li-
I
I
II
i
1
1DING-
senkool
chappij
e duur
lick te
‘te aan
I
n
De Oorlog.
No. 13546.
Zaterdag 8 Augustus 1914.
53e Jaargang.
bolialve Zon-
Feestdagen.
en
Telefoon Interc. 82.
Telefoon Interc. 82.
FEUILLETON
Eefje.
in dit Blad.
xqro-A-
Eerste Blad.
XTï.eij."ws- ezx uÊL.d-*verteaa.tïe“bleud. voor GoucLa. ezx Ox^-stxelceaa..
Verschijnt dagelijks
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Bekendmaking.
MPEN
l‘l.l
V.
d»
het
wien
van
(Wordt vervolgd.)
J
km an Zn., Gouda
Dit nummer bestaat uit twee
bladen.
En
do
terug
gezet*
haar
c te
ver
zijn
een
zou
1)0-
hoc
tram
en
het
fiOimSCHE tOURANT.
'Hji
dat
weder-
zeker-
moest
deze
ze verdwenen
ren ze
In
Zonder antwoord af te wachten, snelde
do baron naar zijn plaats terug.
Bouw- en Woning-
Armenzorg. Onder
do.
mwij geregeld tijdig
ogen ontvangen van
icerten, vermakelijk
deze dan in onze
ien.
De proclamatie van] den Belgischen
Koning.
Volgens de Vlaamsche bladen is door
Koning Albert de volgende procla
matie tot het Belgische leger gericht
Soldaten,
Zonder de minste uitdaging van
onzentwege heeft een gebuur, hoog-
,en.
ing
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummerf 0.55
Elke regel meer0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels 10.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0 25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
moedig door zijn kracht, de verdrag<
verscheurd, welke zijn handteekepft^,,
dragen en schendt hij het grondgebied
onzer vaderen. i
Omdat wij eigeniftiarde hebben,
omdat wij geweigerd hebben eerbreuk
te plegen, valt hij ons aan dat de
eerbied en do achting van alle volke
ren u in deze plechtige oogenblikken
sterke.
Wanneer zij haar onafhankelijkheid
bedreigd zag, heeft de Natie getrild
en haar kinderen zijn als een storm
wind naar de grenzen gerukt.
Dappere soldaten eener heilige zaak
in uw taaie heldhaftigheid betrouw ik,
en in naam van België groet ik u.
Uw medeburgers zijn fierop u. Gij
zult zegepralen want gij zijt de kracht
ten dienste van het recht.
César heeft van uw voorvaderen
gezegd
„Onder alle volkeren van Gallic zijn
de Belgen de dapperste. Roem aan
het leger van het Belgische volk. Vóór
den jvijand herinner u, dat gij strijdt
voor de vrijheid en voor uw bedreigde
haardsteden. Herinnert u, Vlamingen,
den Slag der Gulden Sporen, en gij,
Luiker Walen, dat op dit oogenblik
de eer der 600 Franchimonteezen u
te beurt valt. Soldaten Ik vertrek
uit Brussel om mij aan uw hoofd te
stellen. Gedaan ten Paleize van Brus
sel, op heden 5 Augustus 1914.
w.g. Albert.
Duitsche spionnenvrees.
Aan een particulieren brief in de
N. Crt. is het volgende ontleend. De
schrijfster is eèn onderwijzeres, die
met haar ouders op reis was in den
Taunus, alwaar ze door de Duitsche
mobilisatie verrast werd.
„Zondag 2 Augustus zouden wij dan
maar probeeren hoever we nog reizen
konden. We hadden rondreisbiljetten
en zouden van Coblenz naar Keulen
met de boot gaan. Maar jawel, dat
liep mis. Met een boemeltrein ging
het naar Giessen. Daar overstappen....
weer in den trein naar Niederlahn-
stein.... Overstappen op den sneltrein
WiesbadenKeulen. Intusschen zagen
De voorstelling was afgeloopen, en het
publiek stroomde door de uitgangen naar
buiten. rtl 4
Aan de voorstelling had Bruno slechts
gedeeltelijk zijn aandacht gewijd; zijn ge
dachten waren met iets anders bezig. Nu
kende hij den naam der geheimzinnige on-
bekende, waarvan zijn oom met zooveel
ingenomenheid had gesproken. Werkelijk,
zijn schildering van haar schöonheid was
niet overdreven geweest. En toch, dit
beeld verbleekte, als hij aan het lieve
meisje dacht, dat gids op de eerste galerij
zat. Haar beeld zweefde hem ook voor de
oogen, toen hij de opera verliet.
