1
binnenland.
I
'E.”
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1
No. 6781.
34ste Jaargang.
FEUILLETON.
Dm
fen
-
.1
SSEL.
ken.
Maandag 7 October 1895.
u
s
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
wenschelyk it om, hangende het
bloedipuwing
de artikelen 153 155 der Ge
tier reap.
nz. enz.
V
en de
in
abricatie
liker van
IS.
oofdstaag 1
dbrugV SS.
11-12.
12.
CTIE.
national
■0&.
4.
—3.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CÊNTEN.
ration ae
Te Utrecht is de heer J. A. Schreuder ge
slaagd voor het theor. geneeskundig examen,
tweede gedeelte.
f' a
De leden der zangvereeniging Crescendo*,
te Berg-Ambacht, hebben de heeren T. Blan
ken, B. Breedveld en J. A. van der Straateu
Jr., herbenoemd, respectievelijk tot voorzitter,
secretaris en penningmeester.
onzen loozen kwant voor hem minder aange
name opmerkingen. (H. C.)
Heden,
voor de
staatscommissie
den werkman.
hill 1NIIL COURANT
Op de Vrjjdag 4 October te Berg-A mbacht
gehouden le vrye najaarsveemarkt, was vol
strekt geen aanvoer.
.De Ze-
voorko-
l U, Ic.Qai.
ire oorsake,
len.
yaiologiaahe
op ons ae-
ea, dat aoo-
teeskundige
kelUken
ihtlgheid
>tfn, mi-
pgewon-
amelUke
zieken,
Ie gevolgen
Spraak-
ti de ge-
Ive, par-
iheugen,
ikundige
delen, als
ij vingen,
odder-of
rkregen;
beroerte
beo. wegens
veldheld
,n duite-
voor de
torhoofd,
ibanden
ongenoemde
»an bleek*
ige meisjes,
>nen, die
ie de reactie
aangereden
stellen, dat
Zaterdag, vergadert in Den Haag,
eerste maal na hare installatie de
inzake de pensioneering van
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regeh tl 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Het .fgebrnnde kerkgebouw der Hervormde
gemeente te Boskoop is verzekerd bjj de
Utrecbtscb. Algemeene Brandwaarborg-maat-
ecbappii «oor 52,000, waarvan 38,000 op
bet kerkgebouw, 10,000 op het orgel, 1000
op bet eergestoelte, 600 op den predikstoel,
1700 op banken, stoelen enz. en 700 op
boeken en linbtkronen enz.
Beroepen by de Ned. Hervormde Kerk te
Stolwyk de heer J. W. K. Hoevers, cand. te
's-Grarenbage.
Men schryft nit Ouderkerk a/d IJsel
Naar men verneemt, worden door onzen
burgemeester ernstige pogingen aangewend tot
verbetering van den postdienst in en van het
postverkeer van en naar deze gemeente, o. a.
door gebruikmaking van de voorby varende
atoombooten en de instelling van een bodeloop
op het station Capelle of Nieuwerkerk. Ook
moet een tweede postbus voor de Nesse* aan
gevraagd zyn, ten gerieve van de bewoners
van de buurtschap »het bonte varken*, met
naaste omgeving.
GOUDA, 5 October 1895.
Bjj kon. besluit ia benoemd tot no tarja bin
nen het arr. Rotterdam ter standplaats de ge
meente Haastrecht, J. Koeman, cand.-notaris
te Gouda.
J. Oosterling, wonende te Haastrecht, welke
voorgedragen was voor telephoonkautoorhouder,
is niet benoemd.
Staatsblad no. 167 bevat een kou. besluit
van den 30sten September, tot schorsing van
het besluit van den raad der gemeente Bos
koop van 12 September tot benoeming van
épn tydelyken wethouder.
Overwegende, dat de raad der gemeente
Boskoop, bij besluit van den 12den Septem
ber 1895, een tijdelijken wethouder heett be
noemd
dat het i-'—'-"I
onderzoek naar de wettigheid van dat besluit,
het in werking treden daarvan te beletten
Gelet op -
meentewet
Hebben goedgevonden en verstaan, boven
bedoeld besluit van den raad der gemeente
Boskoop tot 1 Januari 1896 te schorsen.*
De juwelier Satis te Parys, die het vertrou
wen van eene''aanzienlijke clientele bezat hield
zich, sinds geruimen tijd, «onledig» met het
vervalschen van juweelen, hem ter reparatie
toevertrouwd. Soms hield hy ook stukken ge
heel achter.
De bekende mevrouw de Rule, een lid der
familie Bonoparte, heeft hjj op die manier voor
130.000 fr. opgelicht.
