E
I
DE MARSKRAMER.
I.
BINNENLAND.
>5.
EN
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Vrydag 23 Augustus 1895.
34ste Jaargang.
No. 6743.
;r
lenève
EM.
FEUILLETON.
ij
I
ten.
van
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
CENTEN.
T
I
rede
l
weder
ar reap.
national
tlon ae
enz.
V,
jfdstaeg 1.
jrugE22,
n, over
naak en
irlcatle
ter van
de minister Tak
aangedrongen
korte, puntige
ij.
G0UD8CHE COURANT
(Naar het Duits ch.)
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
48)
Elliot stond in de achterdeur, toen Helmstedt huis*
waarts ging, zoodat deze geen blik naar Ellens
venster durfde werpen.
nIk heb iemand naar den Coroner gezonden,” zei
Elliot, «maar het kan nog een aardig uurtje duren,
eer hij hier is, dus kunnen wij niet beter doen, dan
nog wat te slapen, opdat wij straks goed helder zyn.
Dat zullen we allen wel noodig hebben, ’t Is nieuw
jaar vandaag,” vervolgde hij met een zainig laohje,
„een "fraai begin vindt u niet?”
„Weien de ladies het al, Sir?” vroeg Helmstedt,
benieuwd naar het gezicht, dat Ellen zetten zou, .als
zij van den moord hoorde.
«Ik ging dezen nacht van huis, Mr. Helmstedt,
met het voornemen, dezen man zelf te dooden
mijn vrouw wist het en het smartte haar diep, dus
nu is het bericht van zijn dood door eene andere
hand dan de mjjne niet het ergste, dat ik thuis
brengen kon. Eigenlijk staat het volstrekt nog niet
vast, of wij de bedrogene waren, dan wel of Izak
zich zelf bedroog. Enfin, dat zal zich wel ophelde
ren ga nu te bed evenals ik, Sir. Zoodra de
lijkschouwing begint, worden wij geroepen.”
Helmstedt moest nu wel naar, zijne kamer gaan,
maar nog wel twee, driemaal ging hij op z’n teenen
van den burgemeester te Arnhem. 23 Ang.
moet zy tegelijk met v. Emmenes, redacteur
van Voorwaarts* en Van don Berg, colpor
teur, beiden ter zake van dorgelijk feit,
terechtstaan.
Om de hooge prijzen der steenkool uit
Duitschland heeft de >Vereeniging van Ned.
Steenfabrikantenbesloten, voor haar leden
tegenover het syndicaat der myn eigenaars
krachtig op te treden, om de wanverhoudingen
in de pryzen te verbeteren en, mocht dit geen
bevredigend resultaat geven, tij dig maatregelen
te nemen, om voortaan de benoodigde steen
kool uit Engeland te betrekken.
De Algem. Synode heeft aan de Ned. Herv.
Gemeente te Reeuwyk eene toelage van f 4000
verleend tot het bouwen van een nieuwe pastorie.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
I'
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF
J. V, B«, kleermaker te Oudewater, Woens
dag 1.1. een pilobroek vermissende, gaf hiervan
kennis aan de politie. Al spoedig gelakte het
aan de veldwachters J. M. B. en G. v. V. een
verdacht persoon aan te houden, die by nader
onderzoek bleek twee pantalons aan te hebben.
Daar de persoon in quaestie zich waarschynlyk
wel niet voor de koude zoo warmpjes zal hebben
gekleed en hy ook verder geene voldoende reken
schap kon geven van de bovenste, beste broek,
werd een en ander aangehouden en de broek
ter beschikking van den Officier van Justitie
te Utrecht gesteld.
Tegen Geertje Kleefstra, de socialistische
propagandiste, is een gerechtelijke vervolging
ingesteld wegens beleediging in het openbaar
Bij de gisteren voormiddag te Woerden ge
houden harddraverij voor paarden die nimmer
prys of premie hebben gewonnen waren 11
deelnemers. De prys, f 75, werd gewonnen
door Taborette, eigenaar dr. Van Woerden, te
Utrecht, beryder J. G. de Boer; de premie,
f 25, door Bravo, eigenaar en beryder A. F.
Eskes, te Ondenryo, terwyl Jenny, van A. de
Groot, te Nieuw-Vennip, derde in de baan was.
De uitslag van de harddravery voor paarden
van zessen klaar wasprys, f 200, Nobel,
eigenaar J. G. Matze, te Mydrecht; premie,
f 75, Augusta, eigenaar dezelfde.
