Ir
II8I0
DE MARSKRAMER.
4' I
r.
P'J
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda eb Omstreken,
Dinsdag 6 Augustus 1895.
34ste Jaargang.
01.
ten.
FEUILLETON.
M
an
III
,en.
'in Bois.
No. 6728.
1AN.
1 1' 1
Zwegen.*
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
I
jrvïnden.
van
De
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
4>
3e. dat
mseeren.
1
fms
't unirerseel geneesmid-
HNDELINCX
ENTHOVEN.
STIIAAI’'
s
en Stad-
U8 heb
reidheid op de
gen op de ge-
(Naar het Duilech.)
botterdam
'PE KATTE
HONDEN enz.
ven 30, iedere
1
Te Marburg promoveerde tot doctor in de
scheikunde, op proefschriftBeitrage znr
Kenntniss vod Pryridin acetonchloria<, De
heer D. Knuttel, geb. te Langerak bez. de Lek.
t e r ti gj.
d« Liter
3 iriN BOIS
te Anonyme,
dl in versegel.
leeeohen van
id, vooralen
van Dr. P. F.
j BOOS.
f 1.30.
rkrijgbaar b(J:
WANKUM
T, Oosthaven
Dr. Raïchline deed onlange in het genees
kundig genootschap te Weeuen mededeelingen
omtrent die belangwekkend proefnemingen.
ging bet schot af,
aan bet hoofd.
Gelukkig bleek de wond niet gevaarlijk te
wezen.
Pekela en
Groningen, die dezer dagen naar het huis
H H. A W M i IA/ W wwl. wl - 1
staat van faillissement verklaard.
De heer K. Dik, burgemeester van Nieuwe
lid van de Provinciale Staten van
w i van
bewaring te Winschoten is overgebracht, is in
GOUMJIE COURANT
ADVERTENTIES worden geplaatst
15 regeh a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
in myne eenzaamheid niet langer kan uithouden I”
Pauline zag het toedere meisje met schitterende
oogen aan. „Mag ik werkelijk je boezemvriendin
worden, Alice? Mag ik? O, dan zal je alles van
mij weten, al mijn strijd en verdriet, al mijn hopen
en wanhopen. Maar kindlief, last dan je moedertje
ook eens in jou hart lezen, want gedeelde smart is
halve smart, vergeet dat nooit I”
„Ja, ja, Pauly, ik zal verder kwam het niet,
want een vloed van tranen verstikte Alices stem.
„Kom van avond in myne kamer slapen, dan, als
het donker is, zal ik alles zeggen, wat mij drukt I”
Zwijgend kuste Pauline hare bleeke vriendin on
stiefdochter en stond op.
Helmstedt had den korten afstand tusschen Morton-
House en Oaklea snel afgelegd, en Dick, die zijn
paard in ontvangst nam, verwees hem, op zijn vraag
naar Mr. Elliot, naar de bibliotheek. Helmsiedts
blik vloog even langs de vensters, of Ellen zich niet
hier of daar vertoonde, maar hij zag niemand. Hij
vond het Ófg vervelend, dat hij reeds den tweeden
dag na zijne aankomst zondor geldige reden van
’s morgens tot ’s avonds weggebleven wason eeno
inwendige stem waarschuwde hem, dat er tijdens
zyne afwezigheid iets onaangenaams voorgevallen was.
Elljot zat by den haard in een boek te bladeren,
toen de jonkman de bibliotheek binnentrad.
„Wel, Sir,” zei hy, een ondenkbaar klein oogen-
blikje opziende, „hebt u hier de streek eens good
opgenomen P”
„Ik moet voor mijn lang uitblijven excuus vragen,”
antwoordde Helmstedt; «onder het rijden naar Mor-
tonhouse ontving ik onverwacht eon bericht over het
mij ontstolen geld, waarom ik, na bekomen verlof
De rechtbank te Amsterdam veroordeelde
W. C. Roohé en J. F. Kogen hop, wegens po
ging tot diefstal in de woning van den heer
Op ten Noort aan de Sarphatiekado aldaar,
ieder tot 5 jaren gevangenisstraf.
Een zwaar onweder woedde heden over de
gemeente Het Bildt. Onder St. Jacobi-parochie
sloeg de bliksem in; evenwel werd de brand,
die reeds het hooi had aangetast, gebluscht.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s
me'|t uitzondering van Zon- en Feestdagen.
ijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
BINNENLAND^
«MlODDA, 5 Augustus! 1895.
Wy herinneren onze stadgenooten er aan
dat morgenmiddag 2 uur in 4e St. Janskerk
weder een orgel-concert zal plaats hebben.
