Q
1
11
sC
-SS
BINNENLAND.
iks
r der
i over-
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Dinsdag 36 November 1895.
34ste Jaargang
’XT.
R> Co.
ELEN,
ENZ.
57.
L
RVEHIJ
FEUILLETON
HER,
dam.
s
tens
fl. 2.76
e dikke,
als een
lua het
>1 opge-
No. 6834.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
worden,
wel
s Heer
coman van
ten zyn de
kan fc Zoox
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
afleverbaar
eene week
worden,
«ending
nipt ult-
t 31.
De kantonrechter te Rotterdam veroordeelde
den tandheelkundige, die daar ter stede, als
assistent bij een tandarts, de tandheelkunde
uitoefende zonder daartoe hier te lande be
voegd te zyn, tot f 10 boete.
Koning
Z.
verven van
alsook alle
wordt, want dan krieg ’k op mien kop, 't is
’u Satan. Nee, nee, bol dei half stuver raaor,
‘t komt joe toe, veur wat heart wat, ajuus
(»Amst. Crt.
Op den hoek
Kerkplein
huurwaarden betreft,
dat zij zoo hoog zyn
h-*t moerendeel der ge
arbeide» het kiesrecht
dorpsbewoners schonken hem weldra hun vertrouwen;
hij kreeg al meer en meer klanten, terwijl ook een
groot gedeelte van de begunstigers zijn meesters bij
hem lieten werken.
De jonge vrouw, die daar aan de put met de wasch
bezig is, is de vrouw van den schrijnwerker, de
vroeger verachte Ganzen-Leen. Zij en haar broeder
waren den verstooteling in vriendschap getrouw ge
bleven en beleefden nu met den voormaligen mole*
naarsknecht, den tegenwoordige!) schrijnwerker, ge
lukkige dagen.
Uit Vlissingen
’t Is tegenwoordig druk aan de Maatschappij
De Schelde. Er wordt met ongeveer 1000 man
gearbeid. Op dit oogenblik staat nog op stapel
de s Koningin Wilhelminas, een nieuwe pakket
boot voor de Maatschappij Nederland*; de
Utrechts, van de Rottcrd. Lloyd, moet veran
derd worden in een vrachtgoederenbootvoor
de regeering moet nog worden aan gebouwd een
nieuwe le kl. kruiser, nl. de >Zeeland.s Van de
Maatschappij Zeeland is nog ingekomen een
der nachtmailbooten, teneinde belangrjjke her-
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regeh a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
GOUDA, 25 November 1895.
Onze stadgenoot, de heer J. D. Rijk, op
zichter van Rjjnland, zal 1 December a.s. vyftig
jaar aan dat Hoogheemraadschap verbonden zijn.
Wenschen wij den nog krassen ambtenaar
een gelukkig feest toe
en naar de
d.
of geverfd
indheid en
Aangenomen het beroep by de Christ. Ge
reformeerde Kerk te Gouda door den heer H.
A. Minderman, cand. alhier.
stellingen te ondergaan aan machine en kek Is.
De Schelde heeft dus geen klagen; werk
zaamheden genoeg.
til
keus
kleine
uten in
er stuk.
I.OIINIIL COURANT
0^9
gewijzigd werden.
Wat de langste
beweren vele leden,
gesteld, dat zjj aan
zeten werklieden en
niet zouden verschaffen. Zjj gaan dan ook
nog booger dan de cijfers van bet amende
ment, door de hoeren van der Kaay, van Houten
en De Beaufort voorgedragen op grond van
statistieke gegevens. Voor Amsterdam en Rot
terdam was danr f2 weekhuur als laagste hr drag
aangenomen maar het ontwerp eisebt f 2,50, en
evenzoo is het bedrag, in de ontwerp-tabe) ge
noemd, voor vele andere gemeenten 50 of 25
cent per week hooger dan het amendement
aannam.
