ifeest
z
as.
o,
I
ICHT
BINNENLAND.
Zn.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
No. 0833.
.sje f 5.—
rouwe .11
luiting.
FEUILLETON
Het Adelaarsnest.
Donderdag 5 December 1805. 34ste Jaargang.
C. i>.
1 I
ft
tot het
van
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
ingenieurs
dellyk daarna. Het bleek, dat zij bekl. niet
de firma H. Zwartjes
net byna 100
wers,
N te Nijmegen
rechter, is
een enkel woordje met
u
De Uitgave dezer Courant geschiedt d a g e 1 ij k a
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
et in 24 afle-
rijken pracht;,
De Strijkster
deel, of in 24
Bedankt voor het beroep bij de Ned. Herv,
Kerk te Huisduinen door ds. W. Margadant
te Oudewater.
verhaal dezer
r met VICTO-
by val geoogst.
7RE, Hertogin
SANS-GÊNE,
rer de personen
over het ka-
r het mooiste,
et meest pak-
Ji
I.IIIIMIIi: COIllHT.
enz. enz.
-inken hare
«ad nakeken.
>o een nieuw
as, waardoor
By kon. besluit is benoemd tot notaris bin
nen het arrondissement 's-Gravenhage, ter
standplaats de gemeente Hazerswonde, C.
Korte weg, candidaat-notaris en burgemeester
aldaar.
enden voldeed,
n verkrijgbaar
ADVERTENTIEN,worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Beroepen bij de Ned. Hervormde Kerk te
Berken wonde de beer D. A. van Krevelen,
cand. te Rotterdam.
1
De beer A. Lootsma, onderwijzer alhier, is
als zoodanig te Utrecht benoemd.
zaak door inededeeling dier woorden der ge
rechtigheid dient
Neen, zeide de geesteljjke, dit is ónmogelijk.
Dit kan ik evenwel zeggen, dat het weinige,
dat ik zou hunnen mededeelen denkelijk geen
invloed zou kunnen hebben op uw beoordeeling
van het feit.
De kapelaan werd van verdere mededeel! n-
gen ontblagon.
De rechtbank te Rotterdam veroordeelde
gisteren
K. den H., glasblazer te Nieuwerkerk a. d.
IJsel en P. den H., glasblazer te Kapeile a. d. j
IJsel, wegens wederspannigheid, ieder tot 15
dagen.
M. by de arrondissements-
w»icht is tegen J. P. Brau-
jaar, daglooner, en tegen N.
en aldaar gedetineerd,
kerkdiefstal, gepleegd te Rosmeer
eeu gevangenisstraf gereqaireerd, on
derscheidenlijk van 6 en 4 jaren.
en zy bezwoer den rechter, dat zij de overle-
Er
wel onaangename woorden gevallen
dat gebeurde meer onder familieDe
bekl. had echter gemeend door het antwoord
overledene vrouw in het daglicht van
naar het scheen 1
B-
Zondagavond ten 8 uur had een brutale
aanranding plaats. Op het oogenblik dat de
kerk in de Schooterboschstraat uitging, werden
twee meisjes plotseling door vier opgeschoten j
schavuiten te midden der menigte aangegrepen.
De een ontrukte haar het kerkboek met zil
veren beslag, terwyl de anderen het op hare
gouden hoofdsieraden gemunt hadden. Een
der jongens bevindt zich in handen der po-
litie, de anderen kozen het hazenpad.
doen worden. Die arme Fiorella!
„Door een kromming in den weg om den boek
eener rots verloor ik Florslla al spoedig uit bet ge
zicht en zette myn weg voort, van de gedachte aan
deze liefde vervuld, en terwijl ik mij met stil ge
noegen voorstelde, hoe vast ik de draden van baar lot
in mijne handen hield, hoe ik aan de snaren van
haar jeugdig hart droeve of vroolyke tonen kon ont
lokken, haar karakter geheel naar willekeur kneden
en haar lot en leven gelukkig of rampzalig makon,
en een zeker gevoel van zegepraal over deze macht
ondervond, drong er eensklaps eene stem tot mijne
ooren door
„Mijnheer! Mag ik eens
u spreken?”
„Het patois der oude Cazot deed mij opkijken en
bijna schrikken, ofschoon er in hare aanwezigheid
op de plaats, waar zij onder een esch aan den oever
der Gave haar linnengoed placht te wasschen, niets
vreemds gelegen was. Zij stond van haar werk op
en keek mij aan, terwyl zij hare pogen met de hand
tegen het zonlicht beveiligde. ’tWas eene gerim
pelde, door de zon verbrande oude vrouw met een
roode muts, met een blauw lakensch jak en met een
bruinen wollen rok, die in zulk een scherp contrast
stond met de gestalte, welke ik zoo even bij de deur
van het Adelaarsnest verlaten had, dat men nauwe
lijks had kunnen gelooven, dat beiden lot dezelfde
kunne en in dezelfde streek thuis behoorden.