Ongetwijfeld zullen velen, die anders verhin
derd zyn, deze uitvoering by wonen en zich
uitstekend iajni
Wie nog kennis wil maken met de Ne-
derlandschè tooneelvereeniging (Directeur Chris-
pyn), dier onlangs de eer der vaderlandsche
kunst zoo (goed ophield te Berlyn, waar ieder
vol was v^u het natuurlijk spel dezer artisten,
móet zich haasten. Hedenavond nog ééne
voorstelling in den Schouwburg Van Lier.
Het stuk,i dat gegeven zal worden is reeds meer
dan 70 malen door het gezelschap vertoond
en moet zeer vermakelyk zyn. Tot slot nog
een nastukje Zy wil niet trouwen.
t Wij vertrouwen, dat alle minnaars der too-
neelspeelkuust een bewijs van sympathie zullen
geven aan den heer Chrispijn voor zyn streven,
temeer daar het stuk past in het kader van
bet kermisvermaak.
Gisteravond zagen wy Ibsens klein Eyolf,<
dat voortreffelijk werd gespeeld door den heer
Schwab als Alfred, Mevr. Schwab als Rita
Mej. Westenberg als Asta en Mevr, de Boer
als het Rattenvrouwtje. De heer Van Deinse
als Borgheim voldeed ons maar matig. Wij
waardeerden zeer de gelegenheid een product
der nieuwe richting zoo goed te zien voor
dragen wy twyfelden echter of bet meerendeel
van het publiek de keuze als kermisstok toe
juichte. Zeker zou het op een gewone winter-
avondvooratelling beter tot zyn recht gekomen
zyn.
Aan de wielerwedstrijden, op 17, 18 en 19
Augustus a. s. te Keulen te houden, om de
wereld-kampioenschappen over 1895, zullen,
volgens de >Haarl. Ct.,< deelnemen in het
nummer over 1 Engelsche myl, 4 of 5 Neder
landers, waaronder Eden en Rademakerin
het nummer over 100 K.M. komen uit Cor-
dang en Witte veen.
fl’t Is niets, Alice I” antwoordde zij met eene po
ging tot lachen, «het schreien overvalt mij wel eens
zoo maar zonder aanleiding, en dan doe ik het maar
in eens voor drie maanden af!”
Hel bleeke meisje, dat voor haar stond en de armen
om haren bals liet, zag haar diep in de vochtige
oogen en schudde langzaam het hoofd. «Je miskent
je zelf, Pauly,” sprak zy zacht, „dat je mij nu niet
vertrouwt, en toch heb ik nooit meer van je gehou
den dan juist nu ik weet, hoe het ongeluk weent,
lieve Pauly. Toen pa je tot mijn moedertje maakte
en je mij behandeldet als een ziek kind, had ik mij
vaak o zoo graag aan je hals uitgeschreid, maar je
gezicht was altijd zoo helder en opgeruimd, alsof je
nooit een traan gezien en je hart nog geen ongeluk
gekend had maar nu weet ik, dat ook een lachend
oog smart verbergen kan.”
En toon hare droefgeestige, maar sympathieke blik
andermaal in de ziel van liet jonge stiefmoedertje
doordrong, verloor Pauline weer alle zelfbeheorsching,
sloeg de armeh om Alice heen en liet hare tranen
den vrijen loop en nu waren die tranen niet zoo
bitter als even te voren.
„En toch heb ik eigenlyk geen reden, om mij zoo
overstuur te maken,” sprak zy, na eene poos bet
hoofd kalm opriohtend en zich de oogen afdrogend,
„en al vertelde ik je alles, Alice, wat er in mij om
gaat, dan zou je mij maar voor een kind houden,
dat nog eens om een verloren stuk speelgoed weent.”
„Toe, Pauly, vertel mij alles maar,” vleide Alice,
licht blozend, „ik heb nog nooit goed in je hart
kunnen lozen. Ontlast het maar, dan geef je mij
den moed,” vervolgde zy met bevende stem, „mijn
toevlucht by myn stiefmoedertje te zoeken, als ik het
83)
Helmstedt bloosde als een betrapte schooljongen,
die zich leelijk vergaloppeerd heeft.
„Zooals u wenscht, Mevrouw, mijne vraag was goed
gemeend, ik vraag wel excuus 1” zei hy snel en ver
liet na eene vluchtige buiging de parlor. Woedend
over de airs van de nieuwbakken dame en nog
woedender op z’n eigen stommiteit, wierp hij zich
te paard en rende als een razende naar Oaklea terug,
vergeefs zijn brein kwellend met de vraag, waarom
Mr. Elliot zijne dochter wel teruggehaald kon hebben.
Achter een gordijn verborgen had Pauline Peters,
de tegenwoordige mevrouw Morton, den ruiter nage
zien, tot hy achtér het houtgewas verdween. Toen
viel zij op de sofa neer, drukte haar gezicht in het
zijden kussen, en brak in een krampachtig snikken
uit. Onder de pogingen, om geen geluid te laten
hooren, beefden al de leden van haar schoon lichaam.