Daar zag hij ze weder! Hij zag,
ze met de oudere dame naar de
snelde. Zij hielp deze instapppn
volgde toen ook; ze verdwenen in
rijtuig.
Verdween
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaalf 125
Idem franco per post„1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad„1.50
Idem franco per post„1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau:
Markt 31, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
wo op alle stations droevige afscheids-
tooneelen. Alle Stations stonden vol
menschen om de soldaten, bekend of
onbekend, een laatst vaarwel toe te
wuiven.
In Keulen was het halve paniek,
van „Aufregung“. Alles was onge
regeld. Door het ontactisch optreden
van een beambte misten wij den snel
trein naar Cleve, en moesten een
vreeselijken boemel nemen.
De opwinding steeg intusschen ten
top. Verscheidene spionnen werden
gevat, en zoodoende was alles in de
weer, ’s Avonds om 9 uur kwamen
wij in Cleve aan, na eenige malen te
zijn gevisiteerd.
In Cleve was het „haltu geen
verkeer meer naar Holland; niemand
meer over de grenzenToen maar
gelogeerd in het hotel. Den volgen
den dag eeti wandeling in het Reichs-
wald. Maar ook daar bleek de spion
nen vrees. Bosch wachters zochten met
revolvers en buksen (en een boel kleihe
Clevenaartjes) naar spionnen, die als
dames verkleed, met witte blouses daar
heetten te zfin.
Ma en mijn zuster hadden „weisze
Blusenu... En toen gebeurde het.
Alles in vliegenden ren op ons af...
met geladen revolver voor onze neuzen
ons uitgovraagd. En toen: „Also Passe
hervor zeigen!“ Dat gebeurde. Toen
wij dus geen spionnen waren dropen
ze af, in een vliegenden ren. Een der
mannen transpireerde zóó van het
hollen, dat de stralen hem letterlijk
van hot gezicht liepen.
We vertrokken om 10 uur uit Cleve
en kwamen te 11 uur ’s nachts thuis.
DüITSCHLAND-RuSLAND.
De Russen naar huis.
De Russen, die bij duizenden in
Duitschland wonen, pogen thans zoo
spoedig mogelijk naar hun eigen land
terug te keeren. Daar de reis over
de Duitsch-Russische grens natuurlijk
niet mogelijk is, trekken zij bij hon
derdtallen over Denemarken en direct
naar Zweden. Daar heeft men naar
wij in „Svenska Dagbladet” lezen, ge
poogd ze naar Finland te krijgen.
Daar de booten op Libau, Wiborg en
Helsingfors in het geheel niet meer
varen, wordt gepoogd de Russen met
de booten der Boremaatschappij naar
Abo te brengen, maar ondanks het
feit, dat de kapiteins dezer booten met
een speciale pas van het Russisch ge
zantschap te Stockholm zijn voorzien,
I
Nederland’s taak.
In een correspondentie in het Hbl.
wordt nog eens uiteengezet dat Ne
derland tot taak heeft ellende te ver
zachten en gastvrijheid te verleonen.
Daaraan ontleeenen wij o.a. het
volgende
Een zaak Inkt mij plichtdat vluch-
lingen in Nederland zooveel mogelijk
geholpen en gastvrij ontvangen wór
den. Wat zich, zooals mij de burge
meester van Mouland meedeelde, gis
termorgen heeft voorgedaan, n.l. dat
marechaussee zelfs vrouwen en kinde
ren terugjoegen, die uit België vlucht
ten voor de binnenrukkende Pruisen,
mag nooit meer voorkomen. Integen
deel, had men heel Mouland terstond
in Nederlandsch Eysden gastvrij ont
vangen, dan had veel vreeselijks wel
licht voorkomen kunnen worden. Er
zijn later bevelen gegeven, die van
een zuivere opvatting getuigden. Ge
lukkig, maar wo kunnen in de tegen
woordige omstandigheden, hoe druk
kend de toestand ook is, in ons land,
gezien wat onze naburen te lijden
hebben en nog zullen hebben, niet
gastvrij en royaal genoeg zijn.