Met betrekking tot Amsterdam werd aange
voerd, dat gezeten werklieden, die een loon heb
ben van f 11 b 13 *h weeks, niet me»»r dan f2,25
plegen te verwonen. Timmermansknechts, die
uiit bjj vaste bazen werken, maar toch geregeld
f 13 a 14 verdienen, wonen daar voor f 2,20 a
2,60 per week. Verder werd gewezen op de
volgende opgaven, voorkomende in het Verslag
der getuigenverhuoren van de derde afdceling
der Staatscommissie voor Arbeids-enquéte (Am
sterdam).
werklieden ter stadsdrukkerij, met een loon
van f 11,50 a 14, verwoonden f 2,50 a f 3
werklieden bjj de straatreiniging, met een
loon van f 10,75 a 13,10, verwoonden f2,25;
werklieden bjj de inzameling van vuilnis, met
een loon van f 12,25, verwoonden f 2.25;
7)
Reeds staat hij op de verst vooruitstekende punt,
die nauweljjks een mensch dragen kan. Hij ziet naar
beneden - wat biedt het leven hem aan? Schande
verachting ellende I Maar het water spoelt
alles weg, dat geeft rust, dat beschermt tegen ver
achting en spot; en meer en meer reikhalzende
staart hij in het blauwo water.
Maar dan, wanneer alles zal stil geworden zijn,
wat dan Wel niets, dan is het uit, voor altijd uit.
Of zou het misschien niet uit zijn? Wat staat hem
te wachten, waaneer o neon, neen, geen gericht,
er kan geen gericht zijn voor een zondaar, wien de
tijd niet gegeven is, om boete te doen.
Maar de mènschen, ze zullen hem allen *met vingers
nawijzende molenaar neemt hem niet meer als
knecht aan, niemand zal vertrouwen in hem stellen.
De dief! dat zal voortaan zyn naam zyn. Hij zal
zijn heele leven niets anders hoorenzelfs zijne vroe
gere makken tullen hem verachten. O ja, het water
geeft rustl
Wat is dat? Klonk hem daar niet plotseling
klokgelui in de ooren Ja, het zijn de klokken
van het dorpskerkje, die den heiligen avond inluiden.
Eene hoogst ernstige roepstem, die tot zijn gods
dienstig gevoel spreekt. Hij treedt van de gevaarlyke
Hedenmorgen viel op de Zeugstraat een jon
gen, doordat hy aan den waterkant speelde, te
water. Gelukkig werd hy door den korporaal
v. E. die daar juist voorbij liep, gered, zoodat
beiden er met een nat pak afkwamen.
Gisterenavond bad de derde of laatste uit
voering plaats voor de leden der R.K. Volks
bond. De zaal der Sociëteit Ons Genoegen
was ook nu weder stampend vol. De werkende
leden voldeden ook ditmaal zeer aan het pu
bliek, en door een luid applaus werd hun dan
ook dank gebracht door de aanwezigen. Voor
de vereeniging »Hulp in nood onderafdeeling
van den Volksbond werd eene collecte gehou
den, welke ruim f 15 opbracht. Na afloop
van het programma, trad de Voorzitter, de
heer Donker, ten tooneele, bjj dankte da ver
schillende hh. die zoo’n belangryk deel aan
de goede uitvoering hadden gehad, waarna ieder
zeer voldaan huiswaarts keerde; bjj allen zal
ongetwijfeld deze feestavond nog lang in her
innering blijven.
Meneer 1 zegt ons boertje voor ’t loket.
»*k wol mien zeun ’n centje extra sturen, bjj
woont in Delft. Hier is vief en twintig gul
den, en ’n comfert, zet ’t adres d’r maar op,
wat kost dat bie ’n ander
Ja, meneerdat gaat zoo nietu dient
zelf het adres te schryven, het geld erin te
doen en er vyf lakjes op te drukken.
Dat was ons boertje te machtig, en hy praat
daarom zoolang dat de postambtenaar hem
helpt. De commies scbryft bet adres, doet
bet bankje er in en lakt den brief behoorlyk
toe. Na hem gewogen te hebben, blykt het
dat ons boertje aan port en voor aanteekening
moet betalen 22j cent. Hij legt een kwartje
neer, en terwyl hy zijn pet afneemt zegt hy-.