Eene zuster van Satis, die by hem inwoonde
was medeplichtig. Beiden zyn nu achter slot.
Plotseling overleed te ’s-Hage de hear J. W.
C. ten Hove, gepens. officier van admin, le
kl. der Marine. Hedenmiddag werd bjj in de
eerste Wagenstraat door een
getroffen en viel dood neder.
De overledene, die 28 Juni 1834 hier ter
stede geboren was, begon in 1849 zyne loop
baan als scheepsklerk en werd in 1879 gepen
sioneerd. Hy nam o.a. deel aan de Djarnbi-
expedite en werd in 1859 daarvoor eervol
vermeld.
niet zag, maar hot engeltje kwam niet even ala an
der* vroolijk naar mij toe huppelen. Allo» waa stil.
Steven deed de deur, die naar de alaapkamer van
Mevrouw Leeuwenstein voorde, open. De oude dame
lag te bed, hare zwarte lokken hingen wanordelijk
naast haar neer, haar gezicht zag er bleek, bekom
merd en vervallen uit. Aan het voeteneinde van het
ledekant zat haar man. Waar waa Thérète? Ik
waagde het niet, naar haar te vragen; ik vreesde,
dat zij gestorven was, want de oudelui schenen tra
nen gestort te hebben.
Zij verzochten mij, hun eons omstandig te ver
tellen, wat er op dien avond, toen ik met Thérète
in het paardenspel was geweest, voorgevallen was.
Ik vertelde hun dit tot in de minste bijzonder
heden. maar werd in mijn verhaal dikwijls gestoord
door gejaagde vragen en door uitroepingen en klach
ten, die ik niet begreep. Ik zeide ook, dat de paard
rijder iu het zwarte gewaad mij zoo bekend voorge
komen was, maar toch wist ik niet te zeggen, op
wien hij zoozeer geleek. Op dit oogenblik viel mijn
blik toevallig op den grijsaard, die tegenover mij
zat, en daar schoot mij eensklaps eene gedachte door
het hoofdik zag de gelijkenis immers: dat waren
dezelfde trekken en hetzelfde haar, die slechts door
ouderdom een weinig veranderd waren; en met het
inatinct, dat aan een kind vaak eigen is, rees hierbij
te gelijker tijd een vermoeden van den waren staat
van zaken bij my op.
Ik bleef in mjjne gesprekken steken, en daar ik
niets meer te vertellen had, vroeg ik: «Waar is
Thérèse? Is Thérète Ik had er„dood” willen
bij voegen, maar dit woord wilde mij niet over do
lippen. Wordt ooroolfd.)
paal aan, hare wangen waren bleek geworden, en
aan hare oogen ontvloeiden heete tranen.
Als ontwaakte zij uit een benauwden droom, zoo
schrikte zij op, toen de voorstelling ton einde was
en wij het spel verlieten. Bij het gedrang, dat er
by den uitgang der tent ontstond, verloren wy Thé-
rèse uit het oog. Het was intussohen donker ge
worden, en het licht was in de kramen opgestoken.
Toen wy eene straat, waar het stil en leeg was, door
gingen, meenden wij, dat wy Thérèse in haar wit
gewaad weer voor ons uit zagen loepen. Eensklaps
stapte een lang manspersoon, die in een zwarten
mantel gewikkeld was, ons voorbyeen lantaarn liet
juist haar schijnsel op hem vallen ik keek hem aan
en herkende zijn gezicht.
„Weet je wel, wie dat was?” vroeg ik aan myn
broer mot het gezicht van oen kind, dat eene gewich
tige ontdekking meent gedaan to hebben. „Het was
Signore Luigi, do paardrijder, die geheel in 't zwhrt
gekleed wasik heb hem goed gezien I”
Op zekeren dag kwam Steven, do oude stalknecht,
in het huis mijner ouders met het verzoek, of ik
eens bij zijne „Mevrouw” wilde komen, daar deze
ziek te bed lag on mij graag eens wilde spreken.
De kermis was intusschen afgeloopan, de kramen
spellen waren weer afgebroken en verdwenen,
en in de stad was alles weer stil geworden. Ik
ging dadelijk met Steven moe. Hij liep ernstig en
zonder een woord te-spreken naast mij; hij gaf mij
haast geen antwoord op hetgeen ik tegen hem zeide,
zoodat ik ook stil werd en een onverklaarbare angst
zich van mij meester maakte.
Toen wij het huis binnentreden, gevoelde ik eene
zonderlinge beklemdheid: ik keek, of ik Thérète
Blijkbaar was zij het huis stilletjes en zonder me
deweten barer ouders uitgeslopen. Hare oogen fon
kelden van opgewondenheid, hare witte japon zag er
verfrommeld uit, haar geheele gewaad was in wanorde
en haar ronde stroohoed stond scheef op hare lange,
gouden lokken.