Een goed voorbeeld is gisternacht
gegeven door een aantal hoeren on
dames, die vluchtelingen uit Luik, die
binnen de twee uren die stad hadden
moeten verlaten, met melk on brood-
INLIJVING MILITIE
lichting 1914.
De BURGEMEESTER van GOUDA
maakt bekend dat bij Koninklijk be
sluit is bepaald, dat de nog bij de
Militie te land in te lijven lotelingen
der lichting 1914 zullen worden inge-
lijfddat hiérvan worden uitgezonderd
de lotelingen bestemd voor de be
reden korpsen, alsmede die bestemd
voor de genietroepen voor zoover zij
als ambtenaar bij de posterijen en de
telegrafie belast zijn met den toestel-
dienst
dat de inlijving voor deze ge
meente zal plaats hebben op DINS
DAG 11 AUGUSTUS 1914.
De lotelingen worden mitsdien op
geroepen om op dien dag, des voor-
middags ten 8’/2 uur aanwezig te zijn
aan de trap van het Stadhuis, van
waar zij vervoerd zullen worden naar
’s-Gravenhage, alwaar de aflevering zal
plaats hebben.
GOUDA, 8 Augustus 1914.
De Burgemeester voornoemd,
R. L. MARTENS.
Duitschers in België.
Aan hetgeen wij reeds meldden omtrent
f de gevechten tusschen Duitschers en Bel-
gen in Luik voegen wij nog het volgende
aan andere bladen ontleend:
Over de overwinning der Belgen aan
de oevers der Vesdre vertelt een telegram
V aan het „Hbl.” nog de volgende bijzon
derheden:
De slag was opnieuw om één uur des
nachts bij het schijnsel van de maan be-
gonnen. Er werd van beide zijden ver
woed gestreden.
Do Duitsche troepen waren terecht ge
komen op een terrein, waar do Belgische
genie mijnen hadden aangelegd. Zij leden
hier aanzienlijke verliezen. Op het slag
veld werden niet minder dan 1200 doodon
opgeraapt.
De stemming te Brussel na ontvangst
van het bericht, dat het 7e corps voor
Luik was verslagen was blijkbaar uiterst
geestdriftig.
Ofschoon het nieuws als zou het Luik-
waardigmaar vindt ge haar schoonheid
niet overrijp? Het is waar, ze is nog
een ster van de eerste grootte, maar haar
glans wordt thans verduisterd door een
nieuwe opgaande zon.
O, ik begrijp udaar ginds op den
tweeden rang, de derde loge van het too-
neel, zei de graaf lachend.
Kan daaraan getwijfeld worden, mijn
waarde? vervolgde de baron, terwijl hij
zijn I blikken naar rechts richtte. Wat
een profiel! wat oogen en haar!
Gij zijt in verrukking, waarde baron,
en ik moot zeggen, dat uw bewondering
opnieuw getuigenis geeft van uw goeden
smaak. Maar zeg me eens, voor
I loeien al die bekoorlijkheden?
Voor niemand.
Hoe zoo?
Zij is weduwe en leeft zeer
getrokken met haar juffrouw
schap, die naast haar zit.
En ze heet?
Gravin Czemy.
Gravin Czêmy?
Gravin Minona Ozerny, weduwe van
den ouden Czerny, die eenige weken ge
leden is gestorven. Zooals ge wel begrij
pen zult, is ze meer een weeze die haar
vader, dan een vrouw, die haar echtge
noot verloren heeft, In verband met de
millioenen, die zij geërfd heeft, maakt dit
haar verschijning nog interessanter
Maar daar begint de muziek. Hoe bevalt
u mijn vriend Fanre? Prachtig, hé? Ik
ken hem nog van Parijs. ..Nu, tot weer
ziens. mijn waarde.
sche garnizoen de Duitschers tot de Ne-
derlandsche grens hebben achtervolgd,
wel overdreven is, toch blijkt uit de amb-
tcMjke berichten, dat van een ware over
winning mag worden gesproken. Talrijke
vijanden zouden gevangen zijn genomen
en men beweert dat zeven kanonnen wer
den buitgemaakt.