>Vrnndelk bedankt, heur, watter over is, is
veur joe’o meuite. Ie ’ebben ’t er drok genog
mit had, nee nee, ie maggen ’t gerust hollen,
’k eb wel zien, ie hebben d’r ook nog laak
achter op plakt, ’t is goudkoop genog. Maor
pas op, dat mien vrouw d’r niks van gewaor
In een artikel in de >Arnh. Ct.,< waarin
wordt aangespoord alles in bet werk te stellen
om deze stad tot een aangename verblijfplaats
te maken, lezen wjj a. het volgende: >Hy
(de Raad) trachte bjj de spoorwegmaatschap
pijen te bewerken, dat werk dyke sneltreinen
’s morgens van Arnhem naar Amsterdam, en
’s namiddags van Amsterdam naar Arnhem
loopsn, opdat de ryke kooplieden die te Am
sterdam hun zaken doen, voortaan te Arnhem
kunnen wonen. De forensenquaestie is te Am
sterdam in voor ons gunstigen zin beslist, de
belasting is te Amsterdam weder sterk ver
hoogd. Gebruikt het heden, en verzuimt het
niet
aangebodende vrouw van den molenaar «prak nog
een vrieudolyk noord tot hem en vermaande hem,
slechts op den goedea God te vertrouwen en hem
op allo wegen voor oogen te houden. Maar bjj
moest leven en de arme broeder en zuster konden
hem onmogelijk onderhoudendit zou hij ook niet
gewild hebben. De broeder had hom geraden, zich
met bot vlechten van manden bezig te houden of
zijne krachten in het maken van voorwerpen uit
hout te beproeven reeds vroeger had hij garenwin
den en lepels, ook bankjes en dergelijkeu uit hout
vervaardigd. De arme verstooteling bepaalde zich
tot het laatste werk en vond van zijne waren een
tamelijken aftrek in het naburige stadje. Eens bad
hij zijne koopwaar oen schrijnwerker aangeboden, die
het werk niet andors dan roemen kon, en dewijl
deze juist een knecht noodig had, nam hij hem
gaarne als zoodanig in dienst.
Nadat hij meer on meer vaardigheid in zijn hand
werk verkregen had, ried zyn meestor hem aan, in
andere plaatsen werk to zoeken, om zoodoende zijne
bekwaamheid te voltooien, Later kwam hij by dezen
terug, maar de zwaarlyvige man werd kort daarna
door eene beroerte getroffen en dood in zijne kamer
gevonden. Do vrouw had den moed niet, het beroep
van haar man aan te houden en besloot alles wat
in winkol en magazijn voorhanden was, te gelde te
maken. De knecht, die intussohen een aardig som
metje bijéén gespaard had en bij zijne meestee goed
stond aangeschreven, kocht veel en richtte nu zelf
in zijne geboorteplaats een winkel op. Het heimwee
trok hem naar de plaats, waar hij zijne kindsheid
doorleefd had; daar, waar hij zoo diep gezonken was,
wilde hij zich zelven in zijue oer herstellen. De
plaats terug en knielt onder de hooge pijnboomen.
Hij is weder een kind, in zijno gedachte staat zijne
moedor dicht naast hom, leert hem bidden, leert hom
zijne knieën buigen roor den hemelteken Vader.
Ach I hij was het reeds lang vergeten en wat er
tusschen het toenmaals en het heden ligt, is als eene
zware onweerswolk aan den helderen hemel, en nu
is de gedachte aan zijn kindsheid, aan zijne mooder
in hem ontwaakthij kan weder bidden hij wil
boeten hij is gered
Daar ginds in het kleine huisje, het laatste van
het dorp, is de schrijnwerkerswinkel van een nog
jongen man; hij kan een knecht en een loopjongen
houden, want er is nltyd volop werk.
Men verhaalt in het dorp aangaande het verleden
van dezen schrijnwerker allerlei vreemde dingen; hij
was op het punt verloren te gaan, maar hij heeft
Gods hulp gezocht en die gevonden Vroeger
is hij molenaarsknecht geweest en leidde een erger
lijken levenswandelja, het kwam zoo verre met hem
dat hij tot verscheidene maanden gevangenisstraf
veroordeeld werd. Nadat hij ontslagen en in zyn
dorp teruggekomen was, heeft bij heel wat moeten
verduren. De dorpsbewoners wilden niets van hem
wetende jonge deernen hielden zich ver van hem
verwijderdde jongelingen behandelden hem met
verachting en dit alles heeft hij met standhaftigheid
verdragen. Slechts twee menschen een arme
broeder en zuster namen zich zijner aan en zwe
gen over zijn vroegeren levenswandel.
De molenaar, by wien hij vroeger in de leer was,
heeft den jongeling hard afgewezen, toen deze, op
raad zijner eenige vrienden, hem zijne diensten had
van de "V^yde Kerkstraat en
te Rotterdam, is men bezig met
de voorbereidende werkzaamheden voor den
bouw van een pakhuis ten behoeve der firma
A. J. Polak Zonen. Hiervoor was het noo
dig, dat eenige panden, waaronder dat, in
welks gevel het beeldje van Erasmus prijkte
als de plek aanduidende, waar eenmaal bel ge
boortehuis van dezen grooten geleerde stond,
gesloopt werden.