Lang lag zij daar als iemand, die maar liefst zou
willen sterven en hare geheele ziel uitweenen, tot
zij eindelyk, zich met kracht vermannende, het hoofd
ophief, en tegelykertyd twee zachte armen om haar
hals voelde.
„Pauline, moedertje, om Christus wil, wat deert
u sprak eene gevoelvolle stem, en Pauline staarde
n een paar droefgeestige, donkere oogen.
Te Venloo moest de oppasser van een
luitenant diens kleeren naar buis brengen,
waarby ook een geladen revolver was, in étui.
De jongen ging daarmede onderweg even
in eene herberg, waar hij alles op tafel legde,
en dronk toen een glas bier. Een kind, dat
naar het étui vroeg, liet hij dit zien, opende
bet en nam de revolver in de hand. Op eens
w’ w en de kogel trof bet kind
Den 30n Juli arriveerde te Rolduc uit
Sechtom (aan den Rijn) het gebeente van den
stichter der aloude abdy, Ailbertus d’ Antoing
die, na eenige jaren afwezigheid, op zyn
terugkeer naar Rolduc, in genoemd plaatsje
den 19n September 1122 overleed. »Vóór zijn
dood, zoo deelt de »N. Koer.« mede, had hij
het verlangen uitgedrnkt, in zyn dierbaar
Rolduc begraven te worden de bewoners der
streek evenwel, die hem als een heilige be
schouwden, verzetten zich tegen de overbrenging
van het lyk. Eindelijk nu,na ruim zeven eeuwen
wordt de wensch van den vromen dienaar
Gods vervuld. En Rolduc zal de eer en het
geluk genieten, de kostbare overblijfselen van
zyn stichter binnen de muren van zyu heerlyk
gerestaureerde cryptp te mogen bewaren*.
De sarcophaag rust voor ’t oogenblik op
de pastorie te Kerkrade, vanwaar ze met
de grootst mogelyke plechtigheid a. s. Woens
dag, in byzijn van den bisschop, den inter
nuntius, den Commissaris der Koningin en
verdere geestelijke en burgerlijke autoriteiten,
naar Rolduc zal worden overgebracht.
Wy zyn bijna aan
del I
Koch’s tuberculine, dat als geneesmiddel
tegen longteering niet aan de verwachtingen
beantwoorde, maar gebruikt wordt als middel
om tuberculose te onderkennen bij vee, wordt
door een Oostenryksch geneeskundige, prof.
Wagner von Jauregg, voor een nieuw doel
gebruikt.
Genoemde hoogleeraar namelyk behandelt
sinds eenige jaren krankzinnigen met inspui
tingen van tuberculine, en hij moet daarmee
goede resultaten verkregen hebben.
De krankzinnigen, die niet volkomen genezen
door de inspuitingen, worden toch aanmerkelijk
kalmer en beter en door. Daar waren er zelfs
die binnen twee maanden 12 of 15 kilogram
in gewicht toenamen.
Men meldt uit Amsterdam
Op de eischen van de werkstakende siga
renmakers
le. dat redenen van ontslag van een werk
man door den patroon gemotiveerd en onder
worpen worden aan het oordeel van de fo-
brieks-commissie uit de werklieden
2e. dat de heeren Van Hulst en Schuma
cher zullen bijdragen in de kosten, veroor
zaakt door de werkstaking te hunnent
3e. dat geen sigarenmaker het werk zal
hervatten op de fabrieken waar uitsluiting
heeft plaats gehad, alvorens deze fabrieken tot
bondsfabrieken zijn hervormd, naar het voor
beeld der Amerikaansche en Engelsche fa
brieken
hebben de fabrikanten hel volgende ultima
tum gesteld
De patroons verlangen
le. erkenning van de volkomen vryheid
van den patroon om werklieden aan te ne
men of te ontslaan
2e. dat, wanneer, de werklieden weer aan
het werk willen gaan bij de heeren Van Hulst
en Schumacher, ze allen weder zullen worden
aangenomen, behalve de man die ontslagen is;
3e. dat hieruit echter geen motief zal
ontstaan om dien werkman niet bij een an
deren patroon aan te nemen
4e. dat de werklieden elkander onderling
niet zullen hinderen of bemoeilijken, hetzij
direct of indirect, om hunne overtuigingen of
grondbeginselen.
Wanneer deze vier artikelen worden aange
nomen, wordt de kennisgeving van 31 Juli
(sluiting der fabrieken) ingetrokken en zullen
op de fabrieken de werkzaamheden kunnen
hervat worden.
van Miss Ellen, direkt naar de stad reed, hoewel ik
tot mijn spijt moet bekennen, dat myn verre tocht,
in betrekking tot myn geld, vergeefs geweest is.”