„Mijnheer! Mag ik eens een enkel woordje met
spreken I” herhaalde zij.
„Zy sprak, zooals altijd, op een eerbiedigen toon,
maar zoo dringend, dat ik haar verbaasd aanstaarde
en bleef staan, om te hoeren, wat tij mij te zeggen
8)
Op dat oogenblik was zij omgoven door eene lief
talligheid, die geene kunst vermag af te malen. Zij
beminde mij en moest mij dit weder en telkens we
der zeggen. Zonder aarzelen stelde zy haar lot in
mijne handen en baadde zich in vreugde-by de ge
lofte mijner liefde, zonder te vermoeden, dat slechts
zelftucht mij tot haar voerde, en dat zij, terwijl zij
mij als een booger wezen vereerde, niets anders voor
my was dan een stuk speelgoed om er mij eenige
vluchtige oogenblikken mee te vermaken, eene beu
zeling, die ik zeker spoedig moede zou worden.
„Toevallig had ik op den morgen van dien dag
te Luz met verscheidene doortrekkende kennissen eene
afspraak gemaakt en beloofd, hun gezelschap te zul
len houden en den volgenden dag den Pic-du-Midi
met ben te beklimmen, zoodat ik nauwelijks twee
uren bij Fiorella kon vertoeven. Ik vergezelde haar
naar buis, nam voor een korten tijd afscheid en
keerde langs het bergpad terug. Nog thans zie ik
baar duidelijk tegen den met groen begroeiden muur
staan, waar de neerhangende klimoprac'
zijden haarlokken aanraakten en mij lachen)
Mijne woorden hadden op dien morgen
leven in haar gewekt en de gevoelen;
haar hart sedert korten tyd bewogen was, duidelijker
GOUDA, 4 December 1895.
VERGADERING vandkn GEMEENTERAAD
op Vrydag 6 December 1895, des namid
dags ten are.
Aan de orde:
Het adres van den oud-boekhouder A. Nor-
tier, houdende verzoek om verbooging zijner
gratificatie.
Het voorstel tot verhaar van twee stukken
grond by de Vest aan
en Co. alhier.
Het voorstel tot verhuur van een stuk grond
den heer I. Visser
Uit Amsterdam meldt men
Omtrent het geding tegen K. V., beschul
digd van vergiftiging zijner vrouw door middel
van arsenicum, moet nog bet volgende vermeld
worden
In de namiddagzitting werd het getuigen
verhoor voortgezet.
Juffrouw Jansen uit Groningen, de echtge
noot van den reeds gehoorden M. E. Jansen,
verhaalde welken indruk bekl. op haar had
gemaakt op den dag der begrafenis en onmid-
by de Wachtelstraat aan
alhier.
Het voorsts! tot verhaar van een stuk grond
by den Kleiweg aan den heer J. W. Verweij
alhier.
Het voorstel tot uitgifte in erfpacht van een
stuk grond by het Rabat aan de Leidsche
Stoombootmaatschappij >de Volharding
Het voorstel tot uitgifte in erfpacht van eeo
■tuk grond op het Nieuwe Veerstal aan de
Erven G. G. van der Garden.
Het voorstel tot het afstaan in medegebruik
van eenen gang by den Kleiweg aan het R.
K. Kerkbestuur van O. L. V. Hemelvaart
alhier.
Het voorstel tot intrekking vati het besluit
van 2 Juni 1820 betreffende de uitgifte in ge
bruik van een ledig erf aan de Vest by de
Hoatensteeg.
Hei voorstel betreffende de instelling van
eenen tweeden marktdag vao nuchtere kalveren.
Het adres van het Bestuur der Afdeeling
Gouda van het Alg. Ned. Werklieden-Verbond
betreffende het opnemen in de bestekken voor
Gemeentewerken van bepalingen omtrent ver
zekering, minimum-loon en maximum-arbeids-
dunr voor de werklieden.
De motie van den heer J. van Galen be
treffende het verzoek van de firma T. P. Viruly
en Co. om vergunning tot het leggen van rails
in de straat van de Oosthaven.
zyne
onverdraaglykheid te stellen,
Voorts werd gehoord de loopjongen van den
apotheker. Aan deaen getuige stelde de pre
sident zyne vragen aldus, dat hy zeker bad’
moeten antwoorden, dat er in de apotheek ook
wel eens blauw papier ter verpakking dér
medicijnen werd gebezigd, zoo dit inderdaad
somtyds het geval was geweest. De jongen
sprak echter met geen enkel woord over blauw
papier, en toen de president hem ten slotte nog
vroeg, of er wel eens blauw papier gebezigd
werd, antwoordde hij ontkennend.