Om de herinnering aan dat geboortehuis niet
'geheel te doen verdwynen, heeft de genoemde
firma zich tot Burgemeester en Wethouders ge*
wend met het verzoek haar te willen toestaan,
i waar bet buisje van
den gevel van het op te
te brengen
het huisje
om op dezelfde plaats
Erasmus stond, in
trekken pand een kleineren gevel nan
die zoo getronw mogelyk dien van
teruggeeft.
In oud-Hollandschen styl opgetrokken, waar-
bjj de historische gegevens zullen gevolgd
worden, indertijd door don heer F. D. O.
Obreen verstrekt, zullen aan dezen gevel, ge
heel in den geest van dien tyd, ook de ouder-
wetsche luifel en de kleine raampjes met in
t lood gezette ruitjes niet ontbreken.
Mocht het verzoek van de heeren Polak
toegestaan worden, waarvoor, naar de »N. R.
Ct.< verneemt, zeer veel kans bestaat, dan
zal Rotterdam met een belaogrjjk historisch
gedenkteeken verrykt worden.
Uit het Voorl. Verslag over het Kiesrecht
verdient bet volgende gereleveerd te worden,
als voor het lot der wet niet zonder boteekenis.
Een deel der leden, die tegen de nu voor
gedragen regeling in ’t algemeen bezwaar had
den en aan die der vurige Regeering de voor
keur gaven, verklaarden »zich bereid zoo
mogelyk mede te werken tot verbeteringen,
welke hun gelegenheid konden geven aan
ontwerp hun stem te verleenen.< Die leden
zouden het ontwerp aannemelijk achten indien
art. 1 a (kiezers krachtens belastingbetaling)
verviel en verder in 1 b de cyfers van huur
waarde, loon, enz, aanmerkelyk werden ver
laagd en tevens de voorgestelde beperkingen
ten gevolge van verhuizingen, verandering van
patroon enz. kwamen te vervallen of belangryk
roeiden naar den wagen en konden de vrouw
nog juist door een der raampjes naar buiten
trekken, toen de koets zonk. Daar echter het
bootje dreigde te kantelen bjj de pogingen om
de vrouw daarin op te nemen, greep een der
maunen haar bjj de baren en trok men baar
zoo achter aan de boot mede, terwyl de an
deren naar den wal roeiden.
Dezer dagen vervoegde zich aan het hulp-
postkantoor aan het Centraal-station te Am
sterdam een boertje, die een aangeteekenden
brief wenschte te verzenden.
Daar hy in ’t geheel niet met de manier
van verzending bekend was, wendde hij zich
tot een heer, die juist het loket vei liet, met
de vraag: Worden hier de brieven met geld
verzonden
»Ja, mynheerantwoordde de aangespro
kene, vhier bjj 't lokaè terecht.*
»Jao weit ie, mien zeun is op studie en et
schreven om geld en nou ’k in stad bin, ken
’k em ’t mooi sturen, want mien vrouw mag
d’r niks van weiten.«
Nu, amice de postambtenaar zal u
helpen, bonjour.*
Een veel bewogen tooneel heeft dezer dagen
op de Wezer by Stolzenau plants gehad. Een
postkoets werd met een veerpont overgezet,
toen de kettingen braken en de pont begon te
zinken. Drie reizigers uit de postkoets redden
zich in het bootje, dat achter de pont hing en
voeren naar den wal zonder zich te bekom
meren om de ove ige opvarenden der pont.
De schipper bereikte ondanks den sterken
stroom en eeu wonde, hem door een der paaden
toegebracht, zwemmende den oever. De koet
sier en de postiljon sprongen ieder op een
paard. Alleen laatstgenoemde kwam behouden
aan, de koetsier met zyn paard verdronken in
de ne.bybeid van don oever.
De postkoets werd door den stroom mede-
geslenrd en de eenige reizigster, die nog binnen
was, liep groot gevaar met den wagen in de
diepte te zinken. Haar geschreeuw trok echter
de aandacht van eenige personen, die in de
nahjjheid waren. Dezen sprongen in een boot,