«De Ze-
roorko-
is, kuiinia
oorzukou
m.
op ons ze-
I, dslKOO-
:Hskuiidi,;n
celijken
itlgheid
Un, mi-
gewon-
molUke
zieken,
govolgau
ipraak-
ae ge
le, par-
ieugen,
:undige
Ion, ala
vingen,
dder-of
kregen;
leroerte
in, «egoa.
eldhoid'
i duize-
'oor de
irhoofd,
handen
igflnoomdn
n bleek-
e meisjes,
ien, die
de reactie
apgoradeu
ellen, dat
De >Arnb. Ct.< schryft:
>Deze maand reeds zal een beschrijving van
het leven van koningin Wilhelmina het licht
zien.
Ondanks onze vereering en sympathie voor
onze Koningin, meenen wy toch dat voor «en
levensbeschrijving de tijd nog niet gekomen is.
Eerst wanneer zy in het openbare leven op
treedt, baar daden van haar zelve nitgaan,
heeft zulk een boekje waarde voor heden en
vooral vopr de toekomst. Nu kan het slechts
een »histoire anecdotique* zyn, waarin waar
heid en verdichting moeilyk van elkaar zyn te
onderscheiden en wij hopen dat die vrees
niet bewaarheid wordt aan vleierij misschien
een ruime plaats is ingeruimd.
de gang in en op verkenning uit, of hij niet een
enkelen blik van haar in zijn droom kon meenemen,
maar hij moest te bed gaan, zonder zyn verlangen
bevredigd te zien.
Helmstedt moest lang geslapen hebben, want bij
zijn ontwaken scheen de zon door zijn venster en
als dit ’s morgens geschiedde, moest het al aardig
laat zijn. Ook had hij eene vage herinnering van
een boozen droom, die hem een paar maal in het
donker wakker geschrikt had hij moest dus den
geheelen namiddag en den daaropvolgenden nacht
doorgeslapon hebben. Hoofdschuddend gleed hij uit
zijn ledikant en maakte behoorlijk toilet om aan het
ontbijt te kunnen verschijnen. Vreemd vond hij het,
dat niemand hem tegen den avond gewekt had, al
ware het alleen om het diner geweest.
Haastig ging hij naar de eetzaal, maar zag aan
den toestand der tafel, dat de familie al ontbeten
had. Toch was het in het geheele huis doodstil.
Ook in de keuken was niemand te bespeuren en on
der de veranda hetzelfde complitdenh Helmstedt
schudde andermaal het hoofd, maar zijn kolossale
eetlust joeg vooreerst alle andere gedachten op de
vlucht en hij zette zich in Godsnaam maar aan de
restanten van het ontbyt.
Nauwelijks had hy zijn eetlust bevredigd, of hij
hoorde voetstappen in de gang, maar het waren
vreemde, en juut stond Helmstedt op, toen een mas
sief gebouwd heer met een kolossalen haakstok on
der den arm op den drempel verscheen.
«Is u de Duitsche gentleman, Mr’k ben den
naam kwyt!" begon de binnentredende en nam een
opgevouwen papier uit zyn hoed, zeker om zijn zwak
In de jaarlykscbe vergadering der Provin
ciale Vereeniging van Burgemeesters en Secre
tarissen in Zuid-Holland, op Zaterdag 7 Sep
tember a.s. in de Diergaarde te Rotterdam te
houden, zal door den heer L. Krnyff Lzn.,
burgemeester vau Ridderkerk, worden ingeleid
do volgende stelling:
>Het is zeer dringend noodzakelyk, dat maat
regelen worden genomen tegen de baldadigheid
der jeugd,* door lo. aan de agenten van po
litie een wapen in de hand te geven op den
openbaren weg, 2o. den hoofden van politie
macht te verleenen tot het opleggen van ar
rest, en 3o. door tuchtiging in buitengewone
gevallen of bij vergaand recidivisme.
Men meldt uit Den Haag
Twee inspecteurs der recherche alhier hebben
gisteren avond in het Haagsche Bosch waar
schynlyk eindelijk de hand gelegd op den ge-
heimzinnigen individu, die in de jongste vier
weken des avonds het Bosch onveilig maakte
door geldafpersing ten nadeele der wandelaars,
bij voorkeur ten opzichte van hen, die en doux
tête a tête op de rustbankjes plaats namen.
Laatstgenoemden toch zagen schier iederen
avond op een gegeven oogenblik uit de duis
ternis plotseling een man op zich afkomen,
die verklaarde politiebeambte te zyn, een ko
peren penning vertoonde en onder allerlei
insinuaties niet onduidelijk aan de van schrik
bevangen luidjes te verstaan gaf dat hij tegen
ÜOUDA, 22 Augustus 1895.
Voor Itet examen in de Fransche taal (L. O.)
te Gravenhage is o. a. geslaagd mej. J. P.
Burgersdyk alhier.