«Willen wij eens naar het paardenspel gaan?”
vroeg zy my. „Als je niet genoeg geld bij je hebt,
dan heb ik het wel.”
„Thérèse I” gaf ik haar verschrikt ten antwoord,
„weten je ouders er wel van? Hoe komt het, dat
je niemand bij je hebt?”
Thérèse keek mij met hare fonkelende oogen aan,
wierp haar hoofd in den nek, zoodat hare krullen
om haar heen golfden, en maakte eene ongeduldige
beweging met de hand.
„Ga maar mee I” zeide zij en snelde ons nu dade
lijk vooruit naar het spel, waaruit ons reeds een
schel trompetgeschetter tegenklonk.
Wij namen plaatskaartjes en keken in gespannen
verwachting naar de flikkerende lampen, de verscho-
tene vlaggen en de verkleurde wapenschilden, die
aan dè houten palen, welke den met zand bestrooiden
circus omgaven, vastgemaakt waren.
Eensklaps deed zich een schetterende fanfare hoo-
Zyne vrouw vergeten I Een landbouwer
uit den Haarlemmermeerpolder reed onlangs
met zyne vrouw naar Haarlem, ’t Was in het
drukst van den oogst en daarom spoedde hy
zich, na in de stad zijne zaken gedaan te
hebben, huiswaarts. Toen hij zyn erf opreed,
bemerkte hij echter tot zyn schrik, dat hy
verzuimd had zyne wederhelft mede te nemen.
Hij was nu wel genoodzaakt den byna drie
uor langen weg voor de tweede maal af te
leggen, om de vrouw te halen, die hij nog
geduldig in de herberg wachtende vond.
In de jaarvergadering van de afdeelingOude-
water en omstreken van den Protestantenbond
werden tot bestuursleden gekozen de heeren
A. van Aelst, P. J. Muntendam en W. .Dog-
terom, tot afgevaardigde ter algemeene verga
dering te Zwolle de beer A. van Aelst.
De heer Van Geer eindigt zijn opstel
als volgt:
Dat de minister niet alles in zyn wetsont
werp heeft opgenomen, wat hy vroeger, zoo
niet onmisbaar, dan toch wenschelyk achtte en
in zyne geschriften aanprees zooals bet vrou
wenstemrecht en het proportioneele kiesstelsel
mag hem niet als verwyt worden toege
rekend. In zyn tegenwoordige hooge waardig
heid heeft hij een andere taak te vervullen
dan toen hy als »óolaireur« en tirailleur*
zulke voortreffelijke diensten verrichtte. In
zyn wetsontwerp moet hy rekening houden
met het bereikbare en alle beginselen ten
offer brengen, die, boe goed op zichzelf, voor
alsnog, geen kans van slagen hebben. Daartoe
behooren de genoemde onderwerpen. Maar
dat hij dwaalt, wanneer hy meent met zyn
kenmerken tot een rechtvaardig en uitgebreid
kiesrecht te kunnen geraken, meen ik in deze
bladzyden voldoende te hebben aangetoond.
Dit dool is slechts te bereiken door terug te
keeren tot het hooge beginsel van bet ontwerp
zyns voorgangers: kiesrecht aan allen, die voor
zich en bun goziu in het dagelijksch onderhoud
voorzien.
Nooit kwam het zoo zeer verguisde ontwerp-
Tak in helderder licht dan door dit tegenont
werp van zyn voormaligen bestrijder. Nu dui
delijk is gebleken, hoe de verkeerde weg is
ingeslagen, moge herinnerd werden aan de
oude spreuk: beter ten halve gekeerd, dan
heel gedwaald*.
Op de gisteravond gehouden vergadering der
Ned. Protestantenbond te Moordrecht is de
voorzitter Da. van der Meer van Kuffeler op
nieuw herkozen en tevens als afgevaardigde
naar de vergadering der Ned. Protestantenbond
te Zwolle benoemd. Als penningmeester is
benoemd de heer L. Exalto in plaat; van den
heer R. Hpzewinke), die als zoodanig bedankt
had en gewoon bestuurslid is. Nog werd
op deze vergadering ’t verslag der afdeeling
nitgebracht door secretaris en penningmeester.
ren, en nu nam de voorstelling een aanvaug.
Wij waren verrukt en genoten met al de naïeveteit
van kinderlijke geestdrift dit schouwspel, dat wij nog
nooit gezien hadden.
Thérèse verkeerde in een toestand van opgewon
denheid, die aan koorts grensde.
