindt men de verwarring ook in het algemeen
reglement van inwendig bestuur, dat by kon.
besluit van 31 Augustus 1886 (Stbl. no. 159)
is vastgesteld, en daarin is zy overgegaan uit
de wet van 14 April 1886, >tot vaststelling
van de beginselen van het gevangonwezen
en de wet van 3 Januari 1884, >tot aanwy-
zing der gestichten, waar hetzy gevangenisstraf
hetzij hechtenis wordt ondergaan en van aan
verwante gestichten,»
De drie eerste artikelen der wet van 1884
luiden
»Art. 1. De gevangenissen worden onder
scheiden in strafgevangenissen, huizen van
bewaring en passantenhuizen.
>Art. 2. In de strafgevangenissen wordt,
behoudens het bepaalde by art. 25 van het
Wetb. v. Strafrecht, uitsluitend do burgorlyke
en militaire gevangenisstraf ton uitvoer gelegd.
>Art. 3. De huizen van bewaring zyn
bestemd
lo. tot opneming van hen, die de straffen
van hechtenis of militaire detentie moeten
ondergaan
2o. tot opneming van alle anderen, wier
vastzetting, aanhouding, gevangenneming of
gevangenhouding door het openbaar gezag is
bevolen ot krachtens rechterlijke uitspraak of
beschikking geschiedt, voor zooverre geen an
dere plaats voor hen is bestemd:
»3o. tot verbljjf van doortrekkende en van
onder verzekerde bewaring vervoerd wordende
personen.»
Onder no. 2 van art. 3 zyn dus de gegij
zelden begrepen.
Mocht de burgery van Lekkerkerk op 12
dezer baar Burgemeester Jhr, L. De Geer van
Jutphaas en Echtgenoote feestelijk ontvangen,
Vrydag ontvingen de jubilarissen als tegenfeest
de schooljeugd.
Op verzoek van den Burgemeester had de
Vereeniging tot wering van schoolverzuim op
zich genomen om voor de geheele regeling van
het feest te zorgen en van die taak heeft ze
zich uitstekend gekweten. Een stuk weiland
was feestelyk ir orde gebracht en aan broodjes,
koek, bruidsuikers en dranken ontbrak het
niet.
Onder kindergezang werd het paar naar zyne
feesttent gebracht, waar Dr. A. Vonck, als
voorzitter der vereeniging tot W. v. School-
verz., hen welkom heette en de Burgemeester
het feest opende. Gedurende de geheele feest
viering hielden de gastheer en gastvrouw zich
onder de feestvierenden op. Aan ’t slot werd
door den heer H. J. van Dongen een woord
van dank gesproken uit naam der jeugd en
onderwijzers en sloot de Burgemeester met een
hartelijk woord het feest.
Algemeen was men tevreden over hetgeen
de jeugd had genoten; niet het minst de jeugd
zelve, die zich mede vermaakt had met hetgeen
de heer Schramade deed, terwyl een muziek
corps de feestelijke stemming aanwakkerde.
Een lieve attentie werd het echtpaar bewezen
door bet kleine nichtje van As, Den Oudsten,
dat mevrouw een aardig bouquet overhandigde
terwyl drie andere meisjes een programma der
vermakelijkheden aanboden.
Inzake het schoollokaal van de christelijke
school te Alblasserdam hebben Ged. Staten
van Zuid-Holland vernietigd de uit’praak van
den inspecteur van het geneeskundig staatstoe
zicht, waarby dit lokaal was afgekeurd als
schadelijk voor de gezondheid of onvoldoende
voor het aantal leerlingen.