Beroepen bij de Geref. Kerk altijd de heer
G. J. D. Aalders, cand. te Kampen.
Bedankt voor het beroep by de Ned. Her
vormde Kerk te Schoonhoven door ds. D.
Cladder te Schoonrewoerd.
In de Times* van 19 dezer vinden wy een
brief van een correspondent, over den staat
kundigen toestand in ons land.
Geheel op de hoogte is de schryver niet.
Hij schryft in hoofdzaak over de kiesrecht-
quaestie en herinnert* in den aanvang reeds
dat het radicale wetsvoorstel van den heer
Tak drie jaren geleden is verworpen Lees
in Maart 1894 onverwachts ingetrokken, na
aanneming van het amendement—De Meyier.
Van dat amendement weet hij te melden,
dat >er drie weken over is beraadslaagd, nadat
m op wijziging er van had
en dat de Minister »in een
rede zyn aftreding aanbood,
op grond dat bet voorgestelde amendement ge
heel in stryd was met den geest zyner voor
dracht*. De schryver verwart hier het debat
over artikel 4 van het ontwerp-Tak met dat
over het amendement, en eveneens de sluitings-
rede na de aanneming van dit amendement
met hetgeen op den dag der stemming beeft
plaats gehad.
Ook in andere opzichten is hy niet nauw
keurig. Hy spreekt van een Eerste Kamer
die 80 leden telt vermoedelyk een druk
fout voor 50 en laat de helft der Tweede
Kamer nog altijd om de 2 jaren aftreden,
ofschoon sedert de grondwetherziening van
1887 de geheele Kamer om de 4 jaren ver
nieuwd wordt.
Het ontwerp van den minister Van Houten
geeft hjj ook niet geheel juist weder. Zoo
meldt hy ten onrechte, dat by bet kiesrecht
voor de gemeenteraden, ongeveer hetzelfde is
bepaald als voor dat der Staten, terwyl het juist
een der eigenaardigheden van het nieuwe
ontwerp is, dat het voor het gemeenteljjk kies
recht een bydrage eischt in de plaatselyke
belasting. Een andere merkwaardige fout is
de bewering, dat de heer Van Houten uit het
ontwerp-Tak niet de bepaling heeft overge
nomen dat de keizer verplicht is zyn stem
briefje in te dienen. Wat enkel nu wordt
verlangd van katholieke zjjde, wordt als een
artikel van Taks ontwerp voorgesteld!
Dat de »plaatseljjke omstandigheden*
baar intocht hebben gedaan in het kiesrecht
van den heer Van Houten, in den vorm van
verschillenden eisch omtrent huurwaarde en
salaris voor verschillende gemeenten, laat hy
ook ter zyde, ofschoon hij er te recht op wjjst
dat die >plaatseljjke omstandigheden een kruis
zwarten, mannen, vrouwen en kinderen iu de bontste
wanorde. Zeker hadden zy in de gelagkamer geen
plaats meer kunnen vinden, en verdrongen elkander
voor de geopende vensters, om toch goed te kunnen
hooren, wat daar binnen gesproken werd. Twee
gerechtsdienaren van hetzelfde formaat als Helmtledts
begeleider hadden by de voordeur post gevat, en
moesten al de kracht hunner armen en welsprekend
heid aanwenden, om do menigte in bedwang te hou
den, zoodat het den derden vry wat moeite kostte,
Helmstedt in de gang te krygen.
In de vrij ruime gelagkamer zat achter eene lange
tafel de Coroner met zyn klerk, en rechts van die
tafel op eene even lange bank naast elkander de
twaalf in der haast uit de county opgeroepen ge
zworenen. Links zaten op gewone herbergstoelen
de getuigen, en in ’t voorbijgaan zag Helmstedt het
scherpe, bleeke gelaat van zijn patroon en de zwarte
kroeskoppen van Cesar en Diok; van den marskra
mer was echter niets te bespeuren. De overige
ruimte werd door het publiek ingenomen.
Toen Helmstedt binnenkwam, verhief zich een luid
gemompel en aller oogen waren op hem gevestigd.
_De Coroner die zich over het protocol gebogen had,
keek snol op en zag den Duitscher even scherp aan,
ei de gezworenen staken de hoofden bijeen. Helm
stedt, die van den prins geen kwaad dacht, gaf daar
weinig om, en hield het slechts voor een staaltje
van Amerikaansche nieuwsgierigheid. Hij wendde
dus het hoofd naar Elliot, om een blik van hem op
te vangen, maar de patroon scheen hem niet te
willen zien.
(JPordt 9anolfd.)
geheugen te hulp te komen.
«Myn naam is Helmstedt, Sir.”