De president vestigde de aandacht van den
beklaagde op dit getuigenis, zoozeer in strijd
met de verklaringen van bekl. zelven.
Na den loopjongen verscheen voor de recht
bank een der merkwaardigste getuigen in deze
zaak, de kapelaan der Willebrorduskerk, Colla.
Het was bekend, dat deze geestelyke de
overledene vrouw in bare allerlaatste are had
bijgestaan en hare laatste woorden bad opge
vangen. Had zij hem iets omtrent de oorzaak
van haren dood toevertrouwd, terwyl zy weg
kromp van de krampen, die de arsenicum in
het geplaagde lijf teweeg brachten Had zy
wellicht bet geheim van een zelfmoord aan den
biechtvader in hare laatste ure bekend en kon
diens getuigenis voor de rechtbank de bekl.
de vryheid hergeven
Kapelaan Colla werd ondervraagd. Hij had
de vrouw twee malen bezocht. De eerste maal
sprak hij met haar in het byzyn van haren
man en hare beide kinderen over onverschillige
zaken. Zij maakte toen niet den indruk op
hem, dat zij aan eene levensgevaarlijke ziekte
leed. Alleen trof hem baar toestand van
niterste overspanning. De tweede maal vond
hij haar bij zyne komst evenmin zoo zorgwek
kend; en toch, nadat zij hem slechts enkele
woorden eener laatste biecht bad toevertrouwd
hij was toen met haar alleen gaf zy
onverwachts den geest. Welke waren die
enkele woorden geweest? Dit mocht de gees-
lelijke niet openbaren. Miar, vroeg de
*j het onder geen omstandigheid
mogelyk. dat gij in deze duistere en treurige
had. Zij was slechts eene boerin, maar bezat toch
eene zekere waardigheid in al hare gedragingen, die
zij waarschijnlijk tijdens haren langdurigon diensttijd
bij de familie de l’Héris en uit trots daarover aan
genomen had.
„Mijnheer!” vervolgde zij, „het past mij wel niet,
u aan te spreken, want gij zyt een groot heer en
ik ben slechts eene arme boerin, maar ik kan het
tooh niet laten. Ik heb eene verplichting op mij
genomen, waarvan ik in de andere wereld aan God
en aan mijn heer rekenschap moet afleggen. Mijn
heer! vergeef mij, wat ik u zeg, maar.... bemint
gij Fiorella
^Verbaasd over de bemoeizucht en geërgerd, over
de aanmatiging der oude vrouw, staarde ik haar een
oogenblik aan en gaf haar daarop een wenk op zijde
te gaan. Met de oude Cazot wilde ik niet over
de liefde, die ik aan Fiorella toedroeg, spreken,
zooals gij liohtelyk kunt begrijpen. Maar zij ging
vlak voor mij staan op het smalle pad, dat ternau
wernood ruimte voor twee personen aanbood, en
hield mij vastberaden, maar eerbiedig tegen, terwijl
zij nog altijd de hand boven hare oogen hield en
mij strak aankeek.
„Mynheerweinige minuten geleden, toen gij bij
de deur afscheid van Fiorella naamt, kwam ik achter
u het huis uit, om mijn linnengoed naar de rivier
te brengen, en zag u het meisje omhdzen en her
haalde malen kussen en hoorde u haar toefluisteren,
dat gy zoudt terugkomen. Toen merkte ik, dat gij
Fiorella liefhebt, of althans liefde bij haar opgewekt
hebt. Ik heb haar tot hiertoe slechts als een mooi
kind beschouwd, maar gij hebt eene mooie vrouw
in haar gevonden en haar liefhebben geleerd. Ver-
Door het O. 1
rechtbank te Maastricht
wers, oud 26 jaar, uagiuuucr, eii legou xv.
Beckers, oud 17 jaar, zonder beroep, beiden
wonende te Maastricht ~’JJ-‘:-4
ter zake van
(België),
De heer Sprenger van Eyk is zoo «egt do
briefschryver uit de residentie aan de >Prov.