Over Luik vóór het beleg geeft een
correspondent van de „Vlaamsche Gaz.”
de volgende beschrijving:
„Maandagmorgen waren hét meest de
aalsche dorpen uit het noorden van de
stad, die voorraad en levensmiddelen heb
ben geleverd. Meer dan 500 stuks vee van
alle slag zijn in kudden van telkens een
vijftigtal de stad binnengekomen. Het aan
tal wagens en karrevrachten hooi, stroo,
hout was rond den middag zoo groot, dat
de heele Akademiestraat meer dan twee
uur heeft volgestaan met vee en voer
tuigen, zonder dat iets een stap kon ver
zetten.
Al het
te Bressoux. Daar
arke
losgelaten,
zoover het
vee en
kunnen brengen? Toen hij afscheid van
haar nam, was hij niet van plan, het
avontuur voort te zetten en nu hij in
zijn rijtuig naar de tram zat te kijken,
was hij in angstige spanning, dat hij haar
uit het oog zou verliezen.
Telkens als er passagiers uitstapten,
vatte hij die goed in het oog. Dicht bij
de Wtthringer lijn gekomen, meende hij,
dat een blauw fluweelen hoedje op
treeplank zichtbaar werd.
Ja, hij vergiste zich niet. Hij zag
lieve kind afstappen, terwijl de conduc*
tear de oude dame hielp. Vervolgens
sloegen moeder en dochter den weg in
naar de Schoolstraat van Wtthring. Hij
liet het rijtuig stilstaan, betaalde haastig
den koetsier, en volgde toen de beide ge
stalten, die arm in arm op het voetpad
voortschreden.
Waren de
levendig, hier heerschte in de
reeds de stilte van den nacht,
daar zag men een nachtwacht of iemand,
die nog laat huiswaarts keerde, evenals
de heide dames, die de Schoolstraat in
sloegen. Hij volgde ze voorzichtig, op een
kleinen afstand, en bleef bij een muur
staan, toen ze voor de deur van haar wo»
nlng stilhielden. Een oogenblik later wa-
in huls verdwenen.
een wip was hij hij de deur om
het huisnummer te zien. Schoolstraat
no. 33, mompelde hij. Goeden nacht,
Kofje! Ik zal je wederzien.
En gelukkig in deze gedachte, sloeg
hij den terugweg in.
ze voor immer? Neen,
mocht niet zijn. Hij moest haar i
zien en wilde zich tegelijkertijd
heid verschaffen, waar hij haar
zoeken.
Hij riep pen huurkoetsier aan. die voor
een koffiehuis stond, en gaf bevel, lang
zaam de tram te volgen, steeds op een
kleinen afstand blijvende.
Waarom had hij zich deze vreemde
jacht niet gespaard en eenvoudig 1
adres gevraagd, om haar een bezoek
Weinige minuten later stond op die
zelfde plaats een man, in wien men
moeilijk den bevalligen ridder von Hoff
mann zou herkend hebben, dien wij in
hef boudoir der schoonc Minona loerden
kennen.
Het gefriseerde haar en de goed
zorgde baard waren nu verward;
gouden lorgnet was vervangen door
stalen bril met donkere glazen.
Zijn fraaie kleeren had hij verwisseld
tegen een schamele jas en pantalon, sme
rige schoenen en een ouden vilten hoed.
Hij had een dikken stok in de rechter
hand en stak twee vingers der linker
hand In den mond, waarop hij een scherp
gefluit liet hooren.
Onmiddellijk daarna werd het venster
van oen zolderkamer geopend en vertoon
de zich de gestalte van een jongen man,
Is u het. mijnheer Vogel? riep een
stom van hot zolderkamertje.
Ja, voor den duivel! Wie
hot anders zijn? Kom maar spoedig
noden.
Het venster werd» gesloten, en de ge
daante op do zolderkamer verdween, ter
wijl het licht word uitgeblazen. Een wijsje
fluitende, liep de man op straat hoen en
weer; daar ging do deur open, «n oen
gedaante, iij oen lichtgrijze paletot ge
huld, word zichtbaar.