«Juist, juist, juist, Helmstedt, zoo was het. Ik
moet u verzoeken mij dadelijk naar den coroner te
vergezellen, wegens den moord, ziet u, kijk, hier heb
ik de dagvaarding.”
«Met alle genoegen,” antwoordde de jonkman, die
zoo iets al lang verwacht had, «laat my maar even
mijn hoed halen en zien of er nog iemand thuis is,
want het schijnt hier wel uitgestorven.”
«Ik heb Miss Elliot voor het venster gezien, toen
ik kwam aanloopen, u behoeft je daarom dus niet
op te houden, en de zwartjes zyn natuurlijk even
naar den dooden man loopen kyken.”
De taal van den gerechtsdienaar was noch ruw,
noch onbeleefd, maar toch lag er in zijn toon eene
vastheid, die Helmstedt onaangenaam trof, welke
gewaarwording nog toenam, toon do beambte hem
overal op den voet volgde; het had warempel veel
van een arrest. Hy opende dus zyne dagvaarding
andermaal, maar daarin stond «als getuige", dus
misschien had hij hier met overmatigen dienstijver
te doen.
«Hoever moeten wij gaan vroeg Helmstedt zijn
geleider volgend.
„Zoo wat een mijl, Sir.”
«Goed. Een mooie morgenwandeling l”
De ander bromde iets tusschen de tanden en sprak
geen woord meer en Helmstedt, hoe nieuwsgierig hij
ook was, hield zich aan hetzelfde.
Het bericht van don moord scheen zich als een
loopend vuurtje door de streek verbreid te hebben.
Toen zy de herberg aan den straatweg bereikt had
den, was het huis reeds omsingeld door blanken en
idem zooveel wel was te vinden om zyn plicht
als politieman niet te nauw op te vatten.
Velen moeten er op 3ie manier zyn ingeloopen,
terwyl menigeen, al geloofde hy niet aan
*s mans qualiteit, toch maar geld gaf, blyde er
op die wyze nog af te komen.
Tot dasver waren door de politie avond op
avond vergeefsche pogingen aangewend om,
ook door weldoordachte listen, den gewaanden
rechercheur te betrappen, totdat gisterenavond
politieambtenaren, die zich weder op surveil
lance bevonden in de omgeving der plaats waar
het feit gewoonlyk geconstateerd was, werden
aangesproken door een zichtbaar hevig ontsteld
paartje, dat eenige oogenblikken te voren de
boven omschreven bejegening had ondervonden
en den hoeren, hoewel aanvankelyk onbekend
met hunne qualiteit, een omstandig verhaal
deed, waaruit bleek,, dat, voor zooveel was waar
te nemen geweest, de aanrander een pet droeg,
een geelachtig bruine jas aan had en voor
naderende voetstappen ,op de vlucht was gegaan.
Niettegenstaande de Egyptische duisternis
die gisterenavond in het Bosch heerschte, slaag
den de inspecteurs, bereidwillig geassisteerd
door den aangerande, er in, na een uiterst
moeielyke en volhardende verkenning in de
omgeving; een als sjouwerman gekleed persoon
in handen te krygen, die, onder het licht ge
bracht, niet alleen onmiddellyk pertinent door
den aangerande als de dader werd herkend,
doch in wiens bezit ten overvloede aangetrof-
fetf werden een horloge, dat een maand gele
den onder gelijke omstandigheden door oplich
ting was verkregen ten nadeele van een apo-
thekers-bediende alhier, benevens de bewuste
koperen >ambtsplaatc, die bleek te zyn een
penning van de bedienaren der voormalige
handbrandspuiten. Het zakuurwerk werd nog
denzelfden avond door den inmiddels ontboden
bediende herkend aan het politiebureel aan de
Nieuwe Haven, waarheen de verdachte, zwaar
geboeid, thans door echte politie-ambtenaren
was gevoerd.
Hy gaf op te zyn genaamd K., schoorsteen
veger alhier, en ontkent alle schuld, voorge
vende bet bewuste horloge onlangs van een
onbekende te hebben gekocht.
Hy was voorts in het bezit van een groot
knipmes.
Na verhoor voor den commissaris van poli
tie in de 2e afd. alhier en confrontatie met
verschillende getuigen, is de man heden in de
strafgevangenis nabij Scheveningen in verze
kerde bewaring gesteld.
Brandbrieven. In den laatsten tyd zyn te
Waddingsveen eenige brieven gezonden, waarin
de inwoners bedreigd worden met het doen af
branden hunner woningen.
Volgens deze brieven zal een gedeelte van
het dorp naby de Brug geheel worden afge
stookt. Vóór den 31sten Augustus moeten de
plannen ten uitvoer gebracht zijn. De politie
doet onderzoek.
8