Overys. en Zwolsche Crt.< in zyn jongste epis
tel door het oog van een naald gekropen,
en hoewel hij uit zyn wet de deuren en ven
sters gelicht bad, scheelde bet weinig of hy
was- toch nog door do schoorsteen gejaagd:
Meneer ’t Hooft, die zich op het moment su
prème seven verwijderts; meneer Kuyper, die
het voldoende vindt om in de Standaard«zyn
stem tegen eenig wetsontwerp te verhef
fenzoo komen de wetten tot stand
Hoewel een bedreiging met schorsing der be
raadslagingen volstrekt niet gelijk staat met
het stellen der portefeuillequaestie, zou een
afstemming den minister waarschynlyk alle
pleizier in zyn baantje vergald hebbeu. Hy had
zich dan gevoeld als de schooljongen, die met
een thema overmaken!« door den meester
naar huis wordt gezonden. Hoe het zy, petit
bonhumme vit encore, en beraadslaagt nu met
zyn personeel over den nieuwen grondslag, die
hem te kwader are door een anti sportlievon ie
meerderheid opgedrongen is. Het rytuig, de
piano, de pleizierboot, de gouvernante, de lief,
hebberijknecht, de lucifer en de sigaar onbe
last laten, om juist bet rywiel te treffen, is
toch wel wat erg. Met een redelijke belasting
zon wel genoegen gonomen zyn, maar uit de
toelating van het amendement van den heer
Rutgers blijkt een duidelyke toeleg om den in
zyn oogen i-ntipathieken wielryder gevoelig
in zyn beurs te tasten en hem zelfs (met die
By beschikking der arrondissements-reebt-
bank te Maastricht, zyn naar de openbare
terechtzitting verwezen lo. S. v. W. en 2o.
J. K., beiden kooplieden, wonende te Rotter
dam, thans gedetineerd te Maastricht, beschul-
digd van oplichting. Deze zaak betreft den
verkoop van goederen, waarbij zich beide be-
klaagden van valsche voorgevens zonden hebben
bediend
geef het mij, wanneer ik uwe eer te na kom, maar
mijn heer heeft haar aan mijne zorg toevertrouwd
en ofschoon ik slechts eene domme oude boerin ben
en weinig recht daartoe schijn te hebben, moet ik
u toch vragen, of uwe liefde van zoodanigen aard
is, dat de graaf de l’Héris, wanneer hij nog in leven
was, hare hand in de zyne zou nemen en in de uwe
leggen, dan wel van dien aard, dat hij de krenking
zijner eer met uw bloe I zou uitwisschen.”
„Hare woorden deden mij eenige oogenblikken
werkelijk van verbazing verstijven, niet alleen wegens
de aanmatigende inmenging, maar inzonderheid we
gens de ijzeren vastborade iheid, waarmee (de oude
vrouw zoo onbevreesd sprak, alsof het bloed van een
koninklijk geslacht haar door de aderen vloeide. Ik
lachte echter wat met dit dwaze verhoor, en daar
ik geen lust had, een gesprek met haar aan te knoo-
pen, beval ik haar herhaalde malen, op zijde te gaan.
Maar zij Week niethare oogen begonnen te fonke
len en zij bleef stijf als een stok staan.
„Mijnheer! antwoord mij toch riep zij uit. „Be
mint gij Fiorella Hebt gij aanzoek om hare hand
gedaan
Onwillekeurig moest ik glimlachen.
„Mijn goede mensch antwoordde ik. „Mannen
van mijn stand trouwen niet met iedor lief gezichtje,
dat hen ontmoet; wij zijn met de instelling van het
huwelijk niet byzonder ingenomen. Ik weet wel,
dat je het goed meent, maar je bent tevens drom
mels onbeschaamd en ik ben niet aan zulk eene be
moeizucht gewend. Wees dus zoo goed, mij voorbij
te laten gaan.”
(JFordi vervolgd).
Men seint uit Amsterdam
In bet gebouw >Piancias« is gisterenavond
een vergadering van diamantbewerkers ge
houden. Daar de voorzitter vaa net bonds-
comité, de heer Polak, het woord zou voeren
was eene talryke schare opgekomen. De heer
Polak kon echter niet optreden en bad den
heer Levita uitgenoodigd in zyne plaats te
spreken. Ook deze wae echter verhinderd, en
zoo wrrd dan, om de aanwezigen niet al te
zeer teleur te stellen, bet woord gevoerd door
Van Emmenes, die in bet algemeen sprak
over de verhouding tusschen de kerk en de
arbeidersbeweging.
onder den invloed van groote smart had aan
getroffen.
De bekl. deed haar vragen, hoe zyne vrouw
zich by een bezoek te Leen warden jegens
getuige gedragen had. Mej. Jansen meende, dat
de bekl. doelde op de handelingen harerzijds
An bo. (ton. Jon 1
dene met geen vinger bad aangeraakt,
waren
maar
i
I
llh