In luide bijvalsbetuigingen gaf zij aan haar gevoel
lucht; zij bootste met hare voeten onder do bank
iederen sprong der rijders en rijdsters na.
Er waren reeds verschillende sterke toereu gedaan,
toon de opening in de balustrade opnieuw openging
en de held van den avond, die op de aanplakbiljet
ten met groote lettors als Signore Luigi” vermeld
stond, den circus binnenreed.
Hij was in een zwart gewaad, mot goud versierd,
gedost, en op zyne muts prijkte eene roode veer.
Op een ongezadeld paard reed hij door den circus,
terwijl daverende toejuichingen eiken zijner stoute
on bevallige sprongen en toeren begroetten.
Men fluisterde achter ons, dat de mooiste rijdster
vsn den troep, do echtgenoote van Signore Luigi, ten
gevolge van een val van haar paard, ziek te bed lag.
Ik hield geen oog van den stoutmoedigen ruiter
af, en hoe langer ik hem aankeek, de» te bekender
kwam zyn gezicht mij voor. Eensklaps bemerkte ik,
toen hy ons op het snuivende paard langzaam voor
bijreed, dat hom eene rilling over de leden ging.
Terstond daarop werd zijn gelaat met een koortsach-
tigen gloed overtogen en schoten zyne oogen vlammen.
Nu gaven de trompetten het sein tot het einde
der voorstelling, waarop hij den circus onder een
daverend applaudissemeht uitreed.
Toen ik naar Thérèse koek, zag ik, dat zij was
gaan staan. Met hare handen leunde sy tegen een
Een net aangekleed heertje, komende uit
Rotterdam had in den laatsten tyd vaak te
Amsterdam gratis-ritjes door de stad gemaakt,
ja zelfs geld toegekregen. Hij kwam dan uit
de tentoonstelling, steeg in een aapje, en be
speurde onderweg zyn beurs verloren te heb
ben. Meestal wist by dan nog onder een of
ander voorwendsel, van den voerman een paar
gulden te leenen. Gisterenmiddag bad hij eenen
huurkoetsier weder zoo’n loozen trek gespeeld
dien avond over den Dam komende, ont
moete hij ongelukkiglijk zyn schuldeischer,
en deze eischte met de noodige kracht zijn
geld. Het heertje begon moord te roepen,
politie en burgerji liepen te hoop, en de
twistenden .bevonden zich weldra in een niet
klein rondje van menschen. Het einde was, dat
de gratisryder betalen moest, het publiek bege
leidde hem nog een eindweegs, en maakte achter
In het October-nommer van de»Vragen des
tijds* komt een opstel voor van prof. dr. P.
van Geer over het wetsontwerp tot regeling
van het kiesrecht, waarin de schryver vooral
de technische zyde van de kwestie aan een
nader t onderzoek onderwerpt. De resultaten
daarvan zyn niet zeer gunstig voor het
ontwerp.
Opnieuw is, volgens den hoogleeraar, de
juistheid gebleken van de uitspraak, dat bet
opsporen van uiterlyke kenteekenen om den
maatsebappelyken welstand te beoordeelen ge-
lijk is te stellen met het zoeken naar den
steen der wyzen. De nu voorgestelde leiden
tot onrecht en willekeur. Zij beperken het
kiezerskorps binnen willekeurig gestelde gren
zen, ^ie geen rekening houden met de ont
wikkeling van het volk. Door belastiugcensus
en plaatselyke gesteldheid worden struikel
blokken aangevoerd, terwyl alle verband met
de maat van welstand en ontwikkeling ver
valt. Ook de woningcensus is een zeer ver
anderlijke factor, die niet alleen van de eene
tot de andere gemeente wisselt, maar ook
binnen dezelfde gemeente onophoudelijk wordt
gewijzigd door plaatselyke invloeden, die niet
altyd een duidelyk aan te wijzen oorsprong
hebben.
Naar aanleiding van eenige gegevens, door
den hoogleeraar getrokken uit de belastingko
hieren te Leiden, in verband met andere bere
keningen, komt bij tot de conclusie, dat het
aantal kiezers in het geheele land ten hoogste
op 450,000 zal zyn te stellen, terwyl in’t ont
werp Tak een cyfet van 800.000 werd genoemd.
Dit laatste is trouwens te hoog en meer als een
grens te beschouwen, waartoe het getal bij ver
dere intellectueels ontwikkeling der natie kon
naderen. Maar toch stellen de beide cyfers
geplaatst tegenover het tegenwoordig aantal
kiezers 300,000, duidelyk den afstand in ’t
licht die de beide ontwerpen scheidt.
I
1 *1