Elliot knikte uerktuigelyk, alsof hij aan iets an
ders dacht. „Beschik over uw tijd naar welgevallen,
Sir,” hernam hy na eene poos, „tot nieuwjaar zijn
het hier feestdagen en u vindt misschien in de stad
eenige verstrooiing daar op de tafel heb ik eene
bankaanwijzing op uw halfjaarlijksch salaris neer
gelegd.”
Helmstedt boog dankbaar en vroeg: „hebt u mij
anders ook iets te zeggen, Mr. Elliotp”
„Op ’t oogenblik niet, beschik vrij over uw tijd 1”
antwoordde de planter, zonder van zijn boek op te
zien. Helmstedt ging, en al maakte bij zich niet
ongerust over zijne eigenmachtige afwezigheid, toch
drukte hem nu des patroons koele, onverschillige
toon, die zoo zeer van de hartelyke ontvangst van
gisteren verschilde. Iets moest er gedurende zyno
afwezigheid voorgevallen zijn, en tien tegen een, dat
Mr. Baker de hand in het spel had. Intussohen
had Helmstedt zijn halfjaarlijksch salaris in den tak,
on het was nog vijf dagen voor nieuwjaar, wanneer
hij over Baker spreken mocht. Hij kon dus eerst
eene af wachtende houding aannemen, en ging naar
zjjne kamer om zyn koffer uit te pakken en zyn lyf-
linnen in de latafel te deponeeren.
Kort daarop kwam Sarah zeggen, dat de thee klaar
was. De familie had reeds plaats genomen. Elliot
noodigde hem met eene zwijgende handbeweging uit,
weer de plaats van gisteren in te nemen. Mevrouw
Elliot schonk zonder een woord te zeggen zijn kopje
vol en Ellen keek, na oven opgezion te hebben,
voortdurend op de tafel. (JPordt vervolg.)
Elders werd een buitenmuur getroffen en lagen
de brokstukken van den muur over de straat.
De geweldige slagregens en hagelbuien
brachten, vooral op het Nieuw-Bildt, schade
toe aan de gewassen.
De vrouw van een uitdrager in de rne Bel-
leuille te Parjjs meende onlangs, terwjjl baar
man even uit was, goede zaken te hebben ge
daan. Zy had een oude kachel verkocht voor
8 francs aan een klant, die contant betaalde
en het gekochte meenam. Toen zy haren man
by zyne thuiskomst met ingenomenheid vertelde
wat zij gedaan had, werd hy bleek van schrik.
«Mensch, wat heb je gedaanriep hy. «In
die kachel lag ons spaargeld
De uitdrager snelde naar de woning van
den kooper, en kwam daar tegelijk aan met
de kachel, die hem tot brandkast heeft gediend.
Hij haalde nu voor de oogen van den ver
baasden nieuwen eigenaar een portemonnaie
met 500 fr. daaruitmaar de 3000 fr. aan
geldstukken, welke daar ook in gelegen hadden,
in eon geruiten zakdoek geknoopt, waren ver
dwenen.
De politie doet onderzoek, De kooper van
de kachel wordt niet verdacht, en men acht
het waarschynlyk, dat de zakdoek met goud
geld gedurende het vervoer uit de kachel is
gevallen.
De Java-Bode< maakt de volgende opmer
kingen naar aanleiding der benoeming van
generaal Vetter tot legercommandant:
Wanneer generaal Vetter nog in actieven
dienst was geweest, toen de vorige legercom
mandant aftrad, zou hy, ook na de Lombok-
expeditie, als diens aangewezen opvolger zijn
beschouwd; maar nu hij eenmaal den dienst
bad verlaten en was gepensioneerd, meenden
velen, dat hy niet meer in aanmerking zou
komen en anderen, dat hy dit niet zou willen.
De Indische regeering zal dan ook aan het
Indische officierenkorps wel niet de beleediging
hebben aangedaan van een gepensioneerd ge
neraal voor de betrekking van legercomman
dant voor te dragen, al opende de Gonver-
neur-Generaal den heer Vetter voor diens
vertrek het vooruitzicht op een benoeming,
maar het laat zich zeer goed verklaren, dat
de Regentes den overwinnaar van Lombok’s
Vorst aan bet hoofd van het Indische leger
wilde zien en dat de Minister van Koloniën
met dien wensch instemde, omdat de keuze
anders allerlei moeilijkheid epleverde. Onder
deze omstandigheden is het bericht der benoe
ming noch met ingenomenheid, noch met
tegenzin ontvangen. Generaal Vetter heeft zich
bij het leger niet bemind gemaakt en daar
naar heeft hy by zyn strenge terughoudende
wyze van optreden waarschijnlijk ook niet ge-