H. K. H. de Groothertogin van Saksen Wei
mar, prinses Sophia der Nederlanden, heeft
aan het bestuur van den Bond van rustende
schutterijen in Zuid-Holland een1 prachtigen
prys geschonken voor den in Augustus te
Loosduinen te houden schietwedstrijd van het
le bataljon. Ook door het rijk is een be-
Men meldt uit Enschede van 18 Juni:
Maandagavond had er alhier eene druk be
zochte vergadering plaats van metselaarsbazen
en aannemers ten einde te spreken over de
door de metselaarsknechts en opperlieden ge
vraagde loonsverhooging. De metselaarsknechts
en opperlieden hadden als afgevaardigden en
gevolmachtigden gezonden de bestuurderen van
de >St. Jozeph» vereeniging en van de ver
eeniging Harmonie*.^
De aannemers en metselaarsbazen waren
van gevoelen, dat er eene loonsverbooging
moest plaats hebben en besloten alsnu het
loon der knechts te brengen voor de metse
laars op 16 en voor de opperlieden op 12
cent per uurhet loon bedroeg tot nu toe 15
en 11 cent. De bestuurderen van St. Jozeph
en Harmonie namen hiermede geen genoegen
en gaven dan ook den werkgevers te kennen,
dat men nu wel spoedig meer van hen zoude
hooren.
Men meldt uit Den Haag
By de spoorwegdruxte van gisteren bevon-
zich te midden van velen, die, om toch maar
naar Leiden te komen, zich tevreden stelden
met een staanplaatsje in den goederenwagen
van den trein, een opperwaardigheidsbekleeder
aan het Hof en een vreemde diplomaat, hoofd
van zending bij eene Zuidamerikaansche re
publiek.
Tusschen den Haag en Leiden liepen gister
op de spoorbaan der H. IJ. S. M. 84 extra-
treinen ter gelegenheid van de maskerade.
Van hier vertrokken 13,596 maskerade-
gangers.
Vooral laat in den avond was de drukte
aan het station te Leiden overweldigend, en
de laatste trein kwam uit de sleutelstad,
’s nachts 5 minuten vóór drieën hier aan het
station aan.
Ook vandaag was ’t vrij druk.
De zakkenrollers schynen ook present ge
weest te zyn geweest, althans hier en daar
werd aangifte gedaan van het vermissen van
horloge of portemonnaie.
der welbehagen haar fraaie, bruine haar opmaakto,
«hoe vondt gij Ring? Ik moet zeggen, dat hy mij
het best beviel; hy heeft zulke fijne trekkon en zulk
een mooi haarbovendien was hij uiterst beleefd en
prettig in zyn spreken. Hij heeft driemaal met mij
gewalsthebt gy het opgemerkt
«Wat zegt gij?” riep Selma, «spreekt gij van
Ring? Zag die er zoo goed uit; ook al» hij naast
Sandstedt stond? Hebt gij ooit zulk een «beelderig”
gericht gezien als het zyne? Ik beken eerlijk, dat
ik niet weet, hoe de anderen er uitzagenzoo leven
dig was da indruk, dien Sandstedt op mij maakte.”
«Beelderig gericht I” viel Elin in en streek eene
plooi in haar kraagje glad, «het is by Selma altijd
gradatio. Ik beken, dat hy er goed uitziet; maar
ik geloof, dat hij het weot. Ik stel altyd Harald
boven al de anderen. Overigens moet ik zeggen,
dat het allen knappe jongens zijn en ik kan niet
begrijpen, hoe Selma in extase kan geraken over de
schoonheid van Sandstedt en Emma verrukt is over
de beminnelijkheid van Ring.”
«Misschien waren zij allen even mooi?” viel Selma
in. «Wilt gij beweren, dat er acht zulke mooie
studenten als Sandstedt gevonden worden? Neen,
mijn lieve, zoo mild is de natuur met hare schoon-
heidsgaven niet. Bovendien was ik de eenige niet,
die vond, 'lat hij er zoo goed uitzag; al de meisjes
waren van hetzelfde gevoelen en zelf» tante G
dat oud» mensch, sprak met volle overtuiging, toen
zij zeide, dat Sandstedt «een charmant voorkomen”
had. Als Anton er zoo uitzag, dan werd ik een
engel van goedheid, om hem te behagen.”
«Daar twyfel ik aan,” meende Emma, «het is zoo
gemakkelijk niet, zich eensklaps te veranderenmaar,