Komt ge eindelijk? vroeg de wach
tende.
vee trok naar het oefen ingsplcin
was t alsof de neele
van Noach haar verzameling had
Hel krioelt er van beesten,
oog reikt. Een wemeling \an
van Kleuren is het er tusschen
de menigvuldige karren- en wagenvrach
ten, zooais men er zeker nooit een in Bel
gië zag. Daar tusschendoor loopen man
nen, vrouwen en kinderen, ’t Is een ge
roep, een gebalk, een geschreeuw, een
geharrewar dat de hersens ervan duize
len. Men behoeft niet te vragen of er orde
wordt gehandhaafd en het plein wordt af
gezet. De „bleus” van de burgerwacht
zijn met dezen dienst belast.
Zooeven kwamen nog 26 paarden van
Haut-Pré, zeker opgeëischt in de boerde
rijen van llaspégouw.
W oensdagmorgen zagen wij n dorpson
derwijzer uit het Tongcrsche aan het hoofd
van een kudde van meer dan 50 runde-
rc^. r,n zoo stuwt, davert en rommelt
van al de wegen, die naar de stad lei
den, dezelfde stoet levensmiddelen voor een
bevolking, die misschien over enkele da
gen zal leven tusschen een omheining van
van Duitsche soldaten.
Men sprak reeds sedert enkele dagen
in ofiicieele kringen van de mogelijkheid
van een belegering van de stad door een
Duitsch leger. Niemand wou er aan ge-
looven. Thans nog gelooft niemand er aan,
doch velen en meest nog hooger bedoelde
officieele kringen voorzien de mogelijk
heid.
De overheid wijdt haar beste zorgen
aan het opstapelen van levensmiddelen om
de stad tegen hongersnood te vrijwaren.
Dit wordt reeds officieus medegedeeld.
Minister Berryer verzeker dat niets te
vreezen is. De stad zal rijkelijk voorzien
worden en dfe treinen zullen geregeld le
vensmiddelen aanvoeren. De bevolking is
zeer gerust.”
10)
Sedert gisteravond, waarde baron
Hoi* gaat het met u?
O, dat gaat wel, mijn vriend! Maar
vertel me eens: hoe is Italië u beval
len? Mooie schilderijen en mooie vrou
wen, hé? Maar behoeft men daarvoor
naar Italië tc reizen? Misschien wel om
de schilderijen; maar waar ter wereld
vind men zulke mooie vrouwen als in
Weenen? Kijk eens rond, vriend; hebt ge
in het San Garlo-theater of in de Scala
zulk een menigte schoone dames bij el
kaar gezien? Wat? Prachtig, hé? T’"
Weet ge, waar de schoonste onder
schoonste te vinden is.
1 Waarde ter on. sprak de graaf
lachend. ge overstelpt me met zooveel
vragen, dat ik zo ónmogelijk zöo spoedig
beantwoorden kan.
Beantwoord dan alleen deze vraag,
aan welke dame zoudt ge hier den prijs
der schoonheid toekennen, als ge scheids
rechter waart? Nu?
- Hm! Misschien aan gravin Lieben-
kld, die daar ginds haar schoonheid ten
toonspreidt.
Een mooie gestalte, meende de haron
*el het penseel van mijn vriend Makart
straten van Weenen nog
voorstad
Hier en
worden deze booten herhaaldelijk door
de Russische autoriteiten teruggezon
den. Stockholm is vol Russische
vluchtelingen. Een deel van hen poogt
thans per trein tot in Noord-Zweden
te komen om dan per boot over de
Kalix-elf of te voet naar Tornea te
trekken, de zusterstad van Haparanda
op Finsch gebied.
Daar bestaat geen verbinding per
spoor om strategische redenen. Mor-
jarv aan de Kalix-elf is hot laatste
Zweedsche station.
Engeland.
De beurs en de crisis.
De financieele toestand in Engeland.
Door het Engelsche Consulaat te
Amsterdam wordt het volgende mede
gedeeld
De kanselier van de schatkist heeft
verklaard, dat het niet noodig is voor
de Engelsche Bank om haar betalin
gen in goud te staken. Er bestaat
geen gebrek aan krediet. De bankiers
achten zich in staat hun gewone za
ken morgen te hervatten.